Plan: | Omgevingsplan Landelijk gebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0301.op0101Landelijkgeb-vs01 |
het omgevingsplan Landelijk gebied met identificatienummer NL.IMRO.0301.op0101Landelijkgeb-vs01 van de gemeente Zutphen;
de geometrisch bepaalde planobjecten als met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
de analoge en digitale voorstelling van de in het omgevingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
beroeps- of bedrijfsmatig verlenen van diensten op administratief, medisch, juridisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee naar de aard gelijk te stellen beroep dat door zijn aard en omvang in een woning zodanig is, dat deze activiteiten in een woning en de daarbij behorende bijgebouwen kunnen worden uitgeoefend waaronder niet wordt begrepen de uitoefening van detailhandel of consumentverzorgende bedrijfsactiviteiten. Onder aan huis verbonden beroepen worden in ieder geval begrepen: architect, advocaat, acupuncturist, beeldhouwer, belastingadviseur, fysiotherapeut, grafisch ontwerpen, huisarts, hypotheekadviseur, (juridisch) adviseur, kunstschilder, makelaar, notaris, psycholoog, tandarts, verloskundigenpraktijk, dierenarts (kleine huisdieren), zakelijke dienstverlening en logopedie;
een afwijking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c van de Wet ruimtelijke ordening;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen;
Gebied in een zone van 250 meter rondom zeer gevoelige natuur in het Gelder natuurnetwerk waar de emissie van ammoniak niet mag toenemen bij uitbreiding van niet-grondgebonden veehouderij;
onderzoek (bureauonderzoek en/of boren en/of geofysisch onderzoek en/of graven en/of begeleiden) verricht door een dienst of instelling dat beschikt over een certificaat als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid van de Erfgoedwet;
de gemeentelijk (beleids)archeoloog of een andere door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg;
de toegekende hoge, middelmatige of lage archeologische verwachting in verband met de kennis en wetenschap van de in dat gebied te verwachten overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
een toegekende archeologische waarde in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het bestemmingsvlak aangeeft, dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald;
een overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt, geen verblijf in verband met seizoensgebonden werkzaamheden of tijdelijke werkzaamheden;
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
activiteit, niet zijnde een aan huis verbonden beroep en/of consumentverzorgende activiteit, gericht op het vervaardigen van producten en/of het leveren van diensten, door de gebruik(st)er van de woning, waaronder ook (verblijfs)recreatieve activiteiten en agrarische, niet zijnde volwaardige, activiteiten worden verstaan;
het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer c.q. exploitatie, dat in de in de regels aangegeven recreatieverblijven daadwerkelijk recreatief verblijf plaatsvindt;
een plan waarin de gewenste ontwikkeling en doelstellingen van een onderneming voor een bepaalde periode zijn vastgelegd en onderbouwd;
een woning die een functionele binding heeft met het bedrijf, de instelling of de inrichting, ten behoeve van beheer van en/of toezicht op het bedrijf, de instelling of de inrichting;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
Besluit van 27 mei 2004, houdende milieukwaliteitseisen voor externe veiligheid van inrichtingen milieubeheer (Besluit externe veiligheid inrichtingen);
een gebouw ten dienste van een groter genot van het gebruik van het hoofdgebouw, zoals garages, hobbyruimten, schuurtjes, bergingen, hobbykasjes, tuinhuisjes en huisdierenverblijven;
een beoordeling van de gevolgen van voorgenomen bouw of aanleg van een houtopstand;
het telen van laan- en sierbomen, vruchtbomen en/of heesters;
een houtig opgaand gewas zowel levend als afgestorven met een stamomtrek van minimaal 55 cm gemeten op 1,30 meter hoogte boven het maaiveld. In geval van meerstammigheid geldt de stamomtrek van de dikste stam. In afwijking van deze minimale stamomtrek van 55 cm geldt geen minimale stamomtrek indien het bomen zijn, geplant op grond van de voorgeschreven herplantplicht en bij bomen als waarvoor algemene regels gelden op grond van dit plan;
stuk grond, hobbymatig beplant met fruitbomen;
de monetaire waarde van een boom zoals getaxeerd volgens de meest recente richtlijnen van de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen;
het geheel van bedrijfsmatig handelen en activiteiten gericht op de intandhouding en ontwikkeling van bestaande en nieuwe bossen ten behoeve van één of meer van de functies natuur, houtproductie, landschap, milieu en recreatie;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergoten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
materiaal ten dienste van bouw-, sloop- en onderhoudswerkzaamheden of van de daarbij betrokken personen, zoals steigers, puinbakken, containers, keetcontainers, verhuisliften, pompinstallaties, ecotoiletten, stenen, cement zand en tegels;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een (natuurramp) of een niet-verwachte gebeurtenis, die ernstige schade veroorzaakt;
het in een bus/ container- /opslagvat op explosieve wijze verbranden van acetyleengas afkomstig van een reactie tussen calciumacetylide (carbid) en water- of gasmengsels met vergelijkbare eigenschappen;
voor de onderbouwing met betrekking tot mitigatie en compensatie wordt een compensatieplan vastgesteld, waarin moet worden ingegaan op de voorwaarden waaronder de ontwikkeling mogelijk is en daarnaast:
overzicht, waarin opgenomen:
maatregelen die worden getroffen in verband met een, op een andere locatie voorkomende, aantasting van kernkwaliteiten van het Gelders Natuurnetwerk of Groene Ontwikkelingszone;
het als eenmanszaak beroepsmatig uitoefenen van een dienstverlenende bedrijvigheid gericht op consumentverzorging, dan wel ambachtelijke bedrijvigheid gericht op consumentenverzorging, geheel of overwegend door middel van handwerk, waarbij de omvang van de activiteiten zodanig is dat, wanneer deze in een woning en de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd en er geen aantasting plaatsvindt van de fysieke leefomgeving. Onder consumentverzorgende bedrijfsactiviteit wordt in ieder geval verstaan: adviesbureau, fotograaf, autorijschool, bloemschikker, decorateur, fietsenreparateur, goud- en zilversmid, hoedenmaker, hondentrimmer, pottenbakker, instrumentenmaker, kaarsenmaker, kantooractiviteiten, klompenmaker, lijstenmaker, loodgieter, meubelmaker, computerservice (o.a. systeembouw/-analyse), schoonheidsspecialiste, kapsalon, traiteur, muziekinstrumentenmaker, zadelmaker, nagelstudio, tv/radio reparateur, reisorganisatie (kleinschalig), koerierdienst, prothesemaker, reparatie van kleine consumentenartikelen (antiek/radio's, TV's/horloges etc.) en glazenwasser;
vuurwerk waarop het Besluit van 22 januari 2002, houdende nieuwe regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk (Vuurwerkbesluit) van toepassing is;
het totaal van mogelijkheden en voorzieningen voor ontspanning of vrijetijdsbesteding op een bepaalde plaats zonder overnachtingsmogelijkheden;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, hieronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
het omzetten van de grond, gemeten vanaf peil met een diepte van minimaal 0,80 meter ten behoeve van agrarisch gebruik;
een bouwkundige constructie van enige omvang die drijft, die op de plaats van bestemming direct of indirect met de grond verbonden is en bedoeld is om ter plaatse te functioneren;
een velling uitsluitend bedoeld als verzorgingsmaatregel ter bevordering van groei van na dunning overblijvende bomen;
Het opwekken van energie door middel van energiebronnen die onbeperkt beschikbaar zijn door het gebruik van het leefmilieu, zoals windenergie, zonne- energie, warmte-energie;
een inrichtingsplan in tekst en kaartbeeld waaruit blijkt hoe de nieuwe ontwikkeling op een streekeigen wijze wordt ingepast in de omgeving, waarbij aandacht wordt besteed aan:
en waarop in ieder geval staat:
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
dagrecreatief medegebruik van gronden zoals wandelen, paardrijden, fietsen, varen, zwemmen en vissen, waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte;
de aan een gebied toegekende waarde in visueel-ruimtelijk en/of cultuurhistorische en/of ecologisch en/of geomorfologisch opzicht;
karakteristieke patronen en structuren op een erf of ensemble van bebouwing en landschapselementen;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;
veehouderij met geiten;
woningen, onderwijsgebouwen, ziekenhuizen en verpleeghuizen, verzorgingstehuizen, psychiatrische inrichtingen, kinderdagverblijven, woonwagenstandplaatsen en ligplaatsen voor woonschepen;
(recreatie)woningen en terreinen ten behoeve van bedrijfsvoeringen waarbij sprake is van biologische teelt van gewassen overeenkomstig de regels van de biologische productiemethoden.
een agrarisch bedrijf, niet zijnde een veehouderij waarbij het telen van gewassen (nagenoeg) volledig in kassen plaatsvindt;
gebied met een samenhangend netwerk van binnen de provincie Gelderland bestaande en te ontwikkelen natuur van internationaal, nationaal en provinciaal belang dat strekt tot de veiligheidstelling van ecosystemen met de daarbij behorende soorten;
Gebied met een andere bestemming dan natuur dat ruimtelijk is vervlochten met de Gelders natuurnetwerk, waaronder weidevogelgebieden en rustgebieden voor winterganzen;
een gebouw bestemd voor recreatief verblijf van groepen van maximaal 50 personen voor ten hoogste 28 aaneengesloten nachten;
de cumulatieve kans per jaar dat ten minste 10, 100 of 1.000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof of gevaarlijke afvalstof betrokken is;
een veehouderijbedrijf dat gericht is op het ontwikkelen van activiteiten, waarbij de productie van meer dan 50% afhankelijk is van het producerend vermogen van de grond waarover het bedrijf in de omgeving van de bedrijfsgebouwen kan beschikken;
onderdeel van een agrarisch bedrijf waarvoor het bedrijf over voldoende agrarische cultuurgrond in de omgeving van de bedrijfsgebouwen om de dieren binnen de veehouderijtak voor meer dan 50% zelf te kunnen voeren;
plan waarin de ondernemer informatie biedt over de grondgebondenheid van het veehouderijbedrijf of de veehouderijtak waarin in ieder geval een overzicht van nabijgelegen gronden waarover een ondernemer langdurig kan beschikken en waarin gerekend wordt met de eenheid kg per gedroogde stof;
het gebruik van grond ten behoeve van agrarische activiteiten in een omvang die niet als bedrijfsmatig kan worden beschouwd;
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
een bedrijf waar overdag en/of in de avonduren dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin logies wordt vertrekt, zoals bijvoorbeeld een café, restaurant, hotel, pension en naar aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie met uitzodering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
één of meer bomen, boomvormers, houtwal, hakhout of ander houtig gewas;
het voortbrengen van hout op bedrijfsmatige wijze door een mee daarop afgestemd duurzaam beheer van bos;
een persoon die of groep personen die die in onderlinge verbondenheid en in vast verband samenleven;
het bewonen van één bestaande woning door twee of meer huishoudens met een gemeenschappelijk gebruik van één of meerdere voorzieningen of (verblijfs)ruimten van die woning en waarbij de woning één hoofdtoegang behoudt en de voorzieningen c.q. (verblijfs)ruimten onderling vrij toegankelijk zijn en de woning het karakter van één woning in visueel opzicht behoudt;
een terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens de inrichting bestemd, om daarop een gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen/het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het afnemers niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;
een gebouw of een complex van gebouwen dat vanwege zijn cultuurhistorische en architectonische waarde in relatie met zijn cultuurhistorisch waardevolle omgeving als waardevol wordt beschouwd; hieronder vallen in ieder geval de T-boerderij en de traditionele Saksische boerderij;
een agrarisch gebouw waarvan de wanden en het dak voornamelijk bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal;
een stuk cultuurgrond (grond in gebruik voor akkerbouw en-of veeteelt) toebehorend aan een agrarisch bedrijf en omgeven door de grond van een ander;
een overdekte, met wanden omsloten, voor mensen toegankelijke ruimte, beneden of tot ten hoogste 0,5 m boven de kruin van de weg, waaraan het bouwperceel is gelegen;
aanwezige en potentiële waarden gebaseerd op de beoogde natuurkwaliteit voor het gebied;
de bestaande en te ontwikkelen kwaliteiten voor het gebied;
een kampeerterrein voor ten hoogste 30 kampeermiddelen;
een gebouw of complex van gebouwen dat vanwege zijn cultuurhistorische, architectonische en monumentale waarde in relatie met zijn cultuurhistorische waardevolle omgeving als waardevol wordt beschouwd;
de aan een gebied toegekende waarde in visueel-ruimtelijk en/of cultuurhistorische en/of ecologische en/of geomorfologisch opzicht;
een vast onderdeel van het landschap, dat bepalend is voor de structuur van het landschap, zoals bijvoorbeeld houtsingel, sloot;
de afzet van PG in m3 per jaar;
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, (kinder)opvang- en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, als ook ondergeschikte detailhandel en ondersteunende horeca ten dienste van deze voorzieningen;
