Plan: | Bestemmingsplan VU medisch centrum (en omgeving) |
---|---|
Plannummer: | K1002BPGST |
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.K1002BPGST-OH01 |
Bruikbaarheid MER
Ten aanzien van het MER zoals dat door de initiatiefnemers is ingediend kan het volgende worden overwogen.
Per brief van 15 juli 2010 zijn de Vrije Universiteit en de Vrije Universiteit medisch centrum geadviseerd over de reikwijdte en het detailniveau van het op te stellen MER. Het MER is overeenkomstig dit advies uitgewerkt. Het MER voldoet verder aan de inhoudelijke vereisten die daaraan overeenkomstig artikel 7.23 van de Wet milieubeheer moeten worden gesteld.
Het MER bevat die informatie die nodig is om de gevolgen die de activiteit voor het milieu kan hebben in de besluitvorming te betrekken.
Inhoudelijke aspecten
Wanneer de verschillende alternatieven met elkaar worden vergeleken, dan moet worden geconcludeerd dat deze slechts op een enkel onderdeel en in geringe mate van elkaar onderscheidend zijn. Deze verschillen in effecten zijn niet dusdanig dat om die reden de keuze voor een van de onderzochte alternatieven noodzakelijk moet worden geacht.
Het basisalternatief voor de ontwikkeling van VU en VUmc zoals die is vertaald in een concreet nog te realiseren programma (zie ook paragraaf 5.2) is vanuit oogpunt van de milieueffectbeoordeling goed mogelijk.
Wel zijn in het MER, om de mogelijk optredende effecten te voorkomen of te doen afnemen, adviezen gegeven met betrekking tot mitigatie en optimalisatie. Over het algemeen hebben deze adviezen betrekking op deelprojectniveau (bestemmingsplannen voor deelgebieden, zoals voorliggend bestemmingsplan, waarbij gedacht kan worden aan de situering van geluidsgevoelige bestemmingen binnen de verschillende bestemmingsplangebieden) of zelfs op gebouwniveau (denk daarbij aan maatregelen op het gebied van externe veiligheid). Dit betekent dat per bestemmingsplan voor die thema's die het betreft aanvullend onderzoek nodig kan zijn, om definieve keuzes te kunnen maken over de inrichting van het betreffende plangebied en de vormgeving van de uiteindelijke planregels. In feite betreft het nader onderzoek zoals dat vanuit thematische wetgeving of vanuit een goede ruimtelijke ordening sowieso is vereist.
Tegelijk met de ontwikkelingen bij VU en VUmc wordt er door de gemeente voorzien in ontwikkeling van de Zuidas Flanken. In deel A van het MER voor VU/VUmc wordt met name ingegaan alternatieven waarbij geen sprake van de ontwikkeling van de Zuidas Flanken. In deel B, waarin onder andere de verkeerskundige effecten zijn onderzocht, is echter wel gekeken naar de cumulatieve effecten.
Uitgaande van een 100% ontwikkeling van de Zuidas Flanken en VU en VUmc volgen daaruit een aantal adviezen, die inhouden dat een aantal kruispunten moet worden aangepast. Inmiddels is daarover een Actieplan weginfrastructuur opgesteld. In zowel paragraaf 5.7.1 als in hoofdstuk 6 zal hierop nader worden ingegaan.