Plan: | Herziening locatie Matchpoint |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0273.BPBKherMenne-VG01 |
Op 7 februari 2019 heeft de gemeenteraad het bestemmingsplan 'Kom West, herziening locatie Matchpoint' vastgesteld. Met dit bestemmingsplan is de realisatie van 28 woningen mogelijk gemaakt op het terrein van het voormalige vrijetijdscentrum Matchpoint. De gekozen opzet die in het bestemmingsplan is doorvertaald gaf voor de Matchpointlocatie de meest optimale invulling qua woningbouwprogramma en stedenbouwkundige uitstraling.
Vooraf was bekend dat voor de realisatie van de gekozen opzet het in het gebied aanwezige riool verlegd moest worden. Daarnaast was ook bekend dat de langs het gebied gelegen gasleiding mogelijk gedeeltelijk dieper gelegd moest worden. Technisch bleek het uitvoeren van deze werkzaamheden mogelijk en ook de verwachte kosten waren geen aanleiding om af te wijken van deze meest optimale stedenbouwkundige opzet.
Na vaststelling van het bestemmingsplan 'Kom West, herziening locatie Matchpoint' is verder gegaan met de uitwerking van de plannen. Bij deze uitwerking is gebleken dat het aanpassen van de gasleiding zowel financieel als in tijd voor de nodige problemen zorgt. Om de ontwikkeling van het gebied op een (financieel) verantwoorde wijze te doen is de eerder gekozen stedenbouwkundige opzet gedeeltelijk gewijzigd.
Voor de beoogde aanpassing in de stedenbouwkundige opzet wordt voorliggend bestemmingsplan in procedure gebracht. Omdat het puur gaat om een stedenbouwkundige wijziging en opzet van het plangebied, worden de onderzoeken, die in het kader van het bestemmingsplan 'Kom West, herziening locatie Matchpoint' gebruikt om de goede ruimtelijke ordening aan te tonen.
Afbeelding - ligging van het plangebied
Het plangebied ligt aan de Mennenstraat binnen de woonwijk Husselerveld. Het plangebied bestaat uit twee (nieuwe) woonkavels. In navolgende afbeelding is de begrenzing van het plangebied globaal weergegeven
Afbeelding - globale begrenzing plangebied (rood)
Op 7 februari 2019 heeft de gemeenteraad het bestemmingsplan 'Kom West, herziening locatie Matchpoint' vastgesteld.
Afbeelding - Uitsnede geldend bestemmingsplan (met plangebied rood omkaderd)
Ter plaatse hebben de gronden de bestemming 'Wonen', 'Groen' en 'Verkeer - Verblijfsgebied'. Parallel aan de Mennestraat is op de verbeelding het tracé van een (ondergrondse) aardgasleiding als een dubbelbestemming aangegeven. Binnen een zone van 4 m mag niet zonder meer gebouwd worden.
Nu de stedenbouwkundige verkaveling is aangepast, zie verder paragraaf 2.2, moet ook het betreffende deel van het bestemmingsplan (rood omkaderd) worden aangepast. De bestemmingen blijven in feite hetzelfde maar worden verplaatst, zie ook navolgende afbeelding.
Afbeelding - Uitsnede nieuw bestemmingsplan
Het bestemmingsplan bestaat uit drie delen:
De toelichting is als volgt opgebouwd:
De tennisbanen en vroegere midgetgolfbanen met bijbehorende voorzieningen bedrijfswoning van Matchpoint zijn inmiddels gesloopt. De huidige situatie betreft grasland, bomen, struiken, verharding en geëgaliseerde grond. Aan de noordzijde, langs de Mennestraat, bevindt zich een aarden wal.
Afbeelding - bestaande situatie (bron PDOK)
Voor de locatie Matchpoint is in het geldende bestemmingsplan voorzien in de realisatie van 28 woningen:
Een deel van de woningen valt binnen de woningcategorie sociale huur.
Aanpassing stedenbouwkundig plan
Omdat bij de uitwerking van de plannen bleek dat het aanpassen (verdiepen) van de gasleiding zowel financieel als in tijd voor de nodige problemen zorgde is door burgemeesters en wethouders besloten om de stedenbouwkundige opzet gedeeltelijk aan te passen.
De aanpassing van het stedenbouwkundig plan betreft de noordwestelijke hoek van de Matchpointlocatie, ter hoogte van de geplande toegangsweg van het woongebied op de Mennestraat. De wijziging heeft tot gevolg dat de eerder bedachte 4 rijwoningen plaats moet maken voor de toegangsweg naar het gebied. Door de verplaatsing van de toegangsweg hoeven het riool en de gasleiding niet verlegd te worden.
De verplaatsing van de toegangsweg leidt er toe dat de 4 geplande rijtjeswoningen niet gerealiseerd kunnen worden. In plaats daarvan wordt op 2 woonkavels aan beide zijden van de toegangsweg ruimte geboden voor de realisatie van 2 vrijstaande woningen. Een en ander betekent dat op de Matchpointlocatie geen 28 woningen maar 26 woningen gerealiseerd kunnen gaan worden.
In onderstaande afbeeldingen is de situatie van het oorspronkelijke plan en het alternatieve plan weergegeven.
Afbeelding - stedenbouwkundige verkaveling nieuwe versus oude situatie
Hoewel de noodzakelijke aanpassing van de stedenbouwkundige invulling een vertraging oplevert voor een deel van het plangebied, komt de alternatieve invulling wel tegemoet aan eerdere wensen door omwonenden. Tijdens de georganiseerde informatieavonden is meerdere malen aangegeven dat toevoeging van vrijstaande woningen op de Matchpointlocatie meer passend is in de bestaande omgeving. Daarnaast zou dit ook leiden tot een meer gevarieerd woningbouwprogramma waardoor het plan meer doelgroepen aanspreekt.
Het geplande groen blijft bestaan, al wordt dit op een andere plek gerealiseerd. Ook blijft met de andere stedenbouwkundige invulling voldoende parkeergelegenheid. In paragraaf 4.10 'Parkeren' wordt hier nader op ingegaan.
In het 'Beeldkwaliteitplan Matchpointlocatie' is de beeldkwaliteit van het gehele gebied vastgelegd. In de beeldkwaliteit worden specifieke keuzes gemaakt ten aanzien van elementen die de sfeer van de te ontwikkelen woonbuurt bepalen. Dit heeft betrekking op de onderlinge afstemming van bebouwing in samenhang met de inrichting van de openbare ruimte.
De nieuwe inzichten voor het plangebied en het omzetten van 4 rijenwoningen naar 2 vrijstaande kavels doen geen afbreuk aan het eerder opgestelde beeldkwaliteitsplan. Uitgangspunt voor beide vrijstaande woningen is dat zij een tweezijdige geveloriëntatie krijgen op zowel de Mennestraat als op de nieuwe toegangsweg naar het woonhofje. Daarnaast wordt ingezet op een ontsluiting van beide erven via het woonhofje. Een directe aansluiting op de Mennestraat is niet wenselijk.
