Plan: | Museumkwartier en Valeriusbuurt |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.K1005BPSTD-VG01 |
Nota 'Mensen, wensen, wonen' (2000)
In de Nota 'Mensen, wensen, wonen' is in 2000 het rijksbeleid op het terrein van wonen voor een periode van ongeveer 10 jaar vastgelegd. Hierin zijn vijf kernopgaven gedefinieerd, te weten:
Met betrekking tot de stedelijke vernieuwing staan het verhogen van de keuzemogelijkheden van bewoners en de totstandkoming van gedifferentieerde wijken hoog op de agenda. Hierbij hoort differentiatie van het aanbod van woningen in de verschillende stedelijke milieutypen.
Conclusie
Het bestemmingsplan is in overeenstemming met het rijksbeleid.
Woonvisie
De provincie heeft een Woonvisie geschreven. Hierin staat hoe het aanbod van woningen beter kan worden afgestemd op de behoeften die er zijn binnen een regio. Het gaat daarbij onder andere om de behoeften van doelgroepen zoals starters, jongeren, ouderen en zorgvragers. De provincie wil ook zo duurzaam mogelijk laten bouwen.
De provinciale Woonvisie komt voort uit de provinciale structuurvisie. Op basis van de Woonvisie wil de provincie Noord-Holland samen met de gemeenten en corporaties en andere woonpartners afspraken maken over de aantallen en het soort woningen dat moet worden gebouwd. Deze afspraken worden vastgelegd in bestuurlijke overeenkomsten. Deze zijn nu in voorbereiding in de vorm van Regionale actieprogramma's (RAP's). De RAP's worden in het eerste kwartaal van 2011 afgerond voor de periode 2011-2015.
In de Woonvisie wordt geconstateerd dat vooral in Amsterdam het woningtekort bovengemiddeld groot is. De gebrekkige doorstroming in Amsterdam, maar ook in de andere gebieden van Noord-Holland, zorgt voor problemen bij het vinden van geschikte woningen voor starters op de woningmarkt.
Woonboten
Het ruimtelijk beleid van de provincie Noord-Holland met betrekking tot woonboten is vermeld in de Leidraad Provinciaal Ruimtelijk Beleid. In de Leidraad is aangegeven dat ligplaatsen voor woonschepen zoveel mogelijk in of aan de randen van de gebouwde omgeving gevonden dienen te worden. Voor bestemmingsplannen waar woonboten in voorkomen, is in de Leidraad een aantal uitgangspunten aangegeven waarmee in een bestemmingsplan rekening moet worden gehouden bij aanwijzing van nieuwe ligplaatsen. Aangezien dit niet speelt in onderhavig bestemmingsplan wordt dit punt hier niet verder toegelicht.
Conclusie
Het bestemmingsplan is in overeenstemming met het provinciale beleid.
Regionale Woonvisie
De Regionale Woonvisie (vastgesteld door de Regioraad op 14 december 2004) is het beleidskader op het gebied volkshuisvesting voor de 16 gemeenten in de stadsregio Amsterdam voor de komende 10 jaar. Ook hiervoor geldt dat wordt aangesloten op de beleidsdoelstelling die zijn genoemd in de Regionale Agenda van het ROA. De Regionale Woonvisie geeft richting aan de programmering en prioriteiten op het gebied van wonen. In de Woonvisie zijn de ambities voor het wonen verder uitgewerkt:
Conclusie
Het bestemmingsplan is in overeenstemming met het regionale beleid.
Woonvisie Amsterdam. Wonen in de metropool, woonvisie Amsterdam tot 2020
De stedelijke woonvisie is op 30 oktober 2008 vastgesteld door de gemeenteraad. De woonvisie bevat een aantal thema's die enerzijds de bestaande stad Amsterdam schetsen en anderzijds de ambities verwoorden. De ambitie is gericht op zowel een attractieve stad met nadruk op de economische kracht als een ongedeelde stad, gericht op het voorkomen van sociale segregatie en ruimtelijke tweedeling. Zeven thema's met speerpunten voor de toekomst zijn geformuleerd:
Stadsdeel Zuid valt in de centraal stedelijke zone, het centrum van de Metropool Amsterdam. Uitwerking van de zeven thema's levert de volgende specifieke speerpunten op:
Het bestemmingsplan is hiermee in overeenstemming.
Bouwen aan de Stad II
De gemeente Amsterdam inclusief stadsdelen, de Huurdersvereniging Amsterdam en de gezamenlijke woningcorporatie hebben de ambitie om als partners samen te werken aan een stad waar mensen naar hun zin kunnen wonen, kunnen aarden en willen wortelen. Een stad waar het fijn is te wonen, werken en te recreëren, voor mensen met een lager inkomen, maar ook voor middengroepen en hogere inkomens. Partijen gaan onverkort voor een ongedeelde stad waarin mensen ongeacht hun inkomen, opleiding en achtergrond in alle wijken van de stad kunnen wonen en keuzemogelijkheden hebben op de woningmarkt. Vanwege de onzekerheden die mede samenhangen met de economische recessie vindt zowel bij de gemeente als bij de corporaties een heroverweging plaats van het woningbouwprogramma plaats. Als gevolg daarvan is het onder de huidige omstandigheden niet zinvol op voorhand een bouwprogramma overeen te komen voor de periode dat Bouwen aan de Stad II van kracht is (t/m 31 december 2014). Partijen spreken af het woningbouwprogramma van onderaf op te bouwen op basis van de in de periode van de overeenkomst te realiseren bouwprojecten. Daarbij nemen de partijen de volgende doelstellingen in acht:
Short Stay
Door de centrale stad is beleid voor short stay opgesteld (Beleidsnotitie Short Stay). Doel van dit beleid is om in de behoefte van werknemers van internationale bedrijven aan tijdelijke woonruimte tegemoet te komen. Het short stay beleid is op 11 februari 2009 vastgesteld door de gemeenteraad. De uitvoering van dit beleid is aan de stadsdelen.
