direct naar inhoud van Artikel 4 Agrarisch - Agrarisch bedrijf
Plan: BUITENGEBIED 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0302.BP01045-vg04

Artikel 4 Agrarisch - Agrarisch bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Agrarisch - Agrarisch bedrijf ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de uitoefening van het agrarisch bedrijf;
  • b. intensieve veehouderij, zowel als hoofdtak als neventak, uitsluitend op de bestemmingsvlakken van de in de tabel in Bijlage 3 genoemde adressen, die op de verbeelding zijn voorzien van de aanduiding "intensieve veehouderij", waarbij geldt dat de oppervlakte die mag worden aangewend voor het houden van intensieve veehouderijdieren niet meer mag bedragen dan de bij dat adres vermelde oppervlakte, waarbij voor het bepalen van de oppervlakte geldt dat de oppervlakte van de stal wordt gemeten aan de buitenzijde van het gebouw (dus inclusief voerpaden, hygiënesluizen enz.);
  • c. niet-grondgebonden agrarische bedrijven, uitsluitend als onderstaand omschreven op de bestemmingsvlakken van de onderstaande adressen zijn toegestaan:
adres   soort bedrijf  
Kleine Kolonieweg 20, Elspeet   paddenstoelenkwekerij  
Harderwijkerweg 174, Hulshorst   chincillafokkerij  

  • d. nevenactiviteiten, uitsluitend als onderstaand omschreven op de bestemmingsvlakken van de onderstaande adressen en uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf', waarbij geldt dat:
    • 1. parkeren ten behoeve van deze functies binnen het bestemmingsvlak moet plaatsvinden;
    • 2. de oppervlakte die mag worden aangewend voor de nevenactiviteiten niet meer mag bedragen dan onderstaand bij dat adres is aangegeven:
adres   activiteit   maximale bouwoppervlakte in m2  
Kleine Kolonieweg 22, Elspeet   theeschenkerij, workshop en verkoop streekeigen producten, waaronder de verkoop van vlees   100  
Hooiweg 157, Elspeet   fouragehandel   in bestaande bebouwing  
Middenweg 34, Elspeet   huifkarverhuur   in bestaande bebouwing  
Krommeweg 6, Nunspeet   hoveniersbedrijf   300  
Harderwijkerweg 461-463, Hulshorst   autohandel   350  
Weideweg 35, Elspeet   zorgboerderij   in bestaande bebouwing  
Bredeweg 110, Hulshorst   hondendagopvang   in bestaande bebouwing  
Elburgerweg 99-101, Nunspeet   dagopvang/zorg   in bestaande bebouwing  
Vuurkuilweg 26, Hulshorst   stalling met ondergeschikte reparatie van caravans   in bestaande bebouwing  
Maatweg 63, Elspeet   stalling drie vrachtwagens   nvt  

en mede bestemd voor:

  • e. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke inpassing van en/of erfbeplanting op agrarische bouwpercelen;
  • f. een kleinschalig kampeerterrein, landschappelijk ingepast, ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein';
  • g. een ijsbaan, ter plaatse van de aanduiding "ijsbaan";

met daarbijbehorende bedrijfsgebouwen, waaronder teeltondersteunende kassen, bedrijfswoningen al dan niet in combinatie met een aan-huis-verbonden beroep en/of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, andere werken, tuinen, erven en agrarische gronden.

4.2 Bouwregels

Op de voor ' Agrarisch - Agrarisch bedrijf ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

4.2.1 Bouwwerken

Voor het bouwen van een bouwwerk geldt dat dit uitsluitend mag worden gebouwd ten behoeve van een reëel of volwaardig agrarisch bedrijf en dat per bestemmingsvlak uitsluitend ten behoeve van één agrarisch bedrijf wordt gebouwd.