Het beeldkwaliteitplan is als bijlage 1 bij de toelichting gevoegd.
De kaders van het rijksbeleid zijn opgenomen in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) die op 13 maart 2012 door de Minister van I&M is vastgesteld. Deze structuurvisie vervangt de Nota Ruimte en heeft als uitgangspunt 'Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig'.
De SVIR omvat drie hoofddoelen, die als volgt zijn geformuleerd:
Voor een aanpak die Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig maakt, moet het roer in het ruimtelijk en mobiliteitsbeleid om. Het Rijk kiest voor een selectievere inzet van rijksbeleid op slechts 13 nationale belangen. De nationale belangen hebben onder andere betrekking op ruimte voor waterveiligheid, behoud van nationale unieke cultuurhistorische kwaliteiten en ruimte voor een nationaal netwerk van natuur.
De juridische borging van de nationale belangen is vastgelegd in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (zie paragraaf 3.1.2).
Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro), ook wel de AMvB Ruimte genoemd, is op 22 augustus 2011 vastgesteld en in oktober 2012 aangevuld. Het Barro heeft als doel om vanuit een concreet nationaal belang een goede ruimtelijke ordening te bevorderen. De AMvB is het inhoudelijke beleidskader van het rijk waaraan ruimtelijke besluiten op provinciaal en gemeentelijk niveau moeten voldoen. Dat betekent dat de AMvB regels geeft over bestemmingen en het gebruik van gronden. Daarnaast kan zij aan de gemeente opdragen in de toelichting bij een bestemmingsplan bepaalde zaken uitdrukkelijk te motiveren.
De algemene regels bewerkstelligen dat nationale ruimtelijke belangen doorwerken tot op lokaal niveau. Inhoudelijk gaat het om nationale belangen die samenhangen met het beschermen van ruimtelijke functies, zoals natuur in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), of met het vrijwaren van functies. Het besluit bevat alleen die nationale ruimtelijke belangen, die via het stellen van regels aan de inhoud of toelichting van bestemmingsplannen (of daarmee vergelijkbare besluiten) beschermd kunnen worden.
Het onderhavige plan is niet in strijd met enig nationaal belang uit het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening.
Het Nationaal Waterplan geeft de hoofdlijnen, principes en richting van het nationale waterbeleid in de planperiode 2016-2021, met een vooruitblik richting 2050. Het kabinet speelt proactief in op de verwachte klimaatveranderingen op lange termijn, om overstromingen te voorkomen. Daarnaast richt het zich op het beschikbaar houden van voldoende schoon (drink)water.
Het Nationaal Waterplan bevat de hoofdlijnen van het nationaal beleid en de daartoe behorende aspecten van het ruimtelijk beleid en is de opvolger van het nationaal waterplan 2009-2015. Op basis van de Waterwet is het Nationaal Waterplan voor de ruimtelijke aspecten tevens een structuurvisie.
Het onderhavige plan is niet in strijd met het Nationaal Waterplan.
In de omgevingsvisie van de gemeente Gelderland (vastgesteld door de Provincie op 9 juli 2014) zijn meerdere actualisatieplannen opgenomen. De laatste versie van de Omgevingsvisie is op 10 juli 2017 geconsolideerd.
In de omgevingsvisie omschrijft de Provincie Gelderland hoe zij denken dat de omgeving er in de toekomst uit moet zien. In de omgevingsverordening staan de afspraken en regels om de opgaven uit de omgevingsvisie te realiseren.
Met de omgevingsvisie beoogt de Provincie bij te dragen aan een toekomstbestendig Gelderland. De provincie kiest er in de Omgevingsvisie voor om vanuit twee hoofddoelen bij te dragen aan gemeenschappelijke maatschappelijke opgaven. Deze zijn:
Deze twee hoofddoelen benadrukken de rol en kerntaken van de provincie als middenbestuur. Zij beïnvloeden elkaar. Economische structuurversterking vraagt om een aantrekkelijk vestigingsklimaat. Dat betekent een goede bereikbaarheid en voldoende vestigingsmogelijkheden. Het betekent ook een aantrekkelijke woon- en leefomgeving met de unieke kwaliteiten van natuur, water en landschap in Gelderland.
De strategie van de provincie om de doelen van 'duurzame economische structuurversterking' en 'een gezonde en veilige leefomgeving' te bereiken wordt gevoed door het besef dat stad en land elkaar nodig hebben. Gelderlanders gebruiken het goede van beide werelden.
De provincie gaat voor:
Het voorliggend plangebied valt onder de regio Noord- Veluwe. Bijzonder aan deze regio zijn de rust en ruimte met een afwisselend landschap: water, boerenland, steden, dorpen, bos en hei. Daarnaast heeft de regio een rijke cultuurhistorie en goede verbindingen met omringende regio's.
Woningbouw
De steden in Gelderland zijn een belangrijke motor voor de Gelderse economie, als concentratiepunt van sociaal-culturele en economische activiteiten. Steden zijn van belang voor de stedelijke bevolking èn voor de bewoners in de omliggende gebieden. Iedere stad heeft zijn eigen unieke kwaliteiten en invloedssfeer. De landschappelijke ligging en het groene karakter dragen bij aan de kracht van de Gelderse steden. In samenhang met de sterke steden zijn vitale dorpen van groot belang. Met name in de regio's waar vergrijzing speelt, is een evenwichtige ontwikkeling gewenst, gericht op de kwaliteit van de bestaande voorraad.
De provincie en haar partners streven er samen naar om vraag en aanbod op de woningmarkt met elkaar in balans te brengen en te houden: hoe kan de woningvoorraad kwantitatief en kwalitatief meegroeien met een veranderende vraag? Zij zien daarbij de volgende opgaven:
In de regionale woonagenda agenderen partijen in de regio Noord-Veluwe regionale opgaven op het gebied van wonen. Zij maken afspraken over wat zij doen. De provincie is een van de partijen. De gemeenten in de Noord-Veluwe hebben in 2011 een Regionale Woonagenda opgesteld. De woonagenda is een afsprakenkader van gemeenten en corporaties. De provincie streeft er met haar partners naar dat dit wordt uitgebreid tot een samenwerkingsverband met meer partners, waaronder marktpartijen.
Een sterke gemeentelijke regie en regionale afstemming zijn op de woningmarkt onmisbaar: de gemeente stelt bestemmingsplannen vast, maakt afspraken met corporaties en andere partijen en koopt eventueel grond. Het inzicht groeit dat op termijn een vorm van strategisch voorraadbeheer nodig is. Dit beheer is gericht op alle woningen binnen een gemeente en liefst afgestemd met de regio. Dit is nodig om vraag en aanbod met elkaar in balans te brengen en houden. Dit vraagt om kennis van de kansen en mogelijkheden voor:
Op basis van deze kennis kan de meest geschikte locatie bepaald worden voor:
Het aanpassen van een woningbouwmogelijkheid op de Matchpointlocatie is niet in strijd met de Omgevingsvisie of de Omgevingsverordening.
