19.2 Wijze van betrokkenheid burgers en maatschappelijke organisaties en gemeentelijke adviesorganen
Overleg bewonersvereniging De Mirandabuurt
Op reguliere basis vindt overleg plaats met de bewonersvereniging De Mirandabuurt over de ontwikkeling van Kop Zuidas. De bewonersvereniging heeft een brede vertegenwoordiging in de omliggende woonwijk en volgt de ontwikkelingen kritisch. Het overleg heeft zowel betrekking op zowel de planvorming als uitvoering, bv. de bouwlogistiek.
Op 12 januari is een informatiebijeenkomst georganiseerd met de bewonersvereniging De Mirandabuurt. Hiervoor is ook het bewonersplatform Zuidas uitgenodigd. In de bijeenkomst zijn de plannen toegelicht en is een eerste reactie gegeven.
Tijdens de bijeenkomst zijn met name de volgende punten naar voren gebracht:
-
a. Aangeraden wordt geen rechte gevels te maken i.v.m. windhinder.
-
b. De maaiveldinrichtingkaart en de randvoorwaardenkaart blijken niet geheel gelijk zijn aan elkaar.
-
c. Leg de locatie van de straat tussen G en H vast en laat dat niet over aan de ontwikkelaars.
-
d. Zoek niet altijd het maximale in oppervlakte, maar sluit aan bij de bijvoorbeeld de dichtheden in het Plan Berlage die een stuk lager liggen.
Op de volgende wijze is hiermee in het plan rekening gehouden:
-
a.
In het Bestemmingsplan zijn regels opgenomen op basis waarvan nadere eisen kunnen worden
gesteld aan gebouwen om windhinder te voorkomen.
-
b.
Dit punt is overgenomen. In de bestemmingsplankaart zijn de definitieve kavelgrenzen opgenomen.
De maaiveldinrichting die is opgenomen in het Uitvoeringsbesluit Kop Zuidas 2009 sluit hier op aan
en toont geen verschillen meer.
-
c.
Dit punt wordt overgenomen.
-
d.
In het plan is gezocht naar een stedelijke dichtheid met een goede overgang tussen Zuidas en de
omgeving. Daarom zijn de bouwblokken in de eerste rand langs de woonbuurt het laagst en is goed
gekeken naar de bezonning en ruimtelijke inpassing. De bouwblokken die verder liggen richting
Europaboulevard en snelweg zijn hoger en sluiten meer aan op de overige delen van Zuidas. De
totale dichtheid komt hiermee hoger te liggen dan Plan Berlage, maar een stuk lager dan de
plandelen in het centrumgebied Zuidas zoals Gershwin en Mahler.
Daarnaast zijn de stukken in het kader van het maatschappelijk overleg tevens verzonden aan
een aantal instanties. De voilgende reacties zijn binnengekomen:
1. Gasunie
De toegezonden stukken hebben geen aanleiding gegeven tot het maken van opmerkingen.
Reactie:
Is voor kennisgeving aangenomen.
2. Commissie Winkelplanning Amsterdam
Betrokkenheid commissie
Tijdens een bijeenkomst is de suggestie gewekt dat een en ander juridischplanologisch al definitief vastligt. De CWA betreurt het ten zeerste pas achteraf betrokken te zijn geworden in de planvorming en om advies benaderd te zijn.
De Commissie merkt op graag betrokken te blijven bij de verdere uitwerking van de plannen.
Reactie:
Voor zover de suggestie is ontstaan dat sprake is van een juridisch planologisch definitief vastliggend
plan, wordt opgemerkt dat dit niet het geval is. Beoogd is aan te geven dat het plan, zoals dat op dat
moment is gepresenteerd, het plan is op basis waarvan het overleg met andere overheden en een
aantal vaste maatschappelijke overleg instanties zou worden aangegaan. Wel is het zo dat er voor wat
betreft het ROC sprake is van een inmiddels opgestarte vrijstellingsprocedure. De uitgangspunten
daarvan vormen ook de basis voor het bestemmingsplan. Overigens heeft het overleg inmiddels heeft
geleid tot aanpassingen. Bovendien zal ook de formele ter visieleggingsprocedure nog plaats moeten
vinden. Uiteindelijk gaat de gemeeteraad over het definitief vastleggen van de juridisch planologische
kaders. Overigens hebben ook de inhoudelijke opmerkingen van de CWA nu reeds geleid tot
aanpassingen.
In het kader van de verdere planontwikkeling zal de Commissie worden betrokken.
Advies
In de Kop Zuidas wordt een ROC gevestigd met daarbij ondersteunende functies. Deze functies worden gerealiseerd rond het thema Community College. Gedacht wordt aan detailhandel, horeca, cultuur, fitness en financiële dienstverlening. De Commissie staat in beginsel positief tegenover het realiseren van voorzieningen (waaronder een winkelmilieu), welke sterk gelieerd zijn aan de onderwijsfunctie van het ROC.
