direct naar inhoud van 19.1 Overleg met betrokken overheden (art. 3.1.1. Bro)
Plan: Bestemmingsplan Kop Zuidas
Plannummer: W0903BPTGST
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.W0903BPTGST-OH01

19.1 Overleg met betrokken overheden (art. 3.1.1. Bro)

1. Provincie Noord-Holland

Planinhoud

De provincie onderschrijft de uitgangspunten en doelstellingen voor het plangebied. Dit is in overeenstemming met provinciaal beleid. Wel dient het beleidskader wat betreft het provinciaal beleid op juistheid te worden bekeken.

Reactie:

Het provinciaal beleid zoals dat op dit moment van toepassing is, is in samengevatte vorm opgenomen. Het algemeen ruimtelijk beleid staat met name aangegeven in het structuurplan "Kiezen voor Stedelijkheid" dat op 17 februari 2004 door Gedeputeerde Staten is vastgesteld als uitwerking van het streekplan Noord Holland Zuid (paragraaf 4.4.1). Verder staat in de thematische hoofdstukken daar waar dit relevant is een samenvatting van het betreffend sectoraal beleid.

2. Vrom-Inspectie, Regio Noord-West

Geluid: bronmaatregelen

In het geluidsonderzoek van 6 januari 2009 wordt niet gemotiveerd waarom bron- of overdrachtsmaatregelen niet worden toegepast. Verzocht wordt hierop alsnog in het onderzoek in te gaan. De keuzes moeten in het bestemmingsplan worden opgenomen.

Reactie:

In het onderzoek, inmiddels aangepast in een versie van 27 maart 2009, worden de mogelijkheden aangegeven. Vervolgens is een afweging gemaakt ten aanzien van de doelmatigheid van deze mogelijke maatregelen. Deze afweging komt met name aan de orde bij de onderbouwing van het (ontwerp) hogere waardenbesluit:

  • Beperking van het autoverkeer is een maatregel om de geluidsbelasting te verlagen. Beperking van het autoverkeer is al onderdeel van het Amsterdamse verkeersbeleid. Specifieke plaatselijke verkeersbeperkende maatregelen op de hoofdwegen zouden ten koste gaan van de verkeersafwikkeling in het Zuidasgebied en omgeving.
  • Plaatsing van geluidswerende schermen of wallen langs stedelijke wegen is geen optie.
  • Drie varianten van plaatsing van schermen langs de A10 zijn onderzocht in combinatie met varianten van de fasering van de woningbouw, afschermende kantoorbebouwing en het theater. Deze varianten verschilden in lengte en hoogte van de schermen. De kosten van deze schermen bedragen ongeveer 7.3 miljoen, 9.5 miljoen en 12.6 miljoen euro. Dat betekent een extra kostenpost van € 17.700,- tot € 31.400,- per woning. Het effect van deze schermen is relatief gering. In de maximale variant wordt de geluidsbelasting bij 93 woningen substantieel verbeterd. Dat is een investering van € 121.000,- per verbeterde woning. In dat geval worden nog steeds 12% van de gevels doof uitgevoerd. Dat heeft er toe geleid dat wordt afgezien van het plaatsen van schermen. Bovendien wordt de Kop Zuidas gezien als de entree van de Zuidas en is het vanuit stedenbouwkundige redenen niet gewenst daar hoge schermen te plaatsen.
  • Het plangebied biedt geen ruimte om de woningen op voldoende afstand van de wegen te projecteren.
  • Het wegdek van de A10 bestaat reeds uit geluidsreducerend zoab. RWS heeft geen plannen dit wegdek te vervangen door een meer reducerende asfaltsoort. Onderzoek heeft uitgewezen dat vervanging van het aanwezige asfalt door dubbellaags zoab de geluidsbelasting bij enkele gevels zal terugbrengen tot de maximaal toelaatbare waarde, dwz dat het aantal dove gevels in geringe mate wordt teruggebracht. Gezien de kosten van een dergelijke maatregel (€ 1.900.000,-) is hier van af gezien.
  • Het wegdek van de Europaboulevard en de President Kennedylaan bestaat uit glad asfalt. Bij groot onderhoud van deze wegen kan in principe geluidsreducerend asfalt worden toegepast, maar gezien de aanwezigheid van drukke kruispunten is dit type asfalt op deze wegen ongeschikt. Geluidsreducerend asfalt is minder stevig dan glad asfalt in wordt op drukke kruispunten snel kapot gereden.
  • De aanleg van raildempers over een afstand van 1000 meter brengt de geluidsbelasting vanwege het railverkeer met 3 dB terug. De kosten hiervan bedragen ca. € 1.200.000,-. Gezien deze kosten wordt hiervan afgezien. Bovendien is het verkeerslawaai van de A10 bepalend voor de te treffen maatregelen aan de woningen.

