direct naar inhoud van 4.2 Inspraakreacties
Plan: Kern Linschoten
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0335.BPKernLinschoten-VA03

4.2 Inspraakreacties

Het voorontwerpbestemmingsplan heeft van 18 november tot en met 29 december 2010 ter inzage gelegen. In deze periode hebben ingezetenen hun reactie gegeven op het plan. Daarnaast is op 1 december 2010 ook een openbare inloopavond georganiseerd. Tot slot heeft de gemeente op verzoek van de Kamer van Koophandel op 11 januari 2011 een extra informatieavond georganiseerd voor de bedrijven in Linschoten. De bedrijven zijn in de gelegenheid gesteld om voor 31 januari een reactie op het voorontwerpbestemmingsplan in te dienen. In deze paragraaf zijn de inspraakreacties samengevat en van beantwoording voorzien. Vanwege de plicht tot anonimisering zijn de namen van de insprekers niet in deze paragraaf opgenomen.

1.

Samenvatting

  • 1. De dubbelbestemming 'Waterstaat' die tot aan de woningen van De Beide Vlooswijkenlaan is gelegen is volgens inspreker niet juist omdat waterstaat geen eigenaar is van de gronden achter de huizen. Verzocht wordt de plankaart aan te passen en alleen de dijk te voorzien van de dubbelbestemming 'Waterstaat'.
  • 2. Dat het voorontwerpbestemmingsplan alleen ter inzage op het stadskantoor van Montfoort ligt toont volgens inspreker aan dat de gemeente Monfoort in gebreke blijft op het gebied van communicatie. Ook wordt in de toegezonden brief niet duidelijk weergegeven hoe je de tekening kunt vinden op www.ruimtelijkeplannen.nl.

Beoordeling

  • 1. De positie van de dubbelbestemming 'Waterstaat' is niet gebonden aan de eigendomssituatie van percelen. In het voorliggende geval is over de genoemde percelen aan De Beide Vlooswijkenlaan een regionale waterkering van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden gelegen. Dit betreft een zogenoemde 'waterstaatswerkzone' waarop de Keur van het Hoogheemraadschap van toepassing is. In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het verplicht deze zones in het bestemmingsplan op te nemen.
  • 2. Het bestemmingsplan ligt niet alleen ter inzage op het stadskantoor van de gemeente maar kan ook worden bekeken op de gemeentelijke website en op www.ruimtelijkeplannen.nl. Daarnaast is er op 1 december 2010 een inloopavond in Linschoten georganiseerd waarbij iedereen het plan heeft kunnen inzien en informatie heeft kunnen krijgen over de inhoud van het bestemmingsplan. De gemeente is te allen tijde bereid tot het geven van nadere uitleg over het raadplegen van de informatiebronnen op internet. Indien inspreker problemen heeft met het raadplegen van het bestemmingsplan via internet dan kan contact worden opgenomen met de informatiebalie. Met inachtneming van het bovenstaande is de gemeente van mening dat al het mogelijke is gedaan om volledig te communiceren met de bevolking.

Conclusie

De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

2.

Samenvatting

Verzocht wordt de woning aan de Van Rietlaan 1, welke een aanduiding 'bedrijfswoning' heeft te wijzigen in de bestemmingen 'Wonen' en 'Tuin' conform de bijgevoegde tekening.

Beoordeling

De gemeente heeft in een brief van 16 maart 2010 aan inspreker laten weten dat het perceel bestemd zal worden als burgerwoning omdat deze al jaren niet meer in gebruik is als bedrijfswoning. Dit is per abuis niet gebeurd. Het perceel zal de bestemming 'Wonen' en 'Tuin' krijgen conform het bijgevoegde verzoek.

Conclusie

De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

3.

Samenvatting

  • 1. In het bestand 'Nota van uitgangspunten' is in figuur 2.1 de rode contour één perceel teveel naar de A12 getekend. Op figuur 3.6 loopt de rode contour wel correct langs de bebouwing.
  • 2. Figuur 1.1 in de toelichting van het bestemmingsplan is op dat punt ook niet correct, terwijl figuur 2.3 wel correct is. Verzocht wordt de juiste rode contour op te nemen die aan de noordwestzijde door de sloot langs de bebouwing loopt.

Beoordeling

  • 1. De constatering van inspreker is juist. De Nota van uitgangspunten wordt echter niet meer aangepast omdat deze is vastgesteld. Deze nota heeft overigens ook geen juridische status.
  • 2. De reactie leidt tot aanpassing van figuur 1.1.

Conclusie

De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

4.

Samenvatting

Inspreker verwijst naar de inspraakreactie onder 3, onderschrijft deze bevindingen en verzoekt de gevraagde correcties door te voeren.

Beoordeling

De constatering van inspreker is juist.

Conclusie

De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

5.

Samenvatting

Inspreker verzoekt om een woonbestemming op te nemen ter plaatse van het perceel Korte Linschoten OZ 13. Daarnaast is er een vrachtwageningang die tot 450 m de Korte Linschoten in reikt. Tot slot is het perceel kadastraal anders gesplitst als aangegeven.

Beoordeling

Aan het verzoek van inspreker zal tegemoet worden gekomen. Er zal een bestemming 'Wonen' en 'Tuin' worden opgenomen.

Conclusie

De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

6.

Samenvatting

  • 1. Inspreker verzoekt de erfgrens op het perceel Korte Linschoten WZ 15, 5 m naar voren te bestemmen of dezelfde grens als de bejaardenwoningen op de hoek. Dit in verband met nieuwbouw.
  • 2. Verzocht wordt de bouwhoogte te verhogen in verband met de aanwezigheid van 3 volledige verdiepingen.
  • 3. Tot slot wordt verzocht in het bestemmingsplan op te nemen dat een garage kan worden gebouwd met een mogelijkheid van een kap in verband met toekomstige bouwplannen.

