direct naar inhoud van Artikel 23 Waarde-Natuur en landschap
Plan: Bestemmingsplan Media Park
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.05bp00mediapark-oh01

Artikel 23 Waarde-Natuur en landschap

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde-Natuur en landschap' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar aangewezen bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, het herstel en compensatie door middel van versterking van de natuurlijke- en landschappelijke waarden.

23.2 Bouwregels

Op de in artikel 23.1 genoemde gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd.

23.3 Ontheffing van de bouwregels
  • a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 23.2 ten behoeve van de bouw van bouwwerken indien de ter plaatse aanwezige natuurwaarden niet onevenredig worden aangetast.
  • b. Burgemeester en wethouders verlenen de ontheffing, zoals bedoeld in artikel 23.3 onder a., uitsluitend indien het bouwwerk:
    • 1. noodzakelijk is in verband met de verwezenlijking van de ter plaatse aanwezige bestemming, en;
    • 2. niet eerder dan nadat door de aanvrager een rapport is overlegt waarin de natuurwaarden van de gronden waarop gebouwd wordt naar oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld;
23.4 Sloopvergunning
  • a. Het is verboden op de in artikel 23.1 bedoelde gronden (bestaande) gebouwen te slopen zonder of in afwijking van een schriftelijke sloopvergunning van burgemeester en wethouders.
  • b. Burgemeester en wethouders verlenen de sloopvergunning, zoals bedoeld in artikel 23.4 onder a. uitsluitend, indien het slopen:
    • 1. noodzakelijk is in verband met een onherroepelijke bouwvergunning waarvoor de gebouwen moeten worden gesloopt;
    • 2. een rapport is overlegt waarin de natuurwaarden van de gebouwen die blijkens aanvraag worden gesloopt, naar oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld;
    • 3. Indien uit het in lid b onder 2, bedoelde rapport blijkt dat natuurwaarden van gronden door het verlenen van de vergunning zullen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders een of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de sloopvergunning:
      • de verplichting tot het treffen van maatregelen, waardoor natuurwaarden kunnen worden behouden;
      • de verplichting tot het compenseren van eventueel verlies aan natuurwaarden.
  • c. Bij het voornemen tot het verlenen van sloopvergunning als bedoeld in artikel 23.4 sub a. vragen burgemeester en wethouders de monumentencommissie van de gemeente Hilversum om advies.
23.5 Aanlegvergunning
  • a. Het is verboden de in artikel 23.1 bedoelde gronden bomen of andere opgaande houtgewassen te rooien zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning (aanlegvergunning) van burgemeester en wethouders.
  • b. Burgemeester en wethouders verlenen de aanlegvergunning, zoals bedoeld in artikel 23.5 onder a. uitsluitend, indien:
    • 1. deze werkzaamheden noodzakelijk zijn in verband met een onherroepelijke bouwvergunning;
    • 2. de werkzaamheden noodzakelijk zijn voor verwerkelijking van de voor het gebied voorgestane natuurontwikkeling;
    • 3. de beplanting door ziekte of anderszins ernstig is aangetast;
    • 4. de natuurwaarden alsmede het groene karakter van bebouwing in het groen niet in onevenredige mate worden aangetast;
    • 5. een rapport is overlegt waarin de natuurwaarden van de gebouwen die blijkens aanvraag worden gesloopt, naar oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld;
    • 6. Indien uit het in lid b onder 4, bedoelde rapport blijkt dat natuurwaarden van gronden door het verlenen van de vergunning zullen worden verstoord, kunnen burgemeester en wethouders een of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de aanlegvergunning:
      • de verplichting tot het treffen van maatregelen, waardoor natuurwaarden kunnen worden behouden, dan wel hersteld;
      • de verplichting tot het compenseren van eventueel verlies aan natuurwaarden.
  • c. Een aanlegvergunning als bedoeld in 23.5 sub a. is niet vereist voor bomen en ander opgaand houtgewas, waarvan de stamdoorsnede 20 cm of meer bedraagt;
  • d. Bij het voornemen tot het verlenen van de aanlegvergunning als bedoeld in artikel 23.5 sub a. vragen burgemeester en wethouders de monumentencommissie van de gemeente Hilversum om advies.