Plan: | Buitengebied 2013 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0402.00bp00buitengeb-oh01 |
Het Hilversumse buitengebied kent belangrijke cultuurhistorische waarden. In het plangebied zijn urnenvelden, grafheuvels en historische doodwegen aanwezig. Verspreid in de Westerweide liggen kuilen die in het verleden zijn uitgegraven om zand, grind en leem te winnen.
Archeologische vindplaatsen
Archeologische vindplaatsen duiden op een zeer oud cultuurgebruik en hebben daarom als zodanig belangrijke cultuurhistorische waarden. Aan de hand van de Archeologische monumenten Kaart (AMK) en de provinciale Cultuur Historische Waardekaart van Noord-Holland wordt voor Hilversum een overzicht gegeven van de waardevolle archeologische terreinen en elementen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen (bevestigde) archeologische vindplaatsen en vermoedelijk waardevolle terreinen.
Op de Hoorneboegsche heide nabij de Holleweg zijn 13 grafheuvels uit de Neolithicum-Bronstijd aanwezig. Deze grafheuvels hebben de status van beschermd monument. Op de Westerheide en Bussumerheide zijn nog eens 11 grafheuvels uit de Neolithicum-Bronstijd aanwezig. Deze grafheuvels hebben eveneens de status van beschermd monument.
Op de Westerheide en Bussumerheide zijn sporen van bewoning gevonden uit de Neolithicum-Bronstijd en de vroege middeleeuwen en een dorp uit de late middeleeuwen. Deze sporen van bewoning hebben de status van beschermd monument. Andere sporen van bewoning uit de paleolithicum-ijzertijd zijn gevonden in de Bovenmeent ten hoogte van de Griendkade en op de Hengstenberg ten hoogte van Bosberg zijn sporen van bewoning gevonden uit het mesolithicum. Deze sporen van bebouwing hebben de status van terrein met archeologische betekenis.
Overige objecten die in het buitengebied zijn gevonden, zijn een urnenveld, de resten van een wal en een imkerij. Deze objecten hebben allen de status van beschermd monument.
Archeologische verwachtingswaarde
Naast archeologische vindplaatsen is er sprake van archeologische verwachtingswaarden. De zonering van gebieden met een hoge archeologische verwachtingswaarde is uitgewerkt in de provinciale Cultuur Historische Waardekaart. Hoge archeologische verwachtingswaarden zijn er met name in de Bovenmeent, op kleine delen van de Bussumer- en Westerheide, rond landgoed Hoorneboeg en in een brede zone over de Zwarte Berg en de Zuid.
Historische geografie
In het buitengebied zijn een aantal interessante landschappelijke kenmerken te onderscheiden. Zo is een spinnenwebachtige wegstructuur in het gebied aanwezig, zijn verkavelingvormen als meentgronden (Hilversumse Meent) en een veenverkavelingsstructuur (zuidwesten van Egelshoek) te onderscheiden. Verder zijn in het gebied een goedbewaarde grenswal te vinden, een aantal 'woeste gronden' en voormalige productiebossen.
Landgoederen
In en rondom Hilversum zijn diverse landgoederen gesticht. Alle landgoederen zijn gesticht op (hooggelegen) zandgronden binnen de bos- en heidegebieden. Bekend is de zeventiende eeuwse landgoederenzone van ´s Graveland, waarvan alleen Bantam binnen Hilversum ligt. Daarnaast zijn de volgende landgoederen binnen Hilversum gelegen: Monnikenberg, Uytwijck, Zwaluwenberg, Zonnestraal, Hoorneboeg en Eindegooi. Monumentale lanen, zichtassen en bijzondere gebouwen zijn meestal beeldbepalend. Op Bantam en Hoorneboeg zijn de hoofdgebouwen verdwenen. Op Zonnestraal en Eindegooi zijn landbouwgronden onderdeel van het landgoed. De landgoederen kennen allemaal hun eigen karakteristieke cultuurhistorische waarden en worden voor verschillende doeleinden gebruikt. De belangrijkste functies van de landgoederen zijn: natuur, recreatie, wonen, kantoorfunctie, zorg en landbouw.
Voor de landgoederen wordt gestreefd naar het behoud en zichtbaar maken van de historische kenmerken en structuren van landgoederen. Behoud van historische structuren of elementen is in principe uitgangspunt, herstel van verdwenen structuren of elementen een streven. In landgoederen zonder of met een beperkte openbare toegankelijkheid, wordt gestreefd naar openstelling voor publiek waarbij verstoring van natuurwaarden zo veel mogelijk wordt beperkt.