De gemeenten in Regio Noord-Veluwe werken al jaren samen aan verschillende ruimtelijke en maatschappelijke thema's. Op het gebied van ruimtelijke ordening en volkshuisvesting zijn dat de gemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek, Putten, Hattem en Heerde. Dat heeft in de afgelopen jaren geleid tot verschillende momenten van afstemming en beleidsvorming op het gebied van wonen. Zo hebben de regiogemeenten samen met de provincie Gelderland en de Noord-Veluwse woningcorporaties het Kwalitatief Woonprogramma 2010-2019 voor Noord-Veluwe vastgesteld. Vervolgens is de Regionale Woonagenda 2012-2013 opgesteld.
Mede met het oog op nieuwe afspraken met de provincie in het kader van de Kwantitatieve Opgave Wonen, dat het oude Kwalitatieve Woningbouw Programma vervangt, hebben de samenwerkende gemeenten in Regio Noord-Veluwe de Woonvisie Regio Noord-Veluwe 2014 opgesteld.
Deze visie is een gezamenlijke kapstok voor het lokale woonbeleid van de betrokken gemeenten. Het lokale beleid begeeft zich binnen de kaders van deze regionale visie en gebruikt de onderdelen van deze visie als kader voor het lokale maatwerk. Het zwaartepunt van het maken van beleid en keuzes ligt op het lokale niveau. Dáár ligt immers, naast de bovengenoemde lokale kracht, ook de democratische legitimatie. In die zin kan deze visie gezien worden als een dunne schil voor lokaal beleid. Het is een gezamenlijk beleids- en werkkader (inhoudelijk én qua manier van werken) en biedt regionale afspraken op de onderdelen waar dit noodzakelijk is gezien de opgaven.
Voordat deze regionale woonvisie is opgesteld, is voor de gehele regio de huidige situatie op de woningmarkt en de verwachte ontwikkelingen in de toekomst geanalyseerd, op basis van het landelijke woningbehoefte onderzoek WoON 2012 en aanvullende analyses van daadwerkelijke verhuisbewegingen.
Op basis van het onderzoek kan geconcludeerd worden dat, ondanks het feit dat de huishoudensgroei in de komende decennia afvlakt, er een behoefte blijft aan extra woningen. Op regionaal niveau zet de groei van het aantal huishoudens in de toekomst door.
De totale groei op de woningmarkt waar in de periode tot 2020 rekening mee wordt houden, is circa 5.600 huishoudens. Daarin is begrepen de extra woningbehoefte als gevolg van het proces van extramuralisatie.
De provincie Gelderland heeft de kwantitatieve behoefte vastgesteld op circa 8.850 woningen voor de periode van 2013 t/m 2024. De bandbreedte voor Putten deze periode bedraagt 650 - 1.010 woningen (huishoudens).
In de Woonvisie (zie paragraaf 3.3.3) van de gemeente Putten wordt dit beleid verder uitgewerkt.
Het Waterbeheerprogramma 2016-2021 (WBP) is op 30 september 2015 door het algemeen bestuur van het Waterschap Vallei en Veluwe vastgesteld. Het WBP geeft de koers aan die het waterschap gaat varen en beoogt daarmee twee dingen. Ten eerste inzicht geven aan alle gebruikers en partners in het werkgebied in de doelen en maatregelen die het waterschap de komende zes jaar gaat bereiken. Ten tweede de koers intern – als spoorboekje – expliciet maken en vastleggen. De maatregelen zijn op hoofdlijnen uitgewerkt. Het 'hoe' volgt in een later stadium, bij het vaststellen van de (meerjaren)begroting. Het WBP is bewust neergezet als een 'programma' en niet meer als een waterbeheerplan. Met het WBP als programma sluit het waterschap aan bij het Bestuursakkoord Water. Binnen de kaders van de Waterwet, de Europese Kaderrichtlijn Water en de Deltabeslissingen beschrijft hoe het waterschap werkt aan de wateropgaven. Ook speelt het waterschap alvast in op de nieuwe wetgeving omtrent ruimtelijke ordening, waarmee dit WBP ook na de inwerkingtreding van de Omgevingswet houdbaar is.
Voor dit bestemmingsplan is een waterparagraaf opgenomen in paragraaf 4.11. Hierin is opgenomen welke waterhuishoudkundige thema's relevant zijn voor het plangebied en op welke manier daarmee wordt om gegaan.
Voor het gehele gemeentelijk grondgebied is de 'Toekomstvisie Putten' opgesteld. Met deze Toekomstvisie legt de gemeenteraad van Putten haar speerpunten voor de komende 10 tot 15 jaar neer. Speerpunten die tot stand zijn gekomen in een proces waarin de discussie met de gemeenschap nadrukkelijk is gezocht. In deze Toekomstvisie is een antwoord gegeven op de volgende vragen:
De Toekomstvisie Putten is een samenbundeling van richtinggevende ideeën en visies voor de toekomst van Putten. Met de visie geeft de gemeenteraad het bestuur een richtsnoer om naar te handelen. Dit maakt het mogelijk over 'de waan van de dag' heen te stappen en in te zetten op een koers die Putten ook in de toekomst actueel en urgent houdt voor haar gemeenschap. De toekomstvisie dient daarmee als basis voor de uitvoering van de gemeentelijke (beleids)programma's in de komende 10 tot 15 jaar.
De toekomstige samenleving van Putten is gestoeld op thema's die sterk naar voren zijn gekomen in het discussiëren over de toekomst van Putten. Het gaat om de volgende thema's:
In het kader van deze thema's zijn voor dit bestemmingsplan de volgende speerpunten van belang:
De voorliggende ontwikkeling is niet in strijd met de uitgangspunten van de toekomstvisie.
De gemeenteraad van Putten heeft op 6 maart 2015 de Structuurvisie Putten 2030 gewijzigd vastgesteld. De Structuurvisie Putten 2030 is opgesteld met de boodschap van de Toekomstvisie Putten als leidraad. Deze is gerelateerd aan actueel beleid ten aanzien van de verschillende beleidsvelden en vervolgens vertaald in een visie op de ruimtelijke ontwikkeling. De inhoud van de structuurvisie is leidend en in principe bindend voor het handelen van de gemeente richting initiatiefnemers, en nieuwe bestemmingsplannen moeten inhoudelijk passen binnen de visie van de structuurvisie:
De onderhavige ontwikkeling sluit goed aan bij de uitgangspunten van de Structuurvisie Putten 2030.
