direct naar inhoud van Artikel 16 Wonen
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0345.BPBuitengebied-vg01

Artikel 16 Wonen

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, met dien verstande dat binnen het bestemmingsvlak maximaal één woning mag worden gebouwd tenzij op de verbeelding anders is aangegeven,
  • b. beroepsmatige activiteiten in of bij een woning, met dien verstande dat maximaal 45 m² van de oppervlakte van de bebouwing op het woonperceel ten behoeve van deze activiteit in gebruik mag zijn,
  • c. tuinen,
  • d. erven,
  • e. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - paardenbak": een paardenbak,
  • f. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - trimsalon": een trimsalon,
  • g. ter plaatse van de aanduiding "caravanstalling": een caravanstalling,
  • h. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen -agrarische nevenactiviteit": agrarische nevenactiviteiten, met dien verstande dat de omvang van de agrarische nevenactiviteiten maximaal het ter plaatse op de verbeelding aangegeven Nge mag zijn,
  • i. verharde en onverharde paden en wegen en, binnen het bouwvlak, parkeervoorzieningen en,
  • j. instandhouding van de aldaar voorkomende landschapswaarden zoals ter plaatse aangegeven met de aanduiding "landschapswaarden".

16.2 Bouwregels
16.2.1 toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in artikel 15.1, mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. woningen,
  • b. aan- of uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen, en
  • c. bouwwerken, geen gebouw zijnde, zoals erf- of perceelafscheidingen en tuinmeubilair, niet zijnde overkappingen en paardenbakken.

16.2.2 bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in artikel 16.2.1 gelden de volgende bepalingen:

woningen

  • a. woningen mogen uitsluitend binnen bouwvlakken worden gebouwd;
  • b. binnen het bestemmingsvlak mag maximaal één woning worden gebouwd tenzij op de verbeelding met een maatvoeringsaanduiding anders is aangegeven;
  • c. de bebouwing dient georiënteerd te zijn op de weg;
  • d. binnen bouwvlakken met de hierna aangegeven (specifieke) bouwaanduidingen mogen woningen uitsluitend worden gebouwd op de daarbij aangegeven wijze:
    Functie-
    aanduiding  
    Bouwwijze  
    vrij   vrijstaand;  
    tae   twee-aan-een;  
    aeg   aaneengebouwd;  
    sba-atv   zowel vrijstaand als twee-aan-een en aaneengebouwd worden gebouwd;  
    sba-tv   zowel vrijstaand als twee-aan-een worden gebouwd;  
    sba-at   zowel twee-aan-een als aaneengebouwd worden gebouwd.  
  • e. binnen een bouwvlak mag tussen twee niet aaneengebouwde woningen de afstand van elk van de woningen tot de onderlinge zijdelingse perceelsgrens niet minder dan 2,5 m bedragen of niet minder dan de bestaande afstand, indien die minder dan 2,5 m is;
  • f. de goothoogte en de bouwhoogte van woningen mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 3,5 m en 8 m, tenzij ter plaatse een maatvoeringsaanduiding is opgenomen met een afwijkende goothoogte en bouwhoogte.
  • g. de dakhelling van de woning mag niet minder dan 30 o en niet meer dan 52o bedragen;
  • h. de inhoud van de woning inclusief aan- en uitbouwen mag niet meer dan 600 m³ bedragen of:
    • 1. indien de bestaande inhoud meer dan 600 m³ bedraagt, niet meer dan de bestaande inhoud of,
    • 2. indien het bouwvlak is gelegen binnen de zone vrijstaand/maximale goot- en bouwhoogte, dan geldt er geen maximale inhoudsmaat.

 

aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

  • i. voor het bouwen van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen, met uitzondering van de gemeentelijke monumenten, gelden de volgende bepalingen:
  • 1. met uitzondering van het bepaalde onder 2 ten aanzien van “uitbreiding woning aan voorzijde” mogen aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak en ter plaatse van de aanduiding “erf” worden gebouwd, mits niet gebouwd wordt op gronden met de aanduiding “landschapswaarde”;
  • 2. voordat mag worden gebouwd ten behoeve van de trimsalon, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - trimsalon", zoals bedoeld in artikel 16.1 sub f dienen de gebouwen aangegeven op de tekening in bijlage 4 van de regels, te zijn gesloopt;
  • 3. voor het bouwen van deze aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de maatvoerings- en situeringseisen, zoals aangegeven in onderstaande tabel:
Uitbreiding woning aan achterkant   Eis 1)  
maximale diepte vanaf de achterste bouwgrens   3 m  
maximale bouwhoogte   3,1 m  
Uitbreiding woning aan zijkant   Eis 1)  
minimaal aan te houden afstand tot voorgevel   3 m  
Maximale diepte vanaf de verlengde achterste bouwgrens   3 m  
maximale goothoogte   3,1 m  
maximale bouwhoogte   4,5 m  
Aan te houden afstand tot zijdelingse perceelsgrens   Geen, mits niet voor de voorgevel van een achterliggende woning wordt gebouwd  
Uitbreiding woning aan voorzijde   Eis 1)  
maximale breedte   60% van voorgevel  
maximale diepte   1 m  
maximale bouwhoogte   3,1 m  
minimale afstand tot voorste perceelsgrens   2 m  
Bijgebouwen bij een woning   Eis 1)  
maximale oppervlakte buiten bouwvlak tenzij op de verbeelding anders is aangegeven   50 m²   
minimaal aan te houden afstand tot voorgevellijn   3 m  
maximale goothoogte tenzij op de verbeelding anders is aangegeven   3,1 m  
maximale bouwhoogte tenzij op de verbeelding anders is aangegeven   4,5 m  
Aan te houden afstand tot zijdelingse perceelsgrens   Geen, mits niet voor de voorgevel van een achterliggende woning wordt gebouwd  
   