Geluid: toepassing dove gevels

  • a. In verband met de optredende geluidsbelastingen in het gebied moeten aan een aantal gebouwen aanvullende maatregelen worden getroffen, zoals dove gevels. Op de plankaart dient te worden aangegeven waar dit noodzakelijk is.
  • b. Aangezien de dovegevelconstructie onderdeel is van de constructie van het gebouw, zal deze gevel gedurende de levensduur van het gebouw het geluid voldoende moeten reduceren. De eisen, die aan de dove gevel gesteld moeten worden, zullen moeten worden bepaald aan de hand van de maximale capaciteit van de weg met daarop een opslagpercentage om er voor te zorgen, dat de dove gevel bestand is tegen de geluidsbelasting van hoger uitvallende verkeersbelastingen als gevolg van de ruimtelijke ontwikkelingen in en rond Amsterdam.
  • c. Verder zal er een regeling in de voorschriften voor deze bebouwing moeten worden opgenomen ter bescherming van de functie van de dove gevel. Er moet een verbod komen op het maken van openingen in de gevel.

Reactie:

  • a. Het bestemmingsplan is aangepast in die zin dat wordt voorgeschreven voor welke gebouwen een dove gevel dan wel van een geluidwerend vlies verplicht is.
  • b. Daar waar een dove gevel dan wel van een geluidwerend vlies wordt voorgeschreven is vanwege de begripsbepalingen van de planregels sprake van een "bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak, zonder te openen delen en met een in NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidwering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 35 dB(A)/ 33 Db." Hiermee wordt aan de te stellen technische eisen invulling gegeven.
  • c. Tevens geldt hiermee een verbod op het maken van openingen in de gevel.

Luchthavenindelingsbesluit

Voor een deel van het plangebied geldt op grond van het Luchthavenindelingsbesluit een hoogtebeperking. Verzocht wordt hieraan in het bestemmingsplan aandacht te besteden.

Reactie:

De toelichting van het bestemmingsplan is aangevuld in die zin dat in hoofdstuk 16 wordt ingegaan op het Luchthavenindelingsbesluit. De middels het bestemmingsplan mogelijk gemaakte maximale bouwhoogtes blijven onder de maximaal toelaatbare waarden van het Luchthavenindelingsbesluit.

Externe veiligheid, vervoer gevaarlijke stoffen over de A10

In de Verantwoording groepsrisico van 7 januari 2009 wordt vermeld dat sprake is van een toename van het huidige programma t.o.v. het programma van de risicoanalyse. Gesteld wordt dat het groepsrisico daarmee naar verwachting in geringe mate toeneemt, maar dat het niet waarschijnlijk is dat de orientatiewaarde wordt overschreden. Hiervoor zijn geen waarborgen genoemd. Verzocht wordt de rapportage hierop aan te passen.

Reactie:

Inmiddels is geconstateerd dat het te ontwikkelen programma in Kop Zuidas en de groei van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de A10 zuid leidt tot een toename van het groepsrisico tot ruim over de oriëntatiewaarde. Om deze reden zijn de stappen van de Verantwoordingsplicht doorlopen. Hoofdstuk 10 is hierop aangepast. De verantwoording is integraal opgenomen.

Luchtkwaliteit

  • a. In het Luchtkwaliteitsonderzoek van november 2008 wordt ingegaan op het NSL. Niet is aangegeven of Zuidas daarvoor is aangemeld. Indien Zuidas daarvoor is aangemeld impliceert dat dat het project in betekenende mate bijdraagt aan verslechtering van de luchtkwaliteit. Het is niet duidelijk welke ontwikkelingen ertoe hebben geleid dat het project nu wel voldoet aan de Wet luchtkwaliteit. Verzocht wordt hierop in te gaan.
  • b. In zowel de MER-beoordeling uit 2003 als de MER Musicaltheater wordt gerefereerd aan het Besluit luchtkwaliteit. Aangezien dit Besluit is komen te vervallen, wordt ervan uitgegaan dat deze rapportages, ook ten aanzien van andere onderwerpen, niet meer relevant zijn voor het bestemmingsplan. In het genoemde luchtkwaliteitsonderzoek uit november 2008 wordt immers wel ingegaan op de geldende wetgeving.

