Plan: | Bosdrift 2013 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0402.14bp00bosdrift-va01 |
Beschermd dorpsgezicht
Beschermde stads- en dorpsgezichten zijn aangewezen door het (voormalige) ministerie van VROM en het ministerie van OC en W. Het betreft groepen van onroerende zaken die van algemeen belang zijn vanwege hun schoonheid, hun onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang, dan wel hun wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde, en in welke groepen zich één of meerdere monumenten bevinden. Als een gebied daadwerkelijk is aangewezen als beschermd stads- en dorpsgezicht, dan dient dit uiteindelijk in het bestemmingsplan opgenomen te worden.
Binnen het plangebied is het toekomstige beschermd dorpsgezicht Tuindorp Zuid en Plan Zuid (start procedure in 2008) gelegen. Dit geldt voor een relatief groot deel van het plangebied. De zuidzijde wordt begrensd door de Kolhornseweg, de westzijde door Bosdrift en de noordzijde door de Hilvertsweg en de Gijsbrecht van Amstelstraat. De oostzijde van het plangebied wordt begrensd door de Eikbosserweg en de Orchideestraat. De aanwijzing is nog in procedure en derhalve niet meegenomen in onderhavig bestemmingsplan. Dit zal in een apart bestemmingsplan gebeuren omstreeks de feitelijke aanwijzing door het rijk.
Overige historisch-geografisch waardevolle gebieden
Verder zijn in het plangebied een zestal historisch-geografisch waardevolle gebieden gelegen. Deze gebieden kennen geen specifieke bescherming, maar worden hieronder kort beschreven. De beschrijving van deze gebieden is afgeleid van de gebiedsindeling, zoals deze in de welstandsnota is aangehouden.
Gebied tussen Bosdrift-Loosdrechtseweg-Gijsbrecht
De cultuurhistorische groenstructuur in dit gebied wordt bepaald door de Nieuwe Algemene Begraafplaats en het Busken-Huetplein. Deze begraafplaats is in 1890 aangelegd volgens het ontwerp van J. Springer en uitgebreid door Andriessen. Het plantsoen van de begraafplaats aan de Bosdrift kan gezien worden in relatie met het vierde volkswoningbouwcomplex van Dudok uit 1920-1922. De bebouwing in het gebied wordt gekenmerkt door middenstandswoningen uit de periode 1900-1930, zowel lostaand (Hyacintenlaan) als in reeksen met meer woningen onder één kap. Het Busken-Huetplein met omringende complexbebouwing en het straatwand-complex met plantsoenen aan de Da Costalaan zijn de meest bepalende eenheden.
Gebied tussen Bosdrift-Gijsbrecht-Johan de Wittstraat
Dit gebied sluit aan op het eerste gebied ten noorden / noordwesten hiervan gelegen. Het gebied wordt gekenmerkt door middenstandswoningen (meer onder één kap). Langs de Van Oldenbarneveltlaan/ Jacob Catsstraat/Van Hoornstraat wordt het monumentale beeld gekarakteriseerd door het rode dakenlandschap. Bosdrift 54-76 vormen een opvallend complex woningbouw van D.A. van Zanten met een bijzondere plattegrondvorm en horizontale afsluiting.
Vanuit de Hugo de Grootstraat is er zicht op de monumentale Clemenskerk. De Clemenskerk is het scharnierpunt waarop het woningbouwcomplex door Dudok werd ontworpen. Het Carolushuis is in dit gebied een grootschalig element.
Gebied tussen de Frederik van Eedenlaan-Loosdrechtseweg-Diependaalselaan
Als een gebogen arm loopt de Oude Loosdrechtseweg, de oude verbinding met Loosdrecht, door dit gebied dat een rechtlijnig stratenpatroon kent in aansluiting op het gebied ten zuiden van de Diependaalselaan. Langs de Frederik van Eedenlaan en de Vosmaerlaan wordt de structuur doorbroken door grootschalige eenheden, zoals een scholencomplex, een bejaardenwoningencomplex en een kerk. De middenstandsbebouwing langs de Frederik van Eedenlaan dateert uit het einde van de jaren dertig, aansluitend op het gebied ten oosten (Hugo de Grootstraat en omgeving, gebied 2). De rest van de bebouwing dateert herkenbaar uit de jaren vijftig (Birkenheuvel 1953-1955, Neuweg 1950-1960, Loosdrechtseweg 78-160 1955). Het complex van C. Trappenburg (Loosdrechtseweg 78-160) is bijzonder met een opvallende detaillering. De plantsoenen maken deel uit van het stedenbouwkundig ontworpen geheel met eigen patroonkenmerken rond de Neuweg. De grenzen van dit gebied vloeien duidelijk uit in een gebied met een ander karakter en ander tijdsbeeld.
