direct naar inhoud van 4.10 Verkeer en parkeren
Plan: Hofstad III Loerik V
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0321.0340BPHS3BLOERIK5-VAST

4.10 Verkeer en parkeren

In de bereikbaarheidsvisie heeft de gemeente het beeld geschetst van het huidige gebruik van verkeer en vervoer ook voor bedrijventerreinen. De wens bestaat bij de gemeente om het gebruik van fiets en openbaar vervoer te vergroten, maar hier heeft het bestemmingsplan in dit geval geen invloed op.

Verkeer

Een kengetal voor het aantal autoverkeersbewegingen per etmaal voor een Houtens huishouden is 5,7. Hiermee produceren de nieuwe woningen dus ongeveer 2400 bewegingen. In de bestaande wijk zijn 432 woningen gerealiseerd. Dit komt neer op 2500 bewegingen. Verkeer van en naar voorzieningen (basisschool de Vlinder) genereert ongeveer 150 bewegingen. Het totaal bij het begin van het Kamgras en inprikker Het Gras komt dus uit op 5050 bewegingen. CROW-publicaties geven ter indicatie aan dat een intensiteit van 5000 á 6000 mvt/etmaal acceptabel is op een 30 km-u weg (o.a.: ASVV 2004, pag 334). De toekomstige intensiteit past op het Kamgras.

Parkeren

Ten aanzien van parkeren geldt dat er voldoende parkeerplaatsen in het plan worden gerealiseerd. Voor het aantal parkeerplaatsen wordt een gemiddelde norm van 1,6 parkeerplaatsen per woning gehanteerd. Voor het plan gelden bij de volgende woningtypen aan de onderstaande parkeernorm per woning:

  • bejaardenwoning 0,8
  • seniorenwoning 1,2
  • woning klein (> 60-80 m2) 1,3
  • woning middengroot (> 80-120 m2) 1,7
  • woning groot (> 120 m2 bvo) 1,9

Van de parkeerplaatsen die moeten worden aangelegd op basis van de vermelde parkeernormen, moet tenminste 0,3 parkeerplaats als bezoekersparkeerplaats worden aangelegd in de bestemming Verkeer of Groen. Hoe garages en opritten voor de woning meetellen als parkeerplaats, blijkt uit onderstaand overzicht. Bij de vergunningverlening wordt hieraan getoetst. Deze richtlijnen zijn derhalve opgenomen in de regels van het plan (artikel 12).

afbeelding "i_NL.IMRO.0321.0340BPHS3BLOERIK5-VAST_0018.png"

Bij aaneengebouwde woningen met een perceel met de aanduiding “minimale breedte” en vrijstaande en halfvrijstaande woningen moet tenminste één parkeerplaats per woning op eigen terrein worden gerealiseerd.