Reactie:

  • a. De Wet luchtkwaliteit maakt projecten mogelijk indien de grenswaarden ook na toevoeging van het project niet worden overschreden en / of de bijdrage van het project ten opzichte van de autonome situatie op het wegvak waar de norm wordt overschreden, "niet in betekenende mate" is. In een dergelijk geval kan een project doorgang vinden. In het geval van Zuidas is uit het luchtkwalitonderzoek gebleken dat voldaan wordt aan de Wet luchtkwaliteit. Daarbij komt dat Zuidas in het NSL is opgenomen. Het NSL bevat alle ruimtelijke ontwikkelingen die naar verwachting "in betekenende mate" zullen bijdragen aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Het feit dat een project naar verwachting "in betekenende mate" is, betekent nog niet dat het moet wachten op de inwerkingtreding van het NSL. Het NSL is immers alleen een hulpmiddel voor projecten om zonder een luchtkwaliteitonderzoek aan te tonen dat de grenswaarden ook na realisering van het project bereikt kunnen worden. Projecten die in het NSL zijn opgenomen kunnen vooruitlopend op in werking treden van het NSL doorgaan als het met behulp van een onderzoek aangetoond wordt dat wordt voldaan aan de wettelijke voorwaarden. Dat laatste is hier het geval.
  • b. De MER-beoordeling uit 2003 heeft aangetoond dat zich geen bijzondere omstandigheden voordoen vanwege de voorgenomen ontwikkelingen op basis waarvan een milieueffectrapport moet worden gemaakt. Hoewel in die MER-beoordeling wordt gerefereerd aan in een aantal gevallen verouderde wetgeving, zijn er geen omstandigeheden op basis waarvan de toen gestelde conclusie, in het kader van de MER-beoordeling getrokken, nu anders zou moeten luiden. Het is echter evident dat, los van de vraag of zich bijzondere omstandigheden voordoen als bedoeld in het Besluit MER, voldaan moet worden aan de nu geldende wetgeving op het gebied van onder andere luchtkwaliteit. Onderzoeken ten aanzien van de verschillende thema's, zoals geluid en luchtkwaliteit, tonen dit aan. Het MER voor het Musicaltheater is gebruikt ter onderbouwing van het vrijstellingsbesluit op basis waarvan inmiddels bouwvergunning is afgegeven. Deze zijn inmiddels onherroepelijk. Er behoeft in het kader van voorliggend bestemmingsplan ten behoeve van dat musicaltheater niet nogmaals een MER te worden opgesteld. Om die reden wordt in hoofdstuk 7 ook kort aan dat MER gerefereerd.

Openbare ruimte

De A10-zone en het Rozenoordpad: voor de inrichting van het talud van de A10 is een vergunning vereist op grond van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken. De plannen zullen getoetst moeten worden op het veilig en doelmatig gebruik van de A10. Het plan biedt onvoldoende informatie om de effecten van de inrichting en het landschapsplan voor de A10 te kunnen bepalen. In verband hiermee zullen de plannen in overleg uitgewerkt moeten worden.

Reactie:

Het bestemmingsplan biedt het juridisch planologisch kader, maar betreft nog geen complete uitwerking. Bij de verdere uitwerking zal overleg worden gepleegd met de Dienst Rijkswaterstaat.

Bebouwing

Zuidelijk deelgebied: Direct grenzend aan de A10 is een kantorenlocatie geprojecteerd. Het is zaak bij het ontwerpen van deze gebouwen in het belang van de verkeersveiligheid als uit-gangspunt te nemen, dat de gebouwen de aandacht van de weggebruiker niet te lang vasthouden.

Reactie:

Voor Zuidas als geheel wordt beoogd bebouwing te realiseren van een grote architectonische kwaliteit. Dit geldt ook voor de Kop Zuidas. Voor zover bekend heeft de hoge uitstraling die tot op heden met de bebouwing aan Zuidas is gerealiseerd niet tot verkeersonveilige situaties geleid.

