De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. maatschappelijke voorzieningen;
b. behoud en herstel van de stadsmuur ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – stadsmuur',
met de daarbij behorende:
c. parkeervoorzieningen;
d. speelvoorzieningen;
e. groenvoorzieningen;
f. erven en tuinen;
g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
h. bouwwerken.
8.2 Bouwregels
a. Op deze gronden mogen gebouwen worden gebouwd en gelden de volgende regels:
1. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd;
2. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan is aangegeven op de gevelwandkaart c.q. de verbeelding. Indien de maximale goot- en bouwhoogte niet zijn aangegeven op de gevelwandkaart c.q. de verbeelding dan mag de maximale goot- en bouwhoogte niet meer bedragen dan de bestaande goot- en bouwhoogte;
3. indien van toepassing vindt het bouwen overeenkomstig artikel 21 plaats;
4. buiten het bouwvlak zijn uitsluitend aan- en uitbouwen en bijgebouwen toegestaan, met dien verstande dat:
de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 50% van het bouwperceel en met een gezamenlijk maximaal oppervlak van 50 m², voor zover de oppervlakte van de bebouwing meer bedraagt, mag deze niet worden vergroot;
de gronden gelegen voor (het verlengde van) de voorgevelrooilijn mogen niet worden bebouwd;
de goot- en bouwhoogte niet meer mogen bedragen dan respectievelijk 3 m en 4,5 m.
b. Op deze gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd en gelden de volgende regels:
1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn maximaal 1 m mag bedragen;
2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 3 m bedragen.