een bedrijf, dat gericht is op het (laten) verzorgen, (laten) stallen, (laten) dresseren en (laten) trainen van paarden en/of pony's ten behoeve van de (recreatieve) ruitersport, waaronder begrepen het (laten) geven van lessen in ruitersport;
de gemeente in kennis stellen van de beoogde plannen waarvoor een meldingsplicht geldt in het omgevingsplan;
functies die beschermd moeten worden tegen milieubelastende activiteiten teneinde een goed verblijfsklimaat te borgen, zoals woningen, ziekenhuizen, scholen en verblijfsrecreatie;
maatregelen die de aantasting van kernkwaliteiten van het Gelders Natuurnetwerk of het de Groene Ontwikkelingszone beperken;
Gebied rondom een historische of monumentale molen met een straal van 400 meter gerekend vanaf het middelpunt van de molen;
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder d van de Wet ruimtelijke ordening;
de aan een gebied eigen zijnde ecologische waarden;
activiteit die in ruimtelijk en bedrijfseconomisch opzicht een ondergeschikt bestanddeel vormen van de totale agrarische bedrijfsactiviteiten;
een veehouderijbedrijf dat hoofdzakelijk is gericht op veehouderij waarvan het voer voor de landbouwhuisdieren voor het grootste gedeelte niet geteeld wordt op de gronden die in de nabijheid van het erf zijn gelegen, en waarop de veehouderij rechten heeft;
onderdeel van een agrarisch bedrijf dat is gericht op niet-grondgebonden veehouderij;
een gebruik gericht op het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten tenminste het bestaande kwaliteitsniveau bereikt;
een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
een vergunning als bedoeld in artikel 3.3. onder b van de Wet ruimtelijke ordening;
een vergunning als bedoeld in artikel 3.3 onder b van de Wet ruimtelijke ordening;
voor verblijf geschikte -al dan niet aan hun oorspronkelijke bestemming onttrokken- voer- of vaartuigen, toer- of stacaravans, kampeermiddelen, pleziervaartuigen, tenten, loodsen, keten en andere soortgelijke verblijfsmiddelen, voor zover bovengenoemde zaken niet als bouwwerken zijn aan te merken;
horeca die ondergeschikt is en gerelateerd is aan een andere, nadere in de regels omschreven (hoofd)functie;
een overkapt bouwwerk, bestaande uit maximaal twee al dan niet tot de constructie behorende wanden;
een omheind terrein waarvan de natuurlijke bovenlaag is vervangen door zand of ander doorlatend materiaal en behoeve van het rijden van paarden;
een agrarisch (verwant) bedrijf voor het bedrijfsmatig fokken, stallen, trainen of africhten van paarden en/of pony's;
bewoning door een persoon of groep van personen van een voor recreatieve bewoning bedoelde ruimte als hoofdverblijf c.q. vaste woon- of verblijfplaats;
woning behorende tot of voorheen behorende tot een agrarisch bedrijf, die door een derde bewoond mag worden als bedoeld in artikel 1.1a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een gebouw dat naar aard en inrichting is bedoeld voor recreatieve bewoning;
de bewoning die plaatsvindt in het kader van recreatief (nacht)verblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben;
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang als of zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden, waaronder in ieder geval worden verstaan een prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
de als bijlage 2 bij deze regels behorende en daarvan deel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen;
het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel, met dien verstande dat niet onder standplaats wordt verstaan:
producten gemaakt met grondstoffen die als streekeigen worden beschouwd en/of volgens streektraditie geteelde producten en/of producten die volgens een specifieke bereidingswijze of receptuur van de desbetreffende regio wordt geproduceerd;
bouwwerken, niet zijnde kassen, die door grondgebonden agrarische bedrijven toegepast worden om de teelt van fruit, bomen, groente of potplanten te bevorderen en te beschermen, hieronder mede begrepen afdekfolies;
kampeerterrein ten behoeve van recreatief verblijf waar jaarrond gekampeerd mag worden;
uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren of in uitvoering geven;
een bedrijf, geheel of gedeeltelijk bestemd voor het fokken en houden van landbouwhuisdieren;
het in de uitoefening van de ambulante handel te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten op een openbare en in de open lucht gelegen plaats of aan huis, met dien verstande dat onder venten niet wordt verstaan:
recreatie in ruimten welke zijn bestemd of gericht voor recreatief nachtverblijf, zoals een recreatiewoning, groepsaccommodatie/logeergebouw, pension, hotel, bed & breakfast, kampeermiddel of trekkershut door personen die hun hoofdwoonverblijf elders hebben;
een perceel grond waarop de gebruiker gewassen teelt voor eigen gebruik;
de naar architectuur, indeling en/of uitstraling meest gezichtsbepalende gevel(s) van een hoofdgebouw, (doorgaans) gekeerd naar de weg of het openbaar gebied;
zoals verstaan onder artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994;
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
het gehuisvest zijn in (een) woning(en);
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
een drijvend bouwwerk, niet (meer) bestemd of ingericht om te varen, doorgaans voorzien van een rechthoekige opbouw, en bestemd voor het wonen;
een vaartuig dat is bestemd en wordt gebruikt voor de vaart en dat wordt gebruikt voor wonen, niet zijnde een drijvend bouwwerk;
een tastbaar object;
nevenactiviteiten die afhankelijk zijn van het zomerseizoen.
een veld met zonnepanelen
een prioritering van locaties die geschikt zijn voor de plaatsing van (grootschalige) installaties voor de opwekking van zonne-energie, zoals de provinciale verordening beoogd.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tot de perceelsgrens
de kortste afstand tussen de perceelsgrens van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk;
de bebouwde oppervlakte
het gezamenlijk oppervlak op een bouwperceel van de gebouwen en uitsluitend die bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die een overdekte ruimte vormen tenminste 1 meter boven peil. Het oppervlak van de laatstgenoemde bouwwerken wordt gemeten door middel van projectie en wel 1 meter boven peil;
de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
de hoogte van een drijvend bouwwerk
de afstand gemeten vanaf het peil tot het hoogste punt van het bouwwerk, met uitzondering van ondergeschikte onderdelen, zoals masten, schoorstenen, antennes, mastkoker en naar aard daarmee gelijk te stellen onderdelen, mits de maximale toegestane bouwhoogte voor de ondergeschikte onderdelen met niet meer dan een meter wordt overschreden. Deze beperking geldt niet voor masten.
de breedte van een drijvend bouwwerk
de afstand gemeten daar waar de constructie van het bouwwerk, inclusief loopranden, stootranden, dakranden, zeemranden, goten en vergelijkbare constructies, het breedst is. Ondergeschikte delen die buiten de constructie steken, zoals rondhouten, roerbladen en boegsprieten en eenvoudig demontabele voorzieningen, worden niet meegerekend.
de lengte van een drijvend bouwwerk
de afstand gemeten daar waar de constructie van het bouwwerk, inclusief loopranden, stootranden, dakranden, zeemranden, goten en vergelijkbare constructies, het langst is. Ondergeschikte delen die buiten de constructie steken, zoals rondhouten, roerbladen en boegsprieten en eenvoudig demontabele voorzieningen, worden niet meegerekend.
de dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
de inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de oppervlakte van een overkapping
tussen de buitenzijde van de afdekking van de overkapping, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van de overkapping;
de tiphoogte van een windturbine
vanaf peil tot aan de uiterste punt van de wiek in hoogste positie;
ondergronds bouwen
Vanaf het bouwkundige peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1 m bedraagt.
Bij de toepassing van het meten van de goothoogte van een bouwwerk worden dakkapellen buiten beschouwing gelaten, behoudens dakkapellen waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 50% van de breedte van het betreffende dakvlak. De goothoogte wordt dan gemeten vanaf het peil tot aan de goot van de dakkapel.
Daar waar op de verbeelding twee of meer bestemmingsvlakken dan wel bouwvlakken dan wel aanduidingsvlakken door middel van de figuur 'relatie' met elkaar zijn verbonden, gelden die bestemmingsvlakken dan wel bouwvlakken dan wel aanduidingsvlakken bij de toepassing van deze regels als één bestemmingsvlak dan wel één bouwvlak dan wel één aanduidingsvlak.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden mogen gebruikt worden voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder teeltondersteunende voorzieningen, ruiter-, fiets- en wandelpaden, voorzieningen als ontsluitings-, parkeer- en groenvoorzieningen, tuinen en erven, met dien verstande dat buiten de aanduiding 'erf' uitsluitend de bestaande bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan, mits anders bepaald in deze regels.
Het is verboden om:
Het is verboden om:
Binnen een afstand van 50 m ten opzichte van gevoelige functies chemische gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting Geesinkweg 2' dienen ingericht en ingericht te blijven conform de landschapsmaatregelen conform het in bijlage 3 opgenomen inrichtingsplan.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - voorwaardelijke verplichting Lansinkweg 2' dienen ingericht en ingericht te blijven conform de landschapsmaatregelen conform het in bijlage 4 opgenomen inrichtingsplan, ten einde te komen tot een goede landschappelijke inpassing van de recreatieve bedrijfsactiviteiten binnen de bestemming 'Recreatie - Bedrijf'.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting Oude Borculoseweg 18' dienen ingericht te blijven ten behoeve van de landschappelijke inpassing conform het in bijlage 5 opgenomen inrichtingsplan, ten einde te komen tot een goede landschappelijke inpassing van de woningen binnen de bestemming 'Wonen' ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting Oude Borculoseweg 18'.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting Driesteek 7' dienen ingericht te blijven ten behoeve van de landschappelijke inpassing conform het in bijlage 6 opgenomen inrichtingsplan, ten einde te komen tot een goede landschappelijke inpassing van de woningen binnen de bestemming 'Wonen' ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting Driesteek 7'.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting Hoveniersweg 16' dienen ingericht te blijven ten behoeve van de landschappelijke inpassing conform het in bijlage 7 opgenomen inrichtingsplan, ten einde te komen tot een goede landschappelijke inpassing van de woningen binnen de bestemming 'Wonen' ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting Hoveniersweg 16'.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - voorwaardelijke verplichting Lochemsweg 32a' dienen ingericht te blijven ten behoeve van de landschappelijke inpassing conform het in bijlage 8 opgenomen inrichtingsplan, ten einde te komen tot een goede landschappelijke inpassing van het agrarisch bedrijf en naastgelegen hoveniersbedrijf binnen de bestemming 'Agrarisch' ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - voorwaardelijke verplichting Lochemseweg 32a'.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting Mettrayweg 2' dienen ingericht te blijven ten behoeve van de landschappelijke inpassing conform het in bijlage 9 opgenomen inrichtingsplan, ten einde te komen tot een goede landschappelijke inpassing van de woningen binnen de bestemming 'Wonen' ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting Mettrayweg 2'.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch - zonneakker' dienen ingericht te blijven ten behoeve van de landschappelijke inpassing conform het in bijlage 26 opgenomen inrichtingsplan, ten einde te komen tot een goede landschappelijke inpassing van de zonneakker.
Bedrijfsgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Uitsluitend de bestaande bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - touwtrekvereniging' is toegestaan.
Bedrijfswoningen en plattelandswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning en plattelandswoning voldoen aan de volgende kenmerken:
Paardenbakken voldoen aan de volgende kenmerken:
Teeltondersteunende voorzieningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
a. | silo's | 8 m; |
b. | overige silo's | 3 m; |
c. | hooibergen | 9 m; |
d. | erfafscheidingen | 3 m; |
e. | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 2,5 m; |
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
Met voorafgaande melding zijn nevenactiviteiten toegestaan, mits:
Met voorafgaande melding is een kleinschalig kampeerterrein toegestaan, mits:
Met omgevingsvergunning zijn nevenactiviteiten toegestaan met een grotere oppervlakte dan 350 m2, mits:
Met omgevingsvergunning kan de woning op een andere locatie worden herbouwd, mits:
Met omgevingsvergunning kan afgeweken worden van de afstand in artikel 3.2.3, mits:
Met omgevingsvergunning is een paardenbak toegestaan, mits:
Met omgevingsvergunning zijn schuilgelegenheden op de gronden buiten de aanduiding 'erf' toegestaan, mits:
De voor 'Agrarisch - Glastuinbouw' aangewezen gronden mogen gebruikt worden voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ruiter-, fiets- en wandelpaden, voorzieningen als ontsluitings-, parkeer- en groenvoorzieningen, tuinen en erven, met dien verstande dat buiten de aanduiding 'erf' uitsluitend de bestaande bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan, mits anders bepaald in deze regels.
Het is verboden om buiten de glasopstanden binnen een afstand van 50 m ten opzichte van gevoelige functies, chemische gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken.
