direct naar inhoud van 12.3 Watertoets: overleg met waterbeheerder
Plan: Bestemmingsplan Kop Zuidas
Plannummer: W0903BPTGST
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.W0903BPTGST-OH01

12.3 Watertoets: overleg met waterbeheerder

De plannen voor de Kop Zuidas zijn meerdere malen om advisering voorgelegd aan Waternet. Ook in het kader van het artikel 3.1.1 Bro overleg is Waternet als waterbeheerder om een reactie gevraagd. Van hun reactie wordt in paragraaf 19.1 verslag gedaan. In het verdere vervog van de planontwikkeling zal Waternet deze adviserende rol behouden.

Ten aanzien van de waterkwaliteit en grondwaterkwaliteit heeft Waternet het volgende opgemerkt:

Waterkwaliteit:

De Kleine Wetering heeft als hoofdfunctie de afvoer naar het gemaal garanderen. De kwaliteit van het afgevoerde water kan wisselend zijn als gevolg van neerslagpatronen en seizoeninvloeden, maar is volgens de doelstellingen voor een stedelijke omgeving van voldoende kwaliteit. De gegeven ontwikkelingen (uitbreiding watersysteem en groene oevers) zullen hier een positieve bijdrage aan de waterkwaliteit leveren.

Grondwaterkwaliteit:

In 1991-1996 zijn circa 30 peilfilters meerdere keren bemonsterd om een referentiebeeld van het Amsterdamse grondwater te verkrijgen en om inzicht te krijgen in de 'natuurlijke' achtergrondwaarden. Hierbij zijn locaties onderzocht die buiten de invloedsfeer van bekende locaties van bodemverontreiniging en -sanering liggen.

De resultaten lieten met betrekking tot de anorganische verbindingen over het algemeen hoge stikstofconcentraties zien. Dit kan komen door de bodemsamenstelling (veen). Ook werden hoge chloridegehalten gevonden. Deze kunnen veroorzaakt worden door kwelwater in polders en invloed van zeewater in de diepere zandlagen. In het Westelijk Havengebied, dat opgehoogd is tot boven boezempeil, treedt kwel op vanuit het Noordzeekanaal. Inlaat van water vanuit het IJsselmeer is nodig om de zoute kwel tegen te gaan. Van (an)organische microverontreinigingen zijn geen noemenswaardige hoge concentraties gevonden, met uitzondering van overschrijdingen van arseen en kwik op sommige locaties. Arseen komt in het zuidelijk deel van Amsterdam en in de Haarlemmermeer van nature veel voor in klei (natuurlijk verhoogd achtergrondgehalte). Kwik komt niet van nature in het grondwater voor en is waarschijnlijk door menselijke invloeden (verontreiniging) in het grondwater terecht gekomen. Mogelijk is kwik in het grondwater afkomstig vanuit de middeleeuwse en 17e eeuwse industrie, bijvoorbeeld uit de hoedenmakerijen, waarin ijzersulfiet voor ontsmetting werd gebruikt. De invloed van het ondiepe grondwater op de kwaliteit van het oppervlaktewater in Amsterdam is onbekend. Regenwater infiltreert gedeeltelijk in de bodem en stroomt na bodempassage af naar het oppervlaktewater. Tijdens de bodempassage verandert de kwaliteit van het regenwater.

Het bovenstaande is een algemene constatering voor het Amsterdamse grondwater. Zoute kwel is in de Binnendijkse Buitenveldertse polder en het plangebied Zuidas niet aan de orde (het is een inzijgingsgebied).

Wettelijke kaders grondwaterzorg:

Voor het kwaliteitsbeheer vereist de KRW dat:

  • verontreiniging van grondwater progressief vermindert en voorkomen wordt dat deze verder verontreinigt;
  • de grondwaterkwaliteit voldoet aan de grenswaarden die voortkomen uit de KRW en bestaande communautaire wetgeving;
  • de grondwaterkwaliteit niet wordt bedreigd door intrusies van zout en andere verontreinigingen;
  • de grondwaterkwaliteit geen verslechtering oplevert voor terrestrische en/of aquatische natuur die afhankelijk is van (de toestroming van) grondwater.

De ontwikkeling Kop van Zuid en Zuidas in algemene zin hebben geen consequenties voor de grondwaterkwaliteit. De parkeergarages en extra verharding zullen een invloed hebben op de kwantiteit en niet direct op de kwaliteit. Geplaatst binnen de bestaande context van de stad Amsterdam zullen er geen significante gevolgen zijn op de grondwaterkwaliteit.

Kaderrichtlijn Water

Rondom Zuidas liggen de volgende KRW-waterlichamen :

  • Amstellandboezem (Amstel)
  • Vaarten Amsterdam (Zuideramstelkanaal)
  • De Nieuwe Meer (beheersgebied Rijnland)

De eerste twee betreffen watersysteemdelen die voedselrijk zijn, met wisselende kwaliteiten kampen en vele functies faciliteren. In de beheersplannen zullen hier realistische doelen en maatregelen aan gekoppeld worden.

In  de beheerplannen voor de KRW-waterlichamen dienen de waterbeheerders aan te geven dat zij kennis hebben genomen van de meest relevante RO en/of bouwprojecten (vermeld in het beheerplan of in een achtergronddocument) en een beeld hebben (of zich gaan vormen) van de mogelijke gevolgen voor de KRW-doelen en de daaraan te verbinden maatregelen.

Ook is het zaak dat in de beheerplannen de rol van de Watertoets goed wordt uitgelicht als middel om water en ruimtelijke belangen in het vroegst mogelijke ontwikkelstadium van een nieuw project bij elkaar te brengen, ook weer om in beeld te krijgen wat de mogelijke gevolgen daarvan zijn voor de KRW-doelen en welke aanvullende maatregelen nodig zijn om de realisatie van het RO-project mogelijk te maken.

Wanneer het watertoetsproces door initiatiefnemer en waterbeheerder vroegtijdig wordt gestart en interactief wordt doorlopen zal voor ruimtelijke ontwikkelingen een inpassing gevonden worden. Op Zuidas is dit proces al gedurende langere tijd gaande en de waterbeheerder (AGV) voorziet geen belemmeringen vanuit het waterkwaliteitsoogpunt bij de stedelijke intensivering door Zuidas. Voor de relatie tussen Zuidas en de Nieuwe Meer kan Waternet/AGV geen nadere uitspraken doen.