4.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van een gebouw gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de clustering van gebouwen als omschreven in het "Aanvullend welstandsbeleid bij nieuwbouw en uitbreiding van agrarische bedrijven in de gemeente Nunspeet", zoals opgenomen in bijlage 4 bij de toelichting;
  • b. gebouwen met een oppervlakte van meer dan 300 m2 mogen uitsluitend worden gebouwd indien geen bedrijfswoning is toegestaan dan wel indien een bedrijfswoning is toegestaan en deze bedrijfswoning of een woning ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering aanwezig is;
  • c. indien in het bestemmingsvlak:
    • 1. een bedrijfswoning aanwezig is, mogen gebouwen niet dichter bij de weg worden gesitueerd dan de aanwezige bedrijfswoning;
    • 2. geen bedrijfswoning aanwezig is, mogen gebouwen niet dichter bij de weg worden gesitueerd dan het dichtst bij de weg gelegen gebouw;
  • d. de goothoogte mag niet meer dan 4,5 m bedragen, tenzij de bestaande goothoogte hoger is, in welk geval de goothoogte ten hoogste de bestaande goothoogte mag bedragen;
  • e. de bouwhoogte van een loop- of ligboxenstal mag niet meer bedragen dan 12 m, met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte van een loop- of ligboxenstal grenzend aan grond met de dubbelbestemming   'Waarde - Randmeerkust' niet meer dan 10 m mag bedragen;
  • f. de bouwhoogte van overige gebouwen mag niet meer dan 10 m bedragen, tenzij de bestaande bouwhoogte hoger is, in welk geval de bouwhoogte ten hoogste de bestaande bouwhoogte mag bedragen;
  • g. de dakhelling mag niet minder dan 15° bedragen, met dien verstande dat:
    • 1. voor een oppervlakte van ten hoogste 100 m2 de dakhelling 0° mag bedragen;
    • 2. indien de bestaande dakhelling lager is, de dakhelling ten minste de bestaande dakhelling mag bedragen;
  • h. voorzieningen ten behoeve van een kleinschalig kampeerterrein mogen uitsluitend worden gerealiseerd ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein' en in de bestaande bebouwing.
4.2.3 Bedrijfswoningen

Voor het bouwen van een bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. per bestemmingsvlak mag niet meer dan 1 bedrijfswoning worden gebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'aantal bedrijfswoningen' het aantal bedrijfswoningen niet meer mag bedragen dan het op de verbeelding aangegeven aantal, waarbij voor het getal 0 geldt dat geen bedrijfswoning is toegestaan;
  • b. een bedrijfswoning mag uitsluitend worden gebouwd, indien tevens bedrijfsgebouwen worden gebouwd ten behoeve van een reële of volwaardige bedrijfsvoering;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende maatvoering' mag een extra bedrijfswoning worden gebouwd met een inhoud van ten hoogste 300 m3;
  • d. de oppervlakte mag niet meer dan 120 m2 bedragen, tenzij de bestaande oppervlakte groter is, in welk geval de oppervlakte ten hoogste de bestaande oppervlakte mag bedragen;
  • e. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 4 m, tenzij de bestaande goothoogte hoger is, in welk geval de goothoogte ten hoogste de bestaande goothoogte mag bedragen;
  • f. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 9 m, tenzij de bestaande bouwhoogte hoger is, in welk geval de bouwhoogte ten hoogste de bestaande bouwhoogte mag bedragen;
  • g. de afstand van een bedrijfswoning ten opzichte van de weg zal ten minste de bestaande afstand bedragen;
  • h. kelders mogen uitsluitend worden gerealiseerd loodrecht onder de bedrijfswoning, inclusief de aangebouwde bijbehorende bouwwerken, tot een diepte van niet meer dan 3,50 m;
  • i. de afstand tot de perceelgrens moet ten minste 3 m bedragen.
4.2.4 Bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning

Voor het bouwen van een bijbehorend bouwwerk bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. een bijbehorend bouwwerk moet worden gesitueerd op een afstand van tenminste 3 m achter de voorgevel van de bedrijfswoning;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag per bedrijfswoning niet meer bedragen dan 75 m2;
  • c. de goothoogte van een bijbehorend bouwwerk mag niet meer dan 3,50 m bedragen, tenzij de bestaande goothoogte hoger is, in welk geval de goothoogte ten hoogste de bestaande goothoogte mag bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk mag niet meer dan 6 m bedragen, tenzij de bestaande bouwhoogte hoger is, in welk geval de bouwhoogte ten hoogste de bestaande bouwhoogte mag bedragen;
  • e. de afstand tot de perceelgrens moet ten minste 3 m bedragen.
4.2.5 Gebouwen ten behoeve van een ijsbaan