Bedrijfsgebouwen, niet zijnde kassen, voldoen aan de volgende kenmerken:
Kassen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bedrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
1. | de bouwhoogte bedraagt maximaal: | ||
a. | erfafscheidingen | 3 m; | |
b. | afrasteringen ten behoeve van agrarische activiteiten | 1,5 m; | |
c. | overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 2,5 m; |
Met voorafgaande melding zijn nevenactiviteiten toegestaan, mits:
Met omgevingsvergunning zijn nevenactiviteiten toegestaan met een grotere oppervlakte dan 350 m2, mits:
Met omgevingsvergunning kan de woning op een andere locatie worden herbouwd, mits:
Met omgevingsvergunning kan afgeweken worden van de afstand in artikel 4.2.2, mits:
Met omgevingsvergunning is een paardenbak toegestaan, mits:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden mogen gebruikt worden voor onderstaande activiteiten en activiteiten zoals opgenomen in bijlage 11 van de regels:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voorzieningen als ontsluitings-, parkeer- en groenvoorzieningen, wegen en paden, tuinen en erven.
Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, met uitzondering van detailhandel zoals bedoeld in artikel 5.1 onder u.
Bedrijfsgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bedrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
Na voorafgaande melding kan één bedrijf per bestemmingsvlak met minder impact worden gevestigd, mits:
Met omgevingsvergunning kan een ander bedrijf, waaronder ook een maatschappelijke voorziening, worden gevestigd, mits:
Met omgevingsvergunning kan de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde tot maximaal 5 m worden vergroot, mits wordt aangetoond dat zulks voor een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk is.
Met omgevingsvergunning kan de oppervlakte van bedrijfsgebouwen worden vergroot met maximaal 15% tot 250 m2, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het verkleinen van de maximale lpg-doorzet en daarmee samenhangend het verkleinen van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' als bedoeld in artikel 63, indien wordt aangetoond dat het woon- en leefklimaat van de aangrenzende gronden niet verslechtert.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het verplaatsen van het LPG vulpunt en daarmee samenhangend het verplaatsen van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' als bedoeld in artikel 63, indien wordt aangetoond dat het woon- en leefklimaat van de aangrenzende gronden niet verslechtert.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het vergroten van de oppervlakte van bedrijfsgebouwen groter dan 1.000 m2, indien:
De voor 'Gemengd' ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - De Warkense molen' aangewezen gronden mogen gebruikt worden voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voorzieningen als ontsluitings-, parkeer- en groenvoorzieningen, wegen en paden, tuinen en erven.
De voor 'Gemengd' ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - Leestenseweg' aangewezen gronden mogen gebruikt worden voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voorzieningen als ontsluitings-, parkeer- en groenvoorzieningen, wegen en paden, tuinen en erven.
De windmolen mag uitsluitend in zijn gegeven afmetingen in stand worden gehouden, intern worden veranderd en bij calamiteit geheel worden vernieuwd.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
Met omgevingsvergunning kan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - Leestenseweg' een grotere oppervlakte aan bedrijfsgebouwen worden toegestaan met maximaal 15% tot 250 m2, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het vergroten van de oppervlakte bedrijfsgebouwen groter dan 1.000 m2, indien:
De voor 'Horeca' aangewezen gronden mogen gebruikt worden voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voorzieningen als ontsluitings-, parkeer- en groenvoorzieningen, wegen en paden, tuinen en erven.
Bedrijfsgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bedrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
Na voorafgaande melding is een andere vorm van horeca toegestaan, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Met omgevingsvergunning mag de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden vergroot tot maximaal 5 m, mits aangetoond wordt zulks voor een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk is.
Met omgevingsvergunning kan de oppervlakte aan bedrijfsgebouwen worden vergroot met maximaal 15% tot 250 m2, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het vergroten van de oppervlakte bedrijfsgebouwen groter dan 1.000 m2, indien:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen gebruikt worden voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting Bronsbergen 10' dienen ingericht te worden en ingericht te blijven conform de landschapsmaatregelen conform het in bijlage 13 opgenomen inrichtingsplan, ten einde te komen tot een goede landschappelijke inpassing van de woningen binnen de bestemming 'Wonen' ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting Bronsbergen 10'.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
De voor 'Verkeer - Spoor' aangewezen gronden mogen gebruikt worden voor:
met bijbehorende gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
De voor 'Water' aangewezen gronden mogen gebruikt worden voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, dammen en/of duikers, wegen en paden.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voldoen aan de volgende kenmerken:
De voor 'Water - Kanaal' aangewezen gronden mogen gebruikt worden voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, dammen en/of duikers, wegen en paden.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voldoen aan de volgende kenmerken:
De voor 'Water - Rivier' aangewezen gronden mogen gebruikt worden voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, dammen en/of duikers.
Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan een gebruik van gronden ten behoeve van:
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Drijvende bouwwerken voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
Met omgevingsvergunning mag de bouwhoogte, de lengte en/of de breedte van drijvende bouwwerken worden vergroot of verkleind, mits aangetoond wordt dat dit vanuit waterstaatskundige doeleinden mogelijk is en (schriftelijk) advies is verkregen van de waterbeheerder.
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mogen gebruikt worden voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, voorzieningen als ontsluitings-, parkeer- en groenvoorzieningen, wegen en paden, tuinen en erven.
Bedrijfsgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
De bebouwingspercentage bedraagt maximaal 15%.
De afstand van gebouwen tot de bestemmingsgrens bedraagt minimaal 5 m.
Bedrijfsgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bedrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
Bedrijfsgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
De zendmast voldoet aan de volgende kenmerken:
Met voorafgaande melding zijn andere maatschappelijke voorzieningen toegestaan, mits de afwikkeling van het verkeer niet tot verkeersonveilige situaties leidt.
De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - Oosterbegraafplaats' aangewezen gronden mogen gebruikt worden voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, urnenmuren, urnenzuilen, kunstwerken, depot, voorzieningen als ontsluitings-, parkeer- en groenvoorzieningen, wegen en paden, tuinen en erven.
De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - Vordenseweg' aangewezen gronden mogen gebruikt worden voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voorzieningen als ontsluitings-, parkeer- en groenvoorzieningen, wegen en paden, tuinen en erven.
Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
De voor 'Bos' aangewezen gronden mogen gebruikt worden voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting Oude Borculoseweg 3' dienen ingericht en ingericht te blijven ten behoeve van de landschappelijke inpassing conform het in bijlage 14 opgenomen inrichtingsplan, ten einde te komen tot een goede landschappelijke inpassing van de woningen binnen de bestemming 'Wonen' ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting Oude Borculoseweg 3.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
Met omgevingsvergunning kan een gebouw ten dienste van het beheer en het onderhoud van het bosbestand worden gebouwd, mits:
Met omgevingsvergunning kan een voederberging of voederruif voor wild met inachtneming worden gebouwd, mits:
Met omgevingsvergunning kan een schuilgelegenheden ten behoeve van agrarisch natuurbeheer worden gebouwd, mits:
De voor 'Groen' aangewezen gronden mogen gebruikt worden voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, paden en verhardingen en voorzieningen.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting Dennendijk 7' dienen ingericht te worden en ingericht te blijven conform de landschapsmaatregelen conform het in bijlage 15 opgenomen inrichtingsplan, ten einde te komen tot een goede landschappelijke inpassing van de woningen binnen de bestemming 'Wonen' ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting Dennendijk 7'.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting Bronsbergen 10' dienen ingericht te worden en ingericht te blijven conform de landschapsmaatregelen conform het in bijlage 13 opgenomen inrichtingsplan, ten einde te komen tot een goede landschappelijke inpassing van de woningen binnen de bestemming 'Wonen' ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting Bronsbergen 10'.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - voorwaardelijke verplichting Lansinkweg 2' dienen ingericht en ingericht te blijven conform de landschapsmaatregelen conform het in bijlage 4 opgenomen inrichtingsplan, ten einde te komen tot een goede landschappelijke inpassing van de recreatieve bedrijfsactiviteiten binnen de bestemming 'Recreatie - Bedrijf'.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - voorwaardelijke verplichting Lochemseweg 32a' dienen ingericht en ingericht te blijven conform de landschapsmaatregelen conform het in bijlage 8 opgenomen inrichtingsplan, ten einde te komen tot een goede landschappelijke inpassing van de bedrijfsactiviteiten binnen de bestemming 'Bedrijf' met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - hoveniersbedrijf'.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden mogen gebruikt worden voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting Oude Borculoseweg 3' dienen ingericht en ingericht te blijven ten behoeve van de landschappelijke inpassing conform het in bijlage 14 opgenomen inrichtingsplan, ten einde te komen tot een goede landschappelijke inpassing van de woningen binnen de bestemming 'Wonen' ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting Oude Borculoseweg 3'.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting Oude Borculoseweg 18' dienen ingericht te blijven ten behoeve van de landschappelijke inpassing conform het in bijlage 5 opgenomen inrichtingsplan, ten einde te komen tot een goede landschappelijke inpassing van de woningen binnen de bestemming 'Wonen' ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting Oude Borculoseweg 18'.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - voorwaardelijke verplichting Vordenseweg 21-23' dienen ingericht en ingericht te blijven ten behoeve van de landschappelijke inpassing conform het in bijlage 12 opgenomen inrichtingsplan, ten einde te komen tot een goede landschappelijke inpassing van de woningen binnen de bestemming 'Wonen' ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - voorwaardelijke verplichting Vordenseweg 21-23'.
Gebouwen zijn niet toegestaan.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
Met omgevingsvergunning kan een schuilgelegenheden ten behoeve van agrarisch natuurbeheer worden gebouwd, mits:
De voor 'Recreatie - Bedrijf 1' aangewezen gronden mogen gebruikt worden voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voorzieningen als ontsluitings-, parkeer-, speel- en groenvoorzieningen, wegen en paden, tuinen en erven.
Recreatiewoningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Groepsaccommodaties voldoen aan de volgende kenmerken:
Sanitaire voorzieningen ten behoeve van het toeristisch kampeerterrein voldoen aan de volgende kenmerken:
Gebouwen ten behoeve van de opslag voldoen aan de volgende kenmerken:
Voor de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende kenmerken:
Gebouwen ten behoeve van het bedrijfsmatig houden van dieren voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik of laten gebruiken van recreatieverblijven en kampeermiddelen voor permanente bewoning.
In afwijking van het gestelde in artikel 18.3.2 mag de landschapsinrichting op andere wijze plaatsvinden. Hiervoor dient ter goedkeuring een nieuw landschapsinrichtingsplan te worden overlegd waarin dezelfde uitgangspunten worden gehanteerd als het bij dit plan bijgevoegde landschapsinrichtingsplan.
De voor 'Recreatie - Bedrijf 2' aangewezen gronden mogen gebruikt worden voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voorzieningen als ontsluitings-, parkeer-, speel-, sanitair- en groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, wegen en paden, tuinen en erven.
Groepsaccommodatie voldoen aan de volgende kenmerken:
Sanitaire voorzieningen ten behoeve van het toeristisch kampeerterrein voldoen aan de volgende kenmerken:
Gebouwen ten behoeve van de caravanstalling voldoen aan de volgende kenmerken:
Voor de bedrijfswoning gelden de volgende regels:
Bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende kenmerken:
Gebouwen ten behoeve van het bedrijfsmatig houden van dieren/ paardenpension voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik of laten gebruiken van recreatieverblijven en kampeermiddelen voor permanente bewoning.
De voor 'Recreatie - Recreatiewoning' aangewezen gronden mogen gebruikt worden voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voorzieningen als ontsluitings-, parkeer- en groenvoorzieningen, wegen en paden, tuinen en erven.
Binnen elk bestemmingsvlak mag één recreatiewoning worden gebouwd.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
In afwijking van het bepaalde in artikel 20.2.2 voldoet de recreatiewoning ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' aan de volgende kenmerken:
In afwijking van het bepaalde in artikel 20.2.3 voldoet een bijgebouw bij de recreatiewoning ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' aan de volgende kenmerken:
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - Bronsbergen' aangewezen gronden mogen gebruikt worden voor:
met bijbehorende gebouwen, zoals sanitaire voorzieningen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voorzieningen als ontsluitings-, parkeer- en groenvoorzieningen, wegen en paden, tuinen en erven.
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - camping Warnsveld' aangewezen gronden mogen gebruikt worden voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voorzieningen als ontsluitings-, parkeer- sport en spel- en groenvoorzieningen, wegen en paden, tuinen en erven.
Gebouwen ten behoeve van centrale voorzieningen bij een verblijfsrecreatiepark voldoen aan de volgende kenmerken:
Bedrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende kenmerken:
De recreatiewoning ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' voldoen aan de volgende kenmerken:
Bijgebouwen bij de recreatiewoning ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' voldoen aan de volgende kenmerken:
Gebouwen buiten het bouwvlak en buiten de aanduiding 'recreatiewoning' voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
Gebouwen ten behoeve van de gemeenschappelijke voorzieningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Groepsaccommodaties voldoen aan de volgende kenmerken:
Recreatiewoningen en stacaravans voldoen aan de volgende kenmerken:
Bijgebouwen bij recreatiewoningen en stacaravans voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
Met omgevingsvergunning kan een bedrijfswoning met bijgebouwen worden gebouwd, mits:
Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik of laten gebruiken van recreatieverblijven en kampeermiddelen voor permanente bewoning.
