Artikel 31 Algemene wijzigingsregels
31.1 Algemeen
-
1. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen ten aanzien van:
-
a. het aanbrengen van wijzigingen in de plaats, richting en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen ten behoeve van de praktische uitvoering van het plan met dien verstande dat de afwijking ten hoogste 5 m mag bedragen, mits het wijzigingen betreft waarbij geen belangen van derden worden geschaad, dan wel ter correctie van afwijkingen of onnauwkeurigheden op de plankaart;
-
b. het aanpassen van opgenomen bepalingen in de voorafgaande regels, waarbij verwezen wordt naar bepalingen in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp van het plan, worden gewijzigd.
-
2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen ten aanzien van het toevoegen van de zinsnede "seksinrichtingen toegestaan" aan de bestemming bedrijf en de daarvan afgeleide of daarmee vergelijkbare bestemmingen met aspecten van commerciële dienstverlening, mits:
-
a. er niet reeds één seksinrichting in de gemeente is gevestigd of krachtens geldende bestemmingsplannen kan worden gevestigd;
-
b. het geen bestemming betreft, welke betrekking heeft op een bestaande of nog te realiseren gebouw, dat gedeeltelijk in een woonfunctie voorziet;
-
c. het woon-, leef- en/of werkklimaat in de desbetreffende omgeving niet onaanvaardbaar wordt aangetast.
Burgemeester en wethouders kunnen hieraan voorwaarden verbinden met betrekking tot:
- parkeren;
- toegankelijkheid;
- omvang van de seksinrichting.
-
3. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening, het plan in die zin te wijzigen dat de aangeduide “ Vervoer gevaarlijke stoffen” kan worden veranderd dan wel kan worden verwijderd. Dit naar aanleiding van veranderingen in het gebruik van de route of het beëindigen van deze route.
31.2 Verkeer
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening, het plan te wijzigen zodanig, dat binnen de “wro-zone-wijzigingsbevoegdheid” de gronden als bedoeld inArtikel 3 Agrarisch met waarden, Artikel 5 Bedrijf en Artikel 16 Wonen, worden gewijzigd in de bestemming Verkeer.
Eén en ander met dien verstande dat sprake is van een goede ruimtelijke ordening, hetgeen wordt aangetoond in een ruimtelijke onderbouwing, waarbij in ieder geval wordt aangetoond dat:
-
1. een inrichtingsplan is opgesteld dat gericht is op:
-
1. een kwalitatief hoogwaardige inpassing in het omringende landschap;
-
2. het zoveel mogelijk tegengaan van aantasting van de ter plaatse aanwezige natuurwaarden;
-
3. het zoveel mogelijk tegengaan van aantasting van de waterhuishouding en -kwaliteit ter plaatse.
-
2. uit milieuoogpunt geen bezwaren bestaan voor realisering in overstemming met de bestemming Verkeer;
-
3. de verkeersafwikkeling van de omliggende gronden niet onevenredig wordt belemmerd;
-
4. vooraf advies is ingewonnen van de beheerders van de leiding-gas en leiding-brandstof.
31.3 Woningsplitsing
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening, het plan te wijzigen zodanig, dat uitsluitend binnen de aaneengesloten bebouwing van een bestaande woning, danwel een bestaande al of niet agrarische bedrijfs- of bedrijfswoning, een tweede woning is toegestaan:
-
a. indien die bestaande woning een beschermd monument is in de zin van de Monumentenwet 1988 of de gemeentelijke verordening .
-
b. indien zulks leidt tot instandhouding van die bestaande woning, en
-
c. vaststaat dat de woning past in het gemeentelijk woningbouwprogramma, en
-
d. mits op geen van de gevels van de tweede woning, bij voltooiing, de geluidbelasting de ter plaatse toegestane grenswaarde krachtens de Wet geluidhinder overschrijdt,
-
e. mits in de betreffende woning, danwel een bestaande al of niet agrarische bedrijfs- of bedrijfswoning een functieverandering heeft plaatsgevonden, en
-
f. mits vooraf advies is ingewonnen van de monumentencommissie,
met dien verstande dat, onverminderd het overigens in het plan bepaalde, voor die woningen geldt, dat geen van de woningen buiten de aaneengesloten bebouwing van die bestaande woning mag worden geplaatst.
31.4 Bijlage Lijst van bedrijfsactiviteiten
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening, de van deze regels deel uitmakende Lijst van bedrijfsactiviteiten en Lijst van bedrijfsactiviteiten- opslag en installaties te wijzigen door:
-
1. het toevoegen en schrappen van soorten bedrijven en soorten opslag en installaties en
-
2. het veranderen van de categorie-indeling van soorten bedrijven, opslagen en installaties,
indien veranderingen in de bedrijfsvoering en de milieugevolgen van soorten bedrijven, opslagen en installaties hiertoe aanleiding geven.