Op 30 april 2015 heeft de gemeenteraad van Putten de Woonvisie 2015 - 2020 vastgesteld. De woonvisie is een sectorale uitwerking van de Toekomstvisie Putten. De vorige woonvisie dateert uit 2011 en is opgesteld voor de periode 2011-2016 met een doorkijk naar 2020. In de tussentijd hebben zich verschillende ontwikkelingen voorgedaan, waardoor het nuttig bleek om deze woonvisie te herzien. Zo is er samen met alle regiogemeenten en corporaties deelgenomen aan het WoON 2012 en is in regionaal verband een onderzoeksnotitie opgesteld. De regiogemeenten hebben vervolgens de 'Woonvisie Regio Noord-Veluwe 2014' opgesteld.
Deze regionale visie is de kapstok voor de gemeentelijke woonvisie. De visie is bedoeld voor de periode van 2015-2020 met een doorkijk naar 2025.
Uit de analyse in de woonvisie komt onder andere naar voren dat het aantal huishoudens zal blijven toenemen. Met name de kleine oudere huishoudens zullen blijven toenemen. Ook het aantal jonge gezinnen blijft toenemen.
Er vindt een vindt een verschuiving plaats van aanbodgericht naar vraaggericht woningaanbod. Er moet niet te veel van hetzelfde woningtype in een keer op de markt worden gebracht (verhuur-/verkoopbaarheid kan onder druk komen te staan). De gemeente moet zich richten op kleinschalig maatwerk.
Verder wordt ook geconstateerd dat door de vergrijzing en het scheiden van wonen en zorg er steeds meer zelfstandig wonende huishoudens zullen zijn met een (toenemende) zorgbehoefte. Hierdoor stijgt ook de hulpvraag thuis.
Over het gewenst toekomstbeeld is in Putten veel nagedacht de afgelopen jaren, samen met de inwoners, maatschappelijk middenveld en het bedrijfsleven. De opvattingen uit de Toekomstvisie en de Structuurvisie zijn dan ook het vertrekpunt voor de visie op het wonen in Putten.
Binnen de woonvisie staan vier thema's centraal:
Onderhavig plan is in overeenstemming met de woonvisie. De bouw van de vrijstaande woningen leidt tot een meer gevarieerd woningbouwprogramma waardoor het plan meer doelgroepen aanspreekt.
Om te bepalen of met nieuwe plannen sprake is van 'goede ruimtelijke ordening', zijn in de notitie spelregels opgenomen voor nieuwe ontwikkelingen. Het gaat om de volgende afwegingen:
Het plangebied is als Nijkerkerstraat 10 - 12c (locatie 13) al opgenomen in de
Inbreidingsnotitie 2015, uitgaande van 50 woningen. Aangegeven wordt dat de
Matchpointlocatie in delen ontwikkeld kan worden en dat het belangrijk is dat het woongebied
niet vanaf de Nijkerkerstraat wordt ontsloten maar vanaf de Mennestraat.
Het voorliggende bestemmingsplan ziet toe op een aanpassing van een klein gedeelte van de
Matchpointlocatie. Er worden met dit bestemmingsplan minder woningen mogelijk gemaakt
dan in het onderliggende plan.
De Nota Parkeernormen van de gemeente Putten uit 2016 beoogt het vastleggen van de Puttense parkeernormen en het bepalen van een transparant en eenduidig toepassingskader. In de Parkeernota zijn aan de hand van de parkeerkencijfers van de C.R.O.W. parkeernormen opgenomen. Op basis van de omgevingsadressendichtheid in Putten is ervoor gekozen om de CROW-parkeerkencijfers voor weinig stedelijke gebieden (4) als uitgangspunt te hanteren.
In Putten is ervoor gekozen om de verscheidenheid aan woningen die CROW hanteert bij haar kencijfers te vereenvoudigen en te relateren aan het bruto vloeroppervlak achter de voordeur (m2 bvo). CROW relateert de kencijfers aan de prijsklasse en type. Ook het onderscheid tussen koop of huur wordt niet gehanteerd aangezien dit verschil nauwelijks relevant is voor de parkeerbehoefte als de woninggrootte wordt meegerekend.
In de navolgende tabel zijn de parkeernormen voor wonen weergegeven:
In paragraaf 4.10 wordt ingegaan op het aspect parkeren.
De ambitie van de gemeente Putten is om in 2050 een klimaatneutrale gemeente te zijn. Klimaatneutraal geeft aan dat een product of dienst niet bijdraagt aan klimaatverandering. De uitstoot van alle broeikasgassen binnen de gemeente Putten wordt tot nul gereduceerd. Dit kan mede worden bereikt door energiebesparende maatregelen te nemen en door het toepassen van duurzame energie.
Stappenplan:
Op dit moment zorgen woningen voor de meeste CO2 uitstoot binnen de gemeente Putten.
Naast besparen op energie, zijn er ook mogelijkheden om op een duurzame manier energie op te wekken. De gemeente Putten wil het gebruik van duurzame energiebronnen stimuleren. Het doel van de gemeente Putten is om bij nieuwbouw vanaf 2020 (bijna) energieneutraal te bouwen. Op die manier kan voldaan worden aan de EPC- eisen. De gemeente wil dit bewerkstelligen door (lokale) bouwbedrijven en aannemers te stimuleren tot het toewerken naar energieneutraal bouwen. Bij nieuwbouwplannen wordt de optie van energieneutraal bouwen nadrukkelijk meegenomen.
Daarnaast wordt door de gemeente gewerkt aan een Ruimtelijke energie strategie. Deze strategie moet meer inzicht geven in hetgeen nodig is om de doelen van het Energie-akkoord te halen.
Het voorliggende plan past binnen de gemeentelijke ambities voor energieneutraal bouwen.
De gemeenteraad heeft in 2004 de welstandsnota vastgesteld en in 2010 gewijzigd. De nota geeft de kaders voor het welstandsbeleid. Hiermee worden bouwplannen getoetst aan redelijke eisen van welstand, om de fraaie leefomgeving in het dorp te behouden en te versterken. In de Welstandsnota worden per deelgebied welstandscriteria beschreven die betrekking hebben op situering, massa en vorm, gevelkarakteristiek en detaillering, kleur en materiaalgebruik.
Zodra er sprake is van een ontwikkelingslocatie zal de gemeente de aanvullende gebiedsgerichte welstandcriteria daarvoor vaststellen, als aanvulling op de welstandsnota. Het opstellen van de welstandscriteria is een vast onderdeel van de stedenbouwkundige planvoorbereiding en worden opgesteld in overleg met de welstandscommissie. De inspraak op de deze aanvullingen wordt gekoppeld aan de reguliere inspraakregeling bij de planvoorbereiding. De welstandscriteria voor de nieuwe woonbuurt moeten zijn vastgesteld door de gemeenteraad voordat de planvorming van de eerste bouwplannen start.