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van een ijsbaan gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd, ter plaatse van de aanduiding "ijsbaan";
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen mag ter plaatse van de aanduiding "ijsbaan" ten hoogste 50 m² bedragen;
  • c. de goothoogte van een gebouw mag ten hoogste 3 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van een gebouw mag ten hoogste 6 m bedragen.
4.2.6 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van hooibergen, kunstmest- en/of voedersilo's mag niet meer dan 10 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen die voor de voorgevel van de bedrijfswoning of het verlengde daarvan worden gebouwd mag niet meer bedragen dan 1 m, daarachter 2 m;
  • c. de bouwhoogte van mestsilo's mag niet meer dan 6 m bedragen en van sleufsilo's niet meer dan 3 m;
  • d. de bouwhoogte van palen en masten mag niet meer dan 4 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van omheiningen rond een paardenbak mag niet meer dan 1,8 m bedragen;
  • f. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 10 m bedragen.
4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1 Afwijking

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van verlenen van het bepaalde in:

  • a. 4.2 aanhef 4.2.1 in die zin dat wordt gebouwd ten behoeve van een functie waarvoor afwijking is of wordt verleend als bedoeld in 4.5 , met dien verstande dat dit in overeenstemming is met de in 4.5  genoemde voorwaarden en wordt gebouwd conform de bouwregels;
  • b. 4.2.2 onder d in die zin dat de goothoogte voor bedrijfsgebouwen wordt vergroot tot niet meer dan 6 m, met dien verstande dat dit voor een goede bedrijfsvoering noodzakelijk is en het bebouwingsbeeld daardoor niet onevenredig wordt aangetast;
  • c. 4.2.2  onder e in die zin dat de bouwhoogte van een loop- of ligboxenstal wordt vergroot tot niet meer dan 15 m, met dien verstande dat:
    • 1. de noodzaak daarvan is aangetoond;
    • 2. de grotere bouwhoogte een gunstig effect heeft op het dierenwelzijn;
    • 3. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld zoals vastgelegd in Bijlage 4 bij de toelichting;
  • d. 4.2.2  onder g in die zin dat een afwijkende dakvorm wordt toegepast, met dien verstande dat en voor zover het bebouwingsbeeld daardoor niet onevenredig wordt aangetast;
  • e. 4.2.2 onder h in die zin dat ten behoeve van een kleinschalig kampeerterrein sanitaire voorzieningen mogen worden gebouwd met een oppervlakte van niet meer dan 40 m2;
  • f. 4.2.2 ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij' ten behoeve van het vergroten van de in 4.1 onder b (Bijlage 3) genoemde oppervlakte, waarbij geldt dat:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied' uitsluitend mag worden gebouwd indien dit een gunstig effect heeft op dierenwelzijn;
    • 2. wordt voldaan aan de natuureisen;
    • 3. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • g. 4.2.3 onder i en 4.2.4 onder e in die zin dat de afstand van een gebouw tot de perceelgrens minder bedraagt dan 3 m, met dien verstande dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • h. 4.2.3 onder d in die zin dat de oppervlakte van een bedrijfswoning niet meer dan 140 m2 mag bedragen, met dien verstande dat:
    • 1. het boerderijvormen betreft met cultuurhistorische en/of architectonische waarde en een lage goot- en bouwhoogte;
    • 2. de vergroting van de oppervlakte bijdraagt aan het behoud van de cultuurhistorische waarde;
    • 3. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het bebouwingsbeeld en de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden;
  • i. 4.2.3 onder d in die zin dat de oppervlakte van een bedrijfswoning niet meer dan 140 m2 mag bedragen, met dien verstande dat:
    • 1. de uitbreiding plaatsvindt ten behoeve van inwoning waarvoor afwijking is of wordt verleend als bedoeld in 4.5.1 onder d;
  • j. 4.2.3 onder e ten behoeve van een afwijkende goothoogte bij bebouwing met historische, cultuurhistorische en/of architectonische waarde, met dien verstande dat de goothoogte niet meer zal bedragen dan 6m en de afwijking in ondergeschikte mate voor delen van het gebouw wordt toegepast;
  • k. 4.2.3 onder f in die zin dat de bouwhoogte van een bedrijfswoning wordt vergroot tot niet meer dan 10 m, met dien verstande dat:
    • 1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • l. 4.2.3 onder g in die zin dat een bedrijfswoning dichter naar de weg wordt gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. dit stedenbouwkundig aanvaardbaar is;
    • 2. voor zover het geluidgevoelige functies betreft, wordt gebouwd met inachtneming van het bepaalde in Artikel 39 Algemene bouwregels ;
    • 3. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • m. 4.2.4 onder a in die zin dat een bijbehorend bouwwerk op minder dan 3 m achter de voorgevel van de bedrijfswoning dan wel vóór de voorgevel van de bedrijfswoning wordt gebouwd, met dien verstande dat:
    • 1. dit stedenbouwkundig aanvaardbaar is;
    • 2. voor zover het geluidgevoelige functies betreft, wordt gebouwd met inachtneming van het bepaalde in Artikel 39 Algemene bouwregels ;
    • 3. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • n. 4.2.4 onder b ten behoeve van de gehele of gedeeltelijke vervanging van meerdere bijbehorende bouwwerken waarvan de gezamenlijke oppervlakte meer bedraagt dan 75 m2 door één of meerdere bijbehorende bouwwerken met dien verstande dat:
    • 1. de vervanging bijdraagt aan een aanmerkelijke verbetering van de landschappelijke situatie ter plaatse;`
    • 2. de te vervangen bijbehorende bouwwerken zijn gebouwd ten behoeve van het wonen;
    • 3. met de vervanging een vermindering (sanering) van de oppervlakte plaatsvindt, voor zover die oppervlakte meer bedraagt dan 75 m2 tot een oppervlakte van ten hoogste 50% van hetgeen meer aanwezig is dan 75 m2, met een maximum van 300 m²;
    • 4. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • o. 4.2.6 onder c in die zin dat de bouwhoogte van mestsilo's wordt vergroot tot niet meer dan 8 m, met dien verstande dat dit voor een goede bedrijfsvoering noodzakelijk is en het bebouwingsbeeld daardoor niet onevenredig wordt aangetast.
4.4 Specifieke gebruiksregels
4.4.1 Strijdig gebruik

