direct naar inhoud van Artikel 5 Bos
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0285.20100-VS00

Artikel 5 Bos

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de aanleg, instandhouding en ontwikkeling van bosbeplanting al dan niet ten behoeve van de houtproductie;
  • b. het behoud, beheer en/of herstel van de landschappelijke en bosbouwkundige waarden, zoals deze tot stand komen in de hoog opgaande beplanting en het (micro)reliëf;
  • c. het behoud en/of herstel van de natuurlijke waarden van het bos-ecosysteem;
  • d. recreatief medegebruik;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - hondendressuurterrein': tevens een hondendressuurterrein;

alsmede voor:

  • f. bestaande wegen, en (voet-, fiets- en ruiter-)paden;
  • g. bestaande sloten en andere watergangen;
  • h. openbare nutsvoorzieningen;
  • i. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals groen, verkeers- en verblijfsvoorzieningen en water.

5.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

5.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen zijn uitsluitend toegestaan indien de aaneengesloten oppervlakte bos en het onderhouds- en/of beheersgebied ten minste 50 ha bedraagt, met dien verstande dat deze bepaling niet geldt voor gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van sport - hondendressuurterrein';
  • b. overigens geldt het volgende:

  max. oppervlak   max. goothoogte   max. bouwhoogte  
gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - hondendressuurterrein'   50 m²   -   3 m  
overige gebouwen   150 m² per onderhouds- of beheersgebied   3 m   4,5 m  

5.2.2 Andere bouwwerken
  • a. de hoogte van hoogzitten bedraagt ten hoogste 6 m;
  • b. de hoogte van overige andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 3 m;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 20 m2 per bestemmingsvlak.

5.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. het gebruik van de gronden als sport-, wedstrijd- en speelterrein is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - hondendressuurterrein';
  • b. het gebruik van de gronden als parkeerterrein is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - hondendressuurterrein';

5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.4.1 Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Bos zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het verwijderen, aanleggen en/of verharden van bosbouwkundige ontsluitingswegen, voet-, fiets- en/of ruiterpaden;
  • b. het aanleggen van parkeerplaatsen;
  • c. het egaliseren, afgraven of ophogen van gronden;
  • d. het aanbrengen van bovengrondse en ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur, met uitzondering van het aanbrengen van leidingen uitsluitend ten behoeve van aansluiting van percelen op het openbare voorzieningennet.

5.4.2 Uitzonderingen op het uitvoeringsverbod

Het verbod van lid 5.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden:

  • a. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan;
  • b. die normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • c. waarvoor een vergunning is verreist krachtens de Natuurbeschermingswet;
  • d. die worden uitgevoerd krachtens een in het kader van de Natuurbeschermingswet vastgesteld beheerplan.

5.4.3 Voorwaarde voor een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 5.4.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de bosbouwkundige, landschappelijke en/of natuurlijke waarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig wordt of kan worden aangetast.

5.5 Wijzigingsbevoegdheid
5.5.1 Functiewijziging naar Natuur

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Bos wijzigen in de bestemming Natuur indien er sprake is van realisatie van natuur, met inachtneming van het volgende:

  • er mogen geen onevenredige beperkingen ontstaan als gevolg van de wijziging voor omringende bestaande bestemmingen.