direct naar inhoud van Artikel 8 Gemengd - 3
Plan: Overdie, Omval en bedrijventerrein Oudorp
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0361.BP00012-0401

Artikel 8 Gemengd - 3

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen, op de tweede bouwlaag en hoger;
  • b. aan huis verbonden beroep/bedrijf;
  • c. bedrijven en/of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten van categorie A en B die staan vermeld in Bijlage 2, Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging, in de eerste bouwlaag;
  • d. cultuur en ontspanning, in de eerste bouwlaag;
  • e. maatschappelijke functies, in de eerste bouwlaag;
  • f. detailhandel, in de eerste bouwlaag;
  • g. dienstverlening, in de eerste bouwlaag;
  • h. kantoren, in de eerste bouwlaag;
  • i. sportvoorzieningen, in de eerste bouwlaag;
  • j. horeca categorie 2 (café, grand-café, café -restaurant), in de eerste bouwlaag, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2';
  • k. horeca categorie 4 (snackbar, cafetaria, ijssalon, shoarmazaak), in de eerste bouwlaag, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 4';

met de daarbij behorende:

  • l. bouwwerken;
  • m. aan- en uitbouwen;
  • n. erven;
  • o. parkeervoorzieningen;
  • p. nutsvoorzieningen;
  • q. ontsluitingswegen;
  • r. voet- en rijwielpaden;
  • s. waterlopen en waterpartijen;
  • t. groenvoorzieningen.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Gebouw
  • a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
    • 1. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
    • 2. het aantal woningen bedraagt niet meer dan het bestaande aantal;
    • 3. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven;
    • 4. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven;
    • 5. het bouwperceel, voor zover gelegen binnen het bouwvlak, mag niet meer worden bebouwd dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)' is aangegeven.
  • b. Voor het bouwen van aan- en uitbouwen bij hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
    • 1. het achtererfgebied behorende bij een woning mag niet meer dan 50% worden bebouwd;
    • 2. aan- en uitbouwen mogen uitsluitend in het achtererfgebied worden gebouwd;
    • 3. aan- en uitbouwen mogen alleen worden gebouwd in het verlengde van het hoofdgebouw tot 3 meter achter de achtergevel;
    • 4. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen bedraagt niet meer dan 3 meter.
8.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt 2 meter, met dien verstande dat de hoogte voor erf- en terreinafscheidingen voor zover gelegen vóór de voorgevelrooilijn maximaal 1 meter mag bedragen;
  • b. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 3 meter, met dien verstande dat voor de voorgevelrooilijn geen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan anders dan erf- en terreinafscheidingen als bedoeld in sub a.
8.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
8.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.2.1 onder sub a lid 2, onder de voorwaarden dat:

  • a. er geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van de aangrenzende gronden en bouwwerken optreedt;
  • b. de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving wordt gewaarborgd;
  • c. de parkeerdruk in de directe omgeving niet onevenredig wordt aangetast.

8.5 Specifieke gebruiksregels
8.5.1 Aan huis verbonden beroep/bedrijf
  • a. Voor de uitoefening van een aan huis verbonden beroep/bedrijf als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, gelden de volgende regels;
    • 1. de oppervlakte bedraagt maximaal 30% van de gezamenlijke vloeroppervlakte van de bebouwing tot een maximum van 60 m²;
    • 2. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
    • 3. detailhandel mag alleen plaatsvinden als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis verbonden beroep/bedrijf;
    • 4. de activiteit mag geen inrichting zijn die is vermeld in bijlage 1 onderdeel C van het Besluit omgevingsrecht (BOR);
    • 5. het straat- en bebouwingsbeeld mag niet onevenredig worden geschaad.

8.5.2 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. kamerverhuur;
  • b. de bewoning van een woning door meer dan één huishouden;
  • c. de opslag en verkoop van professioneel en/of consumentenvuurwerk;
  • d. bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en bedrijven die vallen onder het Besluit risico's zware ongevallen 1999 (BRZO);
  • e. seksinrichtingen;
  • f. prostitutie.

8.5.3 Bedrijven
  • a. in geval van activiteiten die aanpandig zijn aan woningen, zijn uitsluitend bedrijven toegestaan die in Bijlage 2, Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging, vallen onder categorie A;
  • b. in geval van activiteiten die bouwkundig afgescheiden zijn van woningen en andere gevoelige functies op grond van de Wet milieubeheer, zijn uitsluitend bedrijven toegestaan die in Bijlage 2, Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging, vallen onder categorieën A en B.
8.6 Afwijken van de gebruiksregels
  • a. Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 8.5.1 ten behoeve van een verruiming van het maximale oppervlak dat mag worden gebruikt voor het aan huis verbonden beroep/bedrijf tot een maximum van 100 m².
  • b. Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 8.1 sub c voor het toestaan van activiteiten die in Bijlage 2, Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging, vallen onder categorie C, onder voorwaarde dat sprake is van een goede aansluiting op de hoofdinfrastructuur.

8.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de aanduiding als bedoeld onder 8.1. sub j wijzigen in een categorie horeca 3 of horeca 4, met dien verstande dat uitsluitend toepassing wordt gegeven aan de wijzigingsbevoegdheid indien de activiteit ter plaatse langer dan een jaar is beëindigd.