Voor de het voorliggende plangebied is een beeldkwaliteitplan opgesteld (zie ook paragraaf 2.3). Dit beeldkwaliteitplan maakt deel uit van de welstandsnota.
Het milieubeleid is primair bedoeld om een optimale leefomgeving te realiseren. Dit kan er soms toe leiden dat beperkingen worden opgelegd aan gewenste ruimtelijke ontwikkelingen. In onderstaande worden de conclusies voor de verschillende aspecten beschreven.
In het kader van het geldende bestemmingsplan 'Kom West, herziening locatie Matchpoint' zijn diverse conditionerende onderzoeken uitgevoerd. Deze onderzoeken zijn nog steeds relevant voor het voorliggende bestemmingsplan.
In het Besluit ruimtelijke ordening is de verplichting opgenomen om in het geval van nieuwe stedelijke ontwikkeling in de toelichting een onderbouwing op te nemen van nut en noodzaak van de nieuwe stedelijke ruimtevraag en de ruimtelijke inpassing. Hierbij wordt uitgegaan van de 'ladder voor duurzame verstedelijking'. Deze wordt in artikel 3.1.6, lid 2 Bro als volgt omschreven:
De gemeenten moeten plannen die een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maken motiveren volgens de nieuwe laddersystematiek. Het doel van de Ladder is zorgvuldig en duurzaam ruimtegebruik, met oog voor de toekomstige ruimtebehoefte en ontwikkelingen in de omgeving. De Ladder geeft daarmee invulling aan het nationaal ruimtelijk belang gericht op een zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij ruimtelijke besluiten.
Nieuwe stedelijke ontwikkeling
Op grond van het bestemmingsplan 'Kom West, herziening locatie Matchpoint' komt de bouw van 4 rijtjeswoningen te vervallen en wordt de bouw van 2 vrijstaande woningen mogelijk gemaakt; een afname met 2 woningen. Hiermee is geen sprake van een stedelijke ontwikkeling in het kader van de ladder voor duurzame verstedelijking.
Daarnaast geldt dat de woningen binnen de bebouwde kom van Putten (i.c. bestaand stedelijk gebied) wordt gerealiseerd. In de toelichting van dit bestemmingsplan wordt aangetoond dat sprake is van een goede ruimtelijke ordening.
In 1992 heeft Nederland het Europese Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch Erfgoed ondertekend (ook wel het Verdrag van Malta, Conventie van Malta, Verdrag van Valletta genoemd). Dit heeft ertoe geleid dat in Nederland vanaf dat moment meer aandacht is gekomen voor de bescherming van het archeologische bodemarchief.
Ter implementatie van de uitgangspunten van het Verdrag van Malta is op 1 september 2007 de Wet op de archeologische monumentenzorg in werking getreden. Deze wet betreft een aanpassing van de Monumentenwet 1988. Uitgangspunt in de wet is bescherming 'waar nodig'. De wet gaat ervan uit dat de gemeenteraad bij het vaststellen van een bestemmingsplan rekening houdt met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten monumenten (artikel 38a Monumentenwet 1988). Verder introduceert de Wet op de archeologische monumentenzorg het beginsel van 'de verstoorder betaalt'. De redenering hierachter is, dat initiatiefnemers van projecten mogelijk schade toe brengen aan het bodemarchief en daarom de kosten voor het behoud hiervan voor hun rekening moeten nemen.
Op basis van de archeologische waardenkaart blijkt dat het plangebied en haar nabije omgeving is aangewezen als een gebied met een hoge archeologische verwachting. Dit betekent dat bij bodemingrepen groter dan 100 m² en dieper dan 0,4 m archeologisch onderzoek nodig is.
Door de regio-archeoloog is aangegeven dat de gronden vanwege de enkeerdgrond een hoge verwachtingswaarde hebben. Ook is in het recente verleden een archeologische waarneming gedaan van een vondst uit de late middeleeuwen.
In 2004 is in het kader van de ontwikkeling van de nieuwbouwwijk Bijsteren een sleuvenonderzoek uitgevoerd, gevolgd door een definitieve opgraving. Een van de sleuven ligt binnen een straal van 100 m van het plangebied. Door een aardewerkspecialist werd geadviseerd om rond deze betreffende sleuf (sleuf 14) een aanvullend onderzoek uit te voeren.
Bij rioleringswerkzaamheden in 1976 is er direct ten zuiden van het onderhavige plangebied Matchpoint een boomstamwaterput gevonden. Waterputten worden gelieerd aan erven en boerderijen en dus doet de vondst vermoeden dat er zich hier een nederzetting in de bodem bevindt. Het archeologisch onderzoek dat momenteel in het plangebied Rimpeler wordt uitgevoerd toont aan dat middeleeuwse waterputten op het boerenerf thuis horen. De kans dat de resten van middeleeuwse boerderijen hier nog in de bodem zitten, is groot.
Van het plangebied is bekend dat deze een tijd lang als boomgaard in gebruik is geweest. Het gebruik als boomgaard is, afhankelijk van de diepteligging, niet bevorderlijk geweest voor eventueel aanwezige archeologische waarden. Deze bevinden zich hier op een diepte variërend tussen 0,8 en 1,0 meter –Mv. Een fruitboomgaard gaat niet zo diep en indien dat wel zo is, is de dichtheid van de bomen zodanig dat het grootste deel van het gebied intact blijft.
Na de functie als boomgaard is het terrein lange tijd in gebruik geweest als tennispark. Uit een booronderzoek naar de bodemopbouw door de regio-archeoloog blijkt dat ter plaatse van de tennisbaan en de behuizing van de minigolf de bodem tot op het gele zand (i.c. de archeologische laag) is afgegraven. Het is niet aannemelijk dat mogelijk aanwezige archeologische waarden nog intact zijn.
Conclusie
Op basis van de door de regio-archeoloog uitgevoerde boringen werd voor het geldende
bestemmingsplan Kom West,
herziening locatie Matchpoint geconcludeerd dat geen
archeologisch onderzoek nodig is. De archeologische waarden vormden daarmee geen
belemmering voor de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan
Nu onderhavig bestemmingsplan minder woningen mogelijk maakt dan het vigerende plan zijn
er wederom geen belemmeringen te voorzien voor het aspect archeologie.
Het plangebied was omstreeks 1900 in gebruik als agrarische grond aan de rand van de Putter Eng. In de tweede helft van de 20ste eeuw heeft het gebied bij de totstandkoming van het lint langs de Nijkerkerstraat wisselend gebruik gekend wat uiteindelijk is uitgemond in het gebruik als tennisvereniging. Vanwege dit gewijzigde gebruik zijn in het gebied geen waardevolle historische structuren of elementen meer aanwezig.
Bovendien is in het plangebied ook geen waardevolle of beeldbepalende bebouwing aanwezig.