Beantwoording

  • 1. Het bouwvlak van de woning van inspreker is overeenkomstig het vigerende bestemmingsplan 'Noord' ingetekend en volgt de bestaande voorgevelrooilijnen van de woningen langs de Korte Linschoten WZ. Het is vanuit stedenbouwkundig oogpunt niet gewenst de voorgevel 5 m naar voren te trekken omdat de woning ten opzichte van de andere woningen aan deze weg te dicht op de openbare weg komt te staan. De bejaardenwoningen op de hoek van de G. van de Valk Boumanstraat zijn geen referentiekader omdat de afstand ten opzichte van de woning van inspreker te groot is.
  • 2. Voor het bepalen van de bouwhoogte is uitgegaan van de feitelijke situatie en de vigerende bestemmingsplanregeling. Voor de woning van inspreker is een goothoogte van 6 m - conform het vigerende bestemmingsplan - en een bouwhoogte van 9 m - conform de feitelijke situatie - opgenomen. De bouwhoogte van 9 m is voldoende voor een woning met twee bouwlagen en een kap. De woning van inspreker voldoet hieraan.
  • 3. Voor het bouwen van de garage is het niet noodzakelijk een kap te bouwen. Om die reden dienen garages altijd te bestaan uit maximaal één bouwlaag. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen wel worden voorzien van een kap omdat deze een (in)directe binding hebben met de woning. De bouwhoogte bedraagt maximaal 5 m.

Conclusie

De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

7.

Samenvatting

Inspreker constateert dat in het nieuwe plan voor Voorvliet zorgwoningen zijn ingetekend met een bouwhoogte van ten hoogste 12 m. Daarnaast is het bouwvlak verdubbeld ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan. Ten gevolge hiervan wordt het wooncomfort van inspreker benadeeld door verminderd uitzicht, privacy en zon. Daarnaast leidt deze ontwikkeling volgens inspreker tot meer overlast omdat meer woningen worden gebouwd dan in het vigerende plan de bedoeling was.

Beoordeling

De bouwhoogte wordt teruggebracht naar 9 m. De omvang van het bouwvlak blijft er echter gehandhaafd omdat het bouwplan nog niet voldoende concreet is en een flexibele planregeling gewenst is.

Conclusie

De reactie leidt gedeeltelijk tot aanpassing van het bestemmingsplan.

8.

Samenvatting

Inspreker constateert dat in het nieuwe plan voor Voorvliet het bouwvlak is verruimd en de bouwhoogte is verhoogd ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan. Ten gevolge hiervan wordt het wooncomfort van inspreker benadeeld door verminderd uitzicht en licht.

Beoordeling

De bouwhoogte wordt teruggebracht naar 9 m. De omvang van het bouwvlak blijft er echter gehandhaafd omdat het bouwplan nog niet voldoende concreet is en een flexibele planregeling gewenst is.

Conclusie

De reactie leidt gedeeltelijk tot aanpassing van het bestemmingsplan.

9.

Samenvatting

Inspreker is het niet eens met de wijzigingen in het plan Voorvliet omdat de zorgwoningen te fors en te hoog worden.

Beoordeling

De bouwhoogte wordt teruggebracht naar 9 m. De omvang van het bouwvlak blijft er echter gehandhaafd omdat het bouwplan nog niet voldoende concreet is en een flexibele planregeling gewenst is.

Conclusie

De reactie leidt gedeeltelijk tot aanpassing van het bestemmingsplan.

10.

Samenvatting

  • 1. Inspreker verzoekt uitbouwen aan De Beide Vlooswijkenlaan te laten inmeten en mee te nemen in het bouwvlak.
  • 2. Verzocht wordt op nummer 36 de mogelijkheid te bieden voor een carport.

Beoordeling

  • 1. In het voorliggende bestemmingsplan zijn de uitbouwen aan de voorzijde van het hoofdgebouw reeds opgenomen in het bouwvlak. De uitbouwen zijn voorzien van een goothoogte van 3 m. Het bestemmingsplan wordt dan ook niet aangepast.
  • 2. In het vigerende bestemmingsplan 'Rappijnen 1971 3e uitwerking' zijn bij de woningen met de huisnummers 9 t/m 16 en 33 t/m 44 carports aan de voorzijde van het hoofdgebouw toegestaan. Deze regeling zal in het bestemmingsplan worden overgenomen.

Conclusie

De reactie leidt gedeeltelijk tot aanpassing van het bestemmingsplan.

11.

Samenvatting

Inspreker constateert dat in het nieuwe plan voor Voorvliet de bestemming is verruimd. Met de voorgestelde verruiming worden de woonomstandigheden voor omwonenden onacceptabel gedegradeerd. Inspreker is het niet eens met de verruiming van de bouwmogelijkheden en verzoekt dan ook om rekening te houden met de belangen van de omwonenden.

Beoordeling

De bouwhoogte wordt teruggebracht naar 9 m. De omvang van het bouwvlak blijft er echter gehandhaafd omdat het bouwplan nog niet voldoende concreet is en een flexibele planregeling gewenst is.

Conclusie

De reactie leidt gedeeltelijk tot aanpassing van het bestemmingsplan.

12.

Samenvatting

De reactie is gelijkluidend met de reactie onder 3 en 4.

  • 1. In het bestand 'Nota van uitgangspunten' is in figuur 2.1 de rode contour één perceel teveel naar de A12 getekend. Op figuur 3.6 loopt de rode contour wel correct langs de bebouwing.
  • 2. Figuur 1.1 in de toelichting van het bestemmingsplan is op dat punt ook niet correct, terwijl figuur 2.3 wel correct is. Verzocht wordt aan te geven of de gemeente deze mening met inspreker deelt.

Beoordeling

  • 1. De constatering van inspreker is juist. De nota van uitgangspunten wordt echter niet meer aangepast omdat deze is vastgesteld. Deze nota heeft overigens ook geen juridische status.
  • 2. De reactie leidt tot aanpassing van figuur 1.1.

