Plan: | Buitengebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0285.20100-VS00 |
Leidend voor het ruimtelijk beleid voor het buitengebied is de Ruimtelijke Toekomstvisie Voorst die de gemeente Voorst in 2005 heeft vastgesteld. Deze Toekomstvisie is tot stand gekomen in een planproces waarin de bevolking intensief betrokken is en dient mede als inbreng van de gemeente in regionale planprocessen. In de Toekomstvisie zijn, op basis van een analyse van de belangrijkste beleidsthema's, gewenste ontwikkelingen en ambities in beeld gebracht, die vervolgens zijn vertaald in koersen voor enerzijds de dorpen en anderzijds de onderscheiden delen van het buitengebied.
Aanvullend op de Ruimtelijke Toekomstvisie Voorst zijn het Landschapontwikkelingsplan Van Veluwe tot IJssel en het Reconstructieplan Veluwe leidend voor de Gebiedsvisie voor het buitengebied.
De op deze beleidsdocumenten gebaseerde Gebiedsvisie wordt ondersteund door en is uitgewerkt in andere beleidsnota's zoals het Waterplan Voorst 2009-2015 (2009), het Beleidsplan Recreatie en Toerisme (2004), de Nota Landgoederen (2006), het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan (2009), de Welstandnota (2010), de notitie Ruimtelijke Kwaliteit Veranderende Erven (2009) en de Structuurvisie Middengebied gemeente Voorst (2011). Andere beleidsdocumenten die hiervoor van betekenis zijn betreffen de Regionale Structuurvisie Stedendriehoek 2030 en De Voorlanden (2009), het Waterplan Gelderland (2009), de PKB Ruimte voor de Rivier (2006), de Intergemeentelijke Structuurvisie IJsselsprong (2008), de Visie en het uitvoeringsprogramma Beekbergense Poort (2005) en de Gebiedsvisie Weteringse Broek (2006). Voor een samenvatting van deze beleidsdocumenten wordt verwezen naar bijlage 2.
De Ruimtelijke Toekomstvisie Voorst (2005)
De hoofdkoers voor het buitengebied zet in op het in onderlinge samenhang versterken van de economische vitaliteit en de ruimtelijke kwaliteit. Voorst is en blijft een 'landelijke' gemeente met een daarbij passende uitstraling. Toekomstige ruimtelijk-economische ontwikkelingen dienen zoveel mogelijk bij te dragen aan en aangewend te worden voor het versterken van de ruimtelijke kwaliteit. Ontwikkelingen die kunnen bijdragen aan het versterken van de ruimtelijke kwaliteit worden gestimuleerd en mogelijk gemaakt. Op deze wijze wordt inhoud gegeven aan de beleidslijn: behoud door ontwikkeling.
Deze hoofdkoers is voor het buitengebied nader uitgewerkt in de volgende onderdelen:
In de Ruimtelijke Toekomstvisie Voorst zijn op basis van een ruimtelijk-landschappelijke analyse 6 deelgebieden onderscheiden (zie figuur 2.2). Voor deze deelgebieden is de hoofdkoers voor het ruimtelijk beleid nader geconcretiseerd.
Onderstaand wordt een samenvatting gegeven van de koers per deelgebied.
Het Noordelijke Weteringgebied
Het Groene Carré
Het Open Middengebied
Het Zuidelijke Overgangsgebied
De Buitendijkse Ontginningen
De Uiterwaarden
Het Landschapsontwikkelingsplan Van Veluwe tot IJssel (2010)
In het Landschapsontwikkelingsplan Van Veluwe tot IJssel (LOP) geeft de gemeente op concrete en uitgebreide wijze inhoud aan de specifieke kenmerken, kwaliteiten én betekenis van het landschap. Het LOP is een bouwsteen voor toekomstige visievorming en toetsingskader voor talrijke autonome en planmatige ontwikkelingen.
Op basis van een analyse van de kernkwaliteiten van het landschap, worden in het LOP landschapseenheden en waardevolle landschapselementen onderscheiden en benoemd. Voor deze landschapseenheden en landschapselementen is een samenhangende landschapsontwikkelingsvisie ontwikkeld. Kernpunten van deze visie zijn:
Kernkwaliteiten en landschapsontwikkelingsvisie vormen gezamenlijk een belangrijk toetsingskader bij het beoordelen van nieuwe ontwikkelingen.
De notitie Ruimtelijke Kwaliteit veranderende Erven (november 2009) is een uitwerking van het LOP. Het is een kwalitatief toetsingskader voor het beoordelen van ruimtelijke plannen en een bron van inspiratie voor plannenmakers in het buitengebied.
