Plan: | Villagebieden 2013 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0376.BPVillageb2013-1144 |
Cultuurhistorie
Het dorp heeft veel cultuurhistorische waardevolle gebieden. Het oude dorp is van rijkswege aangewezen als beschermd dorpsgezicht en wordt gekenmerkt door de oude boerderijen, dorpsachtige bebouwing, hagen en kronkelende klinkerwegen.
De ontstaansgeschiedenis van het plangebied hangt samen met de geschiedenis van het oude dorp. Aan het verkavelingspatroon en het patroon van wegen, waterlopen, dijken en bebouwingslinten kan de geschiedenis van het plangebied worden afgelezen. De huidige patronen dateren deels nog uit de middeleeuwen. Daardoor vertegenwoordigen deze patronen een grote historisch-geografische waarde. In figuur 3.1 is de ligging aangegeven van de historisch-landschappelijk waardevolle lijnen en vlakken (bron: provincie Noord-Holland, Cultuurhistorische Waardenkaart Noord-Holland, De cultuurhistorie van Gooi- en Vechtstreek (2000)). Hieronder wordt kort ingegaan op de verschillende lijnen en vlakken. De nummers verwijzen naar de provinciale Cultuurhistorische Waardenkaart.
Historische bouwkundige objecten (GVS017B, GVS018B en GVS071B): de periode van ontstaan van de drie objecten is van de eerste helft van de 20e eeuw. Alle drie hebben een hoge waarde. De gebouwen zijn elk zeer kenmerkend voor de betreffende bouwstijl en architectuur.
Historische stedenbouwkundige structuur (GVS104B): de periode van ontstaan van de structuur is 1922. Momenteel bestaat het huidige voorkomen uit villa-achtige woningen met rieten kappen. De structuur is van waarde. De samenhang tussen de 31 objecten is, ondanks verstoring door latere tussengelegen bebouwing, zeker aanwezig.
Doorgaande landweg (GVS032G en GVS033G): de periode van ontstaan van de doorgaande landweg is onbekend. Momenteel is deze in gebruik als autoweg. Het heeft een middelhoge waarde. Zeer kenmerkend voor de verkeersfunctie van het Gooi zijn de landwegen. Met name de doorgaande landwegen zijn waardevol. In bijna alle gevallen hebben ze hun originele karakter verloren. Toch is de 'oorspronkelijke' loop van de weg goed bewaard gebleven. De ruimtelijke samenhang met de dorpen en met andere wegen is van belang. Het is dan ook niet zo zeer de weg, als wel de wegenstructuur die waardevol is. Dergelijke spinnenwebachtige wegenstructuren zijn voor Noord-Holland zeldzaam.
Veedrift (GVS064G en GVS071G): de periode van ontstaan van deze veedrift is onbekend. Momenteel is het in gebruik als verharde weg. Het heeft een middelhoge cultuurhistorische waarde. Veedriften zijn kenmerkend voor de landschapsgenese van het Gooi. De ruimtelijke samenhang met de woeste gronden is in dit geval niet meer aanwezig. Het oorspronkelijke uiterlijk is grotendeels verdwenen en daarmee de herkenbaarheid van deze drift. Voormalige veedriften komen in het Gooi veelvuldig voor.
Grens tussen Holland en het Sticht (GVS119G): ontstaan in of voor de 15e eeuw, momenteel is het een vaart. Het heeft een hoge waarde. Deze gracht is kenmerkend voor de vele grensconflicten tussen het Sticht en Holland. De gracht is nog duidelijk herkenbaar. Er is een ruimtelijke samenhang met grenspalen. De gracht functioneert nog steeds als provinciale grens. Een dergelijke grens is vrij zeldzaam voor Noord-Holland.
Historische stads- of dorpskern, ontstaan in late middeleeuwen-nieuwe tijd, hoge waarde (GVS226A): de begrenzing van deze historische kern is bepaald op grond van de historische kaart uit 1849-1859. Een gedeelte van deze historische kern is gelegen in het plangebied. De archeologische waarde van historische kernen bestaat uit de reeds aangetroffen of te verwachten aanwezigheid, boven of onder de grond, van bouwhistorische resten en archeologische sporen en voorwerpen. Samen bevatten zij een veelheid aan historische informatie over ouderdom en ruimtelijke ontwikkeling van de kern. Dit gebied ligt slechts voor een klein deel in het plangebied.
Sporen van bewoning (GVS229A): grondsporen uit neolithicum, bronstijd en ijzertijd. Momenteel is het in gebruik als wegberm. Het heeft een zeer hoge archeologische waarde. Verwacht mag worden dat in dit ongeploegde terrein nog ongestoorde nederzettingsresten uit genoemde perioden aanwezig zullen zijn. Het terrein levert in wetenschappelijk opzicht een belangrijke bijdrage aan de bewoningsgeschiedenis van het gebied. Dit gebied ligt overigens buiten het plangebied.