Tot een met het bestemmingsplan strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden ten behoeve van het vergisten van mest en het verhandelen van de daarbij vrijkomende energie;
  • b. het gebruik van een bedrijfswoning en de daarbijbehorende bijbehorende bouwwerken voor een aan huis verbonden beroep en/of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, met dien verstande dat dit is toegestaan indien:
    • 1. ten hoogste 40% van de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfswoning met de daarbijbehorende bijbehorende bouwwerken wordt gebruikt ten behoeve van het aan huis verbonden beroep en/of de kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, mits deze gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 50 m²,
    • 2. de uitstraling als bedrijfswoning intact blijft;
    • 3. het gebruik geen nadelige gevolgen heeft voor het woon- en leefmilieu;
    • 4. het gebruik geen nadelige gevolgen heeft op de normale ontwikkeling van het verkeer en geen nadelige toename van de parkeerbehoefte veroorzaakt;
    • 5. geen detailhandel wordt uitgeoefend;
    • 6. geen sprake is van reclame-uitingen en buitenopslag;
  • c. het gebruik van een tweede bouwlaag of meer voor het houden van dieren ten behoeve van een intensieve veehouderij;
  • d. het gebruik van gronden ten behoeve van de aanleg van een paardenbak;
  • e. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van bewoning;
  • f. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden;
  • g. het gebruik van een bedrijfswoning ten behoeve van de huisvesting van een tweede of derde huishouden;
  • h. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van nevenactiviteiten gericht op recreatie, educatie en landschapsbeheer, zoals fietsenverhuur, kanoverhuur, boerengolf, boerderijwinkel, ijsboerderij, imkerij, theeschenkerij en zorgboerderij;
  • i. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van ondergeschikte horeca;
  • j. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van de stalling van caravans, campers en boten;
  • k. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van opslag van goederen;
  • l. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van kleinschalige woonwerkcombinaties;
  • m. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een agrarisch hulpbedrijf.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Afwijking