Verkeer

Er heeft aanvullend verkeersonderzoek plaatsgevonden naar de effecten van de planontwikkeling op de A10 en de aansluiting Europaboulevard. Gebleken is dat het verkeer hier als gevolg van de planontwikkeling gaat toenemen. Als gevolg van de ontwikkelingen in Amsterdam is deze infrastructuur nu al overbelast. De verkeersproductie van de met het bestemmingplan mogelijk te maken ontwikkeling vergroot het probleem van de stagnerende afwikkeling van het verkeer op de A10-Zuid met aansluiting Europaboulevard. Het is zaak de bereikbaarheid niet te laten verslechteren. Verzocht wordt in het plan een visie te ontwikkelen en maatregelen uit te werken. Verzocht wordt de verkeersparagraaf uit te breiden met een pakket van maatregelen gericht op het voorkomen van een verslechtering van de bereikbaarheid.

Reactie:

Bij de verdere planvorming zal gevolg worden gegeven aan de adviezen. Dit zal zowel op projectniveau van kop Zuidas gebeuren, maar dient en zal vooral ook in de bredere context van Zuidas worden gedaan.

Water

In de waterparagraaf ontbreekt een beschrijving van de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater. Geadviseerd wordt deze toe te voegen.

Reactie:

Naar aanleiding van de opmerking is contact opgenomen met Waternet als waterbeheerder. De reactie van Waternet is opgenomen in paragraaf 12.3.

Externe veiligheid

De uitkomsten van het onderzoek naar externe veiligheid zijn mede bepalend voor de inrichtingsmogelijkheden. Geadviseerd wordt dit onderzoek voor de ter visie legging van het ontwerp af te ronden, het resultaat daarvan in deze paragraaf samengevat te beschrijven en het onderzoeksrapport als bijlage bij het plan te voegen.

Reactie:

Het onderzoek is inmiddels afgerond, en wordt ter onderbouwing van het bestemmingsplan als bijlage aan de toelichting toegevoegd. In hoofdstuk 10 van deze toelichting zijn de conclusies en verantwoording opgenomen.

Vierde Nota waterhuishouding

De Vierde Nota zal naar verwachting in december 2009 worden vervangen door het Nationaal Waterplan. Het Nationaal Waterplan zal het beleid uit de Vierde Nota versterkt voort zetten. Het beleidsdoel is het realiseren of in stand houden van duurzame en klimaatbestendige watersystemen. Bij de besluitvorming over ruimtelijke ontwikkelingen zullen de wateraspecten een zwaarder belang in de afweging moeten krijgen, dan onder het beleid van de Vierde Nota het geval is. Dit is noodzakelijk om op de korte en de lange termijn te kunnen blijven beschikken over duurzame en klimaatbestendige watersystemen. Geadviseerd wordt het Nationaal Waterplan bij de verdere ontwikkeling van dit plan te betrekken.

Reactie:

In hoofdstuk 14 is een korte weergave van de hoofdpunten van beleid uit de Vierde Nota Waterhuishouding opgenomen. Met deze uitgangspunten wordt nadrukkelijk rekening gehouden. Via het proces van de Watertoets is het belang van water in de planvorming geborgd.

Europese Kaderrichtlijn Water

De beschrijving van de Europese Kaderrichtlijn Water is nog niet volledig. De kaderrichtlijn heeft tot doel landoppervlaktewater, overgangswater, kustwateren en grondwater te beschermen om:

  • van water afhankelijke ecosystemen in stand te houden en te verbeteren;
  • de beschikbaarheid van water veilig te stellen en het duurzaam gebruik te bevorderen;
  • het aquatisch milieu in stand te houden en te verbeteren door het voorkomen van verontreiniging;
  • de gevolgen van overstroming en droogte te beperken.

Deze kaderrichtlijn moet onderdeel zijn van het gemeentelijk beleid en derhalve ook van het ruimtelijk beleid. In dit verband verwijs ik u naar het Nationaal Bestuursakkoord Water, dat op 25 juni 2008 onder andere in verband met de implementatie van de Kaderrichtlijn is geactualiseerd. In dit akkoord zijn de inspanningen beschreven om de waterhuishouding tegen de achtergrond van deze richtlijn en de nieuwe klimaatscenario's op orde te brengen en te houden. Geadviseerd wordt het geactualiseerde bestuursakkoord als uitgangspunt te nemen voor het ontwikkelen en uitvoeren van ruimtelijke plannen.