De voor 'Recreatie - Volkstuin' aangewezen gronden mogen gebruikt worden voor een volkstuinencomplex met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voorzieningen als ontsluitings-, parkeer- en groenvoorzieningen, wegen en paden, tuinen en erven.
Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan een gebruik van de gronden en bebouwing ten behoeve van overnachting.
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
Met omgevingsvergunning kan ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van recreatie - Scheurweideweg' en 'specifieke vorm van recreatie - Bronsbergen' één volkstuinhuisje per kavel worden toegestaan, mits:
De voor 'Sport' aangewezen gronden mogen gebruikt worden voor:
met bijbehorende gebouwen, tribunes en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voorzieningen als ontsluitings-, parkeer- en groenvoorzieningen, wegen en paden, tuinen en erven.
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
Met omgevingsvergunning kunnen lichtmasten worden gebouwd buiten de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - lichtmasten', mits deze geen onevenredige hinder toebrengen aan milieugevoelige functies in de directe omgeving.
De voor 'Sport - Manege' aangewezen gronden mogen gebruikt worden voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voorzieningen als ontsluitings-, parkeer- en groenvoorzieningen, wegen en paden, sanitaire voorzieningen, speelvoorzieningen, tuinen en erven.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - manege Oostveensepad' zijn bedrijfswoningen niet toegestaan.
Bedrijfsgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bedrijfswoningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende kenmerken:
Paardenbakken voldoen aan de volgende kenmerken;
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Paardenbakken voldoen aan de volgende kenmerken;
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bedrijfswoning voldoet aan de volgende kenmerken:
Bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende kenmerken:
Paardenbakken voldoen aan de volgende kenmerken;
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bedrijfswoning voldoet aan de volgende kenmerken:
Bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning voldoen aan de volgende kenmerken:
Paardenbakken voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
Met omgevingsvergunning kunnen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - manege Lansinkweg' ondergeschikte recreatieve nevenactiviteiten worden gerealiseerd in de vorm van bed & breakfastvoorzieningen, mits:
De voor 'Landgoed' aangewezen gronden mogen gebruikt worden voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voorzieningen als ontsluitings-, parkeer- en groenvoorzieningen, wegen en paden, tuinen en erven.
In afwijking van het bepaalde in artikel 25.1 mogen gronden en gebouwen ten behoeve van het landgoed worden gebruikt onder de voorwaarde dat binnen 24 maanden na verlening van de omgevingsvergunning bouwen uitvoering wordt gegeven aan de aanleg en instandhouding van de landschapsmaatregelen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting Hoekendaal' zoals opgenomen in bijlage 16 bij deze regels, teneinde te komen tot een goede landschappelijke inpassing.
In afwijking van het bepaalde in artikel 25.1 mogen gronden en gebouwen ten behoeve van het landgoed worden gebruikt onder de voorwaarde dat binnen 24 maanden na verlening van de omgevingsvergunning bouwen er voldaan is aan het 'masterplan Poppink' ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting 't Poppink' zoals opgenomen in bijlage 25 bij deze regels, teneinde te komen tot een goede landschappelijke inpassing.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - Baank' mogen gebruikt worden voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voorzieningen als ontsluitings-, parkeer- en groenvoorzieningen, wegen en paden, tuinen en erven.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van kantoor - Baank' mogen gebruikt worden voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voorzieningen als ontsluitings-, parkeer- en groenvoorzieningen, wegen en paden, tuinen en erven.
Woningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bijgebouwen en overkappingen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
Onverminderd het bepaalde in artikel 25.4.1 is herbouw van het hoofdgebouw uitsluitend toegestaan ter plaatse van de bestaande fundering.
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
Woningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bijgebouwen en overkappingen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
Woningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bijgebouwen en overkappingen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
Woningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bijgebouwen en overkappingen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
Vrijstaande woningen, met daarbij behorende aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en overkappingen voldoen aan de volgende kenmerken:
Vrijstaande bijgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal:
In afwijking van het bepaalde in artikel 25.11.3 onder c zijn op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' bouwwerken, geen gebouwen zijnde toegestaan met een maximale bouwhoogte van 3 m.
Woningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bijgebouwen en overkappingen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
Onverminderd het bepaalde in artikel 25.4.1 is herbouw van het hoofdgebouw uitsluitend toegestaan ter plaatse van de bestaande fundering.
Met omgevingsvergunning kan het hoofdgebouw ter plaatse van de aanduiding 'landhuis' op een andere locatie worden herbouwd, mits er op enig punt aansluiting plaatsvindt op de bestaande fundering.
Met omgevingsvergunning zijn bedrijfsmatige activiteiten bij wonen toegestaan, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het splitsen van de woning in meerdere woningen, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 't Velde' ten behoeve van de realisering van een kuuroord of revalidatiecentrum, mits:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden mogen gebruikt worden voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voorzieningen als ontsluitings-, parkeer- en groenvoorzieningen, wegen en paden, tuinen en erven.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting Oude Borculoseweg 18' mogen de gronden en gebouwen ten behoeve van wonen worden gebruikt onder de voorwaarde dat de landschappelijke inpassing conform bijlage 5 in stand blijft.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - voorwaardelijke verplichting Geesinkweg 2' gelden de volgende verplichtingen:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - De Eenhoorn' zijn geen lichtmasten toegestaan.
Woningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bijgebouwen en overkappingen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 2 m.
Onverminderd het bepaalde in artikel 26.3.1 is herbouw van het hoofdgebouw uitsluitend toegestaan ter plaatse van de bestaande fundering.
Woningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bijgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Ondergrondse bouwwerken moeten voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
Woningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Ter plaatse van de aanduiding | Max. opp | Max. inhoud | Max. goothoogte | Max. bouwhoogte | Min./max. aantal bouwlagen | Min./max/ dakhelling |
specifieke bouwaanduiding - 1 | - | 600 m3 | 4,5 m | 10 m | - | - |
specifieke bouwaanduiding - 2 | 425 m2 | 2.000 m3 | 6 m | 12 m | 2/- + kap | 20o/45o |
specifieke bouwaanduiding - 3 | 400 m2 | 1.500 m3 | 3,5 m | 9 m | -/1 + kap | 20o/45o |
specifieke bouwaanduiding - 4 | 300 m2 | 1.000 m3 | 3,5 m | 9 m | -/1 + kap | 40o/60o |
specifieke bouwaanduiding - 5 | 300 m2 | 800 m3 | 3,5 m | 9 m | -/1 + kap | 40o/60o |
specifieke bouwaanduiding - 6 | - | 600 m3 | 4,5 m | 10 m | - | - |
Bijgebouwen en overkappingen voldoen aan de volgende kenmerken:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 1 m.
Woningen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bijgebouwen en overkappingen voldoen aan de volgende kenmerken:
Met voorafgaande melding zijn bedrijfsmatige activiteiten toegestaan, mits:
Met voorafgaande melding is een kleinschalig kampeerterrein toegestaan, mits:
Met omgevingsvergunning kan één of kunnen meer bijgebouwen bij een woning met een gezamenlijke oppervlakte van meer dan 150 m2 worden gebouwd, mits:
Met omgevingsvergunning kan het hoofdgebouw worden herbouwd op een andere locatie met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Met omgevingsvergunning kunnen paardenbakken worden gerealiseerd, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het splitsen van de woning in meerdere woningen, mits:
De voor 'Waarde - Archeologie zeer hoge bekende waarde' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Ten aanzien van het oprichten van nieuwe bebouwing gelden de volgende regels:
Er mag afgeweken van het onder artikel 27.2.1 bepaalde indien:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in artikel 27.2.1 onder a wint het bevoegd gezag advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen onevenredige afbreuk wordt kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja of de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 27.2.1 onder b sub 1 tot en met 4 dienen te worden gesteld.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken en de inrichting van gronden, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat er plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische momenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Onverminderd het in de Erfgoedwet bepaalde is het verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 27.1 genoemde gronden de volgende werken, geen gebouwen zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 27.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waar-en van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 27.4.1 is nodig voor:
Ten aanzien van de in artikel 27.4.1 genoemde omgevingsvergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
Het bevoegd gezag kan aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 27.4.1 voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning, waaronder:
Voordat het bevoegd gezag beslist over het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 27.4.1 wint het bevoegd gezag advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van een omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door het geheel of gedeeltelijk verwijderen van de bestemming 'Waarde - Zeer hoge bekende waarde', indien op basis van nader archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.
De voor 'Waarde - Archeologie hoge bekende waarde' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Ten aanzien van het oprichten van nieuwe bebouwing gelden de volgende regels:
Er mag afgeweken van het onder artikel 28.2.1 bepaalde indien:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in artikel 28.2.1 onder a wint het bevoegd gezag advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen onevenredige afbreuk wordt kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja of de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 28.2.1 onder b sub 1 tot en met 4 dienen te worden gesteld.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken en de inrichting van gronden, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat er plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische momenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Onverminderd het in de Erfgoedwet bepaalde is het verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 28.1 genoemde gronden de volgende werken, geen gebouwen zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 28.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waar-en van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 28.4.1 is nodig voor:
Ten aanzien van de in artikel 28.4.1 genoemde omgevingsvergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
Het bevoegd gezag kan aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 28.4.1 voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning, waaronder:
Voordat het bevoegd gezag beslist over het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 28.4.1 wint het bevoegd gezag advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van een omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door het geheel of gedeeltelijk verwijderen van de bestemming 'Waarde - Hoge bekende waarde', indien op basis van nader archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.
De voor 'Waarde - Archeologie hoge verwachtingswaarde' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Ten aanzien van het oprichten van nieuwe bebouwing gelden de volgende regels:
Er mag afgeweken van het onder artikel 29.2.1 bepaalde indien:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in artikel 29.2.1 onder a wint het bevoegd gezag advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen onevenredige afbreuk wordt kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja of de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 29.2.1 onder b sub 1 tot en met 4 dienen te worden gesteld.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken en de inrichting van gronden, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat er plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische momenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Onverminderd het in de Erfgoedwet bepaalde is het verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 29.1 genoemde gronden de volgende werken, geen gebouwen zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 29.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waar-en van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 29.4.1 is nodig voor:
Ten aanzien van de in artikel 29.4.1 genoemde omgevingsvergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
Het bevoegd gezag kan aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 29.4.1 voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning, waaronder:
Voordat het bevoegd gezag beslist over het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 29.4.1 wint het bevoegd gezag advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van een omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door het geheel of gedeeltelijk verwijderen van de bestemming 'Waarde - Archeologie hoge verwachtingswaarde', indien op basis van nader archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.
De voor 'Waarde - Archeologie middelhoge verwachtingswaarde' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Ten aanzien van het oprichten van nieuwe bebouwing gelden de volgende regels:
Er mag afgeweken van het onder artikel 30.2.1 bepaalde indien:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in artikel 30.2.1 onder a wint het bevoegd gezag advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen onevenredige afbreuk wordt kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja of de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 30.2.1 onder b sub 1 tot en met 4 dienen te worden gesteld
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken en de inrichting van gronden, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat er plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische momenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Onverminderd het in de Erfgoedwet bepaalde is het verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 30.1 genoemde gronden de volgende werken, geen gebouwen zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 30.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waar-en van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 30.4.1 is nodig voor:
Ten aanzien van de in artikel 30.4.1 genoemde omgevingsvergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
Het bevoegd gezag kan aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 30.4.1 voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning, waaronder:
Voordat het bevoegd gezag beslist over het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 30.4.1 wint het bevoegd gezag advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van een omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door het geheel of gedeeltelijk verwijderen van de bestemming 'Waarde - Archeologie middelhoge verwachtingswaarde', indien op basis van nader archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.
De voor 'Waarde - Archeologie lage verwachtingswaarde' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden.
Ten aanzien van het oprichten van nieuwe bebouwing gelden de volgende regels:
Er mag afgeweken van het onder artikel 31.2.1 bepaalde indien:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in artikel 31.2.1 onder a wint het bevoegd gezag advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen onevenredige afbreuk wordt kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja of de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 31.2.1 onder b sub 1 tot en met 4 dienen te worden gesteld.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken en de inrichting van gronden, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat er plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische momenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Onverminderd het in de Erfgoedwet bepaalde is het verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 31.1 genoemde gronden de volgende werken, geen gebouwen zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 31.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waar-en van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 31.4.1 is nodig voor:
Ten aanzien van de in artikel 31.4.1 genoemde omgevingsvergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
Het bevoegd gezag kan aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 31.4.1 voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning, waaronder:
Voordat het bevoegd gezag beslist over het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 31.4.1 wint het bevoegd gezag advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van een omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door het geheel of gedeeltelijk verwijderen van de bestemming 'Waarde - Archeologie lage verwachtingswaarde', indien op basis van nader archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.