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. 4.4.1 onder d ten behoeve van het gebruik en de bouw van 1 paardenbak voor eigen hobbymatig gebruik, met dien verstande dat:
    • 1. de paardenbak moet zijn gelegen in het bestemmingsvlak;
    • 2. de paardenbak moet zijn gesitueerd achter de voorgevel van de bedrijfswoning;
    • 3. de oppervlakte van de paardenbak niet meer mag bedragen dan 800 m2;
    • 4. daarbij tevens de bouw van palen en masten kan worden toegestaan tot een bouwhoogte van niet meer dan 4 m;
    • 5. de afstand tot een andere woning:
      • niet minder dan 50 m mag bedragen, indien palen en masten ten behoeve van de paardenbak aanwezig zijn;
      • niet minder dan 30 m mag bedragen, indien geen palen en masten ten behoeve van de paardenbak aanwezig zijn;
    • 6. palen en masten ten behoeve van de paardenbak niet zijn toegestaan buiten het bestemmingsvlak;
    • 7. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • b. 4.4.1 onder e ten behoeve van mantelzorg in een bijbehorend bouwwerk of een aparte unit bij een bedrijfswoning, met dien verstande dat:
    • 1. de zorgbehoefte objectief aannemelijk is gemaakt;
    • 2. verzekerd is dat na beëindiging van de mantelzorg het bijbehorend bouwwerk ongeschikt wordt gemaakt voor bewoning ten behoeve waarvan een overeenkomst wordt gesloten;
    • 3. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de verkeerssituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • c. 4.4.1 onder f ten behoeve van bed & breakfast, met dien verstande dat:
    • 1. bed & breakfast uitsluitend mag plaatsvinden in een legaal aanwezige bedrijfswoning, waarbij geldt dat ook de deel van een (voormalige) boerderij wordt geacht deel uit te maken van de bedrijfswoning;
    • 2. de gezamenlijke oppervlakte voor bed & breakfast niet meer mag bedragen dan 40% van de gebruiksoppervlakte van de bedrijfswoning en tevens niet meer dan 120 m², waarbij onder de oppervlakte voor bed & breakfast worden begrepen:
      • slaapkamers;
      • bad-, douche- en toiletruimten, die niet gedeeld worden met bewoners;
      • een gemeenschappelijke ruimte van niet meer dan 30 m2;
    • 3. niet meer dan vier slaapkamers met elk maximaal twee bedden (exclusief kinderbedjes) zijn toegestaan;
    • 4. een kookvoorziening niet is toegestaan;
    • 5. de maximum verblijfsduur per recreant niet meer dan tien dagen achtereen mag bedragen;
    • 6. parkeervoorzieningen op eigen terrein moeten worden gerealiseerd, waarbij geldt dat het aantal parkeerplaatsen ten minste gelijk dient te zijn aan het aantal slaapkamers dat voor bed & breakfast wordt aangewend;
    • 7. bed & breakfast uitsluitend mag worden geëxploiteerd door de bewoner(s) van de bedrijfswoning;
    • 8. in geval van een dubbelbestemming 'Waarde - Landgoed' mag bed and breakfast ook worden uitgeoefend in een bijbehorend bouwwerk;
    • 9. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden, het straatbeeld, de verkeerssituatie, de ontwikkelingsmogelijkheden van nabij gelegen bedrijven en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • d. 4.4.1 onder g in die zin dat een bedrijfswoning wordt gebruikt voor meer dan één huishouden ten behoeve van inwoning, met dien verstande dat:
    • 1. deze afwijking uitsluitend wordt toegepast ten behoeve van de huisvesting van een tweede of derde (huishouden van een) persoon;
    • 2. de bestaande bouwmassa van de bedrijfswoning niet wordt vergroot en er geen sprake is van splitsing in meerdere woningen;
    • 3. er sprake blijft van één hoofdtoegang en één aansluiting op de verschillende nutsvoorzieningen en er geen toename van het aantal inritten naar het perceel plaatsvindt;