Reactie:

Uiteraard is en wordt met het inhoudelijk beleid rekening gehouden. Paragraaf 14.1 is met betrekking tot het Nationaal Bestuursakkoord Water aangevuld.

4. Dagelijks Bestuur stadsdeel Zuideramstel

Algemeen

Het voorliggende uitvoeringsbesluit - een toelichting op het bestemmingsplan - is ingrijpend gewijzigd ten opzichte van het uitvoeringsplan 2004. Wanneer een plan dermate afwijkt van een eerder ingenomen bestuurlijk standpunt, verdient het aanbeveling al in een veel eerder stadium nieuwe inzichten en ontwikkelingen bestuurlijk te maken. Nu dit niet is gebeurd, klemt dit des te meer voor dit deelproject, omdat Kop Zuidas als geen ander Zuidas deelproject ingebed is in een bestaande woonbuurt. Verzocht wordt in de toekomst wijzigingen eerder aan besturen en raden voor te leggen.

Met inachtneming van een aantal opmerkingen is het advies op het Uitvoeringsbesluit 2009 Kop Zuidas positief.

Reactie:

De positieve reactie wordt zeer gewaardeerd. Onderkend wordt dat in een zo vroeg mogelijk stadium overleg met betrokken besturen uitgangspunt moet zijn. Met het verzoek zal in de toekomst zo veel mogelijk rekening worden gehouden.

Uitvoeringsbesluit: Voorzieningen ROC pag. 59 Maatschappelijk-1

Uitgangspunt is dat de voorzieningen ROC een aan onderwijs gerelateerde detailhandel en dienstverlening hebben. Teneinde de Commissie conceptbewaking er voor te laten zorgen dat er een goede en duurzame samenwerking komt tussen het ROC en ondernemers in de Community College, dient dit in te houden dat puur commerciële voorzieningen die niet aan het ROC zijn verbonden onvoorwaardelijk zijn uitgesloten.

Reactie:

Het concept Uitvoeringsbesluit zoals dat is toegezonden is, voor zover de inhoud ervan betrekking heeft op de reikwijdte van een bestemmingsplan, in voorliggend bestemmingsplan vertaald naar plankaart en planregels. De systematiek van een bestemmingsplan beperkt zich tot het mogelijk maken van bepaalde functies. Weliswaar zijn de bedoelde detailhandel, dienstverlening en horeca gerelateerd aan de onderwijsvoorziening ROC, vanuit ruimtelijk ordeningsoogpunt, met name de effecten op de omgeving, bestaat er geen relevant onderscheid ten opzichte van reguliere detailhandel, dienstverlening en horeca. In het bestemmingsplan zijn de betreffende functies dan ook als zijnde detailhandel, dienstverlening en horeca mogelijk gemaakt. Het in het bestemmingsplan uitsluiten van deze voorzieningen zodra deze een puur commerciele doelstelling hebben, valt buiten de reikwijdte van het bestemmingsplan. Wel is er voor gekozen om het maximaal metrage detailhandel in te perken tot maximaal 5.000 m2.

Gaasterlandpad (Wilgenlaantje)

Het stadsdeel verzoekt bij de verdere uitwerking van het plan rekening te houden met de wensen van haar burgers om de voetgangersverbinding tussen de Zuidelijke Wandelweg en het Roozenoordpad (het "wilgenlaantje") zoveel als mogelijk in oorspronkelijk vorm terug te brengen. Hieruit volgt ook dat deze verbinding een onderdeel moet vormen in het bestemmingsplan.

Reactie:

Met de wensen is zoveel mogelijk rekening gehouden. Wel bestaat de behoefte aan het realiseren van nieuw water ten behoeve van de bergingscapaciteit. Voor de voetgangers zal een nieuwe verbinding worden aangelegd langs en over het water. Het pad start als een normaal voetpad en loopt in het verlangde daarvan door via een houten steiger. Ten behoeve van de synagoge zal deze worden verlengd naar het schiereiland. Een brug naar Zorgvlied zal aanhaken op de steiger waardoor het wandelgebied aanmerkelijk wordt uitgebreid. Ook komt er een tweede brug van Zorgvlied naar het Rozenpadoord waardoor het in de toekomst mogelijk zal worden via het Gaasterlandpad en Zorgvlied een 'recreatief rondje' te wandelen.