De voor 'Waarde - Archeologie IJsselbedding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van archeologische waarden vanwege het feit dat het bekend is dat hier in het verleden de IJssel heeft gelopen.
Ten aanzien van het oprichten van nieuwe bebouwing gelden de volgende regels:
Er mag afgeweken van het onder artikel 32.2.1 bepaalde indien:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in artikel 32.2.1 onder a wint het bevoegd gezag advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen onevenredige afbreuk wordt kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja of de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 32.2.1 onder b sub 1 tot en met 4 dienen te worden gesteld.
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken en de inrichting van gronden, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat er plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische momenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Onverminderd het in de Erfgoedwet bepaalde is het verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 32.1 genoemde gronden de volgende werken, geen gebouwen zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 32.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waar-en van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 32.4.1 is nodig voor:
Ten aanzien van de in artikel 32.4.1 genoemde omgevingsvergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
Het bevoegd gezag kan aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 32.4.1 voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning, waaronder:
Voordat het bevoegd gezag beslist over het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 32.4.1 wint het bevoegd gezag advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van een omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen door het geheel of gedeeltelijk verwijderen van de bestemming 'Waarde - Archeologie IJsselbedding', indien op basis van nader archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en herstel van de windvang van de betreffende molen.
In afwijking van het bepaalde bij de daar voorkomende bestemmingen gelden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' dat niet hoger mag worden gebouwd dan en/of geen hogere opgaande beplanting aanwezig mag zijn dan:
Met omgevingsvergunning kan worden toegestaan dat conform de onderliggende bestemmingen wordt gebouwd en/of beplanting worden aangebracht of in stand houden, mits vooraf advies wordt ingewonnen van de beheerder van de molen en/of een onafhankelijke molendeskundige.
De voor 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de cultuurhistorische, architectonische en landschappelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht.
De beschermde dorpsgezichten staan geregistreerd op een lijst van gemeentelijke beschermde stads- en dorpsgezichten, welke de plaatselijke aanduiding, de datum van de aanwijzing, wijziging dan wel het onherroepelijke wijzigingsbesluit, en een beschrijving van cultuurhistorische waarden bevat.
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemming van deze gronden, mag op de in artikel 34.1 bedoelde gronden aan de bebouwing geen verandering worden aangebracht in de bestaande situatie ten aanzien van volgende karakteristieken/kenmerken:
Er mogen geen gebouwen of onderdelen van gebouwen worden opgericht waarvoor geen omgevingsvergunning bouwen is verleend.
Met omgevingsvergunning kan worden gebouwd conform onderliggende bestemming, mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning een bouwwerk geheel of gedeeltelijk te slopen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 34.4.1 kan worden geweigerd indien het niet aannemelijk is dat op de plaats een ander bouwwerk kan of zal worden gebouwd.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 34.4.1 is niet vereist voor slopen, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering was of kon worden uitgevoerd krachtens een vóór dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning.
Voorafgaand aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 34.4.1 moet advies gevraagd worden bij de erfgoedadviesraad.
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 34.4.1 kan worden ingetrokken, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door toekenning van de dubbelbestemming 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht' aan een dorpsgezicht of de dubbelbestemming te wijziging, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door het verwijderen van de bestemming 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht', mits:
Burgemeester en wethouders wijzigen het plan door het verwijderen van de bestemming 'Waarde - Beschermd dorpsgezicht' indien het wordt aangewezen als beschermd stads- of dorpsgezicht op grond van de Erfgoedwet, mits het onherroepelijke vaststellingsbesluit wordt geregistreerd op de lijst van gemeentelijke beschermde stads- en dorpsgezichten.
De voor 'Waarde - Beschermd stadsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de aan de gronden eigen zijnde waarde wegens hun schoonheid, hun onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang dan wel hun wetenschappelijke of cultuurhistorische waarden.
De beschermde stadsgezichten staan geregistreerd op een lijst van gemeentelijke beschermde stads- en dorpsgezichten, welke de plaatselijke aanduiding, de datum van de aanwijzing, wijziging dan wel het onherroepelijke wijzigingsbesluit, en een beschrijving van cultuurhistorische waarden bevat.
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemming van deze gronden, mag op de in artikel 35.1 bedoelde gronden alleen bebouwing worden aangebracht indien de onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang dan wel de wetenschappelijke of cultuurhistorische waarden van het beschermd stadsgezicht niet in onevenredige mate wordt aangetast.
Met omgevingsvergunning kan worden gebouwd conform onderliggende bestemming, mits:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning een bouwwerk geheel of gedeeltelijk te slopen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 35.4.1 kan worden geweigerd indien het niet aannemelijk is dat op de plaats een ander bouwwerk kan of zal worden gebouwd.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 35.4.1 is niet vereist voor slopen, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering was of kon worden uitgevoerd krachtens een vóór dat tijdstip geldende dan wel aangevraagde vergunning.
Voorafgaand aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 35.4.1 moet advies gevraagd worden bij de erfgoedadviesraad.
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 35.4.1 kan worden ingetrokken, indien:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door toekenning van de dubbelbestemming 'Waarde - Beschermd stadsgezicht' aan een stadsgezicht of de dubbelbestemming te wijzigen, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door het verwijderen van de bestemming 'Waarde - Beschermd stadsgezicht', mits:
Burgemeester en wethouders wijzigen het plan door het verwijderen van de bestemming 'Waarde - Beschermd stadsgezicht' indien het wordt aangewezen als stads- of dorpsgezicht op grond van de Erfgoedwet, mits het onherroepelijke vaststellingsbesluit wordt geregistreerd op de lijst van gemeentelijke beschermde stads- en dorpsgezichten.
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, herstel en versterking van de cultuurhistorische waarden van ensembles/erven alsmede de bouwwerken.
In afwijking van de regels behorende bij de andere daar voorkomende (dubbel)bestemmingen, mag een bouwwerk op de in artikel 36.1 bedoelde gronden slechts gedeeltelijk worden vernieuwd en/of veranderd, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 36.2, indien toepassing van dit artikel zou leiden tot een onevenredige beperking van het gebruik van de gronden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning een bouwwerk geheel of gedeeltelijk te slopen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 36.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het geheel of gedeeltelijk slopen dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de beeldbepalende cultuurhistorische waarden van het bouwwerk en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 36.4.1 wordt niet verleend dan nadat het bevoegd gezag daarover een advies heeft ingewonnen van een gemeentelijke adviescommissie op het gebied van cultuurhistorie.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 36.4.1 is niet vereist voor:
De voor 'Waarde - Gemeentelijk monument' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van een gemeentelijk monument.
De gemeentelijke monumenten staan geregistreerd op een gemeentelijke monumentenlijst, welke de plaatselijke aanduiding, de datum van de aanwijzing, wijziging dan wel het onherroepelijke wijzigingsbesluit, de kadastrale aanduiding en een beschrijving van het gemeentelijk monument bevat. Ook intrekkingen worden op de gemeentelijke monumentenlijst geregistreerd.
Het is verboden een gemeentelijke monument:
met dien verstande dat het bepaalde onder b en c niet van toepassing is indien de activiteit betrekking heeft op:
Zodra een gebouw als 'Waarde - Gemeentelijk monument' is bestemd, dient de eigenaar op de voorgevel daarvan het gemeentelijk monumentenschild aan te brengen.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 37.2.1 onder b en onder c, mits:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 37.3.1 kan worden ingetrokken, indien:
Met omgevingsvergunning kan vooruitlopend op de wijziging van het plan zoals geregeld in artikel 37.4.1 een zaak of terrein als gemeentelijk monument worden aangewezen, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door toekenning van de dubbelbestemming 'Waarde - Gemeentelijk monument' aan een zaak of terrein of de dubbelbestemming te wijzigen, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door het verwijderen van de bestemming 'Waarde - Gemeentelijk monument', mits:
Burgemeester en wethouders wijzigen het plan door het verwijderen van de bestemming 'Waarde - Gemeentelijk monument' indien het wordt aangewezen als rijksmonument, mits het onherroepelijke vaststellingsbesluit wordt geregistreerd om de gemeentelijke monumentenlijst.
De voor 'Waarde - Rijksmonument' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van een rijksmonument en de bijbehorende gronden zoals beschreven in de aanwijzing van het monument.
De rijksmonumenten staan geregistreerd op een gemeentelijke monumentenlijst, welke de plaatselijke aanduiding, de datum van de aanwijzing, wijziging dan wel het onherroepelijke wijzigingsbesluit, de kadastrale aanduiding en een beschrijving van het gemeentelijk monument bevat. Ook intrekkingen worden op de gemeentelijke monumentenlijst geregistreerd.
De voor 'Waarde - Beekdal' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en verdere ontwikkeling van het gebiedsDNA landschap, bestaande uit de volgende landschappelijke waarden:
Bij aanvraag om omgevingsvergunning bouwen dient middels een erfinrichtingsplan te worden aangetoond dat de bebouwing waarop de aanvraag ziet past binnen het gebiedsDNA erven:
In afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse voorkomende bestemmingen, wordt een besluit tot:
niet eerder genomen dan dat met een erfinrichtingsplan is aangetoond dat:
De voor 'Waarde - Bos en landgoederen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en verdere ontwikkeling van het gebiedsDNA landschap, bestaande uit de volgende landschappelijke waarden:
Bij aanvraag om omgevingsvergunning bouwen dient middels een erfinrichtingsplan te worden aangetoond dat de bebouwing waarop de aanvraag ziet past binnen het gebiedsDNA erven:
In afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse voorkomende bestemmingen, wordt een besluit tot:
niet eerder genomen dan dat met een erfinrichtingsplan is aangetoond dat:
De voor 'Waarde - Broeklanden' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en verdere ontwikkeling van het gebiedsDNA landschap, bestaande uit de volgende landschappelijke waarden:
Bij aanvraag om omgevingsvergunning bouwen dient middels een erfinrichtingsplan te worden aangetoond dat de bebouwing waarop de aanvraag ziet past binnen het gebiedsDNA erven:
In afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse voorkomende bestemmingen, wordt een besluit tot:
niet eerder genomen dan dat met een erfinrichtingsplan is aangetoond dat:
De voor 'Waarde - Kampen en essen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en verdere ontwikkeling van het gebiedsDNA landschap, bestaande uit de volgende landschappelijke waarden:
Bij aanvraag om omgevingsvergunning bouwen dient middels een erfinrichtingsplan te worden aangetoond dat de bebouwing waarop de aanvraag ziet past binnen het gebiedsDNA erven:
In afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse voorkomende bestemmingen, wordt een besluit tot:
niet eerder genomen dan dat met een erfinrichtingsplan is aangetoond dat:
De voor 'Waarde - Kronkelwaarden' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en verdere ontwikkeling van de gebiedsDNA landschap, bestaande uit de volgende landschappelijke waarden:
Bij aanvraag om omgevingsvergunning bouwen dient middels een erfinrichtingsplan te worden aangetoond dat de bebouwing waarop de aanvraag ziet past binnen het gebiedsDNA erven:
In afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse voorkomende bestemmingen, wordt een besluit tot:
niet eerder genomen dan dat met een erfinrichtingsplan is aangetoond dat:
De voor 'Waarde - Oeverwal en rivierduin' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en verdere ontwikkeling van het gebiedsDNA landschap, bestaande uit de volgende landschappelijke waarden:
Bij aanvraag om omgevingsvergunning bouwen dient middels een erfinrichtingsplan te worden aangetoond dat de bebouwing waarop de aanvraag ziet past binnen het gebiedsDNA erven:
In afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse voorkomende bestemmingen, wordt een besluit tot:
niet eerder genomen dan dat met een erfinrichtingsplan is aangetoond dat:
De voor 'Waarde - Uiterwaarden' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en verdere ontwikkeling van de landschapskwaliteiten, bestaande uit de volgende landschappelijke waarden:
In afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse voorkomende bestemmingen, wordt een besluit tot:
niet eerder genomen dan dat met een inrichtingsplan is aangetoond dat er sprake is van versterking en ontwikkeling van de gebiedsDNA landschap als beschreven in artikel 45.1.
De voor 'Waarde - Gelders Natuurnetwerk' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud, herstel en bescherming van de aanwezige natuurwaarden en voor de ontwikkeling van nieuwe natuurwaarden.