Zonnestraal
Landgoed waarop in de 20e eeuw een sanatorium is gesticht door diamantbewerkers, voor mensen die leden aan TBC. Het landgoed is bijna 100 ha groot en bestaat voor het grootste deel uit gemengd bos met op een aantal plaatsen laanstructuren. Aan de westrand van het landgoed ligt een aantal akkers op de zogenaamde Loosdrechtse engen. De oostzijde is natuurgebied. Binnen het landgoed liggen diverse (monumentale) gebouwen met een woon- of zorgfunctie. De belangrijkste gebouwen worden gevormd door het zogenaamde Duiker-ensemble dat is voorgedragen voor plaatsing op de UNESCO werelderfgoedlijst.
Monnikenberg, Heidepark en Stad Gods
Bosrijk gebied van ongeveer 40 ha met een grid van imposante laanstructuren en een centraal gelegen open ruimte van graslanden. Het voormalige monumentale Klooster “Stad Gods” is het belangrijkste gebouw in het landgoed. In de 19de eeuw werd door Van der Wall Bake een villa met zicht op het Monnikenwater gebouwd. Na de oorlog werd de villa uitgebreid tot klooster. Daarnaast zijn de rijksmonumenten boerderij met stalgebouw en een aantal woningen op het landgoed gelegen. Het westelijke perceel heette Boschrand. Het landgoed grenst aan het ziekenhuisterrein van Hilversum. De verschillende eigenaren werken aan een integraal plan om het gebied geschikt te maken voor een combinatie van zorg, wonen en natuur, met behoud en versterking van de cultuurhistorische- en landschappelijke waarden en monumenten. Aan de Soestdijkerstraatweg is ook het voormalige Heidepark gelegen. De oorspronkelijke villa is verdwenen, de tuinaanleg met vijver en toegangspalen tot de buitenplaats zijn nog aanwezig.
Uytwijck (provinciaal monument)
Tuin, ontworpen door D.F. Tersteeg bij oorspronkelijke landhuis uit 1921 (afgebroken eind jaren ´70 en vervangen door enkele villa´s), in kenmerkende architectonische tuinstijl met assenstelsel, natuurbad en aparte deeltuinen.
Zwaluwenberg (rijksmonument)
Ontwikkeling buitenplaats vanaf 1837, gelegen in de Gooise bossen op de Zwaluwenberg en bestaande uit een 19de eeuws bosrijk landschappelijk deel met lanen aan noordzijde; 20ste eeuwse villa met aangelegde tuinen en congiërgewoning aan Utrechtseweg. Met beuken omzoomde oprijlaan voert naar de in 1914 gebouwde villa in Engelse landhuisstijl. De op verschillende niveaus gelegen tuin werd ontworpen in decoratieve en formele tuinstijl door B.C. van der Steenhoven, en bevat onder meer een geometrisch padenstelsel, zichtassen, grasvelden, bloemvelden, kruidentuin, vijvers, architectonische elementen en uitzichten op weilanden (op afgegraven delen aan de zuidkant) en bos. Het oorspronkelijk grotere Zwaluwenberg werd gesplitst door de spoorlijn en verkocht in delen. Heden hoofdkwartier van de Inspecteur Generaal van de Krijgsmacht. Aan de zuidkant loopt de weg van Loosdrecht naar de Vuursche.
Bantam (rijksmonument)
In de 19de eeuw met de ´s-Gravelandse buitenplaatsen Schaep en Burgh en Swaenburg in één hand, en rond 1878 verkocht waarna bouw huis in as met parkaanleg. Bantam heeft een inrichting in verschillende delen en kent meerdere ontwikkelingsstadia.
Hoorneboeg
18de eeuws bomenrijk landgoed, oorspronkelijk met kasteelachtig jachthuis, op heuvel in heidegebied omgeven door aarden wal. In 19de eeuw bouw villa op hoogste punt aan einde van rechte laan, boerderij met schuur, tuinmanswoning. Bij tuinmanswoning ontwikkelde zich een kwekerij en moestuin met kassen. In 20ste eeuw enkele toevoegingen. Toegangslanen tot buitenplaats vanaf Utrechtseweg, Tienhovens kanaal, Loosdrecht en heide. Inrichting buitenplaats met spiraalvormig padenstelsel. Oorspronkelijk was de buitenplaats groter. De uitzichten op de lager gelegen omgeving speelde een belangrijke rol.
