direct naar inhoud van Artikel 11 Maatschappelijk - Militair
Plan: Buitengebied 2013
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.00bp00buitengeb-oh01

Artikel 11 Maatschappelijk - Militair

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - Militair' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een kazerne, ter plaatse van de aanduiding 'kazerne';
  • b. een mobilisatie complex, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - mobilisatie complex';
  • c. militaire zaken, ter plaatse van de aanduiding 'militaire zaken';
  • d. een militair oefenterrein, ter plaatse van de aanduiding 'militair oefenterrein';
  • e. een militair tehuis, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - militair tehuis';
  • f. bescherming van karakteristieke objecten, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek';

met de daarbij behorende voorzieningen.

11.2 Bouwregels

Op de in artikel 11.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming en aanduidingen worden gebouwd, met dien verstande dat:

11.2.1 ten aanzien van (hoofd)gebouwen:
  • a. deze uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte niet meer dan 9,00 meter bedraagt, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' of in lid 11.2.2 anders is aangegeven;
  • c. het bouwvlak volledig mag worden bebouwd, tenzij met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' anders is aangegeven;
  • d. in afwijking van hetgeen onder c is bepaald mag ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak (m2)' het bebouwd oppervlak niet meer bedragen dan aangeduid.
11.2.2 ten aanzien van bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken
  • a. deze uitsluitend binnen het bouwvlak mogen orden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - militaire zaken' niet meer dan twee bedrijfswoningen mogen worden gebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - mobilisatie complex' niet meer dan twee bedrijfswoningen mogen worden gebouwd;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - kazerne' niet meer dan één bedrijfswoning mag worden gebouwd;
  • e. de goothoogte van een bedrijfswoning niet meer dan 6,00 meter bedraagt;
  • f. de bouwhoogte van een bedrijfswoning niet meer dan 10,00 meter bedraagt;
  • g. de inhoud van een bedrijfswoning niet meer dan 600 m3 bedraagt;
  • h. de goothoogte van bijbehorende bouwwerken niet meer dan 3,00 meter bedraagt;
  • i. de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken niet meer dan 5,00 meter bedraagt;
  • j. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken per bedrijfswoning niet meer dan 50 m² bedraagt;
11.2.3 ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
  • a. deze zowel binnen als buiten het bouwvlak mogen worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van lichtmasten niet meer dan 8,00 meter bedraagt;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer dan 2,00 meter en de oppervlakte niet meer dan 20 m2 bedraagt.
11.3 Nadere eisen
11.3.1 Eisen

Burgemeester en wethouders kunnen bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen, nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en maatgeving van gebouwen.

11.3.2 Voorwaarden

Deze nadere eisen mogen slechts worden gesteld, indien dit noodzakelijk is om onevenredige aantasting van landschappelijke en cultuurhistorische kenmerken en structuren te voorkomen.

11.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
11.4.1 Verboden werken en werkzaamheden

Het is verboden op de in lid 11.1 bedoelde gronden, de navolgende werken of werkzaamheden uit te voeren, te doen of laten uitvoeren, zonder een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag:

  • a. het vergraven van gronden;
  • b. het egaliseren van gronden;
  • c. het ophogen van gronden en aanleggen van (geluids)wallen;
  • d. het bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden;
  • e. het veranderen, verleggen en/of aanleggen, van wegen en paden, het verharden daarvan en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen;
  • f. het aanleggen van waterlopen, en het vergraven, verruimen en dempen van bestaande waterlopen;
  • g. het aanbrengen van ondergrondse en bovengrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur.
  • h. het diepploegen, zijnde het extra diep -ca 0,4 meter of meer- omploegen, waarbij de kruidlaag volledig wordt omgeploegd;
  • i. andere werken die een wijzing van de waterhuishouding of waterstand beogen of ten gevolge hebben, zoals uitdiepen, draineren en slaan van putten.
11.4.2 Voorwaarden vergunning

De omgevingsvergunning wordt verleend, indien is gebleken dat de in 11.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet leiden tot een onevenredige afbreuk aan de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden van het gebied, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden geschaad, of kunnen worden verkleind dan wel dat de uitvoering van de werkzaamheden niet noodzakelijk is voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering.

11.4.3 Uitzonderingen op verbod

Het in lid 11.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud, gebruik en/of beheer betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn, dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.