Plan: | Bestemmingsplan VU medisch centrum (en omgeving) |
---|---|
Plannummer: | K1002BPGST |
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0363.K1002BPGST-OH01 |
Het MER VU / VUmc beschrijft de milieugevolgen van de totale ontwikkeling. Hieronder wordt specifiek ingegaan op de relatie van de MER op onderhavig bestemmingsplan. Met name zal daarbij worden aangegeven in hoeverre maatregelen voor het plangebied en de voorgenomen ontwikkeling relevant en mogelijk zijn.
Uit het onderzoek blijkt dat het effect op het wegennet van de ontwikkeling van zowel VU en VUmc als van de Flanken zich voor een groot deel concentreert op het plangebied van VU en VUmc en de Flanken zelf, en op de twee aansluitingen op de A10. Uit de verkeersmodelberekeningen blijkt dat het stedelijk wegennet buiten het gezamenlijk plangebied slechts in beperkte mate wordt beïnvloed door de ontwikkelingen.
Voor wat betreft het autoverkeer wordt geconstateerd dat bij de volledige realisatie van VU en VUmc en de Zuidas flanken een aantal kruispunten moet worden aangepast. Het betreft onder meer de in het Kenniskwartier gelegen kruisingen van de De Boelelaan met de Mahlerlaan/ Van der Boechorststraat en de kruising De Boelelaan met de Amstelveenseweg. Verder worden de aansluitingen van de Amstelveenseweg (S108) en Europaboulevard (S109) met de A10 als knelpunt benoemd.
In voorliggend bestemmingsplan zijn de omliggende wegen in het plangebied opgenomen. Rekening houdend met de adviezen uit het MER wordt voorzien in aanpassingen van de inrichting van de bestaande infrastructuur. Met vaststelling van het Uitvoeringsbesluit Kenniskwartier zijn reeds de financiële middelen voor de noodzakelijk geachte aanpassingen gereserveerd. Voorliggend bestemmingsplan voorziet voor zover van toepassing op het plangebied in de nodige aanpassingen. In hoofdstuk 6 zal hier nader op in worden gegaan.
Niet alle maatregelen die bij realisatie van het gecumuleerde programma worden geadviseerd vallen overigens binnen het plangebied van voorliggend bestemmingsplan. In dat kader kan worden opgemerkt dat uitgangspunt is dat de maatregelen tijdig genomen zullen gaan worden, en dat daartoe momenteel wordt gewerkt aan de plan van aanpak. Hierin zullen de geadviseerde maatregelen in een planning worden gezet en financieel worden onderbouwd.
In het bestemmingsplan is zoveel mogelijk rekening gehouden met de adviezen. Feit is dat het VUmc voor een groot deel uit geluidsgevoelige ruimten bestaat. De oplossingen zullen op gebouwniveau worden gezocht. Dit kan onder andere middels voorgeschreven dove gevels. Daar staat tegenover dat vanwege de luchtbehandeling in het VUmc dichte gevels reeds op grote schaal worden toegepast. In hoofdstuk 7 wordt nader op het aspect geluid ingegaan.
In het MER is aandacht besteed aan de externe veiligheid (plaatsgebonden risico en groepsrisico). De A10 (vervoer gevaarlijke stoffen) is hierbij de belangrijkste risicobron. Er zijn langs de A10 geen plaatsgebonden risicocontouren aanwezig.
De ontwikkeling van VU en VUmc, in samenhang bezien met de ontwikkeling van de Zuidas Flanken, met een sterke intensivering van het gebruik van het gebied, leidt tot een sterke stijging van het groepsrisico. Het MER geeft aan dat het daarom nodig is voldoende aandacht te besteden aan zelfredzaamheid, bluswatervoorzieningen en de bereikbaarheid voor hulpdiensten. Dit dient op bestemmingsplan- en gebouwniveau te gebeuren. In hoofdstuk 9 wordt hierop nader ingegaan.
De voorgestelde maatregelen kunnen binnen de opgenomen bestemmingsplanregeling worden uitgevoerd. Overigens wordt in hoofdstuk 13 meer concreet op ecologie ingegaan.
De hoge ambities zoals die door VU en VUmc zijn geformuleerd zijn mogelijk binnen de opgenomen bestemmingsregels. Het bestemmingsplan is in die zin voorwaardenscheppend om de uitvoering van het beleid mogelijk te maken.
Zoals voor veel van de hierboven behandelde thema's geldt dat nader onderzoek is uitgevoerd in het kader van dit bestemmingsplan. In de hierna opgenomen hoofdstukken wordt daarop ingegaan.
De effecten van de ontwikkeling van dit bestemmingsplan zijn gering te noemen. Het MER VU / VUmc leidt niet tot bijzondere aandachtspunten voor voorliggend bestemmingsplan. Op een aantal gebieden wordt verdere invulling gegeven aan de suggesties die zijn gedaan ten aanzien van mitigatie en optimalisatie. Hierop wordt in de hiernavolgende hoofdstukken nader ingegaan. De beschrijving van de gevolgen van het milieu van dit bestemmingsplan richt zich in de betreffende hoofdstukken van de toelichting van dit bestemmingsplan derhalve op de effecten die zijn gerelateerd aan het plangebied van dit bestemmingsplan zelf.