ZMOK school

Al eerder heeft het stadsdeel de wens uitgesproken de ZMOK school in het gebied van Kop Zuidas te houden. In een overleg tussen het stadsdeel en de directie Zuidas is overeengekomen de ZMOK school in Kop Zuidas terug te laten keren. Wij stellen voor dit expliciet in het Uitvoeringsbesluit op te nemen.

Reactie:

Overeenkomstig de wens van het stadsdeel wordt in het bestemmingsplan voorzien in behoud van de ZMOK school in het plangebied. Binnen de juridische regeling van het bestemmingsplan wordt dit mogelijk gemaakt binnen de gronden waar (o.a.) maatschappelijke dienstverlening is toegestaan. In de toelichting van het bestemmingsplan, in hoofdstuk 5.2, is expliciet gesteld dat de ZMOK school in het plangebied blijft.

Bestemmingsplan

In het Uitvoeringsbesluit zijn verschillende kaarten opgenomen, zoals maaiveldinrichting, verkeersontsluiting. Op alle kaarten is er tussen de kavels G en H en de kavels J en K sprake van verkeersareaal. In het concept bestemmingsplan is verkeersareaal binnen de bestemmingen mogelijk, maar zekerheid dat de straten er komen is er niet. De bewoners hebben aangegeven dat zij de straten vastgelegd willen zien in het bestemmingsplan. Wij stellen voor de plankaart van het bestemmingsplan in die zin aan te passen.

Reactie:

De plankaart is overeenkomstig het verzoek aangepast.

Zuidelijke Wandelweg

Het stadsdeel kan instemmen met het autovrij maken van de Zuidelijke Wandelweg tussen de Veluwelaan en de Jacob Soetendorpstraat.

Reactie:

Bij de uitwerking zal hieraan invulling worden gegeven. Momenteel is nog niet geheel duidelijk hoe een en ander uiteindelijk zal worden en tot waar de auto nog wel of niet meer welkom is.

Parkeren

Met het oog op de functies die in Kop Zuidas worden ondergebracht - het Van den Ende theater, een hotel, voorzieningen - stelt het stadsdeel voor af te zien van de voorgestelde parkeerreductie.

Reactie:

Zuidas Amsterdam is van mening zoveel als mogelijk het gemeenteraadsbesluit inzake de reductie van parkeerplaatsen ook al in dit deelgebied door te voeren.

5. Waternet

Uitvoeringsbesluit cq toelichting

  • a. Pag 40: illustratie: op dit plaatje grenst het synagoge terrein aan het vasteland, terwijl op de andere plaatjes dit wel als eiland staat aangegeven. Het plaatje dient te worden aangepast.
  • b. Pag 43: grondwater: huidige situatie: een korte samenvatting van de peilbuismetingen ontbreekt. Een korte samenvatting van de toetsingsresultaten voor de toekomstige situatie ontbreekt, evenals een afrondende conclusie. Dit dient te worden toegevoegd.
  • c. Pag 45: uitgangspunt is dat de huisaansluitingen minimaal 3 m uit de gevel worden aangesloten op de openbare riolering. De onderkant van de buis van de huisaansluiting dient (niet lager dan) op 0.5 m onder maaiveld te worden aangelegd.

Reactie:

  • a. De illustratie is aangepast en opgenomen in paragraaf 12.1.3.
  • b. De bedoelde passage is in de toelichting van het bestemmingsplan opgenomen in paragraaf 14.1.3. De tekst is op de gevraagde punten aangevuld.
  • c. Met de opmerking wordt bij de verdere uitvoering rekening gehouden. De tekst van paragraaf 4.3 is hierop aangevuld. Overigens valt dit buiten de strekking van de juridische regeling van het bestemmingsplan.

