direct naar inhoud van Hoofdstuk 2 Gebiedsvisie
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0285.20100-VS00

Hoofdstuk 2 Gebiedsvisie

Het buitengebied van Voorst vormt het open en groene hart van de stedendriehoek Deventer-Apeldoorn-Zutphen. Landelijk en stedelijk gebied zijn op vele wijzen met elkaar verbonden (ruimtelijk, functioneel, economisch). Ruimtelijk-economische ontwikkelingen in het stedelijk gebied stralen uit naar het landelijk gebied en leiden er mede toe dat het buitengebied van Voorst onder druk staat.

Het buitengebied van Voorst is een gebied in verandering. Deze veranderingen zijn het meest zichtbaar in de agrarische sector waar sprake is van enerzijds schaalvergroting en verbreding en waar anderzijds bedrijven stoppen. De landbouw blijft de grootste gebruiker van het buitengebied maar andere functies vinden hier meer en meer hun plaats. De recreatiesector speelt in velerlei vormen in op de grote vraag naar verblijfs- en dagrecreatieve voorzieningen en het buitengebied biedt een woonmilieu dat zeer in trek is. De grote kwaliteiten van natuur, landschap en cultuurhistorie die het buitengebied kenmerken komen hierin ten volle tot uitdrukking. Versterking van die kwaliteiten is een opgave waaraan op vele fronten in het buitengebied gewerkt wordt.

In dit veranderingsproces zoeken functies voortdurend naar een evenwicht omdat alleen dan de gebruiksmogelijkheden van het buitengebied geoptimaliseerd kunnen worden en de ruimtelijke kwaliteit behouden en versterkt kan worden. Functies die aan het buitengebied gebonden zijn of hier een nieuwe plek zoeken moeten zich naast elkaar kunnen ontwikkelen en eventuele knelpunten moeten voorkomen of opgelost worden. In dit proces is de gemeente een belangrijke speler, als initiator en inspirator, als regisseur, als uitvoerder en als kwaliteitsbewaker.

Het bestemmingsplan voor het buitengebied is een van de belangrijkste instrumenten die de gemeente heeft om sturing te geven aan ontwikkelingen, om kansen te benutten en om de kenmerkende waarden en kwaliteiten van het gebied te beschermen en te behouden. Het bestemmingsplan dient daartoe te stoelen op een heldere en eenduidige visie en uitvoerbaar en handhaafbaar te zijn. Er dient sprake te zijn van een goede ruimtelijke ordening, dat wil zeggen dat alle belangen op een evenwichtige wijze zijn gewogen en dat in voldoende mate is rekening gehouden met het geldende beleidskader en van toepassing zijnde wet- en regelgeving.

In de planningsopgave voor dit bestemmingsplan Buitengebied heeft de gemeente aangegeven dat het planproces erop gericht is om de huidige gemeentelijke visie op en het huidige beleid voor het plangebied te vertalen in een actueel bestemmingsplan dat voldoet aan alle daaraan te stellen eisen. In het kader van dit bestemmingsplan worden derhalve geen nieuwe beleidsinitiatieven gepresenteerd en mogelijk gemaakt. Uitgangspunt is de bestaande ruimtelijk-functionele structuur en de bestaande functies in het plangebied en autonome ontwikkelingen die daarin aan de orde zijn. Met beleidsvoornemens die de gemeente in eerdere planprocessen heeft vastgesteld, wordt in dit bestemmingsplan zoveel mogelijk rekening gehouden. Afhankelijk van de aard en omvang van de beoogde ontwikkeling, worden deze rechtstreeks dan wel op basis van een nadere afweging via afwijking of een planwijziging mogelijk gemaakt.

Ontwikkelingen die in het buitengebied in gang zijn gezet, worden in het bestemmingsplan verwerkt als besluitvorming hierover voorafgaand aan het vaststellen van het bestemmingsplan heeft plaatsgevonden. Als dat niet mogelijk is, wordt een afzonderlijke planprocedure doorlopen.

De visie op het buitengebied die in dit bestemmingsplan is vertaald, stoelt op voorafgaand vastgestelde beleidsdocumenten. De gebiedsvisie geeft aan wat de gemeente wil met het buitengebied en welke doelen worden nagestreefd. In paragraaf 2.2 worden de hoofdlijnen van deze visie weergegeven.

Omdat de gebiedsvisie moet passen binnen de geldende beleidskaders van Rijk, provincie en regio en bij de uitwerking hiervan rekening moet worden gehouden met relevante wet- en regelgeving, wordt in paragraaf 2.1 een kort overzicht gegeven van het speelveld en de spelregels.