Conclusie
Het aspect cultuurhistorie vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van onderhavig
bestemmingsplan.
In het kader van een nieuw bestemmingsplan dient te worden aangetoond dat de bodem geschikt is (of geschikt te maken) is voor de nieuwe of aangepaste bestemming. Dit vloeit voort uit artikel 3.1.6 Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Wanneer (een deel van) de bodem in het plangebied verontreinigd is, moet worden aangetoond dat het bestemmingsplan, rekening houdend met de kosten van sanering, financieel uitvoerbaar is.
In het kader van het bestemmingsplan 'Kom West, herziening locatie Matchpoint' is voor het plangebied een verkennend bodemonderzoek Nijkerkerstraat 12 Putten (PJ milieu BV, 1424301A, d.d. 19 juni 2014.
Verkennend bodemonderzoek Nijkerkerstraat 12
Ten tijde van de aankoop van de gronden is verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (zie bijlage 2) voor het hele plangebied van het bestemmingsplan 'Kom West, herziening locatie Matchpoint'. De bevindingen uit dit onderzoek zijn:
Partijkeuring inclusief asbest conform besluit bodemkwaliteit locatie grondwal
Mennestraat (depot 01) Putten & Verkennend bodemonderzoek Conform NEN 5740
locatie Putten Mennestraat ong
Omdat het voornemen bestaat de grondwal gelegen aan de Mennenstraat te verwijderen is onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van de grondwal zelf (partijkeuring: zie bijlage 3 van de toelichting) en naar de kwaliteit van de oorspronkelijke bodem onder de grondwal (Verkennend bodemonderzoek: zie bijlage 4 van de toelichting).
Uit de beide onderzoeken komt het volgende naar voren:
Conclusie
Op basis van bovenstaande onderzoeken is voor het geldende bestemmingsplan 'Kom West,
herziening locatie Matchpoint' aangetoond dat de bodemkwaliteit geschikt is voor het beoogd
gebruik.
Met voorliggend bestemmingsplan worden 2 woningen minder mogelijk gemaakt dan
momenteel bestemd is. Het aspect bodem vormt daarmee geen belemmering voor het
bestemmingsplan.
Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het verminderen en beheersen van risico's van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen in inrichtingen en tijdens het transport ervan. Op basis van de criteria zoals onder andere gesteld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) worden bedrijven en activiteiten geselecteerd die een risico op zware ongevallen met zich mee (kunnen) brengen. Daarbij gaat het vooral om de grote chemische bedrijven, maar ook om kleinere bedrijven als LPG-tankstations en opslagen van bestrijdingsmiddelen. Daarnaast zijn (hoofd)transportassen voor gevaarlijke stoffen, zoals buisleidingen, spoor-, auto-, en waterwegen, ook als potentiële gevarenbron aangemerkt.
Het externe veiligheidsbeleid heeft tot doel zowel individuele burgers als groepen burgers een minimum beschermingsniveau te bieden tegen een ongeval met gevaarlijke stoffen. Om dit doel te bereiken zijn gemeenten en provincies verplicht om bij besluitvorming in het kader van de Wet milieubeheer en de Wet op de ruimtelijke ordening de invloed van een risicobron op zijn omgeving te beoordelen. Daartoe wordt binnen het werkveld van de externe veiligheid veelal het plaatsgebonden risico en het groepsrisico gehanteerd:
Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi)
Voor bepaalde risicovolle bedrijven geldt het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Hierin zijn de risiconormen voor externe veiligheid met betrekking tot bedrijven met gevaarlijke stoffen wettelijk vastgelegd.
Transport van gevaarlijke stoffen (water, spoor, weg)
Voor de beoordeling van de risico's vanwege transport van gevaarlijke stoffen geldt het Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt), met als uitvloeisel het zogeheten Basisnet en de bijbehorende regeling Basisnet.
Transport van gevaarlijke stoffen door buisleidingen
Voor de beoordeling van de risico's van transport van gevaarlijke stoffen door buisleidingen geldt het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). Naast de toetsing aan het plaatsgebonden risico en het groepsrisico is hierin vastgelegd dat aan weerszijden van een buisleiding een bebouwingsvrije afstand moet worden aangehouden voor beheer en onderhoud aan de buisleidingen.
Beleidsvisie externe veiligheid
In april 2014 is de Beleidsvisie externe veiligheid gemeente Putten vastgesteld. Uitgangspunt van deze beleidsvisie is de toepassing van verschillende restrictieniveaus voor het al dan niet toestaan van risicovolle bedrijven op bedrijventerreinen. Elk bedrijventerrein is gekoppeld aan een restrictieniveau. Nieuwe risicobedrijven die onder het Bevi vallen worden dus niet per definitie uitgesloten, maar dit is wel als restrictieniveau opgenomen. Het oprichten van nieuwe risicovolle bedrijven buiten bedrijventerreinen wordt tevens niet per definitie uitgesloten, al moet wel rekening worden gehouden met een optimale ruimtelijke ordening en veiligheid.
Onderstaande afbeelding geeft een overzicht van het Matchpointgebied in relatie tot de risicobronnen binnen en nabij het plangebied.
Afbeelding - Overzicht risicobronnen omgeving planlocatie
Stationaire risicobronnen:
Nabij de planlocatie was één stationaire risicobron gelegen te weten het LPG-tankstation Gulf. Recent is de vergunning voor het opslaan van LPG en het leveren hiervan ingetrokken. Het tankstation aan de Van Geenstraat vormt hierdoor geen belemmering voor de ontwikkeling van het plangebied.
Mobiele risicobronnen:
Het plangebied ligt wel binnen de invloedsgebieden van de verschillende risicobronnen en derhalve wordt hieronder ingegaan op de aspecten rampbestrijding en zelfredzaamheid.
In het navolgende zijn voor het geldende bestemmingsplan 'Kom West, herziening locatie Matchpoint' de stationaire en mobiele risicobronnen de maatgevende scenario's uitgewerkt. Met voorliggend bestemmingsplan worden 2 woningen minder mogelijk gemaakt dan momenteel bestemd is. De maatgevende scenario's zijn daardoor nog steeds relevant en opnieuw beschreven.
Gezien de ligging binnen het invloedsgebied van de Provinciale weg N798 en de doorgaande spoorlijn is gekeken naar:
Maatgevende scenario's
De maatgevende scenario´s voor de mogelijkheden voor de bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid waarbij het plangebied binnen het invloedsgebied van brandbare gassen en toxische vloeistoffen/gassen ligt is een wolkbrandexplosie en een toxische wolk.
De planlocatie is in zijn geheel gelegen binnen het invloedsgebied van de hogedruk aardgasleiding. In de voorgaande paragraaf mobiele bronnen is geconcludeerd dat het berekende groepsrisico ruim onder de oriëntatiewaarde is gelegen en de toename door deze ontwikkeling nihil is.
