Plan: | Bestemmingsplan Haven en Bedrijventerreinen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0406.BPHENB2010-VG01 |
Beleid en normstelling
Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door hoofdstuk 5, titel 5.2, van de Wet milieubeheer. De Wet milieubeheer bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in onderstaande tabel weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.
Tabel 4.1 Grenswaarden maatgevende stoffen Wm
stof | toetsing van | grenswaarde | geldig | ||
stikstofdioxide (NO2) 1) | jaargemiddelde concentratie | 60 µg/m³ | 2010 tot en met 2014 | ||
jaargemiddelde concentratie | 40 µg/m³ | vanaf 2015 | |||
fijn stof (PM10) 2) | jaargemiddelde concentratie | 40 µg/m³ | vanaf 11 juni 2011 | ||
24-uurgemiddelde concentratie | max. 35 keer p.j. meer dan 50 µg/m³ | vanaf 11 juni 2011 |
Op grond van artikel 5.16 van de Wm kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) uitoefenen indien:
In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van ruimtelijke plannen uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit ter plaatse van het projectgebied.
Besluit niet in betekenende mate (nibm)
In het Besluit nibm en de bijbehorende regeling is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de beperkte gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Dit kan het geval zijn wanneer een project een effect heeft van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde NO2 en PM10.
Onderzoek en resultaten
De gemeente Huizen is samen met de andere gewestgemeenten aangesloten bij het Regionaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Noordvleugel, dat in april 2008 is vastgesteld en per 1 augustus 2009 in werking is getreden. Het voorliggende plan is niet als project opgenomen in het Regionaal of het Nationaal Samenwerkingsprogramma luchtkwaliteit.
Met het plan worden verschillende ontwikkelingen (zoals hiervoor reeds beschreven) mogelijk gemaakt. Deze ontwikkelingen dragen, vanwege de geringe omvang en de geringe verkeersaantrekkende werking ten opzichte van de bestaande situatie, niet in betekenende mate bij aan de luchtkwaliteit. De bijdrage op de wegen in de nabijheid van de ontwikkelingen zal niet meer dan 3% van de grenswaarden voor PM10 en NO2 bedragen. Toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit kan daarom achterwege blijven.
Uit de Verkeersmilieukaart1 van de gemeente Huizen, waarvoor berekeningen zijn uitgevoerd van de luchtkwaliteit langs alle doorgaande wegen in Huizen, blijkt dat op het gehele grondgebied van de gemeente zowel in 2009 als 2020 ruimschoots wordt voldaan aan de jaargemiddelde grenswaarden voor NO2. In 2009 ligt de jaargemiddelde grenswaarden langs alle wegen, behalve enkele uitzonderingen, tussen de 20 en 30 µg/m³ en in 2020 tussen 10 en 20 µg/m³. Voor PM10 geldt dat de jaargemiddelde grenswaarden nergens in Nederland wordt overschreden. De 24-uurgemiddelde waarde voor PM10 is wel berekend, hiervoor geldt dat het aantal dagen waarop overschrijding van de 24-uurgemiddelde waarde plaatsvindt, niet meer dan 10 bedraagt. Ook hiervoor geldt dat er ruimschoots wordt voldaan aan de grenswaarde uit de Wlk.
Conclusie
Op het plan is het Besluit nibm van toepassing zodat toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit achterwege kan blijven. Langs wegen in het plangebied wordt ruimschoots voldaan aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit en er komen geen dreigende overschrijdingen van de grenswaarden voor. Geconcludeerd wordt dat de Wlk de uitvoering van het plan niet in de weg staat. Ter plaatse van het plangebied is vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit sprake van een goed woon- en leefklimaat.