-
a. De Commissie adviseert het winkelvolume op deze plek fors te reduceren. Gezien het feit dat de huidige winkels die in de nabije omgeving zijn gevestigd matig renderen, ontgaat de CWA nut en noodzaak van het toevoegen van zoveel detailhandel op deze plek. Overigens is de toelichtende tekst onduidelijk over het metrage dat wordt beoogd mogelijk te maken. Er worden vraagtekens geplaatst bij het onderscheid tussen het beoogde concept en reguliere detailhandel.
-
b. De Commissie adviseert het (gereduceerde) winkelvolume in kleinschalige units aan te bieden voor de verhuur. Het realiseren van grootschalige units heeft voor de leerervaring geen meerwaarde, maar creëert wel de mogelijkheid om in de toekomst reguliere detailhandel te huisvesten zonder relatie met onderwijs en het opdoen van leerervaring.
-
c. De Commissie adviseert het winkelprogramma inhoudelijk te richten op ondermeer ambachtelijke (detailhandels)activiteiten, temeer deze leerervaring in de bestaande detailhandel moeilijker te realiseren valt. Gedacht wordt aan broodbakkers, sieradensmederijen, worstenmakerij, meubelmakerijen, enzovoorts.
-
d. De Commissie adviseert de Commissie Conceptbewaking meer bevoegdheden te geven. In de toelichting heeft de Commissie Conceptbewaking slechts een adviserende rol. De bevoegdheid om een bindend advies uit te brengen aan de ontwikkelaar is in de ogen van de CWA cruciaal. De CWA adviseert alle leden van de bedoelde Commissie een vetorecht te geven. Op deze wijze zal een evenwichtigere inbreng van alle betrokken partijen worden bewerkstelligd, zodat een beter eindproduct ontstaat.
-
e. De Commissie adviseert een gelijkwaardig speelveld te borgen inzake de grondprijs. Uit de toelichting bleek dat voor de detailhandel in het plan een maatschappelijke (lage) grondprijs wordt gerekend. De grondprijs zou - in het geval er uiteindelijk sprake is van reguliere detailhandel - marktconform moeten zijn.
Reactie:
-
a.
Overeenkomstig het advies van de Commissie Winkelplanning Amsterdam is de maximale
hoeveelheid detailhandel binnen de bedoelde voorzieningen gereduceerd tot maximaal 5.000 m2
bvo. Het totaal aan voorzieningen is gehandhaafd op maximaal 10.300 m2 bvo. Voor zover er
onduidelijkheid was over de bedoelde programma's is de tekst in de toelichting aangepast.
Onderkend wordt dat het onderscheid tussen reguliere detailhandel en de bedoelde aan onderwijs
gerelateerde detailhandel niet van planologische aard is. In het bestemmingsplan is dit onderscheid
dan ook niet in de planregels opgenomen. Middels een Commissie Conceptbewaking wordt de
invulling beoordeeld. Dit is langs privaatrechtelijke weg met partijen geregeld.
-
b.
Er is niet voor gekozen de schaal per unit te beperken. Dit zou de functionele uitwisselbaarheid te
veel beperken.
-
c.
Het bestemmingsplan maakt de voorgestelde invulling mogelijk. Het bestemmingsplan kan niet
voorzien in een regeling die de voorgestelde branches wel mogelijk maakt, en andere uitsluit,
zonder dat daaraan een noodzaak bestaat vanuit een goede ruimtelijke ordening. Dit laatste is niet
het geval.
-
d.
De opmerking van de commissie Winkelplanning is in overleg met het ROC en TCN overgenomen
bij de instelling van de Commissie Conceptbewaking. De gemeentelijke vertegenwoordiger heeft
een vetorecht en zal daarbij toetsen op de privaatrechtelijke en publiekrechtelijke randvoorwaarden
die aan het project gesteld zijn.
-
e.
Voor de onderwijsgerelateerde voorzieningen in de plint wordt een lagere grondprijs in rekening
gebracht dan voor reguliere detailhandel. De achtergrond is dat de commerciële waarde door de
beperkingen die worden opgelegd ook lager liggen. Indien er sprake is van reguliere detailhandel
vervalt dit argument en zal er een gewone grondprijs in rekening worden gebracht. Overigens ligt het
niet in de bedoeling dat er reguliere detailhandel gevestigd zal worden.
3. Stadsregio Amsterdam
Programma
Aangegeven wordt zich te kunnen vinden in de ontwikkeling van kantoren mits dit gebeurt conform de afspraken die in het PlaBeKa zijn gemaakt. Ook op het gebied van de voorzieningen zijn er geen opmerkingen mits het gaat om commerciële of sociaal maatschappelijke functies. Mocht dit ook detailhandel betreffen dan wordt verzocht dit voor te leggen aan de commissie Winkelplanning.
