Plan: | Museumkwartier en Valeriusbuurt |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.K1005BPSTD-VG01 |
Nota Ruimte
Op 27 februari 2006 is de Nota Ruimte in werking getreden. Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is het scheppen van ruimte voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak wat in Nederland ter beschikking staat. Meer specifiek richt het kabinet zich hierbij op vier algemene doelen:
Onderliggend bestemmingsplan dient zo veel mogelijk een bijdrage te leveren aan dit beleid.
De Nota Ruimte kent de volgende uitgangspunten:
Het Rijk wil verstedelijking en infrastructuur zoveel mogelijk bundelen in nationale stedelijke netwerken, economische kerngebieden en hoofdverbindingsassen. Het Rijk hanteert 'bundeling van verstedelijking en infrastructuur' en 'organiseren in stedelijke netwerken' als beleidsstrategieën voor economie, infrastructuur en verstedelijking. De daaruit afgeleide beleidsdoelen zijn: ontwikkeling van nationale stedelijke netwerken en stedelijke centra, versterking van de economische kerngebieden, verbetering van de bereikbaarheid, verbetering van de leefbaarheid en sociaal-economische positie van steden, bereikbare en toegankelijke recreatievoorzieningen in en rond de steden, behoud en versterking van de variatie tussen stad en land, afstemming van verstedelijking en economie met de waterhuishouding, en waarborging van milieukwaliteit en veiligheid. Amsterdam vormt onderdeel van de nationale Ruimtelijke Structuur.
Realisatieparagraaf nationaal ruimtelijk beleid
Op grond van artikel 2.3, lid 2, van de Wro moeten structuurvisies niet alleen beleid bevatten maar tevens laten zien hoe men zich voorstelt dat deze voornemens zullen worden gerealiseerd. Daarom is deze realisatieparagraaf over de realisatie van het nationaal ruimtelijk beleid opgesteld. De Realisatieparagraaf beschrijft enerzijds voor de Nota Ruimte hoe het beleid van teksten uit Planologische Kernbeslissingen (PKB's) wordt gerealiseerd en anderzijds voor de andere vigerende ruimtelijke nota's hoe de PKB-teksten daarin die bedoeld zijn om door te werken tot op lokaal niveau worden gerealiseerd. De Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid wordt toegevoegd aan de Nota Ruimte en krijgt de status van structuurvisie. De volgende nationale belangen zijn in de Realisatieparagraaf genoemd:
Het voorliggende bestemmingsplan komt tegemoet aan deze belangen doordat het het bestaande woonmilieu en de functiemenging met enige flexibiliteit vastlegt, de winkel- en hotelfunctie beschermd, de ontwikkeling van het Museumkwartier voor musea en het hele gebied voor horeca bevordert.
AMvB Ruimte
Onder de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is een scheiding aangebracht tussen beleid en normstelling. Gemeenten, provincies en rijk leggen hun beleid vast in structuurvisies. Deze binden alleen de eigen bestuurslaag. Bestaande structuurplannen, streekplannen en nationale ruimtelijke plannen als de Nota Ruimte worden in het kader van het overgangsrecht van de oude Wet op de Ruimtelijke Ordening naar de huidige Wro aangemerkt als een structuurvisie en verliezen daarmee hun externe werking. De concrete beleidsbeslissingen in streekplannen en PKB's behouden in het kader van het overgangsrecht hun werking wel.
Om de doorwerking van nationale ruimtelijke belangen in provinciale en gemeentelijke plannen te waarborgen wordt op rijksniveau een AMvB Ruimte opgesteld. Er is voor gekozen om de 'nationale belangen' zoals genoemd in de Nota Ruimte beleidsneutraal vast te leggen in de eerste tranche AMvB Ruimte. Daarnaast kunnen provincies er toe overgaan om de provinciale belangen vast te leggen in een provinciale verordening. Zowel deze provinciale verordeningen als de AMvB Ruimte kunnen bepalingen bevatten rondom de verplichte doorwerking in bestemmingsplannen, beheersverordeningen of projectbesluiten.
De ontwerp-AMvB is naar de Eerste en Tweede Kamer gezonden en via de Staatscourant en de website van VROM bekend gemaakt. Tot 1 september 2009 kon iedereen zijn visie op het ontwerp kenbaar maken. Het ontwerpbesluit wordt voor advies worden voorgelegd aan de Raad van State. De datum van in werkingtreding is niet bekend. De AMvB Ruimte zal tevens onderdelen bevatten die nader dienen te worden geregeld in provinciale verordeningen. Het meer recente Rijksbeleid wordt opgenomen in een volgende fase van de AMvB Ruimte.