1) Indien de bestaande afstand, goothoogte, bouwhoogte en/of oppervlakte meer bedraagt/bedragen dan in de tabel staat aangegeven, dan geldt de bestaande afstand, goothoogte, bouwhoogte of oppervlakte  

  • 4. de bouw van een aan- of uitbouw, bijgebouw of overkapping mag niet tot het gevolg hebben dat het totale erf voor meer dan 50 % wordt bebouwd;
  • 5. de bouw van een aan- of uitbouw mag niet tot gevolg hebben dat de inhoud van de woning meer bedraagt dan 600 m3.

bouwwerken, geen gebouw zijnde

  • j. de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven:
    Bouwwerken, geen gebouw zijnde   Eis  
    Keermuren   2 m  
    pergola's   2,5 m  
    erfafscheiding voor voorgevelrooilijn   1 m  
    erfafscheiding achter voorgevelrooilijn   2 m  
    overige bouwwerken, geen gebouw zijnde   2 m  
    terreinafscheiding ten behoeve van paardenbakken   1,5 m  
  • k. de oppervlakte van paardenbakken mag niet meer bedragen dan de bestaande oppervlakte.

16.3 Afwijken van de bouwregels
16.3.1 uitbreiding woning buiten bouwvlak

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 16.2.2 onder a, voor de uitbreiding van de woning buiten het bouwvlak, met dien verstande dat:

  • a. de inhoud van de woning niet meer bedraagt dan 600 m³;
  • b. de vergroting van de woning plaatsvindt in aansluiting van de bestaande woning en waarbij maximaal 25 % van de oppervlakte van de woning buiten het bouwvlak is gesitueerd.

16.3.2 paardenbakken

Voor gronden gelegen in deelgebied West - ten zuiden van de Dijkstraat en deelgebied Zuid - omgeving Middelbuurtseweg zijn burgemeester en wethouders bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 16.2.1 teneinde ten behoeve van hobbymatig gebruik paardenbakken toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • 1. de paardenbak wordt achter de woning gesitueerd;
  • 2. de paardenbak mag niet aansluitend aan gronden met de bestemming Natuur of Waarde-ecologie worden gesitueerd;
  • 3. de paardenbak dient op een minimale afstand van 50 m gemeten gemeten vanaf woningen van derden te worden gesitueerd;
  • 4. de paardenbak is maximaal 800 m2;
  • 5. een goede landschappelijke inpassing dient te zijn gewaarborgd;
  • 6. lichtmasten zijn niet toegestaan.

16.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, zoals bedoeld in Artikel 2.1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. detailhandel;
  • b. de uitoefening van een seksinrichting;
  • c. paardenbakken.

16.5 Afwijken van de gebruiksregels
16.5.1 mantelzorg

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 16.1, teneinde afhankelijke woonruimte mogelijk te maken in een woning of bij een woning behorend bijgebouw, met dien verstande dat:

  • a. het gebruik noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg, hetgeen aangetoond dient te worden door een verklaring van een door burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige;
  • b. op het perceel al een woning aanwezig is;
  • c. er geen milieuhygiënische belemmeringen vanwege percelen van derden bestaan c.q. bestaande belemmeringen vanwege percelen van derden zijn opgeheven;
  • d. de afhankelijke woonruimte binnen de regeling inzake de woning of de bijgebouwen wordt ingepast met dien verstande dat maximaal 45 m² ten behoeve van de afhankelijke woonruimte in gebruik mag zijn.

16.5.2 Intrekking mantelzorg

Burgemeester en wethouders trekken de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 16.5.1 in, indien de bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.

16.5.3 paardenbakken

Voor gronden gelegen in deelgebied West - ten zuiden van de Dijkstraat en deelgebied Zuid - omgeving Middelbuurtseweg zijn burgemeester en wethouders bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 16.1 teneinde ten behoeve van hobbymatig gebruik paardenbakken toe te staan mits de paardenbak wordt opgericht in overeenstemming met artikel 16.3.2.