    • 4. er geen sprake is van kadastrale splitsing van het perceel;
  • e. 4.4.1  onder h ten behoeve van nevenactiviteiten gericht op recreatie, educatie en landschapsbeheer, zoals fietsenverhuur, kanoverhuur, boerengolf, boerderijwinkel, ijsboerderij, imkerij, theeschenkerij en zorgboerderij, met dien verstande dat:
    • 1. de nevenactiviteiten uitgevoerd dienen te worden door degene die het agrarisch bedrijf uitoefent, onderdeel dienen uit te maken van de algehele agrarische bedrijfsvoering en ondergeschikt dienen te zijn aan de agrarische activiteiten;
    • 2. voor zover producten worden verkocht - al dan niet voor consumptie ter plaatse - het in hoofdzaak producten moeten betreffen die op het agrarisch bedrijf zijn vervaardigd, waarbij de oppervlakte die voor verkoop wordt aangewend niet meer dan 50 m2 mag bedragen;
    • 3. de nevenactiviteiten uitsluitend mogen worden uitgeoefend in bestaande gebouwen, tenzij een omgevingsvergunning in de zin van 4.3.1 onder a is verleend, met dien verstande dat de oppervlakte die voor de nevenactiviteiten wordt aangewend niet meer mag bedragen dan 25% van de bestaande bebouwde oppervlakte (exclusief de oppervlakte van de bedrijfswoning met bijbehorende bouwwerken) met een maximum van 500 m2, dan wel, indien het bestemmingsvlak grenst aan grond met dubbelbestemming 'Waarde - Randmeerkust' en/of de aanduiding 'ehs' een maximum van 350 m2, waarbij in beide gevallen geldt dat bij landschappelijke verbetering, hetgeen moet blijken uit een door burgemeester en wethouders goed te keuren erfinrichtingsplan, voor niet meer dan 200 m2 vervangende nieuwbouw of verbouw mag plaatsvinden;
    • 4. buitenopslag niet is toegestaan;
    • 5. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden, de verkeersveiligheid, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • f. 4.4.1 onder i ten behoeve van ondergeschikte horeca, met dien verstande dat:
    • 1. er sprake is van routegebonden recreatie (wandelen, paardrijden, fietsen);
    • 2. de oppervlakte niet meer bedraagt dan 50 m2;
    • 3. beperkte openstelling voor partijen en feesten onder voorwaarden kan worden toegestaan;
    • 4. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden, verkeersveiligheid, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • g. 4.4.1 ten behoeve van de inpandige stalling van caravans, campers en boten als nevenactiviteit, mits de oppervlakte niet meer bedraagt dan 1.000 m2, met dien verstande dat:
    • 1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de verkeersveiligheid, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • h. 4.4.1 onder k ten behoeve van de inpandige opslag van naar hun aard statische goederen, mits de oppervlakte niet meer bedraagt dan 500 m2, met dein verstande dat:
    • 1. buitenopslag niet is toegestaan;
    • 2. bedrijfsgebouwen ten behoeve van opslag niet zijn gelegen ter plaatse van de aanduiding 'ehs';
    • 3. detailhandel niet is toegestaan;
    • 4. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden, de verkeersveiligheid, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • i. 4.4.1onder m ten behoeve van een agrarisch hulpbedrijf, met dien verstande dat:
    • 1. de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 500 m2 dan wel, indien het bestemmingsvlak grenst aan grond met dubbelbestemming 'Waarde - Randmeerkust' en/of de aanduiding 'ehs' niet meer dan 350 m2, waarbij in beide gevallen geldt dat bij landschappelijke verbetering, hetgeen moet blijken uit een door burgemeester en wethouders goed te keuren erfinrichtingsplan, voor niet meer dan 200 m2 vervangende nieuwbouw of verbouw mag plaatsvinden.
4.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
4.6.1 Vergunningsplicht

Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:

  • het vellen of rooien van houtopstanden, houtwallen, singels, bomenrijen, boomgroepen en bos.
4.6.2 Uitzondering

Het bepaalde in 4.6.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden die;

4.6.3 Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk en werkzaamheden als bedoeld in 4.6.1 kan slechts worden verleend, met dien verstande dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden van de gronden.

4.7 Wijzigingsbevoegdheid
4.7.1 Wijziging

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en:

  • a. de bestemming wijzigen in de bestemming 'Agrarisch - Kwekerij' of 'Agrarisch - Paardenhouderij', mits aannemelijk is gemaakt dat de wijziging plaatsvindt ten behoeve van een reëel of volwaardig bedrijf en met dien verstande dat:
    • 1. wijziging in de bestemming 'Agrarisch - Kwekerij' uitsluitend wordt toegepast indien de grond grenst aan de dubbelbestemming ' Waarde - Overgangszone ' of ' Waarde - Jonge heideontginning ' heeft;
    • 2. het terrein landschappelijk wordt ingepast;
    • 3. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden, de verkeersveiligheid, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • b. de bestemming wijzigen in de bestemming 'Wonen' en de aansluitende gebiedsbestemming(en) en:
    • 1. daarbij bij sloop van bedrijfsbebouwing de volgende regeling hanteren, indien het agrarische bedrijf is of wordt beëindigd dan wel geen sprake meer is van een reële agrarische bedrijfsvoering:
      • bij sloop van alle maar minimaal 500 m² bedrijfsbebouwing, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'ehs' minimaal 350 m² geldt, mag een woonhuis worden teruggebouwd;
      • bij sloop van alle maar minimaal 1.000 m² bedrijfsbebouwing, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'ehs' minimaal 700 m² geldt, mag een twee aaneen gebouwd woonhuis worden teruggebouwd;
      • bij sloop van alle maar minimaal 1.500 m² bedrijfsbebouwing, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'ehs' minimaal 1.050 m² geldt, mogen twee woonhuizen worden teruggebouwd;
      • bij sloop van alle maar minimaal 2.500 m² bedrijfsbebouwing, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'ehs' minimaal 2.000 m² geldt, mogen twee woonhuizen worden teruggebouwd;
      • er een inrichtingsplan wordt opgesteld op kosten van de initiatiefnemer en door een in overleg aan te wijzen deskundige;
      • dit geen beperkingen voor omliggende bedrijven oplevert;
      • de overige gronden van het voormalige bestemmingsvlak worden bestemd tot een agrarisch of natuurbestemming;
      • een overeenkomst is gesloten aangaande sloop, inrichting, planschade en instandhouding;
    • 2. indien niet kan worden voldaan aan de voorwaarden opgenomen onder 1., kan de bestemming gewijzigd worden in de bestemming Wonen en aansluitende gebiedsbestemmingen zonder daarbij extra woningen toe te staan;
    • 3. bij toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de "Notitie Ruimtelijke kwaliteit, Functieverandering agrarische bebouwing naar wonen in de gemeente Nunspeet", zoals opgenomen in Bijlage 2 bij de toelichting als toetsingskader van toepassing is;
    • 4. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden, de verkeersveiligheid, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • c. de bestemming op het perceel Elburgerweg 89 te Nunspeet te wijzigen in de bestemming 'Wonen' en de aansluitende gebiedsbestemming(en) met dien verstande dat:
    • 1. deze wijziging uitsluitend wordt toegepast ter plaatse van de aanduiding "wro - zone - wijzigingsgebied 3";
    • 2. bij sloop van bedrijfsbebouwing de volgende regeling wordt gehanteerd, indien het agrarische bedrijf is of wordt beëindigd dan wel geen sprake meer is van een reële agrarische bedrijfsvoering:
      • er mogen twee blokken met aaneengebouwde woonhuizen worden teruggebouwd, te weten één blok met drie woningen en één blok met vier woningen;
      • er een inrichtingsplan wordt opgesteld op kosten van de initiatiefnemer en door een in overleg aan te wijzen deskundige;
      • dit geen beperkingen voor omliggende bedrijven oplevert;
      • de overige gronden van het voormalige bestemmingsvlak worden bestemd tot een agrarisch of natuurbestemming;
      • een overeenkomst is gesloten aangaande sloop, inrichting, planschade en instandhouding;
