direct naar inhoud van Artikel 24 Wonen - 1
Plan: Haarzuilens
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPHAARZUILENS-0401

Artikel 24 Wonen - 1

24.1 Bestemmingsomschrijving
  • a. De voor Wonen - 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen met de daarbij behorende tuinen en erven en in samenhang daarmee voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen of -bedrijven danwel een bed & breakfast.
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-vergaderruimte', tevens voor vergaderruimte met een maximum brutovloeroppervlak van 100 m2.
24.2 Bouwregels

Op of in de in lid 24.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:

24.2.1 hoofdgebouwen
  • a. het bestaande aantal woningen mag niet worden uitgebreid, tenzij anders is aangegeven;
  • b. per bouwperceel is slechts één hoofdgebouw toegestaan;
  • c. de bouwhoogte en goothoogte van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan de bestaande goothoogte en bouwhoogte, tenzij anders is aangegeven;
  • d. de afstand tussen de perceelsgrens grenzend aan de weg of wegen of groen en de voorgevel van het (nieuw op te richten) hoofdgebouw, dient minimaal 4 meter en mag maximaal 15 meter bedragen;
  • e. de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens en de achterste perceelsgrens dient minimaal 5 meter te bedragen;
  • f. het gestelde onder d. en e. geldt niet voor de bouwpercelen waarop een bouwvlak is aangegeven; voor die percelen geldt dat het hoofdgebouw binnen het bouwvlak moet worden gebouwd;
  • g. de inhoud van het hoofdgebouw, exclusief bijbehorende bouwwerken, mag niet meer bedragen dan 600 m3, tenzij anders is aangegeven;
  • h. het onder g. bepaalde geldt niet voor aaneengebouwde woningen, de inhoud van het hoofdgebouw mag in dat geval niet meer bedragen dan de bestaande inhoud, vermeerderd met ten hoogste 15%;
  • i. bestaande hoofdgebouwen die niet voldoen aan het bepaalde genoemd onder a t/m h mogen worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot.
24.2.2 bijbehorende bouwwerken
  • a. bijbehorende bouwwerken moeten minimaal 1 meter achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw worden gebouwd;
  • b. de diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit (het verlengde van) de achtergevel van het hoofdgebouw niet meer dan 3 meter bedragen;
  • c. de breedte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan de zijgevel van het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit (het verlengde van) de zijgevel van het hoofdgebouw niet meer dan 3 meter bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk mag niet meer bedragen dan de hoogte van het vloerpeil van de eerste verdieping, vermeerderd met 0,30 meter;
  • e. het onder a, b, c en d en g gestelde geldt niet voor de percelen zoals opgenomen in de bij deze regels behorende Lijst van Monumenten en waardevolle panden (bijlage 2); op deze percelen mag uitsluitend een vrijstaand bijbehorend bouwwerk worden gebouwd, die ten minste 3 meter achter de voorgevelrooilijn wordt gebouwd; aangebouwde bijbehorende bouwwerken zijn niet toegestaan.
  • f. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 3 meter bedragen, indien het vrijstaande bijbehorende bouwwerk wordt afgedekt met een kap mag de maximale bouwhoogte niet meer dan 4,5 meter bedragen;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' mag de maximale bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorende bouwwerk niet meer dan 7 meter bedragen;
  • h. de afstand van een bijbehorend bouwwerk tot de zijdelingse perceelsgrens moet minimaal 5 meter bedragen;
  • i. de afstand van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot het hoofdgebouw mag maximaal 10 meter bedragen;
  • j. in afwijking van het gestelde onder h. mag de erfzone volledig worden bebouwd met bijbehorende bouwwerken;
  • k. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m2 of minder, mag maximaal 50% van het achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 30 m2 naast hetgeen is toegestaan in de erfzone;
  • l. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van 300 m2 tot 1500 m2, mag maximaal 10% van het achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 75 m2 naast hetgeen is toegestaan in de erfzone;
  • m. indien het achtererfgebied een oppervlakte heeft van meer dan 1500 m2, mag maximaal 5% van het achtererfgebied met bijbehorende bouwwerken worden bebouwd, met een maximum van 125 m2 naast hetgeen is toegestaan in de erfzone;
  • n. bestaande bijbehorende bouwwerken die niet voldoen aan het bepaalde genoemd onder a t/m m mogen worden gehandhaafd en/of vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet vergroot.
24.2.3 bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. op de gronden die vóór de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw zijn gelegen, mogen erfafscheidingen met een bouwhoogte van ten hoogste 1 meter worden gebouwd. De bouwhoogte van de overige erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter;
  • b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan:
    • 1. 6 meter voor palen en masten;
    • 2. 3 meter voor de overige.
24.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. handhaving van de stedenbouwkundige aspecten;
  • b. handhaving en versterking van de landschappelijke en/of ecologische aspecten;
  • c. de bescherming van milieukundige aspecten in het gebied;
  • d. handhaving van de cultuurhistorische aspecten;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van naastgelegen percelen.
24.4 Afwijken van de bouwregels
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde genoemd in lid 24.2.1 onder e. voor de uitbreiding van een hoofdgebouw op een kortere afstand:
    • 1. tot de zijdelingse perceelsgrens en/of de achterste perceelsgrens indien de bestaande afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens reeds kleiner is dan 5 meter, onder de voorwaarde dat de afstand niet kleiner wordt dan de bestaande afstand tot de zijdelingse perceelsgrens, of;
    • 2. tot de achterste perceelsgrens indien de bestaande cultuurhistorische waarden of de bebouwingskarakteristiek van de omgeving niet worden aangetast, of;
    • 3. tot de zijdelingse perceelsgrens indien het bouwperceel smaller dan 16 meter is en op een kortere afstand tot de achterste perceelsgrens indien het bouwperceel minder diep is dan 20 meter.
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde genoemd in lid 24.2.2 onder h. voor de voor het bouwen van een bijbehorend bouwwerk op een kortere afstand tot de zijdelingse perceelsgrens indien:
    • 1. de bestaande cultuurhistorische waarden of de bebouwingskarakteristiek van de omgeving niet worden aangetast, of;
    • 2. de bestaande afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens reeds kleiner is dan 5 meter, onder de voorwaarde dat de afstand niet kleiner wordt dan de bestaande afstand tot de zijdelingse perceelsgrens.
24.5 Specifieke gebruiksregels
24.5.1 Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf

De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien:

  • a. de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf niet groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning, tot een maximum van 40 m², inclusief bijbehorende bouwwerken;
  • b. de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf , maximaal 40 m2 bedraagt, indien het beroep of bedrijf aan huis in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk wordt uitgeoefend;
  • c. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 van de Lijst van Bedrijven functiemenging en bedrijfsactiviteiten waarvoor geen omgevingsvergunning voor de activiteit milieu is vereist;
  • d. er geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • e. in afwijking van het gestelde onder a. mag, indien de vloeroppervlakte van de woning groter is dan 150 m2, de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of - bedrijf maximaal 60 m², inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken, bedragen;
  • f. in afwijking van het gestelde onder b. mag, indien de vloeroppervlakte van het vrijstaande bijbehorende bouwwerk groter is dan 100 m², de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf maximaal 60 m2 bedragen.
24.5.2 Bed & breakfast
  • a. De uitoefening van een bed & breakfast in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien de hoofdbewoner minimaal 50% van de woning in gebruik houdt voor wonen.
  • b. Het is toegestaan dat de bed & breakfast functie wordt uitgeoefend in vrijstaande bijbehorende bouwwerken, het bepaalde genoemd in artikel 24.5.1 onder b en f is dan tevens van toepassing.
24.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 24.5.1 onder c voor bedrijfsactiviteiten in categorie B2 van de Lijst van Bedrijven functiemenging, indien en voorzover deze naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kunnen worden gelijk te zijn aan categorie A of B1 van de Lijst van Bedrijven functiemenging.

24.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Wonen-1 waar dit met een aanduiding 'wro-wijzigingsgebied 3' is aangegeven wijzigen in de bestemming Recreatie zoals omschreven in artikel 16.