Maatgevende scenario
Maatgevend is het scenario warmtestraling (brandbaar aardgas). Het instantaan falen van de aardgasleiding kan een explosie tot gevolg hebben.
Uit de bovenstaande blijkt dat voor de aanwezige risicobronnen de volgende scenario's maatgevend zijn: een wolkbrandexplosie, een toxische wolk, warmtestraling (brandbaar gas) en een warme BLEVE. Onderstaand is vanuit deze scenario's ingegaan op de mogelijkheden voor de bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid:
Het voornemen met de getroffen maatregelen past binnen de normen en is hiermee acceptabel.
Verschillende soorten planten, dieren worden beschermd in de Wet natuurbescherming. De Wet is per 1 januari 2017 van kracht geworden en vervangt de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en de Boswet. Op basis van de Vogel- en Habitatrichtlijn, speciale beschermingsgebieden aangewezen. Een ruimtelijke ontwikkeling is alleen mogelijk als duidelijk is dat de nesten, holen of andere verblijfsplaatsen niet worden vernield of beschadigd. Verstoring is in sommige wel toegestaan, mits er geen negatief effect is op populatieniveau. Beschermde planten mogen niet worden verwijderd van hun groeiplaats. Ook mogen door een ruimtelijke ontwikkeling geen significante negatieve effecten plaatsvinden op beschermde gebieden.
In opdracht van de gemeente heeft het Adviesbureau Groenewold Milieu & Natuur een natuurtoets/quickscan uitgevoerd om de natuurwaarden in beeld te brengen bij de ontwikkeling van het voorliggende perceel. De natuurtoets is als bijlage 6 in de toelichting opgenomen.
Uit de natuurtoets blijkt het volgende:
Ecologische kansen
In de natuurtoets wordt aangegeven dat het plan ook kansen biedt om met eenvoudige en goedkope aanpassingen geschikte plaatsen te creëren voor verschillende soortgroepen. Zo valt bijvoorbeeld te denken aan het aanbrengen van nestvoorzieningen voor huismus (vide, kasten of potten) en/of gierzwaluw (eet veel muggen).
Bij de aanleg van groenvoorzieningen verdient het aanbeveling om inheemse noot- en besdragende soorten te gebruiken. Deze kunnen als voedsel dienen voor allerlei vogels en zoogdieren. Soorten als vleermuizen volgen graag lijnvormige structuren. Voor de natuurwaarden is het daarom positief als groene lijnelementen aansluitend door het gebied lopen.
Aanbevelingen
In de natuurtoets worden ten slotte aanbevelingen gegeven voor het uitvoeren van werkzaamheden:
Conclusie
Op basis van de onderzoeksresultaten en met inachtneming van de aanbevelingen is voor het
geldende bestemmingsplan 'Kom West, herziening locatie Matchpoint' aangetoond dat het
aspect ecologie geen belemmering vormt voor de voorgenomen ontwikkeling.
Met voorliggend bestemmingsplan worden 2 woningen minder mogelijk gemaakt dan
momenteel bestemd is.
Het aspect ecologie vormt daarmee opnieuw geen belemmering voor het bestemmingsplan.
De basis voor de ruimtelijke afweging van geluid is de Wet geluidhinder (Wgh) en de Luchtvaartwet. Bij vaststelling van een bestemmingsplan moeten we rekening houden met deze regels en wetten als we :
De geluidbelasting op de gevels van nieuwe geluidgevoelige bestemmingen mag in principe niet hoger zijn dan de voorkeursgrenswaarde. Als de geluidbelasting op de gevel wel hoger is dan de voorkeursgrenswaarde, kan onder bepaalde voorwaarden een verzoek worden gedaan tot vaststelling van hogere waarden. Hierbij mag de geluidsbelasting de uiterste grenswaarde echter niet overschrijden. De voorkeursgrenswaarde en uiterste grenswaarde voor nieuwe geluidgevoelige bestemmingen kunnen per geluidsbron verschillen.
Om voor vaststelling van een hogere grenswaarde in aanmerking te kunnen komen, moet aan de volgende wettelijke eis worden voldaan: het moet om een situatie gaan waarbij maatregelen om het verwachte geluidsniveau terug te brengen tot de voorkeursgrenswaarde onvoldoende doeltreffend zijn, dan wel op overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke of financiële aard stuiten.
Wegverkeerslawaai
Langs alle wegen bevinden zich als gevolg van de Wet geluidhinder (Wgh) geluidszones, behalve bij woonerven en 30 km-gebieden. Nieuwe geluidgevoelige bestemmingen, zoals woningen en scholen, binnen zones van wegen moeten worden getoetst aan de Wgh (artikel 74). De breedte van de zone langs wegen is afhankelijk van de ligging van een weg (in stedelijk gebied of buitenstedelijk) en van het aantal rijstroken.
Bij nieuwe geluidgevoelige bestemmingen binnen zones langs wegen is akoestisch onderzoek nodig. Op basis van de uitkomsten kunnen zo nodig maatregelen worden overwogen. De voorkeursgrenswaarde voor nieuwe geluidgevoelige bestemmingen bedraagt veelal 48 dB(A). De uiterste grenswaarde bedraagt binnen de bebouwde kom 63 dB(A). Buiten de bebouwde kom bedraagt de uiterste grenswaarde 53 dB(A).
Het plangebied is gelegen binnen de geluidszone van de Nijkerkerstraat en de Van Geenstraat. De Mennestraat is een 30 kilometerweg en wordt voor de Wet geluidhinder niet beoordeeld. Vanuit goede ruimtelijke ordening wordt de Mennestraat echter wel meegenomen.
Door de Omgevingsdienst Noord-Veluwe is akoestisch onderzoek uitgevoerd voor de realisatie van de gehele woonwijk in het kader van het bestemmingsplan Kom West, herziening locatie Matchpoint. Het akoestisch onderzoek is als bijlage 7 opgenomen in de toelichting van dit bestemmingsplan.
Uit het onderzoek blijkt dat met de beoogde bouw van de woningen op de voorliggende locatie niet voldaan wordt aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Zonder maatregelen is voor de beoogde woningen, op grond van het vastgesteld gemeentelijk beleid, sprake van een ongewenste situatie. Alvorens een hogere waarden kan worden vastgesteld, is eerst onderzocht of afschermende maatregelen mogelijk zijn.
Voor beoordeling van de GES-score wordt geen aftrek artikel 110g toegepast en worden de wegen gecumuleerd. Dit houdt in dat de waarden 2 of 5 dB hoger zijn.