    • 3. bij toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de "Notitie Ruimtelijke kwaliteit, Functieverandering agrarische bebouwing naar wonen in de gemeente Nunspeet", zoals opgenomen in Bijlage 2 bij de toelichting als toetsingskader van toepassing is;
    • 4. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden, verkeersveiligheid, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • d. ten behoeve van kleinschalige woonwerkcombinaties, zoals kantoor aan huis, kleinschalige vormen van natuur- en landschapsbeheer en -educatie, met dien verstande dat:
    • 1. deze functies dienen te worden uitgeoefend binnen de bestaande bebouwing, waarbij de bedrijfsvloeroppervlakte niet meer dan 500 m2 mag bedragen en waarbij geldt dat overige opstallen dienen te worden gesloopt, met uitzondering van de bedrijfswoning en daarbijbehorende bijbehorende bouwwerken;
    • 2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden, de verkeersveiligheid, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • e. de bestemming wijzigen ten behoeve van aan het buitengebied gerelateerde recreatieve functies, maatschappelijke functies, agrarisch aanverwante bedrijvigheid en opslagbedrijven, met dien verstande dat:
    • 1. deze functies dienen te worden uitgeoefend binnen de bestaande bebouwing op een oppervlakte van niet meer dan 1.000 m2, waarbij geldt dat overige opstallen dienen te worden gesloopt, met uitzondering van de bedrijfswoning en de daarbijbehorende bijbehorende bouwwerken;
    • 2. in afwijking van het bepaalde onder 1 bij landschappelijke verbetering -hetgeen moet blijken uit een door burgemeester en wethouders goed te keuren erfinrichtingsplan - vervangende nieuwbouw mag plaatsvinden voor een oppervlakte van niet meer dan 200 m2;
    • 3. van deze bevoegdheid geen gebruik wordt gemaakt indien het bestemmingsvlak grenst aan de dubbelbestemming 'Waarde - Randmeerkust' en/of de aanduiding 'ehs';
    • 4. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden, de verkeersveiligheid, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • f. de bestemming wijzigen in de bestemming 'Natuur - Landschap', met dien verstande dat:
    • 1. het bedrijf is of wordt verplaatst ten behoeve van de (te realiseren) ecologische hoofdstructuur;
    • 2. de ontwikkeling niet mag leiden tot beperkingen voor agrarische bedrijven en op aangrenzende landbouwgronden;
    • 3. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • g. de aanduiding 'intensieve veehouderij' verwijderen, indien en voorzover de intensieve veehouderijactiviteiten feitelijk zijn beëindigd, gedurende geruime tijd geen gebruik is gemaakt van een omgevingsvergunning voor het oprichten, het veranderen of veranderen van de werking of het in werking hebben van een inrichting en de locatie gelet op de ligging ten opzichte van omringende functies (zoals lintbebouwing, ecologische hoofdstructuur of Natura 2000-gebied) uit een oogpunt van natuur en milieu niet geschikt is voor intensieve veehouderij;
  • h. de aanduiding 'aantal bedrijfswoningen' toevoegen ten behoeve van een tweede bedrijfswoning, indien en voor zover is aangetoond dat een tweede bedrijfswoning noodzakelijk is in verband met de veebezetting en het vereiste continue toezicht op het vee, met dien verstande dat:
    • 1. de gezamenlijke arbeidsbehoefte tenminste 2 volwaardige arbeidskrachten omvat;
    • 2. de afstand tussen de tweede bedrijfswoning en een bedrijfsgebouw niet meer dan 25 m bedraagt;
    • 3. sprake blijft van één toegangsweg;
    • 4. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden, de verkeersveiligheid, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • i. de aanduiding 'kampeerterrein' opnemen ten behoeve van een kleinschalig kampeerterrein, met dien verstande dat:
    • 1. sprake is van een reële of volwaardige agrarische bedrijfsvoering;
    • 2. het terrein landschappelijk wordt ingepast;
    • 3. het kleinschalig kampeerterrein is gelegen op een afstand van niet minder dan:
      • 50 m van een woning van derden;
      • 75 m van de bestemming ' Agrarisch - Agrarisch bedrijf ' van een ander agrarisch bedrijf;
      • 500 m van een ander kleinschalig kampeerterrein;
    • 4. de oppervlakte van de aanduiding 'kampeerterrein' niet meer bedraagt dan 1 ha;
    • 5. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke en landschappelijke waarden, de verkeersveiligheid, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.