direct naar inhoud van Artikel 3 Centrum
Plan: Doelenveld Carré
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0361.BP00022-0305

Artikel 3 Centrum

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijf overeenkomstig de categorieën 1 en 2 van de in Staat van Inrichtingen opgenomen Staat van Inrichtingen
  • b. kantoor
  • c. maatschappelijke voorzieningen
  • a. podiumkunsten en bioscopen
  • b. musea en expositieruimten
  • c. muziek- en dansscholen
  • d. creativiteitscentra
  • e. horeca, uitsluitend in de beganegrondlaag ter plaatse van de aanduiding 'horeca' en uitsluitend de categorieën 2 en 3
  • f. recreatie
  • g. dienstverlening
  • h. verblijfsgebied, terrassen, evenementen in de openlucht
  • i. nutsvoorzieningen, onder- en bovengrondse milieustraten
  • j. groen- en speelvoorzieningen.
3.2 Bouwregels

Op de voor 'Centrum' aangewezen gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, die ten dienste staan van de bestemming.

3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels.

  • a. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd
  • b. de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken mogen geheel worden bebouwd
  • c. alle gebouwen moeten aaneengesloten in de op de verbeelding aangegeven bouw-, of bestemmingsgrens worden gebouwd
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan is aangegeven
  • e. de inhoud van zelfstandige gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen bedraagt maximaal 30 m3.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels.

  • a. de hoogte van erf - en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 meter, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen, die grenzen aan het openbaar gebied, maximaal 1 meter bedraagt;
  • b. de hoogte van terrasafscheidingen bedraagt maximaal 1,5 meter;
  • c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 3 m.
3.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. indien niet in de naar de weg gekeerde bouwgrens wordt gebouwd
  • b. in verband met de omliggende met 'Waarde - Cultuurhistorie' aangegeven panden in de zin dat de cultuurhistorische waarde van bestaande panden gerespecteerd dient te worden
  • c. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving
  • d. ter waarborging van de verkeersveiligheid
  • e. ter waarborging van de sociale veiligheid
  • f. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
3.4 Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het beschermd stadsgezicht, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in 3.2.1, sub a, voor het bouwen buiten het bouwvlak
  • b. het bepaalde in 3.2.1, sub c en worden toegestaan dat op de hoek van de Doelenstraat en de St Jorisstraat niet in de bouw-, of bestemmingsgrens wordt gebouwd ter verbreding van de St Jorisstraat
  • c. het bepaalde in 3.2.1, sub e en worden toegestaan dat ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen en verkeers- en verblijfsdoeleinden gebouwen mogen worden gebouwd met een maximale inhoud van 100 m³.
3.5 Specifieke gebruiksregels

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken, dan wel te laten gebruiken in strijd met de in lid 3.1 gegeven bestemmingsomschrijving.

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. seksinrichtingen
  • b. prostitutie
  • c. een verkooppunt voor motorbrandstoffen
  • d. geluidszoneringsplichtige inrichtingen
  • e. het gebruik van gronden als stort- of (permanente) opslagplaats van al dan niet aan het gebruik onttrokken voorwerpen, stoffen en materialen, behoudens opslag die geschiedt in het kader van de normale bedrijfsvoering ter plaatse.