Conclusie

De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

13.

Samenvatting

De reactie is gelijkluidend met de reactie onder 2. Verzocht wordt de woning aan de Van Rietlaan 1, te wijzigen van bedrijfswoning naar burgerwoning.

Beoordeling

De gemeente heeft in een brief van 16 maart 2010 aan inspreker laten weten dat het perceel bestemd zal worden als burgerwoning omdat deze al jaren niet meer in gebruik is als bedrijfswoning. Dit is per abuis niet gebeurd. Het perceel zal de bestemming 'Wonen' en 'Tuin' krijgen.

Conclusie

De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

14.

Samenvatting

Inspreker verzoekt de aangebouwde keuken op het perceel Strick van Linschotenstraat 88 op de plankaart op te nemen.

Beoordeling

De aangebouwde keuken is niet verwerkt op de gemeentelijke ondergrond en staat om die reden niet op de plankaart van het bestemmingsplan. De keuken is echter wel mogelijk op grond van de verleende bouwvergunning en de erfbebouwingsregels in het bestemmingsplan. Daarnaast heeft de ondergrond van het bestemmingsplan geen juridische status. Het plan wordt dan ook niet aangepast.

Conclusie

De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

15.

Samenvatting

Inspreker geeft aan dat bij het bestemmingsplan ter plaatse van de begraafplaats gebruik is gemaakt van oude kadastrale gegevens. Inmiddels heeft er een wijziging plaatsgevonden na aankoop van grond. Verzocht wordt dit aan te passen.

Beoordeling

De kadastrale situatie is inderdaad gewijzigd. Dit zal worden verwerkt in het bestemmingsplan.

Conclusie

De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

16.

Samenvatting

Bestemming Gemengd

  • 1. De bestemming Gemengd wordt toegekend aan de hele Dorpstraat, de kop van de Vaartkade, de kop van de Nieuwe Zandweg en de Jacob Barneveldstraat, terwijl sommige panden alleen maar woonhuizen zijn. Inspreker vraagt zich af waarom deze bestemming zo is toegekend.
  • 2. Deze bestemming Gemengd zou wel moeten worden toegekend aan Vaartkade NZ 21 met bijbehorende opslagplaats in plaats van alleen wonen.
  • 3. Ook het pand Nieuwe Zandweg 4 (kantoor Vluchtelingenwerk) zou de bestemming Gemengd moeten hebben.
  • 4. Figuur 3.6 Gemengde functie in de Nota uitgangspunten komt niet helemaal overeen met verbeelding West voor Raadhuisstraat 6, 8, 10, 12.

Bestemming Groen

Inspreker merkt op dat deze bestemming alleen wordt gegeven aan openbaar groen, waarbij het eigendom van de grond bij de gemeente ligt. De enige uitzondering volgens inspreker is het weitje van Spruit aan de Nieuwe Zandweg. Hier zou de bestemming Tuin moeten worden gebruikt.

Bestemming Horeca

  • 1. Inspreker geeft aan dat Het Wapen van Linschoten en restaurant By Mette ook horecagelegenheden zijn.
  • 2. Het slachthuis Hogewerf 13a is volgens inspreker al jaren geleden gesloopt en is nu een parkeerplaats.

Hoogteaanduidingen

De hoogte-aanduiding van panden zoals aangegeven op de plankaart is niet altijd juist. Het gaat om de volgende panden:

  • 1. het dak van de hervormde kerk is aanzienlijk hoger dan 8 m in de nok;
  • 2. de Wingerd is hoger dan 9 m;
  • 3. de panden Vaartkade ZZ 16, 17, 18, 19 staan nu aangegeven als goothoogte 6 en nokhoogte 9; deze panden zijn echter lager (ongeveer 7 m). Inspreker heeft er bezwaar tegen als die huizen hoger worden en drie woonlagen zouden krijgen.
  • 4. de huizen over de Vaart zijn maximaal 8 m hoog.

Oude Gebouw Timotheusschool

Inspreker geeft aan dat het noodzakelijk is de nieuwe bestemming voor de Timotheusschool vast te leggen. In ieder geval zou het gedeelte langs de Liefhovendijk nu de bestemming Wonen moeten krijgen.

Korte Linschoten Oostzijde

  • 1. De gronden bij Korte Linschoten OZ 18 en Korte Linschoten OZ 19 krijgen volgens inspreker nu in zijn geheel de bestemming Wonen. Inspreker vraagt zich af of het de bedoeling is dat daar in de toekomst meer huizen worden gebouwd.
  • 2. Op de grond bij Korte Linschoten OZ 19 staat nu de spuiterij van Slootweg. Inspreker vraagt zich af of dit perceel niet een bedrijfsbestemming moet krijgen.
  • 3. Het woonhuis Korte Linschoten OZ 13 heeft op de plankaart een bedrijfsbestemming. Inspreker vraagt zich af of dit Wonen kan worden.
  • 4. Het zou volgens inspreker logisch zijn als op Nieuwe Zandweg 21 de huidige bungalow wordt afgebroken en er een dubbel woonhuis wordt teruggebouwd.

Beoordeling

Bestemming Gemengd

  • 1. De bestemming Gemengd is toegekend aan percelen waar volgens de vigerende bestemmingsplannen ook functiemenging mogelijk is. De constatering van inspreker dat op sommige percelen feitelijk alleen woonhuizen zijn is correct. De gemeente wil echter de huidige planologische regeling voortzetten en in de dorpskern ook andere functies dan het wonen toestaan.
  • 2. De zuivelhandel op het perceel Vaartkade NZ 21 zal positief bestemd worden in het bestemmingsplan.
  • 3. Het gebruik van het pand als kantoor is in het bestemmingsplan al positief bestemd door middel van de aanduiding 'kantoor' binnen de bestemming Wonen. De gemeente wil namelijk - overeenkomstig het vigerende bestemmingsplan 'Noord' - ook de mogelijkheid van een woning behouden. Het plan hoeft dan ook niet te worden aangepast.
  • 4. In de nota van uitgangspunten is in figuur 3.6 aangegeven waar de gemengde bestemmingen komen te liggen op basis van een analyse van de vigerende bestemmingsplannen. De beoogde percelen waar inspreker op doelt hebben in het vigerende bestemmingsplan 'Beschermd Dorpsgezicht' de bestemming 'Gemengde bebouwing in twee lagen met bijbehorende erven'. Op deze gronden zijn naast het wonen ook detailhandel en bedrijven toegestaan. Deze regeling is per abuis niet overgenomen in het voorontwerpbestemmingsplan. Het bestemmingsplan zal worden aangepast.

