direct naar inhoud van Artikel 22 Waarde-Cultuurhistorie
Plan: Bestemmingsplan Media Park
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.05bp00mediapark-oh01

Artikel 22 Waarde-Cultuurhistorie

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde-Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar aangewezen bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en het herstel van de cultuurhistorische, ruimtelijke en landschappelijke waarden en voor het behoud en herstel van de karakteristieke hoofdvorm van gebouwen.

22.2 Bouwregels

In aanvulling op het bepaalde bij de andere aangewezen bestemmingen geldt dat:

22.2.1 ten aanzien van (hoofd)gebouwen
  • a. de helling van (dak)kappen tussen de 45 en 80 graden bedraagt;
  • b. dakkapellen en dakramen niet breder zijn dan eenderde (1/3) van de gemiddelde breedte van het dakvlak;
  • c. de afstand van dakkapellen of dakramen tot de nok van het dak niet minder dan 1 meter bedraagt;
  • d. de afstand van dakkapellen of dakramen tot de goot of gootlijst minder is dan de afstand van dakkapellen of dakramen tot de nok van het dak;
  • e. de afstand van een dakkapel of dakraam tot de goot of gootlijst niet minder is dan 0,60 meter, dan wel tegen of op de goot of gootlijst worden geplaatst;
  • f. de bouwhoogte van een dakkapel of dakraam niet meer dan 1,50 meter bedraagt;
  • g. de bestaande nokrichting en kapvorm in stand wordt gelaten;
22.2.2 ten aanzien van bijbehorende bouwwerken
  • h. in afwijking van het bepaalde in artikel 19.2.2 onder h. het totaal bebouwd oppervlak van het achtererfgebied, behorend bij het oorspronkelijke (hoofd)gebouw, niet meer dan 25% bedraagt met een maximum van 100 m²;
  • i. de totale oppervlakte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet meer dan 50 m² bedraagt, met dien verstande dat de oppervlakte van een vrijstaande garage (autostalling) minimaal 25 m² bedraagt;
  • j. het aantal vrijstaande bijbehorende bouwwerken niet meer dan 2 bedraagt;
  • k. op deze bebouwing geen dakkapellen zijn toegestaan;
  • l. deze minimaal 1 meter achter de voorgevellijn van de woning mag worden gebouwd.
22.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen:

  • a. van het bepaalde in 22.2.1 onder a. teneinde een flauwere dakhelling dan 45 graden te realiseren;
  • b. van het bepaalde in 22.2.1 onder c., d. en e. voor een bredere of kleinere afstand dan 1,00 meter tot de nok of hogere dakkapel of dakraam.
22.4 Sloopvergunning
  • a. Het is verboden op de in artikel 22.1 bedoelde gronden bouwwerken te slopen zonder of in afwijking van een schriftelijke sloopvergunning van burgemeester en wethouders.
  • b. Burgemeester en wethouders verlenen de sloopvergunning, zoals bedoeld in artikel 22.4 sub a. uitsluitend, indien het slopen:
    • 1. noodzakelijk is in verband met een onherroepelijke bouwvergunning;
    • 2. delen betreft van een hoofdgebouw die op zichzelf niet als karakteristiek vallen aan te merken en door het slopen geen aantasting plaatsvindt van de karakteristieke hoofdvorm van het hoofdgebouw;
    • 3. de cultuurhistorische waarden van het beschermd stadsgezicht niet in onevenredige mate aantast.
  • c. Bij het voornemen tot het verlenen van de sloopvergunning als bedoeld in artikel 22.4 sub a. vragen burgemeester en wethouders de monumentencommissie van de gemeente Hilversum om advies.
22.5 Aanlegvergunning
  • a. Het is verboden de in artikel 22.1 bedoelde gronden bomen of andere opgaande houtgewassen te rooien zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (aanlegvergunning) van burgemeester en wethouders.
  • b. Burgemeester en wethouders verlenen de aanlegvergunning, zoals bedoeld in artikel 22.5 sub a. uitsluitend, indien:
    • 1. deze werkzaamheden noodzakelijk zijn in verband met een onherroepelijke bouwvergunning;
    • 2. de beplanting door ziekte of anderszins ernstig is aangetast;
    • 3. de landschappelijke en cultuurhistorische waarden alsmede het groene karakter van bebouwing in het groen niet in onevenredige mate worden aangetast.
  • c. Een aanlegvergunning als bedoeld in artikel 22.5 sub a. is niet vereist voor bomen en ander opgaand houtgewas, waarvan de stamdoorsnede 20 cm of meer bedraagt.
  • d. Bij het voornemen tot het verlenen van de aanlegvergunning als bedoeld in artikel 22.5 sub a. vragen burgemeester en wethouders de monumentencommissie van de gemeente Hilversum om advies.