direct naar inhoud van Artikel 10 Natuur - Water
Plan: Buitengebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0384.BPbuitengebied-OH01

Artikel 10 Natuur - Water

10.1 Bestemmingsomschrijving
10.1.1 Algemeen

De voor 'Natuur - Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. behoud en ontwikkeling van natuurlijke, ecologische en landschappelijke waarden van het water en oeverlanden;
  • b. oeverlanden;
  • c. water;
  • d. waterhuishoudkundige doeleinden, waaronder waterberging, waterafvoer en waterkering;
  • e. extensief recreatief medegebruik;

met daarbij behorende:

  • f. bruggen en viaducten;
  • g. nutsvoorzieningen
  • h. onverharde paden.

10.1.2 Jachthaven

Ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven' zijn de in lid 10.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een jachthaven.

10.1.3 IJsbaan

Ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan' zijn de in lid 10.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een ijsbaan.

10.1.4 Steiger

Ter plaatse van de aanduiding 'steiger' zijn de in lid 10.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor een openbare steiger.

10.1.5 Specifieke vorm van water - steiger elektriciteitscentrale

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - steiger elektriciteitscentrale' zijn de in lid 10.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor steigers ten behoeve van de elektriciteitscentrale.

10.1.6 Specifieke vorm van wonen - botenverhuur/verhuur ligplaatsen

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - botenverhuur/verhuur ligplaatsen' zijn de in lid 10.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor aanlegsteigers ten behoeve van botenverhuur/verhuur ligplaatsen.

10.2 Bouwregels
10.2.1 Gebouwen en overkappingen

Voor gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen en overkappingen zijn niet toegestaan, met uitzondering van gebouwen en overkappingen ten behoeve van waterhuishoudkundige voorzieningen met een oppervlak van niet meer dan 22 m2 en een bouwhoogte van niet meer dan 4,5 m;
  • b. in afwijking van het bepaalde in lid 10.2.1 onder a mogen ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan' in het winterseizoen enkele tijdelijke keten geplaatst worden ten behoeve van het gebruik van de ijsbaan.

10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, zijn niet toegestaan, met uitzondering van bouwwerken ten behoeve van waterhuishoudkundige voorzieningen, bruggen en viaducten;
  • b. in afwijking van het bepaalde in lid 10.2.2 onder a zijn ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven', 'steiger', 'steiger - elektriciteitscentrale' en 'specifieke vorm van wonen - botenverhuur/verhuur ligplaatsen' steigers toegestaan;
  • c. in afwijking van het bepaalde in lid 10.2.2 onder a zijn ter plaatse van de aanduiding 'ijsbaan' lichtmasten met een bouwhoogte van niet meer dan 8 meter toegestaan.
10.3 Afwijken van de bouwregels
10.3.1 Bouwwerken

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in 10.2.1 teneinde de bouw van openbare schuilhutten of observatieposten toe te staan, onder de voorwaarden dat:

  • a. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 4,5 meter;
  • b. de totale oppervlakte van de bouwwerken niet meer mag bedragen dan 50 m2 per bestemmingsvlak, met een maximum van 25 m2 per bouwwerk.

10.3.2 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in lid 10.2.2 teneinde de bouw van openbare steigers toe te staan onder de voorwaarde dat geen onevenredige aantasting wordt toegebracht aan de natuurlijke, ecologische en landschappelijke waarden van de omliggende gronden.

10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
10.4.1 Algemeen

Het is verboden op of in de gronden waarop deze bestemming betrekking heeft zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen van wegen, parkeerplaatsen, verharde fiets- of wandelpaden of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het diepploegen, ontginnen, ophogen, afgraven of egaliseren van de grond;
  • c. het dempen, graven of veranderen van waterlopen of waterpartijen;
  • d. het aanbrengen van ondergrondse leidingen;
  • e. het verwijderen van bosopstanden, houtsingels, rietgewassen, het slechten van houtwallen en het bebossen van gronden;
  • f. het aanbrengen van dijken of taluds of het wijzigen van bestaande dijken of taluds.

10.4.2 Uitzondering

Het in lid 10.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van in werking treden van het plan;
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.

10.4.3 Voorwaarden

De in lid 10.4.1 bedoelde vergunning wordt slechts en alleen verleend indien de natuurlijke, natuurwetenschappelijke, ecologische, aardkundige en landschappelijke waarden niet onevenredig worden aangetast.