Bestemming Groen

Het weitje van Spruit heeft in het vigerende bestemmingsplan 'Beschermd Dorpsgezicht' de bestemming 'Openbaar groen, plantsoen of berm'. De bestemming 'Groen' is daarom passender dan de bestemming 'Tuin'.

Bestemming Horeca

  • 1. De door inspreker aangegeven horecagelegenheden zijn bestemd als 'Gemengd - 1' vanwege het feit dat op deze locaties functiemenging wenselijk wordt geacht. Horeca is ook mogelijk binnen deze bestemming. Het bestemmingsplan hoeft dan ook niet aangepast te worden.
  • 2. Deze constatering is juist. De betreffende gronden hebben dan ook geen horecabestemming in het voorliggende bestemmingsplan, maar een verkeersbestemming.

Hoogteaanduidingen

  • 1. De hoogte zal worden gewijzigd conform de hoogte in het huidige bestemmingsplan.
  • 2. De hoogte wordt gewijzigd naar 10 m.
  • 3. De bouwhoogte wordt gewijzigd naar 7 m. De goothoogte wordt gewijzigd naar 4 m.
  • 4. Uitgaande van twee bouwlagen met kap wordt 9 m afdoende geacht.

Oude Gebouw Timotheusschool

Het is inderdaad zo dat de Timotheusschool een nieuwe bestemming krijgt. Deze ontwikkeling is echter niet concreet genoeg om in het bestemmingsplan te worden meegenomen.

Korte Linschoten Oostzijde

  • 1. Op de percelen Korte Linschoten OZ 18 en 19 is uitsluitend een bouwvlak opgenomen ter plaatse van de bestaande woningen. Het voorliggende bestemmingsplan biedt geen mogelijkheden om meer woningen mogelijk te maken.
  • 2. De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan. Het bedrijf aan de achterzijde van het perceel op nummer 19 zal worden bestemd als 'Bedrijf'.
  • 3. Aan het verzoek van inspreker zal tegemoet worden gekomen. Er zal een bestemming 'Wonen' en 'Tuin' worden opgenomen.
  • 4. Het bouwplan voor de twee-onder-eenkapwoning wordt meegenomen in het bestemmingsplan.

Conclusie

Het bestemmingsplan wordt naar aanleiding van de reactie gedeeltelijk aangepast.

17.

Samenvatting

Op het perceel Nieuwe Zandweg 21 is de bestemming ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan gewijzigd van 'Groen' naar 'Wonen'. Inspreker heeft op 13 april 2010 een principeverzoek bij de gemeente ingediend om op dit perceel het bouwvlak en de hoogte te wijzigen en een kapsalon te kunnen bouwen. Verzocht wordt dit verzoek mee te nemen in het bestemmingsplan.

Beoordeling

In verband met de aanwezigheid van een woning op dit perceel is de bestemming 'Wonen' opgenomen. Het principeverzoek van inspreker om het bouwvlak en de hoogte te wijzigen wordt meegenomen in het bestemmingsplan.

Conclusie

Het bestemmingsplan wordt aangepast naar aanleiding van de reactie.

18.

Samenvatting

  • 1. Volgens het nieuwe bestemmingsplan is het volgens inspreker niet meer mogelijk om de woning op het perceel Meidoornlaan 36 aan de zijkant uit te bouwen omdat deze is bestemd als 'Tuin'. Aan de andere kant van het woonblok is wel een uitbouw gerealiseerd.
  • 2. Inspreker vraagt zich af wat de plusjes rond de woning betekenen.

Beoordeling

  • 1. In het vigerende bestemmingsplan 'Noord' zijn de gronden naast de woning op het perceel Meidoornlaan 36 bestemd voor 'voor- of zijtuin'. Op deze gronden mogen geen gebouwen worden opgericht. Deze regeling is in het voorliggende bestemmingsplan overgenomen door de bestemming 'Tuin' op te nemen. De constatering dat er aan de andere kant van het woonblok een uitbouw is gerealiseerd is juist. Om die reden kan dan ook aan het verzoek van inspreker worden voldaan. De bestemming 'Tuin' wordt gewijzigd in 'Wonen'.
  • 2. De plusjes rond de woning geeft de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' aan in verband met de aanwezige archeologische verwachtingswaarde. Voor een uitleg van de archeologische verwachtingswaarden in Linschoten wordt verwezen naar de toelichting van het bestemmingsplan (paragraaf 3.3.3 en 6.5) of het gemeentelijke archeologiebeleid.

Conclusie

De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan

19.

Samenvatting

  • 1. Inspreker geeft aan het eens te zijn dat het Dorpshuis niet gemarkeerd is als horecagelegenheid.
  • 2. Op de locatie Voorvliet zal het gebouw met de bestemming 'Gemengd - 2' hoger worden dan de eerder geplande 9 m. Daarnaast zal deze bestaan uit een massief gebouw. Inspreker maakt hier bezwaar tegen. Een dergelijke massieve hoogbouw past volgens inspreker niet in het landelijke karakter van het dorp Linschoten. Ook zal er sprake zijn van verminderd uitzicht en afname van zonlicht.

