direct naar inhoud van Artikel 8 Natuur
Plan: buitengebied Oostzaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0431.BP2012003001-0401

Artikel 8 Natuur

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. instandhouding en ontwikkeling van de in het gebied voorkomende danwel daaraan eigen landschaps-, ecologische waarden van het waterrijke veenweidegebied,
  • b. behoud van waterpeil ter bescherming van de flora en fauna,
  • c. behoud, herstel en ontwikkeling van het bestaande watersysteem, mede in relatie tot het vasthouden en bergen van gebiedseigen water,
  • d. extensief dagrecreatief medegebruik,
  • e. extensief agrarisch medegebruik bestaande uit het weiden van vee,
  • f. weidemolen, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-molen',
  • g. instandhouding van de Natura 2000 doelstellingen.
8.2 Bouwregels

Op en in de gronden als bedoeld in lid 7.1 mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde zoals bruggen, steigers, duikers en beschoeiingen, waarvan de bouwhoogte en oppervlakte niet meer mag bedragen dan hierna in de tabel is aangegeven:

Bouwwerken   max. oppervlakte   max. bouwhoogte  
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde   10 m²   1 m  

8.3 Specifieke gebruiksregels
8.3.1 Strijdig gebruik

Een gebruik in strijd met de in het plan gegeven bestemming en met het in of krachtens het plan ten aanzien van het gebruik van gronden en bouwwerken bepaalde, is in ieder geval het gebruik van:

  • a. het opslaan van mest en/of andere landbouwproducten;
  • b. het omzetten van heide, gras- en/of schraalland ten behoeve van een permanent ander agrarisch gebruik;
  • c. het stallen van caravans in de open lucht;
  • d. de opslag van bagger en grondspecie, uitgezonderd het uitspreiden van bagger op naastliggende percelen ten behoeve van het normale onderhoud van watergangen;
  • e. het verharden van wegen, paden, parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen op gronden die ten tijde van het van kracht worden van dit bestemmingsplan, niet zodanig beplant zijn;
  • f. het verrichten van boringen ten behoeve van het winnen van water en delfstoffen;
  • g. het beplanten van gronden met bomen en/of ander opgaand houtgewas, die ten tijde van het van kracht worden van dit bestemmingsplan, niet zodanig beplant zijn,
  • h. het aanleggen van (permanente) baggerdepots.
8.4 Specifieke gebruiksregels
8.4.1 Aanleg baggerdepots

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 8.3.1 onder h voor het aanleggen van baggerdepots

  • a. een baggerdepot uitsluitend wordt ingericht met gebiedseigen bagger;
  • b. de oppervlakte van een baggerdepot ten hoogste 1 ha zal bedragen;
  • c. de aanleg van het baggerdepot noodzakelijk is voor het onderhoud en de instandhouding van de gronden;
  • d. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden, de cultuurhistorische en archeologische waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
  • e. bij aanleg mag de instandhoudingsdoelstelling van het natura-2000 gebied niet worden aangetast.

De gezamenlijke oppervlakte aan baggerdepot's mag in combinatie met de baggerdepot's als bedoeld in lid 4.6.3 niet meer dan 5 ha bedragen.

8.5 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 8.2 ten behoeve van

  • a. de bouw van een bouwwerk geen gebouw zijnde waarvan de bouwhoogte niet meer dan 2 m mag bedragen;
  • b. het bouwen van een beperkte mestopslag met een maximumoppervlak van 50 m² op de vaarlanden voorzover er binnen agrarische bouwvlakken geen reële mogelijkheden hiervoor zijn;
  • c. het bouwen van schuilgelegenheid voor dieren waarvan de bouwhoogte maximaal 3 m en de oppervlakte maximaal 15 m² mag bedragen;
  • d. de aanleg van kleinschalige voorzieningen ten behoeve van extensief dagrecreatief medegebruik;
  • e. het plaatsen van een weidemolen, voor zover nodig voor de waterhuishouding van de vaarlanden.
8.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

De in artikel 38 opgenomen regels voor omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden zijn van toepassing.