Naast de elementen uit de Cultuurhistorische Waardenkaart, zijn ook de verspreid over het plangebied gesitueerde engen van grote waarde voor het plangebied.
Engen: aan de Naarderweg, de Oude Huizerweg, het Kooltjespad en tussen de Enghlaan en Noolseweg zijn nog zogenaamde engen gelegen. Deze nog (grotendeels) onbebouwde engen liggen in het uitgestrekte villagebied en zijn daarom van grote betekenis voor de samenhang en herkenbaarheid van de ruimtelijke structuur van dit gebied. Door het agrarische grondgebruik en de groene randen, is ook de verwantschap met het engengebied van het landschappelijk en cultuurhistorisch waardevolle Warandepark herkenbaar. Doordat de richting van de langgerekte eng aan het Kooltjespad min of meer loodrecht op de hoogtelijnen ligt, is het voor het Gooi kenmerkende reliëf hier goed zichtbaar.
Ten slotte draagt deze groene open ruimte bij aan de afwisseling van het landschapsbeeld en vormt voor omwonenden waarschijnlijk een hooggewaardeerd onderdeel van het uitzicht.
De eng aan de Oude Huizerweg en een gedeelte van de eng tussen de Enghlaan en Noolseweg zijn bebost. De overige engen hebben een agrarische of soortgelijke functie. Deze zijn in gebruik als weiland of grasveld.
Op de Eng aan het Kooltjespad is de afgelopen jaren een aantal woningen gerealiseerd. Bij het opstellen van het vorige bestemmingsplan hebben deze bouwmogelijkheden ter discussie gestaan in verband met het behoud van de engstructuur. Vanuit financieel oogpunt zijn deze bouwmogelijkheden benut. Momenteel is nog één bouwmogelijkheid onbenut gebleven. Deze mogelijkheid zal behouden blijven in het nieuwe bestemmingsplan.
Monumenten
Binnen het plangebied zijn zowel rijksmonumenten als gemeentelijke monumenten gelegen (zie figuur 3.2). Zij zijn van algemeen belang bevonden vanwege hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde. Ook terreinen kunnen in die zin van algemeen belang worden bevonden vanwege de daar aanwezige zaken. De bescherming ziet op instandhouding van de oorspronkelijke bebouwing. In de Wabo zijn rijksmonumenten beschermd omdat voor het slopen, wijzigingen, veranderen, storen en dergelijke een omgevingsvergunning benodigd is. Een zodanige vergunning kan alleen worden verleend indien het belang van de monumentenzorg zich er niet tegen verzet. Om deze reden zijn er geen regels opgenomen ten aanzien van sloop van monumenten in dit bestemmingsplan. In bijlage 2 is een overzicht opgenomen van alle rijks- en gemeentelijke monumenten. Voor de panden met een monumentenstatus gaat het bestemmingsplan uit van de feitelijke bestaande goot- en bouwhoogte. Hetzelfde geldt voor de situering en omvang van het hoofdgebouw en de dakhellingen.
Beeldbepalende panden
Daarnaast zijn er in Blaricum bouwwerken die beeldbepalend zijn vanwege de karakteristieke beeldkwaliteit die uitgaat van het bouwwerk. Hiervoor heeft de gemeenteraad op 21 februari 2012 het 'Beleid beeldbepalende panden Blaricum 2012' vastgesteld (zie ook paragraaf 2.4). Dit beleid vormt als het ware het nulpunt op basis waarvan beeldbepalende panden worden geselecteerd. Tevens worden hierin criteria aangegeven aan de hand waarvan de redengevende beschrijvingen voor deze panden worden opgesteld en wordt aangegeven hoe de bescherming in de welstandsnota en de bestemmingsplannen wordt vormgegeven. De vertaling van dit beleid heeft plaatsgevonden in dit bestemmingsplan.
De regels die in dit bestemmingsplan gelden voor beeldbepalende panden, zijn in beginsel dezelfde regels als voor monumenten. Voor beeldbepalende panden geldt overigens geen afzonderlijke vergunningplicht, zodat de bescherming uitsluitend plaatsvindt via het onderhavige bestemmingsplan en via het welstandsbeleid.
In bijlage 3 is voorts een opsomming opgenomen van de beeldbepalende panden in het plangebied. In bijlage 2 Beeldbepalende panden van de regels staat een beschrijving van alle beeldbepalende panden. Deze beschrijving wordt tevens gebruikt als toetsingscriterium bij afwijkingen.