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen, wordt een besluit tot:
voor uitbreiding van bestaande functies alleen genomen, mits:
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen, wordt een besluit tot:
niet genomen indien sprake is van een significante aantasting van kernkwaliteiten van het gebied, met dien verstande dat de kernkwaliteiten geen belemmering vormen voor het nemen van dat besluit:
De compensatie:
De omvang van de compensatie wordt bepaald door de omvang van het aangetaste areaal waarbij een toeslag op de omvang van het aangetaste areaal wordt berekend, zowel in oppervlak, als in budget, te onderscheiden in de categorieën:
Als fysieke compensatie aantoonbaar niet, of niet volledig mogelijk is, wordt een financiële compensatie bepaald aan de hand van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ter plaatse van de voor 'Waarde - GNN' aangewezen gronden de bestemming te wijzigen in de bestemming 'Natuur', indien:
De voor 'Waarde - Groene ontwikkelingszone' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud, herstel en bescherming van de aanwezige natuurwaarden en voor de ontwikkeling van nieuwe natuurwaarden.
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen, wordt een besluit tot:
voor kleinschalige ontwikkelingen alleen genomen, mits:
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen, wordt een besluit tot:
Uitbreiding van bestaande grondgebonden agrarische bedrijven, van extensieve openluchtrecreatie en van landgoederen in de zin van de Natuurschoonwet, voor zover het daarbij opstallen betreft als bedoeld in het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928, tot 30% is mogelijk, indien:
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen, wordt een besluit tot:
niet genomen indien sprake is van een significante aantasting van kernkwaliteiten van het gebied, met dien verstande dat de kernkwaliteiten geen belemmering vormen voor het nemen van dat besluit:
De compensatie:
De omvang van de compensatie wordt bepaald door de grootte van het aangetaste areaal vermeerderd met de volgende toeslag:
Als fysieke compensatie aantoonbaar niet, of niet volledig mogelijk is, wordt een financiële compensatie bepaald aan de hand van:
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen, wordt een besluit tot:
ten behoeve waarvan een houtopstand als bedoeld in de Wet natuurbescherming wordt verwijderd, anders dan in het kader van de normale bosexploitatie, slechts mogelijk gemaakt indien wordt voorzien in een extra compensatie voor het areaal bos dat verloren gaat.
Deze compensatie:
De omvang van de compensatie wordt bepaald door de omvang van het aangetaste areaal waarbij op de volgende wijze een toeslag op de omvang van het aangetaste areaal wordt berekend, zowel in oppervlak, als in budget, te onderscheiden in de categorieën:
De voor 'Waarde - Natte landnatuur' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming instandhouding en ontwikkeling van de aldaar voorkomende vochtgebonden natuurlijke waarden.
Bij het beoordelen van een verzoek om omgevingsvergunning om te mogen afwijken van de regels voor het bouwen en aanleggen als opgenomen in dit plan, betrekken burgemeester en wethouders de eventuele gevolgen van die afwijking voor de vochtgebonden natuurlijke waarden die deze bestemming tracht te beschermen.
Een vergunning wordt alleen verleend als er:
Burgemeester en wethouders kunnen in het kader van de beoordeling van de aanvraag als bedoeld in artikel 48.2.1 nadere eisen stellen en van aanvrager verlangen dat:
Als fysieke compensatie aantoonbaar niet, of niet volledig mogelijk is, wordt een financiële compensatie bepaald aan de hand van:
De voor 'Waarde - Natura 2000' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor bescherming, behoud, herstel en/of duurzame ontwikkeling van natuur gericht op de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied Rijntakken.
De voor 'Waarde - Waardevolle bomen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van een boom of boomgroepen, die als monumentaal, waardevol of bijzonder aangemerkt kunnen worden conform het Beleid Bomenverordening gemeente Zutphen of diens rechtsopvolger.
De monumentale, waardevolle of bijzondere boom of boomgroepen staan geregistreerd op de bomenlijst, welke minimaal de volgende gegevens bevat:
Met omgevingsvergunning kan vooruitlopend op de wijziging van het plan zoals geregeld in artikel 50.3.2 een boom of bomengroep als monumentaal, waardevol of bijzonder aan te merken conform het Beleid Bomenverordening van de gemeente Zutphen of diens rechtsopvolger.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd dit omgevingsplan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Waardevolle bomen' te laten vervallen, in het geval dat dat is aangetoond dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd dit bestemmingsplan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Waardevolle bomen' toe te voegen, mits is aangetoond dat de boom of boomgroep monumentaal, waardevol of bijzonder is conform het Beleid Bomenverordening van de gemeente Zutphen of diens rechtsopvolger. Alvorens hierover te beslissen winnen burgemeester en wethouders advies in bij een ter zake kundige commissie.
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud, bescherming en versterking van de waterkering met de daarbij behorende bouwwerken.
Op de voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden gelden de volgende bouwregels:
Met omgevingsvergunning kan worden gebouwd conform de onderliggende bestemmingen, mits het belang van de waterkering hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. Indien wordt gebouwd onder peil, dient waterdicht gebouwd te worden. Bij de belangenafweging wordt door burgemeester en wethouders advies gevraagd aan de beheerder van de waterkering.
De voor 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de berging en afvoer van water, ijs en sediment met de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan een gebruik van gronden ten behoeve van:
Gebouwen ten behoeve van deze dubbelbestemming mogen niet worden gebouwd;
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van deze dubbelbestemming bedraagt maximaal 10 m.
Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde voldoen aan de volgende kenmerken:
Het bouwen als bedoeld in dit artikel is, voor zover voor dat bouwen een vergunning krachtens de Waterwet is vereist, uitsluitend toegestaan na inwerkingtreding van die vergunning.
Met omgevingsvergunning kan worden gebouwd conform de onderliggende bestemmingen, mits:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met bijbehorende andere bouwwerken zoals duikers, keerwanden en merktekens.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 2 m.
Met omgevingsvergunning kan worden gebouwd conform de onderliggende bestemmingen, mits advies is gevraagd aan de beheerder van de waterkering.
Binnen de bestemming 'Agrarisch' ter plaatse van de aanduiding 'erf', 'Agrarisch - Glastuinbouw', 'Bedrijf', 'Gemengd', 'Horeca', Maatschappelijk', 'Recreatie - Bedrijf', 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' en 'Sport - Manege' en 'Wonen' zijn windturbines toegestaan met een tiphoogte van maximaal 25 m, mits dit vanuit het oogpunt van externe veiligheid en vanuit flora en fauna/ ecologie is verantwoord.
Op gebouwen zijn windturbines toegestaan, welke als ondergeschikte bouwdelen als bedoeld in artikel 2.2 zijn te kwalificeren.
Het plaatsen van zonnepanelen op daken is toegestaan.
Met omgevingsvergunning kunnen zonnevelden worden gebouwd, mits:
Dubbelbestemming | Maximale oppervlakte | Maximale bouwhoogte | Voorwaarden |
Waarde - Uiterwaarden | niet toegestaan | niet toegestaan | - n.v.t. |
Waarde - Kronkelwaarden | 2 ha | 2.5 m | - aansluitend aan het erf |
Waarde - Oeverwal en rivierduin | 0.5 ha | 1.5 m | - n.v.t. |
Waarde - Oeverwal en rivierduin | 2 ha | 1.5 m | - op het water |
Waarde - Beekdal | 2 ha | 1.5 m | - langs de rand van het beekdal; - in de zoom van erven en beplanting; - niet toegestaan op oude open bouwlanden en 'bolle' esgronden in de flanken van het beekdal. |
Waarde - Broeklanden | 2 ha | 2.5 m | - in de 'kamers' van het broeklandschap |
Waarde - Kampen en essen | 2 ha | 2.5 m | - langs de rand van de es; - in de zoom van erven en beplanting; - het microreliëf en de steilranden worden niet aangetast; - niet toegestaan op oude open bouwlanden en 'bolle' esgronden. |
Waarde - Bos en landgoederen | 1 ha | 1.5 m | - langs wegen; - niet toegestaan op open plekken in het bos; - niet toegestaan op landerijen nabij landgoederen. |
De voor 'Leiding - Buisleidingenstrook' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het vrijwaren en/of vrijhouden van nieuwe tracés van transportbuisleidingen van nationaal belang.
Bestaande bebouwing is toegestaan en nieuwe bebouwing is niet toegestaan.
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder afsluiterschema's.
Gebouwen ten behoeve van deze dubbelbestemming mogen niet worden gebouwd.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van deze dubbelbestemming bedraagt maximaal 10 m.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen zijn op de in artikel 57.1 bedoelde gronden geen nieuwe kwetsbare objecten toegestaan; niet door verandering van gebruik en niet door bouwen.
Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen met uitzondering van kwetsbare objecten, mits:
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Gebouwen ten behoeve van deze dubbelbestemming mogen niet worden gebouwd;
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van deze dubbelbestemming bedraagt maximaal:
Voor nieuwe bouwwerken geldt, dat in afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen op de in artikel 58.1 bedoelde gronden geen bouwwerken mogen worden gebouwd ten behoeve van verblijfsfuncties.
Met omgevingsvergunning kan worden gebouwd ten behoeve van verblijfsfuncties overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemmingen, mits (schriftelijk) advies is verkregen van de leidingbeheerder.
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een rioolpersleiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - riool' met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. Er zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan ten behoeve van een doelmatig functioneren van de persleiding.
Met omgevingsvergunning kan door het bevoegd gezag worden afgeweken van het bepaalde in artikel 59.2.2 en toestaan dat in de andere bestemming gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en beheer van een drinkwaterleiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding -water' met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Gebouwen ten behoeve van deze dubbelbestemming mogen niet worden gebouwd;
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van deze dubbelbestemming bedraagt maximaal 10 m.
Met omgevingsvergunning kan worden gebouwd ten behoeve van de andere voor deze gronden geldende bestemmingen, mits:
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de aanwezigheid van een inrichting die valt onder het Bevi.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen zijn op de in artikel 61.1 bedoelde gronden geen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toegestaan.
Met omgevingsvergunning kunnen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd, mits ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - gasdrukmeet- en regelstation' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de aanwezigheid van een inrichting die valt onder het Activiteitenbesluit.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen zijn op de in artikel 62.1 bedoelde gronden geen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toegestaan; niet door verandering van gebruik en niet door bouwen.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - lpg' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de aanwezigheid van een LPG-installatie.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen zijn op de in artikel 63.1 bedoelde gronden geen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toegestaan.
Met omgevingsvergunning kunnen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd, mits ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gerealiseerd.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - nutsvoorziening' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de aanwezigheid van een nutsvoorziening.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen zijn op de in artikel 64.1 bedoelde gronden geen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toegestaan.
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand tot enige op de verbeelding aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen, meer bedraagt dan in de bouwregels in deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
In die gevallen dat een bestaand bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand is gekomen, meer bedraagt dan in de bouwregels in deze regels is voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
Het bepaalde in artikel 65.1.1 met betrekking tot de bestaande inhoud en oppervlakte is niet van toepassing in geval van sloop van bestaande woningen, bijgebouwen en overkappingen.
De afstand van een (bedrijfs)woning tot de openbare weg bedraagt minimaal de bestaande afstand.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 65.2.1 voor het toestaan van een kleinere afstand van een (bedrijfs)woning tot de openbare weg, mits een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd.
De herbouw dient qua verschijningsvorm aangesloten wordt bij de streekeigen bebouwing en op het landelijk karakter van het gebied.
Uit een landschaps- en inrichtingsplan de landschappelijke inpassing blijkt en de vormgeving en inrichting van het erf wordt verantwoord.
Binnen het plangebied mag, tenzij anders is bepaald, ondergronds worden gebouwd overeenkomstig de bouwregels die gelden voor het bovengronds bouwen, met dien verstande dat de maximale bouwhoogte van bouwwerken zoals opgenomen in het plan tevens geldt als de maximale (verticale) bouwdiepte.
In afwijking van het bepaalde in artikel 65.4.1 mogen tevens ondergrondse damwandschermen worden gebouwd ten behoeve van het tegenhouden van kwel of de bescherming van de fundering van bruggen of hoogspanningsmasten. Hiervoor geldt geen maximale bouwdiepte.
Bij de aanvraag om omgevingsvergunning bouwen moet worden aangetoond dat de nieuwe watersituatie minimaal gelijk blijft aan de bestaande situatie, waarbij uitgegaan wordt van T = 10 + 10% wat betekent dat het aantal mm neerslag x de oppervlakte verharding = aantal m3 waterberging.
Bij de aanvraag om een omgevingsvergunning bouwen moet worden aangetoond dat in de nieuwe situatie het energieverbruik vermindert ten opzichte van de bestaande situatie, indien de energie niet duurzaam wordt opgewerkt.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt slechts verleend, indien het uiterlijk en/of de plaatsing van de bouwwerken, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, voldoen aan de redelijke eisen van welstand conform de beleidsregel Welstand Landelijk gebied, zoals opgenomen in bijlage 20 en 21.