Gebied tussen de Diependaalselaan-Bosdrift-Kolhornseweg-Loosdrechtseweg
De bebouwing langs de Diependaalselaan valt op door de plaatsing van de flatblokken, haaks op de weg, met daartussen het doorstekende groen, gebouwd aan het eind van de jaren vijftig. Vanuit de Diependaalselaan wordt het zicht afgesloten door flatblokken die evenwijdig aan de Diependaalselaan zijn geplaatst (Karel Doormanlaan).
De bebouwing langs de rechte straten is bloksgewijs, uit de jaren vijftig en zestig. In het zuidoosten van het gebied komt enige volkswoningbouw voor uit de jaren dertig en veertig. De Admiraal de Ruyterlaan is een groene ader in het gebied. Een element met bijzondere functie is de R.K. Begraafplaats St. Barbara uit de jaren vijftig. Het zuidwesten van het gebied onderscheidt zich in aanleg van het rechtlijnige stratenpatroon en in bebouwing wat betreft de architectuur, het is een bebouwing uit de jaren zeventig.
Gebied tussen de Koningsstraat-Hilvertsweg-Gijsbrecht-Neuweg
Dit gebied de "Bloemenbuurt Noord" wordt gekenmerkt door bebouwing van het type arbeiderswoningen. Langs de Rozenstraat ontstond de eerste bebouwing. Er is dan ook een relatie met de buurt met arbeiderswoningen "Oosterstraten-Nieuwstraten", die ten noorden van het gebied is gelegen. Er zijn in het gebied ook enkele middenstandswoningen te vinden, zoals bijvoorbeeld langs de Chrysantenstraat. De bebouwing kwam rond 1900 tot stand. Hier en daar is het oorspronkelijke ontwerp nog aanwezig. Dat is te herkennen hoe de rijen arbeiderswoningen met de noklijn parallel aan de veelal rechte straten het ritme bepaalden met elementen in het ontwerp, zoals hoekoplossingen, dakkapellen en accenten boven ramen en deuren. Langs de aders die het gebied omsluiten zijn de winkels gesitueerd. Het schoolgebouw (oorspronkelijk twee openbare scholen) aan de Violenstraat en de speelvoorziening aan de Neuweg zijn grootschalige elementen in het gebied. In het algemeen is de karakteristiek van de arbeidersbuurten aan het verdwijnen. Met name de vele individuele en verschillende verbouwingen en aanpassingen hebben de eenheid en de uitstraling verminderd. Van stijlen kan niet altijd meer gesproken worden, (waaronder de Art-Déco) omdat de details uit het ontwerp zijn verdwenen. Dit gebied kenmerkt zich nu door een veelheid aan elementen.
Gebied Oosterstraten-Nieuwstraten
De Mauritslaan en Mauritsstraat vormen als geheel een ensemble in het gebied. Met name Mauritslaan 6-36 en 23-51 zijn waardevolle panden. Verder staan in de 1e en 2e Nieuwstraat enkele witte huizen met 1 bouwlaag en een mansarde-kap die mede bepalend zijn voor het gebied Nieuwstraten. In dit gebied komen geen monumenten voor, die als zodanig staan geregistreerd.
Rijksmonumenten staan ingeschreven in het Monumentenregister van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Provinciale monumenten zijn opgenomen in de provinciale monumentenlijst, gemeentelijke monumenten in de gemeentelijke monumentenlijst. UNESCO-monumenten zijn opgenomen in de lijst van het werelderfgoed.
Binnen het bestemmingsplan Bosdrift 2013 ligt de Algemene Begraafplaats Bosdrift naar ontwerp van J. Springer en uitbreiding van Andriessen. De begraafplaats wordt omringd door een karakteristieke erfafscheiding ontworpen door P. Andriessen. Verder staat op het terrein de bijbehorende aula eveneens naar ontwerp van P. Andriessen.
De begraafplaats, de erfafscheiding en de aula zijn aangewezen als Rijksmonument. Verder bevinden zich in het plangebied de volgende Rijks- en gemeentelijke monumenten.
