direct naar inhoud van Artikel 6 Detailhandel
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0285.20100-VS00

Artikel 6 Detailhandel

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel, niet zijnde een tuincentrum;

alsmede voor:

  • b. ter plaatse van de aanduiding 'tuincentrum': uitsluitend een tuincentrum gericht op het kweken van en de (detail)handel in bloemen en planten en in directe samenhang daarmee de detailhandel in overige tuinartikelen en -benodigdheden alsmede ondergeschikte detailhandel in niet-groene producten;
  • c. aan-huis-verbonden beroepen en/of aan-huis-verbonden bedrijven welke zijn genoemd in categorie 1 en 2 van de bij dit plan behorende 'standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten', met dien verstande dat:
    • 1. maximaal 100 m2 aan bebouwing mag worden gebruikt;
    • 2. niet zijnde activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage zijn niet toegestaan in de gevallen zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
    • 3. de opslag van risicovolle onderdelen niet is toegestaan;
    • 4. de activiteit niet leidt tot belemmeringen voor de omliggende functies;
    • 5. de activiteit geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
    • 6. ten behoeve van de activiteit wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
  • d. bed & breakfast, uitsluitend in een bedrijfswoning en/of bijgebouwen, met dien verstande dat:
    • 1. maximaal 3 kamers per bouwperceel mogen worden gebruikt met een maximum van 8 slaapplaatsen;
    • 2. de activiteit geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer;
    • 3. ten behoeve van de activiteit wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
  • e. openbare nutsvoorzieningen;
  • f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, tuinen, erven, verhardingen, verkeers- en verblijfsvoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en water.

6.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

6.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. per bouwvlak is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan, tenzij anders is aangegeven door middel van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';
  • c. overigens geldt het volgende:


 
max. inhoud/oppervlak   max. goothoogte   max. bouwhoogte  
bedrijfswoning   750 m³   4 m   10 m  
gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'tuincentrum'   zoals opgenomen in bijlage 3   6 m   8 m  
overige gebouwen   zoals opgenomen in bijlage 3   3,5 m   10 m  

6.2.2 Andere bouwwerken
  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m;
  • b. de bouwhoogte van lichtmasten en kunstobjecten bedraagt ten hoogste 6 m;
  • c. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 8 m;
  • d. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 3 m;
  • e. de gezamenlijke oppervlakte van andere bouwwerken gelegen buiten gronden met de aanduiding 'bouwvlak' bedraagt per bouwperceel ten hoogste 20 m².
  • f. met dien verstande dat:
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'tuincentrum' de volgende regels gelden:
    • 1. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2,5 m;
    • 2. de bouwhoogte van lichtmasten bedraagt ten hoogste 9 m;
    • 3. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken bedraagt ten hoogste 3,5 m.

6.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. de verkoopvloeroppervlakte voor niet-groene producten, exclusief het cafetariabedrijf ter plaatse van de aanduiding 'tuincentrum' bedraagt in de periode 2 februari tot en met 30 september ten hoogste 1.802 m²;
  • b. de verkoopvloeroppervlakte voor niet-groene producten, exclusief het cafetariabedrijf ter plaatse van de aanduiding 'tuincentrum' bedraagt in de periode 1 oktober tot en met 1 februari, ten hoogste 2.282 m²;
  • c. de verkoopvloeroppervlakte voor het cafetariabedrijf ter plaatse van de aanduiding 'tuincentrum' bedraagt ten hoogste 420 m²;

tot een gebruik van gronden strijdig met de bestemming, als bedoeld in lid 6.1, wordt in ieder geval gerekend:

  • d. het gebruik voor geluidszoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen;
  • e. detailhandel in volumineuze goederen.

6.4 Afwijken van de gebruiksregels
6.4.1 Verkoopvloeroppervlakte niet-groene producten

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 6.3 om een groter verkoopvloeroppervlak voor niet-groene producten en de exploitatie van het cafetariabedrijf ter plaatse van de aanduiding 'tuincentrum' toe te staan, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de oppervlakte mag met ten hoogste 10% worden vergroot;
  • b. de vergroting mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • c. het belang van het beheer en de ontwikkeling van landgoederen mag niet onevenredig worden aangetast.