De AMvB Ruimte bevat geen bepalingen die van belang zijn voor het onderhavige bestemmingsplan.
Structuurvisie Randstad 2040
Op 5 september 2008 heeft het kabinet de structuurvisie Randstad 2040 vastgesteld. Bij de structuurvisie gaat het om een integraal toekomstperspectief dat richting kan geven aan de integrale rijksinzet in de Randstad met oog voor de lange termijn op het gebied van onder meer wonen, werken, infrastructuur, water, natuur en landschap. De structuurvisie draagt niet alleen bij aan de ambitie een duurzame en concurrerende topregio te ontwikkelen, maar ook aan een 'mooi Nederland'. De lange termijnvisie en de richting die het kabinet (samen met de regio) kiest, focust op fysiek-ruimtelijke onderwerpen, maar beperkt zich niet tot de ruimtelijke ordening alleen. Niet-fysieke onderwerpen die in belangrijke mate bijdragen aan de nagestreefde duurzame en concurrerende Randstad worden geagendeerd in de visie. Het gaat dan bijvoorbeeld om bevordering van de sociale cohesie, vergroting van de arbeidsparticipatie, kennis en innovatie.
In het kader van de structuurvisie moeten strategische keuzes worden gemaakt met betrekking tot:
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) brengt ongeveer 25 regelingen samen die de fysieke leefomgeving betreffen. Het gaat hierbij om bouw-, milieu-, natuur- en monumentenvergunningen. Die gaan op in één vergunning: de zogenoemde Omgevingsvergunning. Zo hebben burgers en ondernemers nog maar te maken met één loket, één beschikking en één procedure. De aanvraag kan digitaal worden gedaan en behandeld. De omgevingsvergunning wordt op 1 oktober 2010 landelijk ingevoerd.
De Wabo leidt onder meer tot een nieuwe, ruimere regeling voor vergunningvrij bouwen. Het voorliggende bestemmingsplan is daarop aangepast. In paragraaf 4.2.2 wordt hierop nader ingegaan.
Conclusie
Het bestemmingsplan is in overeenstemming met het rijksbeleid.
Provinciale structuurvisie en verordening
Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening met de daarbij behorende Invoeringswet in werking getreden. De nieuwe wet voorziet in een nieuw stelsel van verantwoordelijkheidsverdeling tussen Rijk, provincies en gemeenten. Voor het streekplan komt de provinciale structuurvisie in de plaats. Hierin legt de provincie haar ruimtelijke toekomstvisie vast en moet zij tevens aangeven hoe zij deze visie denkt te realiseren. De structuurvisie is uitsluitend zelfbindend. Voor de doorwerking van het in de structuurvisie vastgelegde beleid naar de gemeenten toe staan de provincie diverse juridische instrumenten ter beschikking, zoals een provinciale ruimtelijke verordening.
Op 21 juni 2010 hebben Provinciale Staten de structuurvisie en de verordening vastgesteld. Het plangebied van dit bestemmingsplan is in de Structuurvisie aangewezen als onderdeel van 'Metropolitaan stedelijk gebied' en in de Verordening als Bestaand Bebouwd Gebied (BBG). Innovatief ruimtegebruik, intensiveren en herstructureren, kwaliteitsverbetering, kennisintensieve en creatieve milieus zijn beleidsuitgangspunten bij 'Metropolitaan stedelijk gebied'. De Verordening geeft binnen BBG geen nadere voorschiften die voo dit bestemmingsplan van belang zijn.
Conclusie
Het bestemmingsplan 'Museumkwartier en Valeriusbuurt' is in overeenstemming is met de Structuurvisie Noord-Holland en de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie.
Regionale structuurvisie
De Tweede Kamer heeft in oktober 2007 besloten dat de WGR+-gebieden geen structuurvisies moeten maken. Daarom zal ook de Stadsregio Amsterdam (voorheen: ROA) dat niet doen. De provincie Noord-Holland maakt voor de hele provincie, dus inclusief de Stadsregio, een structuurvisie. De portefeuillehouders Ruimtelijke Ontwikkeling constateerden echter dat er vraagstukken zijn die bovenlokale afstemming vergen en waarvan de samenhang op regionale schaal geregeld moet worden. Daarom wordt door de Stadsregio Amsterdam een Ruimtelijke Projectennota voorbereid. Momenteel wordt een plan van aanpak opgesteld. Hoofdzaak is dat de nota een werkprogramma voor de Stadsregio is en een invulling van de structuurvisie van de provincie kan worden, voor zover het de Stadsregio betreft. Nauwe samenwerking en afstemming met de provincie is al eerder overeengekomen.