Beoordeling

  • 1. Het dorpshuis is in het voorontwerpbestemmingsplan bestemd als 'Gemengd - 1'. Op de gronden met deze bestemming is wel horeca toegestaan. Deze bestemming is opgenomen om de functie van het dorpshuis te verruimen in verband met mogelijk toekomstige ontwikkelingen. In het vigerende bestemmingsplan 'Brede School/De Vaart' hebben deze gronden echter uitsluitend een maatschappelijke bestemming. Aangezien de ontwikkeling van de locatie dorpshuis nog niet voldoende concreet is, zal de bestemming weer worden teruggebracht naar de situatie van het vigerende bestemmingsplan. Dit betekent dat de bestemming 'Maatschappelijk' wordt opgenomen. Wel zal een wijzigingsbevoegdheid worden opgenomen om mogelijk toekomstige ontwikkelingen mogelijk te maken.
  • 2. De bouwhoogte wordt teruggebracht naar 9 m. De omvang van het bouwvlak blijft er echter gehandhaafd omdat het bouwplan nog niet voldoende concreet is en een flexibele planregeling gewenst is.

Conclusie

De reactie leidt gedeeltelijk tot aanpassing van het bestemmingsplan.

20.

Samenvatting

  • 1. Het perceel Korte Linschoten OZ 19 is bestemd als 'Wonen'. Inspreker geeft aan dat er op een gedeelte van het perceel bedrijfsmatige activiteiten uitgevoerd worden. Verzocht wordt dit gedeelte als 'Bedrijf' te bestemmen en het aan te laten sluiten bij het achterliggende industrieterrein.
  • 2. Inspreker heeft een tekening bijgevoegd waarop enkele schuren zijn opgenomen. Verzocht wordt deze gebouwen op te nemen in het ontwerpbestemmingsplan.
  • 3. In Bijlage 4 van de regels staat het pand Korte Linschoten OZ 19 aangegeven als dwarshuisboerderij. Dit is volgens inspreker onjuist. Het gaat om een langhuisboerderij. Verzocht wordt dit aan te passen.

Beoordeling

  • 1. De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.
  • 2. De gebouwen van het bedrijf zullen worden opgenomen binnen het nieuw op te nemen bouwvlak binnen de bestemming 'Bedrijf'.
  • 3. De constatering van inspreker is juist. Bijlage 4 zal worden aangepast.

Conclusie

De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

21.

Samenvatting

  • 1. Inspreker geeft aan dat de goothoogte 5 m bedraagt aan de voorzijde van de woning aan De Duiker 123. In het nieuwe bestemmingsplan is een goothoogte van 4,5 m opgenomen. Verzocht wordt dit aan te passen.
  • 2. Inspreker vraagt zich af of de opbouw op de garage, en in andere delen van de wijk waar ook eenzelfde opbouw is gerealiseerd, wel voldoende geregeld is in het bestemmingsplan.
  • 3. Inspreker vraagt of er opgenomen kan worden dat er in de toekomst een erker aan de voorzijde is toegestaan.

Beoordeling

  • 1. De constatering van inspreker is niet juist. Aan de voorzijde van de woning is een goothoogte opgenomen van 6 m, terwijl aan de achterzijde een goothoogte van 4,5 m geldt. Dit in verband met de aanwezigheid van een asymetrische kap. De reactie leidt dan ook niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
  • 2. De bestaande opbouwen in het plangebied vallen binnen de bouwvlakken en zijn voldoende geregeld in het bestemmingsplan.
  • 3. Erkers aan de voorzijde van de woning zijn toegestaan, mits hiervoor aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Deze voorwaarden zijn opgenomen in het artikel 'Tuin'.

Conclusie

De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

22.

Samenvatting

Inspreker geeft aan dat het er op lijkt dat op het perceel Engherzandweg 5 alleen een woonbestemming rust. Er zijn echter een werkplaats, magazijn met bovengelegen kantoor en vrijstaand kantoor aanwezig. Deze opmerkingen gelden ook voor Engherzandweg 2 en 4. In het kader van de vergunning valt het bedrijf onder 'verzorgend ambachtelijk bedrijf' met kantoren. Verzocht wordt deze bedrijven ook in het bestemmingsplan mogelijk te maken zoals ook geldt voor de Dorpstraat.

Beoordeling

De percelen hebben, overeenkomstig het vigerende bestemmingsplan 'Noord', in het voorliggende bestemmingsplan de bestemming 'Wonen'. Daarnaast is de aanduiding 'bedrijf' opgenomen. Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf' zijn ook bedrijven toegestaan uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Het gebruik is om die reden dan ook positief bestemd. Wel wordt opgemerkt dat de aanduiding 'bedrijf' alleen op het bouwvlak is gelegen. Deze aanduiding dient op het gehele perceel te liggen.

Conclusie

De reactie leidt tot gedeeltelijke aanpassing van het bestemmingsplan, de aanduiding 'bedrijf' wordt opgenomen op de perceelsgrenzen.

23.

Samenvatting

  • 1. Voor het perceel Vaartkade ZZ 12 is door inspreker in 2008 een principeverzoek ingediend om het bouwblok te wijzigen. Het plan betreft sloop van de bestaande gebouwen en nieuwbouw van woningen. Verzocht wordt dit plan als wijzigingsbevoegdheid mee te nemen in het bestemmingsplan.
  • 2. Gevraagd wordt of de bestemming Tuin conform de huidige situatie opgenomen kan worden. De bestemming Wonen dient dan gelijk te worden getrokken met de rooilijn van de bestaande woningen en zal dan niet verspringen.

Beoordeling

  • 1. De gemeente is bereid tot het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid ter plaatse van het perceel Vaartkade ZZ 12.
  • 2. In het vigerende bestemmingsplan 'Rapijnen 1971' zijn de door inspreker aangegeven gronden bestemd als achtererf. De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

Conclusie

Het bestemmingsplan wordt aangepast naar aanleiding van deze reactie.

24.