Definitie en begrenzing
Alleen woningen met een huur boven de liberalisatiegrens (van € 631,73 per 1- 7-2008 - deze wordt jaarlijks geïndexeerd - of 142 punten) komen in aanmerking voor een vergunning voor short stay (= kort verblijf vanaf één week tot zes maanden). Verblijf van korter dan één week in een woning met een woonbestemming is in strijd met de bestemming wonen volgens de Huisvestingswet en valt ook niet onder de bestemming wonen volgens het bestemmingsplan. Boven de periode van zes maanden is er sprake van wonen volgens de Huisvestingswet. Wanneer een huurder met een gewoon huurcontract binnen zes maanden weer verhuist, is er geen sprake van short stay. Short stay kan als volgt worden gedefinieerd: het op commerciële basis aanbieden van woningen voor de periode van minimaal één week tot maximaal zes maanden aan een alleenstaande of een/twee volwassenen al dan niet met kinderen.
Wettelijke basis: huisvestingverordening
De wettelijke basis voor een vergunning voor short stay is tijdelijke woningonttrekking op grond van art. 30 van de Huisvestingswet en de daarop gebaseerde Huisvestingsverordening. Woningonttrekking voor short stay betekent dat de woning daardoor naar zijn aard in het gebruik tijdelijk wordt. Om voor een vergunning in aanmerking te komen wordt getoetst aan de vergunningsvereisten:
Quotum
Aan de meeste stadsdelen is een quotum van af te geven short stay vergunningen toegekend. Aan het voormalig stadsdeel Oud-Zuid is dat 180 (dit komt neer op ca. 5% van het aantal geliberaliseerde huurwoningen). Het totale quotum voor Amsterdam als geheel komt neer op 1.350 woningen.
Verdeelbesluit
Elk stadsdeel kan een Verdeelbesluit vaststellen (dit is een bevoegdheid van het Dagelijks Bestuur), waarin het quotum wordt verdeeld over verschillende buurten/gebieden. Dit verdeelbesluit is per 1 juli 2009 in werking getreden. Bij meer aanvragen dan het beschikbare quotum wordt een systeem van loting gehanteerd. Het is dan mogelijk dat er in een bepaald gebied/buurt geen ruimte is voor short stay, terwijl het quotum voor het stadsdeel nog niet vol is.
Nota 'Woonboten opnemen in bestemmingsplannen, een gereedschapskist en vraagbaak'
De Nota 'Woonboten opnemen in bestemmingsplannen, een gereedschapskist en vraagbaak' is in de Stuurgroep Wonen op water van 10 maart 2006 vastgesteld. Eén van de prioriteiten van deze nota is het opnemen van woonboten in bestemmingsplannen. Overigens bestaat er geen juridische verplichting woonboten op te nemen in bestemmingsplannen. Dit wordt wel wenselijk geacht om voor overheid, woonboot- en walbewoners helderheid te scheppen. Woonboten zonder ligplaatsvergunning liggen illegaal en zullen (desnoods met bestuursdwang) weg moeten. Woonboten met een ligplaatsvergunning die niet in een bestemmingsplan staan, zijn niet illegaal en kunnen dus probleemloos blijven liggen. Ook bij de ontwikkeling van nieuwe ligplaatsen wordt geadviseerd deze zo snel mogelijk in het bestemmingsplan op te nemen. Het uiterlijk van de woonboot is niet van invloed op de ruimte die de boot daadwerkelijk inneemt en daarom op de rand van 'ruimtelijk relevant', waardoor het opnemen van welstandseisen voor woonboten in bestemmingsplannen in de meeste gevallen niet wordt geadviseerd. Regelgeving rondom de woonboot is opgenomen in de Verordening op de Haven en het Binnenwater (VHB).
De twee aanwezige woonboten aan de Hobbemakade zijn in het bestemmingsplan opgenomen. Het gebruik van de openbare ruimte op de walkant als tuin is verboden. Walkantgebruik wordt daarom ook niet mogelijk gemaakt met het bestemmingsplan.
Conclusie
Het bestemmingsplan is in overeenstemming met het gemeentelijke beleid.
Woonvisie 2008-2012
Op 26 juni 2008 is de Woonvisie stadsdeel Oud-Zuid 2008-2012 vastgesteld. In de Woonvisie zijn doelstellingen met betrekking tot het wonen binnen het totale stadsdeel geformuleerd. Daarbij worden per doelstelling voorstellen geformuleerd, welke voorstellen ingaan op kwalitatieve en/of normatieve eisen ten aanzien van verschillende woonvormen en -categorieën. Voor het deel waar dit bestemmingsplan onderdeel van uitmaakt geldt als beleid dat er medewerking zal worden verleend aan het samenvoegen van woonruimten, indien er een woningonttrekkingsvergunning is verleend. De verloren gegane woning zal gecompenseerd moeten worden.
Woonbotenbeleid
Binnen het voormalige stadsdeel Oud-Zuid geldt het beleid dat de ligging en de maatvoering van woonboten wordt geregeld in bestemmingsplannen. Uitgangspunt is daarbij dat het aantal woonboten binnen het gebied van voormalig stadsdeel Oud-Zuid gelijk blijft. Vervanging is in principe toegestaan. Verplaatsing is mogelijk voor zover bestemmingsplannen de mogelijkheid daartoe bieden.