Structuurvisie Amsterdam
Op basis van de nieuwe Wro is Amsterdam in 2008 gestart met een traject om te komen tot een Structuurvisie Amsterdam. De structuurvisie bestaat uit drie delen: visie, uitvoeringsstrategie en toetsingskader. De visie heeft als planhorizon 2030-2040, uitvoeringsstrategie en toetsingskader hebben als planhorizon 2010-2020. De Structuurvisie door de gemeenteraad vastgesteld op 17 februari 2011.
In de structuurvisie wordt het Museumkwartier als een unieke plek in Amsterdam met vier culturele instellingen van wereldniveau beschreven. Het gaat hierbij om het Rijksmuseum, Stedelijk Museum, Van Gogh Museum en het Concertgebouw. Het Museumkwartier is bovendien een belangrijke toeristische trekpleister. Alle vier de culturele instellingen zijn aan het verbouwen of hebben plannen daarvoor. De verwachting in de structuurvisie is dat hierdoor het aantal bezoekers groeit naar 5 miljoen per jaar. Door de aanleg van de Noord/Zuidlijn zal een groot deel van de bezoekers straks het Museumplein vanuit een andere richting benaderen, waarvoor het Museumplein en de omgeving moeten worden aangepast. Hiervoor is de Visie Museumkwartier opgesteld om de kwaliteit van de openbare ruimte te verbeteren en om het Museumkwartier beter te positioneren in de stad. De kenmerken van de visie voor het plein zijn een grootstedelijke en culturele uitstraling. Het gras wordt van de beste kwaliteit. Het plein verandert van achtertuin naar een verbindende voorkant waar de culturele instellingen met hun gezicht naar staan. Het open veld blijft behouden en is geschikt voor evenementen en demonstraties. Het ontwerp biedt een antwoord op grotere en andere voetgangersstromen en een beter verblijfsklimaat voor Amsterdammers en bezoekers, onder anderen door de aanleg van promenades. Verder komt er een betere verbinding met de stadsomgeving door de aanpak van de verbindende straten met de Pijp en de PC-Hooftbuurt met meer aandacht voor voetgangers. Naast het ontwerp voor het plein is er veel aandacht voor meer ruimte voor functies en voorzieningen op en in de omgeving ervan: winkels, galeries en vooral meer goede restaurants, grand cafés en brasserieën. Ook zullen de fietsvoorzieningen in het Museumkwartier worden uitgebreid en verbeterd. De vier culturele instellingen en de gemeente gaan samenwerken in marketing, promotie en programmering waardoor het Museumplein kan uitgroeien tot een vijfde culturele instelling.
Conclusie
Het bestemmingsplan is in overeenstemming met het gemeentelijke beleid.
Geldende bestemmingsplannen
Na van kracht wording vervangt voorliggend bestemmingsplan de regelingen uit een aantal vigerende bestemmingsplannen en de bijbehorende herzieningen. Tot dat moment van van kracht wording gelden dus voor het plangebied de regelingen uit deze bestemmingsplannen. In paragraaf 1.1 is reeds een overzicht gegeven van de bestemmingsplannen die worden vervangen door het nieuwe bestemmingsplan Museumkwartier en Valeriusbuurt.
In de geldende bestemmingsplannen is voor een groot deel van het plangebied bepaald dat de panden de bestemming wonen en / of kantoren c.q. kleine bedrijvigheid bevatten. Veel voorkomend is ook de functie detailhandel op de begane grond met de functie wonen op de bovenliggende bouwlagen. Detailhandel komt voornamelijk voor in de buurten rondom het Museumplein, kantoren voornamelijk in de Willemsparkbuurt. Overigens betreft het in de Willemsparkbuurt veelal woningen die omgebouwd zijn tot kantoorpanden. Naast deze functies komen ook betrekkelijk veel verzorgings- en verpleegtehuizen, onderwijsvoorzieningen, kamerverhuurbedrijven, hotels en pensions. Voor de Harmoniehof kan gesteld worden dat deze buurt volledig een woonfunctie heeft. Voor de overige buurten is vooral de woon-werkfunctie bepaald. Aparte plaats neemt het Museumplein in. Rondom dit plein zijn een aantal stedelijke functies, bovenwijkse voorzieningen en een grote hoeveelheid hotels, restaurants en detailhandelsvoorzieningen gesitueerd.