Een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of een omgevingsvergunning voor een wijziging van het gebruiken van gronden of bouwwerken, wordt slechts verleend, indien wordt voorzien in de aanleg en instandhouding van voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein. Hierbij gelden de normen als opgenomen in de tabel in artikel 68.5;
De in artikel 68.1.1 bedoelde parkeerplaatsen en aansluitende benodigde ruimte, dienen de maatvoering te hebben conform de CROW richtlijnen;
Het is niet toegestaan om het gebruik van de gronden zodanig te wijzigen dat niet langer voldaan wordt aan de hiervoor gestelde bepalingen.
Indien de bestemming van een bouwwerk of een terrein daar aanleiding toe geeft dient, bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of een omgevingsvergunning voor een wijziging van het gebruik, verzekerd te zijn dat op eigen terrein wordt voorzien in voldoende ruimte voor het laden en lossen met bijbehorende voorzieningen;
De in artikel 68.2.1 bedoelde laad- en losvoorzieningen, en aansluitende benodigde ruimte, hebben de maatvoering, conform de normen in de CROW;
Het is niet toegestaan om het gebruik van de gronden zodanig te wijzigen dat niet langer voldaan wordt aan de normen van het CROW.
Met omgevingsvergunning kan medewerking worden verleend aan parkeren buiten eigen terrein en/of afwijken van de minimum parkeernormen zoals opgenomen in artikel 68.5:
Het bepaalde in artikel 68.3.1 is niet van toepassing wanneer een bouwwerk na een calamiteit geheel verloren is gegaan, waarvoor de parkeerplaatsen nodig waren, en dit bouwwerk, indien en voor zover sprake is van dezelfde functie en omvang, wordt herbouwd en op gelijke wijze in de parkeerbehoefte wordt voorzien als voor de calamiteit feitelijk het geval was, hoeft niet een omgevingsvergunning worden verleend mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk verloren is gegaan.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aanvullend aan het bepaalde in artikel 68.1 en 68.2 ten behoeve van het verhogen van de parkeernormen en/of het aanleggen van voorzieningen voor het laden en lossen indien dat nodig is gelet op het gebruik en/of het bouwplan waarbij het (functioneren van) de omgeving mede betrokken wordt. Het besluit tot het stellen van de nadere eis moet worden voorzien van een motivering waaruit in ieder blijkt dat de eis noodzakelijk is om de ruimtelijke kwaliteit te borgen.
Een nadere eis kan tevens gesteld worden bij die (bouw)plannen waarvan de functie niet genoemd wordt in de tabel in artikel 68.5.
De norm voor voorzien in voldoende parkeergelegenheid voor motorvoertuigen op het eigen terrein is voor de volgende functies:
FUNCTIE | Per | Buitengebied |
Wonen | ||
Koop, vrijstaand | woning | 2 |
Koop, twee-onder-een-kap | woning | 1,8 |
Koop tussen/hoek | woning | 1,6 |
Koop, etage, duur | woning | 1,7 |
Koop, etage, midden | woning | 1,5 |
Koop, etage, goedkoop | woning | 1,2 |
Huurhuis, vrije sector | woning | 1,6 |
Huurhuis, sociale huur | woning | 1,2 |
Huur, etage, duur | woning | 1,5 |
Huur, etage, midden/goedkoop | woning | 1 |
Kamerverhuur, zelfstandig (niet-studenten) | kamer | 0,6 |
Kamerverhuur, studenten, niet-zelfstandig | kamer | 0,2 |
Aanleunwoning en serviceflat | kamer | 1 |
Werken | ||
Kantoor (zonder baliefunctie) | 100 m² bvo | 2,3 |
Commerciële dienstverlening (kantoor met baliefunctie) | 100 m² bvo | 3,3 |
Bedrijf arbeidsintensief/ bezoekersextensief (industrie, laboratorium, werkplaats) | 100 m² bvo | 2,1 |
Bedrijf arbeidsextensief/ bezoekersextensief (loods, opslag, transportbedrijf) | 100 m² bvo | 0,8 |
Bedrijfsverzamelgebouw | 100 m² bvo | 1,7 |
Winkelen en boodschappen | ||
Buurtsupermarkt | 100 m² bvo | 2,5 |
Discountsupermarkt | 100 m² bvo | 5,5 |
Fullservice supermarkt (laag en middellaag prijsniveau) | 100 m² bvo | 4,4 |
Fullservice supermarkt (middelhoog en hoog prijsniveau) | 100 m² bvo | 3,9 |
Grote supermarkt | 100 m² bvo | 6,7 |
Groothandel in levensmiddelen | 100 m² bvo | 5,4 |
Binnenstad of hoofdwinkel(stads)centrum 30.000-50.000 inwoners | 100 m² bvo | 3 |
Buurt- en dorpscentrum | 100 m² bvo | 2,7 |
Wijkcentrum (klein) | 100 m² bvo | 3,5 |
Wijkcentrum (gemiddeld) | 100 m² bvo | 4,1 |
Wijkcentrum (groot) | 100 m² bvo | 4,7 |
Stadsdeelcentrum | 100 m² bvo | 5,3 |
Weekmarkt (bij klein wijk-, buurt- en dorpscentrum) | m¹ kraam | 0,15 |
Kringloopwinkel | 100 m² bvo | 2 |
Bruin- en witgoedzaken | 100 m² bvo | 8,5 |
Woonwarenhuis/ woonwinkel | 100 m² bvo | 1,7 |
Woonwarenhuis (zeer groot) | 100 m² bvo | 4,4 |
Meubelboulevard/Woonboulevard | 100 m² bvo | 2,1 |
Winkelboulevard | 100 m² bvo | 3,9 |
Outletcentrum | 100 m² bvo | 9,4 |
Bouwmarkt | 100 m² bvo | 2,2 |
Tuincentrum | 100 m² bvo | 2,6 |
Groencentrum | 100 m² bvo | 2,6 |
Sport, cultuur en ontspanning | ||
Bibliotheek | 100 m² bvo | 1,1 |
Museum | 100 m² bvo | 1 |
Bioscoop | 100 m² bvo | 12,7 |
Filmtheater/filmhuis | 100 m² bvo | 8,9 |
Theater/schouwburg | 100 m² bvo | 10,5 |
Musicaltheater | 100 m² bvo | 4,6 |
Casino | 100 m² bvo | 7,5 |
Bowlingcentrum | Bowlingbaan | 2,3 |
Biljart/snookercentrum | tafel | 1,5 |
Dansstudio | 100 m² bvo | 6,9 |
Fitnessstudio/Sportschool | 100 m² bvo | 6 |
Fitnesscentrum | 100 m² bvo | 6,9 |
Wellnesscentrum (thermen, kuurcentrum, beautycentrum) | 100 m² bvo | 9,8 |
Sauna, hammam | 100 m² bvo | 6,8 |
Sporthal | 100 m² bvo | 3,2 |
Sportzaal | 100 m² bvo | 3,3 |
Tennishal | 100 m² bvo | 0,4 |
Squashhal | 100 m² bvo | 3,1 |
Zwembad overdekt | 100 m² bassin | 12,3 |
Zwembad openlucht | 100 m² bassin | 14,8 |
Sportveld | Hectare netto terrein | 13 |
Stadion | Zitplaats | 0,04 |
Kunstijsbaan (kleiner dan 400 meter) | 100 m² bvo | 1,8 |
Kunstijsbaan (400 meter) | 100 m² bvo | 2,5 |
Jachthaven | Ligplaats | 0,5 |
Golfoefencentrum | Centrum | 54,2 |
Golfbaan (18 holes) | 18 holes, 60ha | 108,3 |
Indoorspeeltuin (kinderspeelhal), gemiddeld en kleiner | 100 m² bvo | 2,6 |
Indoorspeeltuin (kinderspeelhal), groot | 100 m² bvo | 3,6 |
Indoorspeeltuin (kinderspeelhal), zeer groot | 100 m² bvo | 4,9 |
Manege (paardenhouderij) | Box | 0,3 |
Dierenpark | Ha. Netto terrein | 4 |
Attractie- en pretpark | Ha. Netto terrein | 4 |
Volkstuin | 10 tuinen | 1,3 |
Horeca en (verblijfs)recreatie | ||
Camping (kampeerterrein) | Standplaats | 1,1 |
Bungalowpark (huisjescomplex) | Bungalow | 2 |
1* hotel | 10 kamers | 4,4 |
2* hotel | 10 kamers | 6 |
3* hotel | 10 kamers | 6,3 |
4* hotel | 10 kamers | 8,5 |
5* hotel | 10 kamers | 11,8 |
Café/bar/cafetaria | 100 m² bvo | 5 |
Restaurant | 100 m² bvo | 12 |
Discotheek | 100 m² bvo | 18,8 |
Evenementenhal/beursgebouw/congresgebouw | 100 m² bvo | 6 |
Gezondheidszorg en (sociale) voorzieningen | ||
Huisartsenpraktijk (-centrum) | Behandelkamer | 3 |
Apotheek | Apotheek | 2,9 |
Fysiotherapiepraktijk (-centrum) | Behandelkamer | 1,7 |
Consultatiebureau | Behandelkamer | 1,9 |
Consultatiebureau voor ouderen | Behandelkamer | 2,1 |
Tandartsenpraktijk (-centrum) | Behandelkamer | 2,4 |
Gezondheidscentrum | Behandelkamer | 2,2 |
Ziekenhuis | 100 m² bvo | 1,9 |
Crematorium | (deels) gelijktijdige plechtigheid | 25,1 |
Begraafplaats | (deels) gelijktijdige plechtigheid | 26,6 |
Penitentiaire inrichting | 10 cellen | 3,4 |
Religiegebouw | Zitplaats | 0,1 |
Verpleeg- en verzorgingstehuis | Wooneenheid | 0,5 |
Onderwijs | ||
Kinderdagverblijf (crèche) (x: zie bijlage 28) | 100 m² bvo | 1,4 + x |
Basisonderwijs (x: zie bijlage 28 ) | Leslokaal | 0,5 + x |
Middelbare school | 100 leerlingen | 3,9 |
ROC | 100 leerlingen | 4,9 |
Hogeschool | 100 studenten | 8,9 |
Universiteit | 100 studenten | 14,8 |
Avondonderwijs | 10 studenten | 9,5 |
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het veranderen van de functies en/of normen in de tabel in artikel 68.5, waarbij het wijzigingsplan voorzien wordt van een goede ruimtelijke motivering waaruit de noodzaak en gevolgen voor de wijziging worden toegelicht.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 69.1 kan slechts worden verleend mits het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheid niet onevenredig worden geschaad.
In aanvulling op het gestelde in dit plan, wordt een besluit tot:
alleen genomen, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Voor een besluit tot het stellen van nadere eisen geldt de volgende voorbereidingsprocedure:
Voor een melding geldt de volgende procedure:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor:
Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid het plan te wijzigen in de vorm van het wijzigen van de ter plaatse geldende bestemming in de bestemming 'Natuur', met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid het plan te wijzigen voor het na bedrijfsbeëindiging omzetten van een (voormalig) agrarisch erf binnen de bestemming 'Agrarisch' in de bestemming 'Wonen' dan wel de bestemming 'Bedrijf' met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid het plan te wijzigen voor het na bedrijfsbeëindiging omzetten van een (voormalig) agrarisch erf in de bestemming 'Wonen' waarbij de bouw van één of meerdere extra woningen wordt toegestaan, in verband met sloop van voormalige agrarische bedrijfsbebouwing, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid het plan te wijzigen voor het omzetten van een (voormalig) agrarisch erf binnen de bestemming 'Agrarisch ' dan wel het omzetten van een bouwvlak binnen de bestemming 'Wonen' in een (niet-agrarische) bedrijfsbestemming met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid het plan te wijzigen voor het realiseren van een grotere oppervlakte zonnevelden ten behoeve van het opwekken van zonne-energie met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Dubbelbestemming | Oppervlakte | Bouwhoogte | Voorwaarden |
Waarde - Uiterwaarden, Waarde - Oeverwal en rivierduin, Waarde - Kampen en essen, Waarde - Bos en landgoederen | verbod om te vergroten. | n.v.t. | - n.v.t. |
Waarde - Kronkelwaarden | 5 ha | 2.5 m | - uitsluitend bij het erf |
Waarde - Beekdal | 5 ha | 1.5 m | - ten noorden van 'De Mars' |
Waarde - Broeklanden | 5 ha | 2.5 m | - in de 'kamers' van het broeklandschap. |
Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid het plan te wijzigen voor het na bedrijfsbeëindiging omzetten van een agrarisch erf binnen de bestemming 'Agrarisch' dan wel de bestemming 'Wonen' in een bestemming waar wonen en werken wordt gecombineerd met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid het plan te wijzigen in de vorm van het wijzigen van de bestemming 'Agrarisch' in de bestemming 'Recreatie', met inachtneming van tenminste de volgende voorwaarden:
Onder gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in elk geval verstaan:
Daar waar in het plan bedrijf(sactiviteiten) bij recht zijn toegestaan of middels een flexibiliteitsbepaling (melding, afwijking of wijziging) worden toegestaan zijn de navolgende activiteiten verboden:
Bij functiewijziging moet worden aangetoond dat de bodemkwaliteit past bij deze nieuwe functie. Indien de bodem gesaneerd moet worden, dient deze ingreep vóór de uitvoering van de functiewijziging plaatsvinden.