Einde Gooi
Deel van het tweede ontginningsblok, in 1837 verkaveld en geveild, waarvan het verkavelingspatroon gaaf bewaard is gebleven. Variatie in bos, akkers, weiland, boomgaarden, met boerderijen en een omvang van ongeveer 145 Ha. Bijzondere flora en fauna aanwezig in dit gebied, gelegen op de overgang van zand naar veen. In het gebied staan monumentale boerderijen. Einde Gooi bestaat uit een herenhuis, vanwaar uitzicht over de lager gelegen gronden, met een boerderij, aanleg na 1900 van park- en tuingedeelten in de nabijheid van padenpatroon en sterrebos. Grenspalen staan bij de boerderij in Egelshoek. Rond 1838 werd begonnen met de aanleg van het Tienhovensch Kanaal.
Monumenten
In het plangebied liggen de volgende monumenten:
Rijksmonumenten:
Provinciale monumenten:
Gemeentelijke monumenten:
Deze monumenten worden beschermd door de Monumentenwet 1988 en de gemeentelijke monumentenverordening.
In 1992 is het zogenoemde “Verdrag van Malta” gesloten, een Europees verdrag dat is gericht op de bescherming van het archeologisch erfgoed. Sinds de officiële bekrachtiging van het verdrag door Nederland in 1998 is gewerkt 'in de geest van Malta' en is de Monumentenwet 1988 herzien, op grond van de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz), om de archeologie wettelijk te verankeren. Op 1 september 2007 is de herziene Monumentenwet 1988 in werking getreden.
De kernpunten, geregeld in de Monumentenwet, zijn:
De gemeente is het bevoegd gezag, en verantwoordelijk voor het opstellen van een archeologische verwachtings - en beleidskaart. Op de verwachtingskaart staat aangegeven welke archeologische beschermde monumenten, bekende waarden, en welke archeologische verwachtingen in Hilversum aanwezig zijn. Voor het te voeren beleid ten aanzien van de archeologische waarden en verwachtingen in de gemeente, heeft de gemeente een beleidsnota en de daarbij behorende beleidskaart opgesteld. De beleidskaart, moet volgens de Wro in het bestemmingsplan worden opgenomen, zodat voor de aanvrager van een vergunning duidelijk is in welke gevallen een archeologisch onderzoek moet worden uitgevoerd. Deze gevallen worden voornamelijk bepaald door een maximale verstoringsoppervlakte en -diepte.
Het archeologische onderzoek is een getrapt proces. Elke stap in het proces wordt afgesloten met een besluit van het bevoegd gezag omtrent het archeologische erfgoed: of het plangebied wordt vrijgegeven, of er wordt een vervolgonderzoek gevraagd, of planaanpassing, of het archeologisch erfgoed wordt in situ beschermd. Eerst moet de aanvrager een inventariserend onderzoek overleggen. In dat inventariserend onderzoek wordt vastgesteld of er archeologisch erfgoed in de bodem aanwezig is en of er nader onderzoek nodig is. De volgende stap is het verrichten van een verkennend veldonderzoek (proefsleuven) om de aard, omvang en kwaliteit van het archeologisch erfgoed te onderzoeken. Het plangebied kan hierna op grond van een selectiebesluit worden vrijgegeven, beschermd, of, als bescherming niet mogelijk is, kan een opgraving worden gevraagd. Elke fase wordt uitgevoerd op grond van een programma van eisen. Behalve de eisen die aan het onderzoek worden gesteld in het kader van de Kwaliteitseisen Nederlandse Archeologie (KNA) kan de gemeente aanvullende eisen stellen.
Binnen de gemeente Hilversum wordt gebruik gemaakt van de Structuurvisie Archeologie 'De ondergrondse stad'. In deze structuurvisie is al het mogelijk aanwezige archeologisch erfgoed beschreven. Hiervan is een kaart gemaakt welke is gebruikt voor de bestemmingslegging van de archeologische dubbelbestemmingen. In figuur 7 is deze kaart opgenomen.
Figuur 7: Archeologische beleidskaart gemeente Hilversum
Zoals in figuur 7 is aangegeven kent het plangebied hoge, middelhoge en lage verwachtingswaarden. Daarnaast is in de Hilversumse Bovenmeent een gebied aanwezig met archeologische waarde. Ook zijn er beschermde rijksmonumenten en gebieden met archeologische betekenis aanwezig. Daarnaast zijn in het buitengebied diverse waarnemingen en vondsten gedaan.
Voor wat betreft Aardkundige monumenten en Aardkundig waardevol gebied wordt verwezen naar paragraaf 3.7.1 (onder het kopje 'aardkundige waarde').