Planregels

  • a. Pag. 21: de bestemmingsomschrijving water is zeer ruim en omvat ook groen. Hier wordt waarschijnlijk bedoeld overstroombaar groen, dat onderloopt bij peilstijging. Aangezien al eerder is bepaald dat dit groen niet meetelt voor de wateropgave en dus formeel gezien niet als water kan worden beschouwd, dient de bestemming groen apart te worden opgenomen. Deze dient tevens uit de bestemmingsomschrijving voor water te worden verwijderd. Alleen het groen onder of op het polderpeil van NAP -2.0 m kan als water worden aangeduid.
  • b. Een gedeelte van de beschermingszone van de waterkering valt binnen het plangebied. De waterkering dient als bestemmingsomschrijving te worden opgenomen.
  • c. Bij de begrippenlijst dient het begrip "waterkering" te worden toegevoegd: "waterkering" = een strook grond die het achterliggende gebied beschermt tegen inundatie (onder water lopen).

Reactie:

  • a. In 14.1.3 is de compensatie-opgave aangegeven. Er zal 6.700 m2 worden gerealiseerd. De Kleine Wetering wordt verbreed met een natte natuurlijke zone. Daarbinnen wordt nieuw water en groen aangelegd. Dit zal in een grillige vorm gebeuren. Op dit moment is het nog niet duidelijk waar de grens tussen water en groen zal komen te liggen. Flexibiliteit is derhalve gewenst. Om die reden is binnen de bestemming 'Water' tevens 'Groen'mogelijk gemaakt, maar met de restrictie dat het oppervlak voor groen en voetpaden is beperkt tot maximaal 5 %, met uitzondering van de gronden die nader zijn aangeduid ten behoeve van "Natuur", waar dit is gemaximaliseerd op 60%. Binnen die laatste gronden wordt dus eveneens minimaal 40 % water gerealiseerd. Hiermee is de wateropgave binnen het plangebied gewaarborgd.
  • b. Conform het SVBP2008 dient een beschermingszone waterkering middels een dubbelbestemming te worden geregeld. De bestemmingsregels zijn daarmee in overeenstemming gebracht. Daarmee wordt overigens voorzien in een maximale bescherming en dus tegemoet gekomen aan de wens van Waternet.
  • c. Aan de begrippenlijst is de volgende begripsomschrijving toegevoegd: "Waterkering: Natuurlijke of kunstmatige begrenzing of afscheiding die het water in zijn loop tegenhoudt en achterliggende gebied beschermt tegen inundatie."

Plankaart

De beschermingszone van de waterkering op de leggerkaart valt voor een deel binnen de plangebiedsgrens, maar staat niet aangegeven op de plankaart. De (beschermingszone van de) waterkering dient alsnog op de plankaart te worden aangegeven. De waterkering zal daarbij de diverse andere bestemmingen en nadere aanduidingen (deels) overlappen. De waterkering kan als dubbelbestemming worden aangeduid (bijvoorbeeld verkeer/waterkering).

Reactie:

Er is in dit geval geen sprake van een primaire waterkering. Het opnemen van een dubbelbestemming op de plankaart voor de gehele beschermingzone, met daaraan gekoppeld allerlei restricties ten aanzien van bebouwing en gebruik in de bestemmingsregels, schiet het doel voorbij. De beschermingszone is in de toelichting van het bestemmingsplan aangegeven. Op de plankaart is volstaan met het opnemen van een dubbelbestemming voor de kernzone. Dit is gebeurd conform het SVBP2008 middels een dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering.

Grondwateronderzoek

Waternet spreekt de voorkeur uit de grondwatertoetsing voor dit plangebied te baseren op de resultaten van de grondwatermodellering voor de gehele Zuidas. Een alternatief is het bestaande grondwateronderzoek voor Kop Zuidas aan te passen zodanig dat er een kwalitatief goed resultaat ontstaat. In ieder geval dient uiteindelijk het goedgekeurde grondwateronderzoek te worden bijgevoegd bij het bestemmingsplan, voordat dit definitief wordt. Hierin moet worden aangetoond dat aan de Amsterdamse grondwaternorm wordt voldaan.

Reactie:

De wens van Waternet om Zuidas breed een grondwatermodel te ontwikkelen is bekend, en hieraan wordt gewerkt. Voor het plangebied kop zuidas kan hierop echter niet worden gewacht. Overeenkomstig het door Waternet aangedragen alternatief wordt het onderzoek dat op het niveau van kop Zuidas is uitgevoerd aangepast in die zin dat het inzicht zal geven op welke wijze aan de Amsterdamse grondwaternormen wordt voldaan.

6. Ministerie van Defensie

De toegezonden stukken hebben geen aanleiding gegeven tot het maken van opmerkingen.

Reactie:

Is voor kennisgeving aangenomen.