Indien een nieuwe functie wordt gerealiseerd waarbij sprake is van een toename met meer dan 25 personen moet de invloed hiervan op de oriëntatiewaarde van het groepsrisico worden onderzocht.
In aanvulling op het gestelde in dit plan, wordt een besluit tot:
waarbij een nieuwe geluidsgevoelige functie wordt toegestaan alleen genomen, mits wordt aangetoond dat met betrekking tot (spoor)wegverkeersgeluid een aanvaardbaar verblijfsklimaat wordt gerealiseerd.
Ten aanzien van het oprichten van nieuwe bebouwing waarbij er gebouwd wordt ten behoeve van de bedrijfsvoering alsmede bij de komst van een nieuwe geluidsproducerende functie geldt dat de geluidsemissie moet aansluiten bij het heersende referentieniveau.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken indien dit leidt tot een toename van de stikstofdepositie op voor stikstof gevoelige habitats in een Natura 2000-gebied ten opzichte van:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemmingen als opgenomen in bijlage 24 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de in de tabel in bijlage 24 genoemde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren.
De in artikel 79.1 genoemde vergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheid dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige aantasting van de belangen als nader verwoord in de tabel in bijlage 24 ontstaat of kan ontstaan en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
De omgevingsvergunning wordt pas verleend nadat (schriftelijk) advies is gevraagd aan de betreffende adviesorgaan als opgenomen in de tabel in bijlage 24. Wanneer daar geen adviesorgaan is opgenomen, is er geen verplichting tot het vragen van advies in het kader van de vergunningverlening.
Het verbod als bedoeld in artikel 79.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die
In aanvulling op het bepaalde in artikel 79.4.1 geldt dat het verbod als bedoeld in artikel 79.1 niet van toepassing is op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die plaatsvinden op:
In aanvulling op het bepaalde in artikel 79.4.1 geldt dat het verbod als bedoeld in artikel 79.1 ter plaatse van de bestemming 'Waarde - Waardevolle bomen' niet voor:
Het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden op de in artikel 79.1 bedoelde gronden is, voor zover voor het uitvoeren van die werken, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden een vergunning krachtens de Waterwet is vereist, uitsluitend toegestaan na inwerkingtreding van die vergunning.
De omgevingsvergunning die ziet op het vellen van een boom ter plaatse van de bestemming 'Waarde - Waardevolle bomen' kan, mits alternatieven voor behoud uitputtend zijn onderzocht, slechts worden verleend indien:
In geval van een bouwwerk of technische ingrepen in het terrein binnen de invloedssfeer van een te vellen boom dienen een bomeneffectanalyse dan wel een advies van een gemeentelijk boomdeskundige, een 'compensatieplan bomen' en een taxatierapport met boomwaarde van alle bomen staande binnen de invloedssfeer van de te vellen boom te worden overlegd.
Aan de omgevingsvergunning die ziet op het vellen van een boom ter plaatse van de bestemming 'Waarde - Waardevolle bomen' kunnen de volgende bijzondere voorschriften worden verbonden:
Het is verboden, onverminderd het gestelde in artikel 79.1 betreffende de omgevingsplicht voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden ter plaatse van de bestemming 'Waarde - Waardevolle bomen', zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden bomen die staan op een privaat perceel groter dan 2500 m2 te vellen, te doen vellen of te laten vellen.
Het verbod als bedoeld in artikel 80.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:
De vergunning voor het vellen van een boom als bedoeld in artikel 80.1 wordt geweigerd, indien de belangen van verlening niet opwegen tegen de belangen van behoud van de boom op basis van één of meer van de volgende waarden:
Indien zich op een terrein één of meer houtopstanden bevinden die naar het oordeel van het college gevaar opleveren van verspreiding van een boomziekte of voor vermeerdering van de ziekteverspreiders zoals insecten, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het college is aangeschreven, verplicht binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning van het college gevelde houtopstanden of delen daarvan voor handen of in voorraad te hebben of te vervoeren, indien het een boomsoort betreft die de desbetreffende boomziekte kan verspreiden.
Het niet voldoen aan de in artikel 81.1 bedoelde aanschrijving biedt een basis voor de toepassing van bestuursdwang, waarbij de noodzakelijke werkzaamheden, voor risico en voor rekening van aangeschrevene, door of namens de gemeente kunnen worden verricht.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een openbare plaats anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, tenzij dit op grond van hogere wetgeving is geregeld.
Het verbod in artikel 82.1.1 geldt niet voor:
Met voorafgaande melding kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 82.1.1 voor:
Een vergunning als bedoeld in artikel 82.1.1 kan worden geweigerd indien het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg, dan wel niet voldoet aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 70.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning een weg aan te leggen, de verharding daarvan op te breken, in een weg te graven of te spitten, aard of breedte van de wegverharding te veranderen of anderszins verandering te brengen in de wijze van aanleg van een weg.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 82.2.1 kan in ieder geval worden geweigerd indien de aanleg, de beschadiging of de verandering van de weg gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan.
Het verbod in artikel 82.2.1 is niet van toepassing indien in opdracht van een bestuursorgaan of openbaar lichaam publieke taken worden verricht.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning:
tenzij dit op grond van andere wetgeving is toegestaan.
Een vergunning als bedoeld in artikel 82.3.1 kan worden geweigerd in het belang van:
Het is verboden beplantingen of een voorwerp aan te brengen of te hebben op zodanige wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of daaraan op andere wijze hinder of gevaar oplevert.
De rechthebbende op een bouwwerk is verplicht toe te laten dat op of aan dat bouwwerk voorwerpen, borden of voorzieningen ten behoeve van het verkeer of de openbare verlichting worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.
Het is verboden een openbare plaats of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf die plaats zichtbaar is te voorzien van meningsuitingen en bekendmakingen.
Met omgevingsvergunning kunnen plekken/plaatsen voor aanplakborden aangewezen worden voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen.
Het is verboden de in artikel 84.1.2 bedoelde aanplakborden te gebruiken voor bet aanbrengen van handelsreclame.
Het college kan nadere regels stellen voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen, die geen betrekking mogen hebben op de inhoud van de meningsuitingen en bekendmakingen.
Het is verboden honden los te laten lopen buiten de daarvoor aangewezen gebieden.
Met omgevingsvergunning kunnen plaatsen worden aangewezen waarop het verbod in artikel 84.2.1 niet van toepassing is.
Het verbod genoemd in artikel 84.2.1 is niet van toepassing op de eigenaar, houder of verzorger van een hond:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning bij een bedrijf of nevenactiviteit of bedrijfsmatige activiteit bij wonen consumentenvuurwerk ter beschikking te stellen dan wel voor het ter beschikking stellen aanwezig te hebben.
Het is verboden in de openlucht met carbid te schieten.
Het verbod in artikel 85.2.1 geldt niet indien het carbid schieten plaatsvindt tussen 31 december 10.00 uur en 1 januari 2.00 uur van het daaropvolgende jaar, mits:
Sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen mogen zich niet bevinden in een toestand die gevaar oplevert voor de veiligheid, nadeel voor de gezondheid of hinder voor de gebruikers van de gebouwen of voor anderen.
Het is verboden ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerterrein dat als zodanig in dit plan is bestemd of mede bestemd.
Het verbod in artikel 87.1.1 geldt niet voor het plaatsen van kampeermiddelen voor eigen gebruik door de rechthebbende op een terrein.
Het is verboden voertuigen te stallen, te herstellen, te slopen, te verhuren (waaronder mede wordt verstaan: het gebruiken van een voertuig voor het geven van lessen en het gebruiken van een voertuig voor het vervoeren van personen tegen betaling) of te verhandelen waarbij geldt:
Dit verbod is niet van toepassing op:
Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 88.1.1.
Het is verboden binnen de bestemming 'Verkeer':
Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 88.2.1.
Het is verboden een voertuig dat voor recreatie of anderszins voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt op een door het college aangewezen plaats te parkeren, waar dit naar zijn oordeel schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente.
Het is verboden te venten indien daardoor, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt, tenzij dit op grond van andere wetgeving is toegestaan en met dien verstande dat dit niet geldt voor venten met gedrukte of geschreven stukken waarin gedachten en gevoelens worden geopenbaard als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet.
In afwijking van het bepaalde in artikel 89.1.1 is het venten van gedrukte en geschreven stukken waarin gedachten en gevoelens worden geopenbaard als bedoeld in artikel 7, eerste lid van de Grondwet verboden:
Het is verboden te venten:
Het is verboden zonder vergunning van het college een standplaats in te nemen of te hebben, tenzij dit op grond van andere wetgeving is toegestaan.
De vergunning kan worden geweigerd indien als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning voor een standplaats voor het verkopen van goederen een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt, met dien verstande dat dat niet geldt voor bouwwerken.
Het is in verband met de veiligheid op het openbaar water verboden een voorwerp, niet zijnde een vaartuig, op, in of boven openbaar water te plaatsen, aan te brengen of te hebben, indien dit door zijn omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan dan wel een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water, tenzij dit op grond van andere wetgeving is toegestaan.
Degene die voornemens is een steiger, een meerpaal of een ander voorwerp met een permanent karakter op, in of boven openbaar water te plaatsen, doet daarvan uiterlijk twee weken tevoren een melding aan het college.
Het is verboden met een vaartuig een ligplaats in te nemen of te hebben dan wel een ligplaats voor een vaartuig beschikbaar te stellen buiten de door het college aangewezen gedeelten van openbaar water, tenzij op grond van andere wetgeving toegestaan.
Het college kan aan het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats met dan wel voor een vaartuig krachtens het in artikel 91.2.1 aangewezen gedeelten van openbaar water:
Het college kan aan de rechthebbende op een vaartuig aanwijzingen geven met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente.
De rechthebbende op een vaartuig is verplicht alle door of vanwege het college gegeven aanwijzingen met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats op te volgen.
Het is verboden schade toe te brengen aan of veranderingen aan te brengen in de toestand van bij de gemeente in beheer zijnde openbare wateren, havens, dijken, wallen, kaden, trekpaden, beschoeiingen, oeverbegroeiing, bruggen, zetten, duikers, pompen, waterleidingen, gordingen, aanlegpalen, stootpalen, bakens of sluizen, tenzij dit op grond van andere wetgeving is toegestaan.
Het is verboden op enig terrein, geen weg zijnde, met een motorvoertuig of een bromfiets een wedstrijd dan wel, ter voorbereiding van een wedstrijd, een trainings- of proefrit te houden of te doen houden dan wel daaraan deel te nemen, dan wel een motorvoertuig of een bromfiets met het kennelijke doel daartoe aanwezig te hebben, tenzij op grond van andere wetgeving toegestaan.
Het verbod van artikel 92.1.1 is niet van toepassing op door het college aangewezen terreinen. Het college kan daarbij nadere regels stellen voor het gebruik van deze terreinen:
Het is verboden binnen voor publiek toegankelijke natuurgebieden, parken, plantsoenen of voor recreatief gebruik beschikbare terreinen te rijden of zich te bevinden met een motorvoertuig of een bromfiets.
Het verbod van artikel 92.2.1 is niet van toepassing op door het college aangewezen terreinen. Het college kan daarbij nadere regels stellen voor het gebruik van deze terreinen:
Het verbod in het eerst lid is niet van toepassing op:
Met omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 92.2.1.
Het college kan ten aanzien van door hen bij besluit aangewezen voor publiek toegankelijke natuurgebieden, parken, plantsoenen of voor recreatief gebruik bedoelde terreinen voorschriften stellen:
Met omgevingsvergunning kunnen laadpalen op of aan de openbare weg worden geplaatst, mits:
Een omgevingsvergunning wordt geweigerd indien:
Met omgevingsvergunning kan een omgevingsvergunning worden verleend ter plaatse van een locatie als bedoeld in artikel 93.2 onder a of b, mits er het laadpunt door meerdere gebruikers wordt gebruikt.
Het is verboden om houtopstanden, die eigendom van de gemeente Zutphen zijn, te beschadigen, te bekladden, te vellen of te beplakken, daaraan snoeiwerk te verrichten behoudens door of namens ambtenaren ter uitoefening van de hun opgedragen boomverzorgende taak.
Het is verboden binnen de kroonprojectie van gemeentelijke houtopstanden behoudens omgevingsvergunning:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het omgevingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Bij omgevingsvergunning kan eenmalig worden afgeweken van het bepaalde in artikel 95.1.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 95.1.1 met maximaal 10%.
Artikel 95.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het omgevingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het omgevingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 95.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in artikel 95.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Artikel 95.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels kunnen worden aangehaald als: Regels van het Omgevingsplan Landelijk gebied van de gemeente Zutphen.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 4 juli 2022.