Rijksmonument | gemeentelijk monument |
Egelantierstraat 115 | Van Ghentlaan 47 en 49 |
Egelantierstraat 67 t/m 120 (even en oneven) | Loosdrechtseweg 263 |
Cameliastraat 1 t/m 7 en 22 t/m 28 | Van Hoogendorplaan 20a t/m 74 |
Neuweg 249 en 251 | Neuweg 357 |
Ericastraat 49 t/m 90 (even en oneven) | Bosdrift 66 t/m 76 |
Bosdrift 53/55 | Eikenlaan 36 |
Bosdrift 23 t/m 29 | Bosdrift 56 t/m 64 |
Bosdrift 21 | Hyacintenlaan 90 en 92 |
Meidoornstraat 8 t/m 14 | Hyacintenlaan 94 en 96 |
Meidoornstraat 5 t/m 11 | Bosdrift 30 en 32 |
Bosdrift 19 | Bosdrift 26 en 28 |
Hilvertsweg 4 t/m 12 | Bosdrift 10, 10a en 10b |
Bosdrift 1 t/m 19 | Vosmaerlaan 1 t/m 11 |
Meidoornstraat 1-3, 4-6 | Busken-Huetplein 1 t/m 15 |
Meidoornstraat 2 | Busken-Huetplein 2 t/m 22 |
Bosdrift 12 (meerdere objecten) | Egelantierstraat 39 t/m 45 |
Dahliastraat 13 t/m 23 | |
Violenstraat 7 | |
Diependaalselaan 138 | |
J.H.B. Koekkoekstraat 61 en 63 | |
Neuweg 85 | |
J.H.B. Koekkoekstraat 65 | |
Koningsstraat 156 | |
Havenstraat 101 en 101a | |
Havenstraat 81 t/m 85 | |
Havenstraat 73a t/m 75 | |
Havenstraat 71 | |
Ruitersweg 83 en 85 | |
Ruitersweg 93 t/m 115 | |
Gasthuisstraat 8b | |
1e Nieuwstraat 60 | |
Floralaan 12 | |
Neuweg 18 en 20 | |
Prinsenstraat 2 | |
Prinsenstraat 23 |
Het open water van de Kastanjevijver is een waardevolle plek voor Bosdrift. Om de vijver zijn verharde taluds, paden, gras en bomen aanwezig (gemeentelijk monument). De vijver is aangelegd in 1935. Het is van belang dat de Kastanjevijver het statige en cultuurlijke karakter binnen deze Dudokwijk behoudt.
In 1992 is het zogenoemde “Verdrag van Malta” gesloten, een Europees verdrag dat is gericht op de bescherming van het archeologisch erfgoed. Sinds de officiële bekrachtiging van het verdrag door Nederland in 1998 is gewerkt 'in de geest van Malta' en is de Monumentenwet 1988 herzien, op grond van de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz), om de archeologie wettelijk te verankeren. Op 1 september 2007 is de herziene Monumentenwet 1988 in werking getreden.
De kernpunten, geregeld in de Monumentenwet, zijn:
De gemeente is het bevoegd gezag, en verantwoordelijk voor het opstellen van een archeologische verwachtings- en beleidskaart. Op de verwachtingskaart staat aangegeven welke archeologische beschermde monumenten, bekende waarden en archeologische verwachtingen in Hilversum aanwezig zijn. Voor het te voeren beleid ten aanzien van de archeologische waarden en verwachtingen in de gemeente heeft de gemeente een beleidsnota en de daarbij behorende beleidskaart opgesteld. De beleidskaart moet volgens de Wet ruimtelijke ordening (Wro) in het bestemmingsplan worden opgenomen, zodat voor de aanvrager van een vergunning duidelijk is in welke gevallen een archeologisch onderzoek moet worden uitgevoerd. Deze gevallen worden voornamelijk bepaald door een maximale verstoringsoppervlakte en -diepte.
Het archeologische onderzoek is een getrapt proces. Elke stap in het proces wordt afgesloten met een besluit van het bevoegd gezag omtrent het archeologische erfgoed: of het plangebied wordt vrijgegeven, of er wordt een vervolgonderzoek gevraagd, of planaanpassing, of het archeologisch erfgoed wordt in situ beschermd. Eerst moet de aanvrager een inventariserend onderzoek overleggen. In dat inventariserend onderzoek wordt vastgesteld of er archeologisch erfgoed in de bodem aanwezig is en of er nader onderzoek nodig is. De volgende stap is het verrichten van een verkennend veldonderzoek (proefsleuven) om de aard, omvang en kwaliteit van het archeologisch erfgoed te onderzoeken. Het plangebied kan hierna op grond van een selectiebesluit worden vrijgegeven, beschermd, of, als bescherming niet mogelijk is, kan een opgraving worden gevraagd. Elke fase wordt uitgevoerd op grond van een programma van eisen. Behalve de eisen die aan het onderzoek worden gesteld in het kader van de Kwaliteitseisen Nederlandse Archeologie (KNA) kan de gemeente aanvullende eisen stellen.
Binnen de gemeente Hilversum wordt gebruik gemaakt van de Structuurvisie Archeologie 'De ondergrondse stad'. In deze structuurvisie is al het mogelijk aanwezige archeologisch erfgoed beschreven. Hiervan is een kaart gemaakt die is gebruikt voor de bestemmingslegging van de archeologische dubbelbestemmingen. In figuur 13 is deze kaart opgenomen.
Figuur 10: Archeologische beleidskaart gemeente Hilversum
Zoals in figuur 10 is aangegeven kent bijna het gehele plangebied een hoge en middel-hoge verwachtingswaarde. Voor een kleine strook aan de zuidwest-zijde geldt een lage verwachtingswaarde en voor een klein gebiedje ten oosten van de Haven geldt een zeer een lage verwachtingswaarde.