Reactie:
Juist Zuidas heeft als toplocatie in het PlaBeKa een aparte positie. Voor het slagen van de
metropolitane ontwikkelingstrategie voor de Noordvleugel is Zuidas bij de deelregionale
programmaeringen zoveel mogelijk ontzien.
Met betrekking tot de detailhandel welke in het plan wordt voorzien is de Commissie Winkelplanning
Amsterdam om een advies gevraagd. Elders in deze paragraaf zijn de opmerkingen van de Commissie,
alsmede een gemeentelijke reactie daarop, weergegeven.
Goederenvervoer
Verzocht wordt rekening te houden met een goede ontsluiting van het vrachtverkeer. Dit geldt naast normaal bevoorradend verkeer ook mogelijk speciaal transport ten behoeve van RAI en Theater.
Reactie:
Het bestemmingsplan voorziet in de randvoorwaarden voor een goede ontsluiting, ook voor
vrachtverkeer. Bij de verdere uitwerking zal met het advies rekening worden gehouden.
Beleidskader
Verzocht wordt in het beleidskader tevens regionaal beleid aan te geven, zoals het regionaal verkeer en vervoerbeleid en het woonbeleid.
Reactie:
Zowel in hoofdstuk 4 (algemeen beleidskader) als in een aantal betreffende thematische hoofdstukken
(o.a. Verkeer) is aandacht besteed aan het geldend regionaal beleid.
4. Brandweer
Externe veiligheid
-
a. In de paragraaf externe veiligheid wordt niet ingegaan op de mogelijkheden voor hulpverlening wanneer zich een incident met gevaarlijke stoffen voordoet. Verwezen wordt naar de Verantwoording Groepsrisico die nog moet worden opgesteld. Verzocht wordt aan te geven of deze Verantwoording aan de stukken wordt toegevoegd en bestuurlijk wordt vastgesteld. Er wordt op gewezen dat de mogelijkheden voor hulpverlening bij bedoelde incidenten klein zijn.
-
b. Aangegeven is dat maatregelen met een ruimtelijk effect zijn opgenomen in regels van het bestemmingsplan. In de planvoorschriften wordt dit niet teruggevonden. De aanbeveling is gedaan nooduitgangen van gebouwen zoveel mogelijk haaks op de risicobronnen te realiseren en dit in de regels op te nemen.
Reactie:
-
a.
Inmiddels is een Verantwoording opgesteld. De verantwoording is integraal opgenomen in het
hoofdstuk Externe veiligheid van deze toelichting en wordt daarmee bestuurlijk vastgesteld. De
volledige rapportage is bijlage bij het plan.
-
b.
De aanbeveling ten aanzien van de nooduitgangen is in die zin opgenomen dat burgemeester en
wethouders bevoegd zijn tot het stellen van nadere eisen. Op die manier kan toetsing plaats vinden
op bouwplan niveau. Het in dit stadium reeds bindend voorschrijven van de locatie van de
nooduitgangen is niet wenselijk. Wellicht zijn in concrete gevallen andere oplossingen mogelijk.
Bereikbaarheid bluswatervoorziening
Het plangebied dient goed bereikbaar te zijn voor branweervoertuigen. Tevens dient voldoende bluswater aanwezig te zijn. Verzocht wordt rekening te houden met het Basispakket Bluswatervoorzieningen en Bereikbaarheid. Specifiek wordt aandacht gevraagd voor:
-
a. toegankelijkheid Zuidelijke Wandelweg: verzocht wordt vooraf overleg over de toegankelijkheid te voeren;
-
b. belasting ondergrondse parkeergarages: voor zover een parkeergarare wordt gesitueerd onder de openbare weg dient te worden voldaan aan verkeersklasse 45;
-
c. bluswatervoorzieningen: zijn momenteel in het plangebied niet goed geregeld. Een goede bluswatervoorziening is van groot belang.
Bovengenoemde aspecten worden veelal niet via een bestemmingsplan geregeld. Verzocht wordt bij de verdere uitwerking de brandweer vroegtijdig te betrekken.
Reactie:
Voor zover op het niveau van het bestemmingsplan relevant, is met de eisen van het Basispakket
rekening gehouden. Er is sprake van meerdere ontsluitingswegen, en de straten zijn van twee zijden
toegankelijk. Het bestemmingsplan voorziet verder in voldoende ruimte op de gronden met de
bestemming Verkeer om aan onder andere de eisen van wegbreedtes te voldoen.
De Zuidelijke Wandelweg zal voor de hulpdiensten toegankelijk blijven. Bij de verdere inrichting van het
plangebied zal hiermee rekening worden gehouden. Bij deze verdere uitwerking zal de brandweer
worden betrokken.
Met de overige aspecten zal bij de verdere uitwerking van de plannen rekening worden gehouden. De
brandweer zal bij deze verdere uitwerking tijdig worden betrokken.