Samenvatting

Inspreker verzoekt het plan zodanig aan te passen dat het bouwvlak van het perceel Korte Linschoten WZ 23 in zuidoostelijke richting wordt vergroot tot aan de erfgrens. Dit om de vrijheid van mogelijke bebouwing in de toekomst niet onnodig te belemmeren.

Beoordeling

Het bouwvlak op het perceel Korte Linschoten WZ 23 is in overeenstemming met het vigerende bestemmingsplan 'Noord'. Dit bouwvlak biedt al enige ruimte om het hoofdgebouw verder uit te breiden. De gronden aan de zij- en achterkant kunnen worden benut voor de bouw van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen. De gemeente wil dit bestaande bouwvlak handhaven.

Conclusie

De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

25.

Samenvatting

  • 1. Inspreker is het niet eens met het ingetekende bestemmingsvlak (GD-2) in de noordhoek van de kruising van de Laan van Rapijnen met de Jacob Barneveldstraat. In principe zou in dit bestemmingsvlak vlakdekkend (100% van het bestemmingsvlak) een 12 m hoge rechthoekig gebouw kunnen worden gerealiseerd. Inspreker is van mening dat dit onacceptabel is voor de direct omwonenden. Het tast de ruimtelijke structuur aan die het dorp zo kenmerkend maakt. De bestemming is strijdig met het uitgestrekte en landelijke karakter langs de Voorvliet en vormt bovendien een optische barrière naar het verder zeer groen ingerichte plan Voorvliet (het tast de zichtlijnen aan).
  • 2. In het (voorontwerp)bestemmingsplan zou naar mening van inspreker met het volgende rekening gehouden moeten worden waardoor een aantal van de bezwaren kunnen worden weggenomen:
    • a. het bestemmingsvlak GD-2 dient uit te worden gesplitst in meer specifieke bestemmingen waarin onder andere de functies wonen, groen, parkeren, tuin etc;
    • b. opnemen van een maximaal bebouwingspercentage, vergelijkbaar met het bestemmingvlak van de Brede Vaart;
    • c. opnemen van een maximale goot- en nokhoogte, vergelijkbaar met de bebouwing parallel en aan de overzijde van de Voorvliet (bijvoorbeeld goothoogte 6 m en nokhoogte 9 m);
    • d. opnemen van bouwvlakken binnen de bestemmingvlakken zodat het open karakter langs de dijk aan de Voorvliet zoveel mogelijk open blijft. Een en ander min of meer in lijn met de bestemmings- en bouwvlakken van de bestemmingen 'Wonen' in het verlengde van de Jacob Barneveldstraat. Het bouwvlak dient ten zuiden te liggen van de lijn die de 'Waterstaat - Waterkering' van het Waterschap aangeeft.
  • 3. De dubbelbestemming Waterstaat - Waterkering (artikel 22) is volgens inspreker onduidelijk en dubbelzinnig beschreven. Het betreft ook de zone langs de Voorvliet. Het feit dat samenvallende bestemmingen ondergeschikt zijn, is volgens inspreker niet terug te lezen in de betreffende bouwregels.
  • 4. De beschrijving in het voorontwerpbestemmingsplan over de verkeerssituatie en parkeerdruk is volgens inspreker geen goede weergave van de realiteit. Er zijn echter regelmatig grote pieken in de parkeerbehoefte, onder andere als gevolg van activiteiten en bijeenkomsten in het zalencentrum De Vaart. De parkeerbehoefte zal alleen maar toenemen met de ontwikkeling van het plan Voorvliet. Deze toename van de parkeerbehoefte komt onvoldoende tot uiting in het voorontwerpbestemmingsplan. Verzocht wordt meer en specifiekere bestemmingsvlakken voor parkeren toe te voegen.

Beoordeling

  • 1. De bouwhoogte wordt teruggebracht naar 9 m. De omvang van het bouwvlak blijft er echter gehandhaafd omdat het bouwplan nog niet voldoende concreet is en een flexibele planregeling gewenst is.
  • 2. Zie de beantwoording onder 1.
  • 3. In de bestemmingsomschrijving van het artikel 'Waterstaat - Waterkering' is aangegeven dat de gronden mede bestemd zijn voor de waterkering. De samenvallende bestemmingen zijn ondergeschikt, omdat in de bouwregels is bepaald dat uitsluitend mag worden gebouwd indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken. Daarnaast mag worden gebouwd indien de bouwactiviteiten het waterkeringsbelang niet onevenredig schaden. Hiermee komt de ondergeschiktheid van de onderliggende enkelbestemming tot uitdrukking.
  • 4. Uit het verkeersonderzoek dat is gedaan blijkt dat het gebied rondom De Vaart een lage parkeerdruk kent. De beoogde ontwikkelingen in het plangebied leiden tot extra parkeerbehoefte. Daarbij worden parkeernormen gehanteerd waaraan dient te voldoen. Bij de vergunningverlening wordt door de gemeente getoetst of aan de parkeernormen wordt voldaan. Het is niet noodzakelijk om specifieke bestemmingsvlakken op te nemen in het bestemmingsplan, omdat voor wat betreft het openbare gebied binnen de bestemmingen 'Verkeer' en 'Verkeer - Woonomgeving' altijd parkeren mogelijk is. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om te parkeren op eigen terrein.

Conclusie

De reactie leidt gedeeltelijk tot aanpassing van het bestemmingsplan.

26.

Samenvatting

  • 1. Inspreker geeft aan dat het helder moet zijn dat een uitbouw van een hoekpand, rekening houdend met de naastliggende schakelwoning, aan bepaalde eisen dient te voldoen. De bewoner van de schakelwoning, het tweede pand vanaf de hoek, kijkt deels al tegen de draagmuur aan van de eigen woning. Indien de uitbouw van het hoekpand te ver gaat, wordt een huis volgens inspreker moeilijker verkoopbaar en kan het planschade oplopen.
  • 2. Inspreker vraagt of ook rekening moet worden gehouden met het openbaar groen als een eigenaar van een hoekpand een vergunning aanvraagt voor een uitbouw aan de achterzijde van de Laan van Rapijnen.

