direct naar inhoud van Artikel 25 Wonen - 2
Plan: Haarzuilens
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0344.BPHAARZUILENS-0401

Artikel 25 Wonen - 2

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen met de daarbij behorende tuinen en erven en in samenhang daarmee voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen of -bedrijven dan wel een bed & breakfast.

25.2 Bouwregels

Op of in de in lid 25.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd onder de volgende voorwaarden:

25.2.1 hoofdgebouwen
  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd.
  • b. de bouwhoogte en goothoogte van het hoofdgebouw mogen niet meer bedragen dan de bestaande goothoogte en bouwhoogte, tenzij anders is aangegeven;
  • c. de bestaande kapvorm of afdekking moet worden gehandhaafd;
  • d. bestaande hoofdgebouwen die niet voldoen aan het bepaalde genoemd onder a t/m c mogen worden gehandhaafd en vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet worden vergroot.
25.2.2 Bijbehorende bouwwerken
  • a. aangebouwde bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend achter de achtergevel van het hoofdgebouw worden gebouwd;
  • b. de breedte van de aangebouwd bijbehorend bouwwerk bedraagt maximaal de breedte van het hoofdgebouw;
  • c. de diepte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk aan het hoofdgebouw mag, gemeten vanuit de achtergevel van het hoofdgebouw niet meer dan 3 meter bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk mag niet meer bedragen dan de hoogte van het vloerpeil van de eerste verdieping, vermeerderd met 0,30 meter;
  • e. vrijstaande bijbehorende bouwwerken op percelen zoals opgenomen in de Lijst van Monumenten en waardevolle panden behorend bij deze regels (bijlage 2) mogen uitsluitend achter de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw worden gebouwd;
  • f. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 3 meter bedragen; indien het vrijstaande bijbehorende bouwwerk wordt afgedekt met een kap mag de maximale bouwhoogte niet meer dan 4,5 meter bedragen;
  • g. de afstand van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot de zijdelingse perceelsgrens dient minimaal 1 meter te bedragen;
  • h. de afstand van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk tot een hoofdgebouw (inclusief aangebouwd bijbehorend bouwwerk) dient minimaal 2 meter te bedragen;
  • i. de maximale oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken mag ten hoogste 50% bedragen van het perceel, niet zijnde bouwvlak, tot een oppervlakte van ten hoogste 50 m²;
  • j. bestaande bijbehorende bouwwerken die niet voldoen aan het bepaalde genoemd onder a t/m i mogen worden gehandhaafd en vernieuwd, maar de afwijkingen mogen niet vergroot.
25.2.3 bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. op de gronden die vóór de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw zijn gelegen, mogen uitsluitend erf- en perceelafscheidingen met een hoogte van niet meer dan 1 meter worden gebouwd. De bouwhoogte van de overige erf- en perceelafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter;
  • b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan:
    • 1. 6 meter voor palen en masten;
    • 2. 3 meter voor de overige.
25.2.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. handhaving van de stedenbouwkundige aspecten;
  • b. handhaving en versterking van de landschappelijke en/of ecologische aspecten;
  • c. de bescherming van milieukundige aspecten in het gebied;
  • d. handhaving van de cultuurhistorische aspecten;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van naastgelegen percelen.
25.2.5 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders mogen bij een omgevingsvergunning van het bepaalde genoemd in lid 25.2.2 onder c voor het bouwen van een aanbouw die dieper is dan 3 meter indien dit vanwege de cultuurhistorische waarden en/of om architectonische redenen gewenst is.

25.3 Specifieke gebruiksregels
25.3.1 Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf

De uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien:

  • a. de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf niet groter is dan 1/3 deel van het vloeroppervlak van de woning, tot een maximum van 40 m², inclusief bijbehorende bouwwerken;
  • b. de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf , maximaal 40 m2 bedraagt, indien het beroep of bedrijf aan huis in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk wordt uitgeoefend;
  • c. het, in geval van bedrijfsactiviteiten, bedrijfsactiviteiten betreft in maximaal categorie A of B1 van de Lijst van Bedrijven functiemenging en bedrijfsactiviteiten waarvoor geen omgevingsvergunning voor de activiteit milieu is vereist;
  • d. er geen sprake is van verkeersaantrekkende activiteiten die kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
  • e. in afwijking van het gestelde onder a. mag, indien de vloeroppervlakte van de woning groter is dan 150 m2, de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of - bedrijf maximaal 60 m², inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken, bedragen;
  • f. in afwijking van het gestelde onder b. mag, indien de vloeroppervlakte van het vrijstaand bijbehorend bouwwerk groter is dan 100 m², de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of -bedrijf maximaal 60 m2 bedragen.
25.3.2 Bed & breakfast
  • a. De uitoefening van een bed & breakfast in samenhang met wonen is uitsluitend toegestaan indien de hoofdbewoner minimaal 50% van de woning in gebruik houdt voor wonen.
  • b. Het is toegestaan dat de bed & breakfast functie wordt uitgeoefend in vrijstaande bijbehorende bouwwerken, het bepaalde genoemd in artikel 25.3.1 onder b en f is dan tevens van toepassing.
25.3.3 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 25.3.1 onder c voor bedrijfsactiviteiten in categorie B2 van de Lijst van Bedrijven functiemenging, indien en voorzover deze naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kunnen worden gelijk te zijn aan categorie A of B1 van de Lijst van Bedrijven functiemenging.