direct naar inhoud van Artikel 32 Overige regels
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0345.BPBuitengebied-vg01

Artikel 32 Overige regels

32.1 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Behoudens het bepaalde in artikel 32.1.1, is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders op en in de hierna aangegeven gronden de daarbij aangegeven werken en werkzaamheden uit te voeren:

  werken en werkzaamheden*  
Gronden met aanduiding:   a   b   c   d   e   f   g  
sa-ol   open landschap   +   +   +         +  
sa-cl   coulissenlandschap   +     +     +     +  
sa-kvp   karakteristiek verkavelingspatroon   +   +   +     +     +  
sa-kav   kwelwaterafhankelijke vegetatie   +   +   +   +     +    
lw   landschapswaarde   +   +   +   +   +      
                 
Gronden als bedoeld in artikel:                
6   Bos   +   +       +      
11   Natuur   +   +   +   +   +   +   +  
23   Waarde-Ecologie   +     +     +      
* de onderstaande letters worden hierna verklaard;
in de tabel is: + = omgevingsvergunning vereist  
a   aanleggen en verharden van wegen en paden en het aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, met uitzondering van het aanleggen van kavelpaden en verhardingen ten behoeve van in- of uitritten, tot elk een oppervlakte van 60 m² tenzij de grond de aanduiding landschapswaarde heeft;  
b   verlagen van de bodem en afgraven van gronden, tenzij daarvoor een vergunning is vereist krachtens de Ontgrondingenwet, en het ophogen en egaliseren van de gronden;  
c   aanleggen en dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen;  
d   aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;  
e   vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en het verrichten van handelingen, die de dood of ernstige beschadiging daarvan ten gevolge hebben of kunnen hebben;  
f   diepploegen, zijnde het extra diep circa 0,5 m of meer omploegen, waarbij de kruidlaag volledig wordt omgeploegd;  
g   bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden.  

32.1.1 uitzonderingen

Het in artikel 32.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van:

  • a. werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud;
  • b. werken en werkzaamheden, waarmee rechtens is of mag worden begonnen ten tijde van de inwerkingtreding van het plan;
  • c. werken en werkzaamheden op en in gronden die binnen agrarische bouwpercelen zijn begrepen;
  • d. werken en werkzaamheden als bedoeld in artikel 32.1, bij d, als daarvoor een bouwvergunning is vereist;
  • e. het vellen, rooien of beschadigen van fruitbomen.

32.1.2 toelaatbaarheid werken en werkzaamheden

Werken en werkzaamheden, als bedoeld in artikel 32.1, zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor, danwel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in die artikelen bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen,

  • a. niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel
  • b. de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
32.1.3 in te winnen adviezen

Alvorens een omgevingsvergunning te verlenen als bedoeld in artikel 32.1, winnen burgemeester en wethouders advies in van een door hen aan te wijzen ter zake natuur- en landschapdeskundige, ingeval ze advies nodig achten.