Beoordeling

  • 1. In de 'Nota van Uitgangspunten' die is opgesteld voorafgaand aan het bestemmingsplan Kern Linschoten, is onder meer aangegeven hoe wordt omgegaan met de door inspreker aangegeven 'hoeksituatie' in het voorliggende bestemmingsplan. Bij zijtuinen langs het openbaar gebied hanteert de gemeente Montfoort de regel dat indien bij deze zijtuinen achter het perceel een rij hoofdgebouwen staat (hoeksituatie), de grens van de zone waar erfbebouwing wordt toegelaten nooit voor de voorgevellijn van deze hoofdgebouwen komt. Hiermee worden ongewenste situaties voorkomen. In het bestemmingsplan worden bestaande legale aan- en uitbouwen en bijgebouwen in zijtuinen langs het openbaar gebied overigens wel positief bestemd.
  • 2. Voor het bouwen van een uitbouw aan de achterzijde van het hoofdgebouw hoeft, mits wordt voldaan aan de vergunningvrije bouwregels óf de bouwregels in het bestemmingsplan, geen rekening te worden gehouden met het openbaar gebied. Op de gronden langs de zijkant van het hoofdgebouw gelden wel beperkingen met betrekking tot de ligging langs het openbaar gebied. Gedetailleerde informatie hierover kan worden verkregen bij het bouwloket van de gemeente.

Conclusie

De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

27.

Samenvatting

Inspreker verzoekt de grond achter de percelen van de woningen aan de Molentocht 18 t/m 36 in het bestemmingsplan te wijzigen van openbaar groen naar de bestemming 'Tuin'. Dit zou voor de bewoners de mogelijkheid geven deze grond aan te kopen wat de privacy van de bewoners ten goede komt.

Beoordeling

De gronden zijn niet in eigendom van de betreffende woningen en zijn om die reden bestemd als openbaar gebied.Indien inspreker de grond wil aankopen kan een verzoek worden ingediend bij de gemeente. Het bestemmingsplan hoeft hiervoor niet te worden aangepast.

Conclusie

De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

28.

Samenvatting

Inspreker verzoekt het transport- en reparatiebedrijf op het perceel Van Rietlaan 13-15 geheel te voorzien van milieucategorie 3.1 zodat ook na verkoop andere bedrijven in deze milieucategorie zich mogen vestigen op dit perceel. Op een deel van het perceel zijn in het bestemmingsplan namelijk alleen bedrijven met een milieucategorie 2 toegestaan.

Beoordeling

Aangezien op een gedeelte van het perceel een maximale toelaatbaarheid van milieucategorie 2 geldt in verband met het aangrenzende woonperceel, is het niet mogelijk het gehele perceel te voorzien van milieucategorie 3.1. Wel krijgt het perceel een maatbestemming waardoor het bedrijf niet in bedrijfsvoering wordt beperkt.

Conclusie

De reactie leidt gedeeltelijk tot aanpassing van het bestemmingsplan.

29.

Samenvatting

Inspreker verzoekt het bestemmingsplan op de volgende punten te wijzigen voor wat betreft het perceel Korte Linschoten OZ 13-14:

  • 1. het dubbele woonhuis dient de bestemming Wonen te krijgen;
  • 2. op het gehele perceel dienen bedrijven uit milieucategorie 3.1 toe te worden gestaan zoals nu ook het geval is;
  • 3. het woonhuis 13-14 heeft de status van MIP-pand. Verzocht wordt dit aan te geven op de verbeelding.

Beoordeling

  • 1. Aan de reactie van inspreker wordt tegemoet gekomen. De bestemming wordt gewijzigd in 'Wonen' en 'Tuin'.
  • 2. Aangezien de bestemming van de voormalige bedrijfswoning wordt gewijzigd naar 'Wonen' en 'Tuin' is het niet mogelijk op basis van de richtlijn uit de VNG-publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' een milieucategorie 3.1 over het gehele perceel aan te leggen. Rondom de woning zijn slechts bedrijfsactiviteiten uit categorie 2 toelaatbaar. Daarnaast zijn ook de omliggende woningen bestemd voor 'Wonen' en Tuin'. Om die reden zal een maatbestemming worden opgenomen.
  • 3. De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

Conclusie

De reactie leidt gedeeltelijk tot aanpassing van het bestemmingsplan.

30.

Samenvatting

Inspreker verstrekt gegevens van de huurders op de percelen Laan van Overvliet 9 en 9a.

Beoordeling

Deze bedrijven worden toegevoegd aan de bedrijvenlijst.

Conclusie

De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

31.

Samenvatting

Bedrijfsinventarisatie

Inspreker verzoekt Metaalwerk Arie Belo BV op te nemen in Bijlage 2 bij de toelichting, omdat deze niet op deze lijst voorkomt. Voor Van der Voort lucht en milieu BV geldt dat het bedrijf niet met de volledige naam in de lijst is opgenomen. Verzocht wordt dit te corrigeren.

Milieucategorie

  • 1. De in het voorontwerp opgenomen milieucategoriën zijn volgens inspreker niet afdoende voor de bovengenoemde twee bedrijven. Voor Metaalwerk Arie Belo BV is daarnaast voor een gedeelte van het perceel het bestemmingsplan 'Rapijnen II' van toepassing. Dit plan kent geen milieucategoriën. Het nu opleggen van een milieucategorie betreft volgens inspreker een aanzienlijke beperking aan mogelijkheden. De toegekende milieucategorie heeft een negatief effect op de ontwikkelingsmogelijkheden van de bedrijven en op de verkoopmogelijkheden van de gronden. Verzocht wordt de milieucategoriën aan te passen zodat op de gronden milieucategorie 3.2 mogelijkt wordt gemaakt.
  • 2. Enige ruimte kan volgens inspreker ontstaan door een deel ten zuiden van de bedrijven gelegen bestemming 'Wonen' te wijzigen in 'Tuin'.
  • 3. Verzocht wordt artikel 5.4 dusdanig te wijzigen dat een afwijking plaatsvindt, omdat het nu zo is geformuleerd dat het bevoegd gezag kan afwijken van de geldende milieucategorie. Dit geeft volgens inspreker onvoldoende zekerheid dat dit ook daadwerkelijk gebeurt.