Het Reconstructieplan Veluwe (2005)
In het Reconstructieplan Veluwe wordt ingezet op een duurzame verbetering van de ruimtelijke kwaliteit en de daarmee samenhangende leefbaarheid in het landelijk gebied. Het Reconstructieplan Veluwe is opgesteld om ruimtelijke en milieuknelpunten die met name samenhangen met de ontwikkeling van de (intensieve) veehouderij, op te lossen en te voorkomen.
In het Reconstructieplan is een zonering opgenomen waarbij drie gebiedsdelen worden onderscheiden:
Binnen deze gebieden is op onderdelen weer een nadere differentiatie aan de orde. In het buitengebied van de gemeente Voorst worden de volgende gebieden onderscheiden:
Extensiveringsgebied
Extensiveringsgebieden zijn gebieden waar het primaat ligt bij de natuur en waar nieuwvestiging, hervestiging en omschakeling van en naar intensieve veehouderij onmogelijk is of in het kader van de reconstructie onmogelijk wordt gemaakt. Uitbreiding van bebouwing van bestaande intensieve veehouderij is uitgesloten, tenzij de uitbreiding aantoonbaar noodzakelijk is om te kunnen voldoen aan wettelijke eisen van dierwelzijn en veterinaire gezondheid zonder dat het aantal dierplaatsen toeneemt.
Verwevingsgebied
Verwevingsgebieden zijn gebieden gericht op verweving van landbouw, wonen en natuur, waar nieuwvestiging van intensieve veehouderij niet is toegestaan en hervestiging, omschakeling of uitbreiding van de intensieve veehouderij mogelijk is op bestaande agrarische bouwblokken mits de ruimtelijke kwaliteit of reeds aanwezige functies in het gebied zich daar niet tegen verzetten. Binnen deze gebieden kunnen bedrijfslocaties worden aangewezen als 'sterlocatie intensieve veehouderij'. Op grond van ruimtelijke en milieutechnische overwegingen is het in principe mogelijk dat op deze bestaande bedrijfscomplexen een intensieve veehouderijtak zich kan ontwikkelen tot een bepaalde omvang (aantal Nge + oppervlakte bouwvlak). Ter indicatie is in het Reconstructieplan een gebied aangewezen als 'verwevingsgebied met sterlocaties'.
Uitvoering van het Reconstructieplan Veluwe maakt integraal onderdeel uit van de gemeentelijke Gebiedsvisie voor het buitengebied. In het bestemmingsplan worden de mogelijkheden en onmogelijkheden concreet vertaald.
Eén visie, verschillende accenten
In de gemeentelijke visie voor het buitengebied staat centraal dat de grondgebonden landbouw de belangrijkste grondgebruiker is en van grote betekenis is voor het behoud van de kenmerkende kwaliteiten van het gebied. Daarnaast zijn de vele landgoederen met de daarbij behorende boscomplexen van grote betekenis.
Voor het gehele buitengebied wordt om die reden ingezet op het behoud en een verdere duurzame ontwikkeling van de grondgebonden landbouw en de landgoedcomplexen. Aan andere functies die in het gebied aanwezig zijn, worden geen of beperkte ontwikkelingsmogelijkheden toegekend.
In het LOP is aangegeven dat in het gehele buitengebied sprake is van landschapswaarden, natuurwaarden en cultuurhistorische waarden. Per deelgebied is sprake van verschillende accenten (meer open of besloten, meer hoog of laag gelegen, etc.). Behoud, bescherming en waar mogelijk versterking van die waarden is een speerpunt in het gemeentelijk beleid. Nieuwe ontwikkelingen dienen waar mogelijk hieraan een bijdrage te leveren en mogen aanwezige waarden niet aantasten. Om de aanwezige waarden op passende wijze in het kader van het bestemmingsplan te kunnen beschermen dient dit in de regelgeving verankerd te worden.
Ook de zonering die voortvloeit uit het Reconstructieplan Veluwe dient verankerd te worden in het bestemmingsplan.
In het verlengde hiervan worden in het bestemmingsplan de volgende gebiedsaanduidingen en dubbelbestemmingen opgenomen:
In de bestemming voor de agrarisch in gebruik zijnde gronden wordt tot uitdrukking gebracht dat deze gronden tevens bestemd zijn voor het behoud en de ontwikkeling van de hier aanwezige waarden van natuur, landschap en cultuurhistorie. In het aanlegvergunningenstelsel dat gericht is op het beschermen van die waarden en in de in het plan op te nemen afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden wordt verwezen naar de afzonderlijke gebiedsaanduidingen. Op gelijke wijze wordt een relatie gelegd naar de gebiedsaanduidingen van het Reconstructieplan Veluwe.