direct naar inhoud van Artikel 4 Gemengd
Plan: Doelenveld Carré
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0361.BP00022-0305

Artikel 4 Gemengd

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van en aan huis verbonden beroep, in hoofd- en bijgebouwen
  • b. bedrijf, overeenkomstig de categorieën 1 en 2 van de in Bijlage 1 opgenomen Staat van Inrichtingen
  • c. detailhandel
  • d. kantoren
  • e. hotel
  • f. horeca, uitsluitend in de beganegrondlaag ter plaatse van de aanduiding 'horeca' en uitsluitend in de categorieën 2 en 3
  • g. sociale, culturele, medische, onderwijs, welzijns en religieuze functies
  • h. nutsvoorzieningen
  • i. magazijnen, garageboxen en bergingen.

De onder b, c en e genoemde functies zijn uitsluitend op de beganegrondlaag toegestaan, zulks met uitzondering van de situaties, waarbij de functies op de verdieping reeds aanwezig waren op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan.

4.2 Bouwregels

Op de voor 'Gemengd' aangewezen gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, die ten dienste staan van de bestemming.

4.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels.

  • a. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd
  • b. de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken mogen geheel worden bebouwd
  • c. alle gebouwen moeten aaneengesloten aan de wegzijde in de op de verbeelding aangegeven bouw-, of bestemmingsgrens worden gebouwd
  • d. samenvoeging van panden is niet toegestaan
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' en 'maximale bouwhoogte' mag de goot-, respectievelijk de bouwhoogte niet meer bedragen dan is aangegeven, zulks met uitzondering van het perceel Koningsweg 51, waarvoor een maximum goothoogte geldt van 8 m en een maximum nokhoogte van 10 m
  • f. de dakhelling bedraagt minimaal 30° en maximaal 60°
  • g. ter plaatste van de aanduiding 'onderdoorgang' moet de beganegrondlaag onbebouwd blijven, zulks met uitzondering van noodzakelijke constructieve bouwdelen
  • h. voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:
    • 1. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd
    • 2. de gezamenlijke oppervlakte bij een woning bedraagt niet meer dan 50 m²
    • 3. de goot- en bouwhoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bedragen maximaal de op de verbeelding aangegeven hoogte
  • i. de inhoud van zelfstandige gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen bedraagt maximaal 30 m3.

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels.

  • a. de hoogte van erf - en terreinafscheidingen bedraagt maximaal 2 meter, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen die grenzen aan het openbaar gebied maximaal 1 meter bedraagt
  • b. de hoogte van terrasafscheidingen bedraagt maximaal 1,5 meter
  • c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 3 m.
4.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. indien niet in de naar de weg gekeerde bouwgrens wordt gebouwd
  • b. in verband met de omliggende met 'Waarde - Cultuurhistorie' aangegeven panden in de zin dat de cultuurhistorische waarde van bestaande panden gerespecteerd dient te worden
  • c. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving
  • d. ter waarborging van de verkeersveiligheid
  • e. ter waarborging van de sociale veiligheid
  • f. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
4.4 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het beschermd stadsgezicht, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in 4.2.1, sub a, voor het bouwen buiten het bouwvlak
  • b. het bepaalde in 4.2.1, sub d, indien de bebouwingsstructuur niet onevenredig wordt benadeeld
  • c. het bepaalde in 4.2.1, sub e, in die zin dat in incidentele gevallen de maximum bouw- en nokhoogte met 3 meter mag worden vergroot, voorzover dit de diversiteit in bouwhoogten niet aantast
  • d. het bepaalde in 4.2.1, sub h, onder 1 en worden toegestaan dat aan- en uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd buiten het bouwvlak
  • e. het bepaalde in 4.2.1, sub i en worden toegestaan dat ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen en verkeers- en verblijfsdoeleinden gebouwen mogen worden gebouwd met een maximale inhoud van 100 m³.
4.5 Specifieke gebruiksregels
4.5.1 aan huis verbonden beroep/bedrijf

Voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie mag de oppervlakte maximaal 30% bedragen van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing tot een maximum van 60 m2.

4.5.2 strijdig gebruik

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken dan wel te laten gebruiken in strijd met de in lid 4.1 gegeven bestemmingsomschrijving.

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. seksinrichtingen
  • b. prostitutie
  • c. een verkooppunt voor motorbrandstoffen
  • d. geluidszoneringsplichtige inrichtingen
  • e. het gebruik van gronden als stort- of (permanente) opslagplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen, behoudens opslag die geschiedt in het kader van de normale bedrijfsvoering ter plaatse.
4.6 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van

  • a. het bepaalde in 4.5.1 ten behoeve van een verruiming van het maximale oppervlak dat mag worden gebruikt voor het aan huis verbonden beroep tot een maximum van 100 m²
  • b. het bepaalde in lid 4.5.2 en worden toegestaan dat
    • 1. in combinatie met de woonfunctie de gronden worden gebruikt ten behoeve van bedrijven overeenkomstig de categorie 1 van de in Bijlage 1 opgenomen Staat van Inrichtingen
    • 2. in een gebouw waar een detailhandelsfunctie op de beganegrond gevestigd is, detailhandel, of kantoor op de verdiepingen gevestigd mag worden
    • 3. in een gebouw waar een horecafunctie op de beganegrond gevestigd is, horeca ook op de verdiepingen gevestigd mag worden
    • 4. in een gebouw waar een bedrijfsfunctie op de beganegrond gevestigd is, die bedrijfsfunctie op de verdieping gevestigd mag worden.