Specifieke aanduiding

  • 1. In de bedrijfsinventarisatie is Van der Voort lucht en milieu BV aangeduid met de aanduiding sb-3. Deze is op de verbeelding onjuist opgenomen.
  • 2. Het onder 1 genoemde bedrijf valt volgens inspreker niet onder SBI-code 5162 zoals opgenomen in de regels. Dit moet zijn 518 met ten hoogste milieucategorie 3.2 zoals aangegeven in de bedrijfsinventarisatie. Verder moeten de SBI-codes 281, 2851, 2852 en 29 met ten hoogste milieucategorie 3.2 opgenomen worden.
  • 3. Het bedrijf Arie Belo BV moet tevens worden aangeduid en hiervoor dienen ook de onder 2 genoemde SBI-codes uit ten hoogste milieucategorie 3.2 voor opgenomen te worden.
  • 4. Het is volgens inspreker een groot nadeel dat SBI-codes worden gekoppeld aan een specifieke aanduiding en het feit dat er op de betreffende gronden in de toekomst alleen bedrijfsactiviteiten mogelijk worden gemaakt die of binnen op de verbeelding aangegeven maximale milieucategorie vallen of onder de genoemde SBI-codes. Dit werkt beperkend bij eventuele nieuwe ontwikkelingen.

Bouwvlak/bouwhoogte / bebouwingspercentage

  • 1. Metaalwerk Arie Belo BV is in het voorontwerp gelegen binnen twee aparte bouwvlakken. De ruimte tussen deze bouwvlakken is zeer groot. Daarnaast lijkt het er op dat een deel van de huidige bebouwing buiten het bouwvlak valt. Verzocht wordt de bouwvlakken bij elkaar te laten aansluiten, dan wel de ruimte tussen de vlakken aanzienlijk te verkleinen.
  • 2. De gronden van Van der Voort lucht en milieu BV hebben een maximale goothoogte van 7 m en een maximale bouwhoogte van 10 m. Het bedrijf heeft in het verleden een schriftelijke bevestiging gekregen dat op het huidige pand een derde bouwlaag gerealiseerd kan worden. Omdat de nu opgenomen bouwhoogte van 10 m technisch niet haalbaar is wordt verzocht dit te verhogen naar 11 m.
  • 3. Verzocht wordt de bouwvlakken waar Arie Belo BV binnen valt te verhogen naar 90%.

Beoordeling

Bedrijfsinventarisatie

De constatering van inspreker is juist. De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.

Milieucategorie

  • 1. Voor het toekennen van de bedrijfsbestemming van het bedrijf is gebruikgemaakt van de gegevens van de milieudienst. Daarnaast wordt een bedrijfscategorie opgenomen op basis van de algemene toelaatbaarheid. Dat het vigerende plan geen milieucategorieën heeft, leidt er niet toe dat dit in het nieuwe plan ook zo moet zijn. De milieuwetgeving is immers in de loop van de jaren aangescherpt. In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient voor alle bedrijvigheid in het gebied een nieuwe belangenafweging te worden gemaakt over de maximale toelaatbaarheid van milieucategorieën. Het bestemmingsplan biedt voor het betreffende bedrijf een positieve bestemming en wordt dan ook niet onnodig beperkt.
  • 2. De bestemming 'Tuin' geldt ook als gevoelige functie. Dit leidt dan ook niet tot aanpassing van de milieuzonering.
  • 3. De reactie leidt niet tot aanpassing van deze afwijkingsbevoegdheid. De regeling is voldoende objectief begrensd en bevat geen onduidelijkheid op basis waarvan burgemeester en wethouders een bedrijf uit een hogere milieucategorie kunnen toestaan. Er zijn geen weigeringsgronden om een bedrijf niet toe te staan, als het qua aard en omvang vergelijkbaar is met de algemene toelaatbaarheid van bedrijvigheid. Daarnaast is het in het kader van een goede ruimtelijke ordening juridisch ook niet mogelijk de bepaling als direct gebruiksrecht op te nemen, omdat hiermee de handhaving en rechtszekerheid van het plan wordt aangetast.

Specifieke aanduiding

  • 1. De constatering van inspreker is juist. De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.
  • 2. De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.
  • 3. De reactie leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan.
  • 4. Zoals eerder aangegeven dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening een milieuzonering in het bestemmingsplan te worden opgenomen. De maatbestemming met koppeling aan de SBI-codes is hiervan een logisch gevolg, omdat andere bedrijven uit de desbetreffende milieucategorie niet zijn toegestaan. Wel kan eventueel gebruik worden gemaakt van de afwijkingsbevoegdheid om bedrijven toe te staan die naar aard en omvang gelijk zijn aan het bedrijf dat voldoet aan de algemene toelaatbaarheid.

Bouwvlak/bouwhoogte / bebouwingspercentage

  • 1. De gronden zijn niet in eigendom van het betreffende bedrijf. Het bouwvlak wordt dan ook niet aangepast.
  • 2. De bouwhoogte wordt aangepast naar 11 m.
  • 3. Het bebouwingspercentage wordt verhoogd naar 85%. Dit is ruim voldoende voor mogelijke uitbreidingsmogelijkheden. Een hoger bebouwingspercentage leidt tot parkeerproblemen. Overigens biedt het vigerende plan beperktere mogelijkheden.

Conclusie

De reactie leidt gedeeltelijk tot aanpassing van het bestemmingsplan.