direct naar inhoud van Artikel 7 Gemengd - 2
Plan: Overdie, Omval en bedrijventerrein Oudorp
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0361.BP00012-0401

Artikel 7 Gemengd - 2

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. zelfstandige kantoren tot maximaal 750 m2 per kantoor, met een maximum van 3.000 m2 per gebouw;
  • b. bedrijven en/of het uitoefenen van bedrijfsmatige activiteiten van categorie A en B die vermeld staan in Bijlage 2, Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemening;
  • c. cultuur en ontspanning;
  • d. maatschappelijke functies;
  • e. maatschappelijke functies zijn uitgesloten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk uitgesloten';
  • f. sportvoorzieningen;
  • g. dienstverlening;
  • h. detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';
  • i. standplaats voor detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - standplaats';
  • j. woningen, ter plaatse van de aanduiding 'wonen';

met de daarbij behorende:

  • k. bouwwerken;
  • l. aan- en uitbouwen;
  • m. erven;
  • n. parkeervoorzieningen;
  • o. nutsvoorzieningen;
  • p. ontsluitingswegen;
  • q. voet- en rijwielpaden;
  • r. waterlopen en waterpartijen;
  • s. groenvoorzieningen.

7.2 Bouwregels
7.2.1 Gebouwen
  • a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
    • 1. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
    • 2. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven;
    • 3. het bouwperceel, voor zover gelegen binnen het bouwvlak, mag niet meer worden bebouwd dan ter plaatse van de aanduiding ' maximum bebouwingspercentage (%)' is aangegeven.

7.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt 2 meter, met dien verstande dat de maximale hoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn 1 meter bedraagt;
  • b. de maximale bouwhoogte van verlichtingsarmaturen en lichtmasten bedraagt 8 meter;
  • c. de maximale bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 3 meter, met dien verstande dat voor de voorgevelrooilijn geen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan anders dan erf- en terreinafscheidingen als bedoeld in sub a.

7.2.3 Woningen

Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:

  • a. woningen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  • b. het aantal woningen bedraagt niet meer dan het bestaande aantal;
  • c. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse dan de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven.

7.2.4 Aan- en uitbouwen bij woningen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen bij woningen gelden de volgende regels:

  • a. het achtererfgebied behorende bij een woning mag niet meer dan 50% worden bebouwd;
  • b. aan- en uitbouwen mogen uitsluitend in het achtererfgebied worden gebouwd;
  • c. aan- en uitbouwen mogen alleen worden gebouwd in het verlengde van het hoofdgebouw tot 3 meter achter de achtergevel;
  • d. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen bedraagt niet meer dan 3 meter.

7.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

7.4 Specifieke gebruiksregels
7.4.1 Inrichting

Parkeervoorzieningen en laad- en losruimte bevinden zich op eigen terrein.

7.4.2 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. detailhandel, met uitzondering als bedoeld onder 7.1 sub b, h en i;
  • b. de opslag en verkoop van vuurwerk van professioneel en/of consumenten vuurwerk;
  • c. bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en bedrijven die vallen onder het Besluit risico's zware ongevallen 1999 (BRZO);
  • d. seksinrichtingen;
  • e. prostitutie.

7.4.3 Bedrijven
  • a. in geval van activiteiten die aanpandig zijn aan woningen, zijn uitsluitend bedrijven toegestaan die in Bijlage 2, Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging, vallen onder categorie A;
  • b. in geval van activiteiten die bouwkundig afgescheiden zijn van woningen en andere gevoelige functies op grond van de Wet milieubeheer, zijn uitsluitend bedrijven toegestaan die in Bijlage 2, Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging, vallen onder categorieën A en B.

7.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder 7.1 sub b voor het toestaan van activiteiten die in Bijlage 2, Staat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging, vallen onder categorie C onder voorwaarde dat sprake is van een goede aansluiting op de hoofdinfrastructuur.

7.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de aanduiding als bedoeld onder 7.1 sub j van de verbeelding verwijderen, met dien verstande dat uitsluitend toepassing wordt gegeven aan de wijzigingsbevoegdheid indien de activiteit ter plaatse langer dan een jaar is beëindigd.