De GES-score is over het algemeen matig tussen 53 en 57 dB. De score op de gevels aan de binnenplaats is over het algemeen redelijk met 48 tot 55 dB en de score op de zuidelijke gevels van het zuidelijke woonblok is met 58 tot 61 dB zeer matig
Bij het voorbereiden van de vaststelling van een bestemmingsplan is in het akoestisch onderzoek gekeken naar de doeltreffendheid van verkeersmaatregelen en andere maatregelen om te voorkomen dat de in de toekomst de geluidsbelasting hoger wordt dan de voorkeursgrenswaarden.
Gemeente Putten kan hogere waarden vaststellen waarbij gemotiveerd moet worden waarom de maatregelen niet kunnen worden uitgevoerd. Dit is alleen mogelijk wanneer maatregelen niet doelmatig zijn of op financiële-, landschappelijke, stedenbouwkundige of verkeerskundige bezwaren stuiten.
Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat er meerdere hogere waardes dienen te worden vastgelegd vanwege de Nijkerkerstraat. Op onderstaande afbeelding zijn deze waarden weergegeven. In de bijlagen van het akoestisch onderzoek zijn deze waarde tevens per hoogte weergegeven.
Afbeelding - Geluidbelasting (Lden) Nijkerkerstraat incl. aftrek stiller verkeer
Voor alle waardes hoger dan 48 dB (oranje) dient een hogere waarde te worden vastgesteld. De waardes variëren van 49 dB tot en met 58 dB. In de planregels van het geldende bestemmingsplan 'Kom West, herziening locatie Matchpoint' is de realisatie van een geluidscherm met een hoogte van ten minste 5 m als een voorwaardelijke verplichting in de planregels opgenomen.
Op 27 november 2018 is door burgemeester en wethouders een Hogere grenswaarde verleend voor maximaal 22 woningen binnen het plangebied van het geldende bestemmingsplan tot maximaal 58 dB (zie bijlage 8). Daarbij is uitgegaan van de realisatie van een geluidscherm aan de zuidzijde van de locatie. Uitgaande van de nieuwe verkaveling en van de nieuwe opzet van de geplande beneden-bovenwoningen, blijkt dat voor maximaal 20 woningen gebruik dient te worden gemaakt van de verleende hogere grenswaarde.
De realisatie van het geluidsscherm is als voorwaardelijke verplichting opgenomen in het geldende bestemmingsplan Kom West,
herziening locatie Matchpoint. Het voorliggende bestemmingsplan verandert de verplichting voor het realiseren van het geluidsscherm niet.
Met voorliggend bestemmingsplan worden 2 woningen minder mogelijk gemaakt dan momenteel toegestaan is.
De twee nieuwe vrijstaande woningen zijn gesitueerd op een locatie in het gebied waarop de geluidsbelasting in het eerder uitgevoerde onderzoek al inzichtelijk is gemaakt. Op basis van het onderzoek kan geconcludeerd worden dat de gevelbelasting voor de vrijstaande woningen past binnen de grens van het hogere waarde besluit. Het nemen van een nieuw hogere waarde besluit is daarom niet nodig.
Conclusie
Het aspect 'geluid' vormt geen belemmering voor het onderhavige bestemmingsplan.
In de Wet milieubeheer is opgenomen dat gemeenten bij de uitoefening van bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit grenswaarden in acht dienen te nemen ten aanzien van onder andere stikstofdioxide NO2 en fijnstof PM10 (zwevende deeltje).
Om niet voor alle (kleine) ontwikkelingen een onderzoek naar de luchtkwaliteit uit te hoeven voeren is de Ministeriële regeling ‘niet in betekenende mate’ (NIBM) opgesteld. Deze regeling heeft als doel om plannen met een beperkte omvang vrij te stellen van onderzoek omdat deze ‘niet in betekenende mate bijdragen’ aan een verslechtering van de luchtkwaliteit. De regeling is alleen van toepassing voor woningbouw- en kantorenlocaties en enkele inrichtingen.
Conclusie
Het mogelijk maken van 2 woningen, in plaats van 4 woningen, leidt niet tot een ruimtelijke
wijziging die in het kader van de Wet luchtkwaliteit nader onderzoek behoeft.
In het kader van het voorliggende bestemmingsplan is het van belang inzichtelijk te maken of er sprake is van een goede milieuzonering: de overheid dient er op toe te zien dat er voldoende afstand in acht wordt genomen tussen functies die hinder of gevaar veroorzaken (bijvoorbeeld bedrijven), en de (gevoelige) functies die daar last van hebben (bijvoorbeeld woningen). Die afstand moet ook weer niet onnodig groot zijn, omwille van een efficiënt ruimtegebruik.
Om dit inzichtelijk te maken wordt uitgegaan van de publicatie 'Bedrijven en Milieuzonering 2009' van de Vereniging Nederlands Gemeenten (VNG). Hierbij gaat het om de in deze publicatie opgenomen categorisering van bedrijfstypen en de daarbij behorende richtafstanden ten opzichte van woonbebouwing (uitgaande van een rustige woonwijk). De VNG-publicatie is een algemeen geaccepteerd instrument om na te gaan of er sprake is van een goede ruimtelijke ordening in situaties waar woningen dicht bij bedrijven worden voorzien.
De publicatie geeft richtafstanden per bedrijfscategorie. De afstanden worden gegeven voor de milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar en worden gemeten vanaf de perceelsgrens van de inrichting tot aan de gevels van woningen. Deze richtafstanden zijn gebaseerd op het omgevingstype 'rustige woonwijk' of 'rustig buitengebied'. Als sprake is van het omgevingstype 'gemengd gebied' mogen de richtafstanden verlaagd worden.
Als de afstanden worden gerespecteerd is er sprake van een milieu-hygiënisch te verantwoorden situatie en een goede ruimtelijke ordening. Als een van de afstanden niet wordt gerespecteerd, is nader onderzoek noodzakelijk om na te gaan of de situatie alsnog milieuhygiënisch inpasbaar is.
Aanwezige bedrijven
In de nabijheid van het plangebied bevinden zich de volgende bedrijven. Voor wat betreft de grootste richtafstand is uitgegaan van een 'rustige woonwijk':
Bedrijf (incl. adres) | omschrijving | SBI-code | grootste richtafstand |
Terra Nova (Nijkerkerstraat 12) | restaurant | 561 | 10 m |
Terra Nova (Nijkerkerstraat 12) | golfbaan | 931,H | 10 m |
Pol Occasions (Nijkerkerstraat 19) | Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en bedrijf | 451, 452, 454 | 30 m |
Tinq (Van Geenstraat 105) | benzineservicestation, zonder LPG | 473.3 | 30 m |
Voor de horecavoorziening en de midgetgolfbaan geldt een richtafstand van 10 m ten opzichte van een rustige woonwijk. De nieuwe woningen worden op een afstand van 10 m tot de plangrens mogelijk gemaakt, zodat aan deze richtafstand wordt voldaan.
Ten opzichte van het autobedrijf en het benzineservicestation aan de overzijde van de Nijkerkerstraat wordt een afstand aangehouden van ten minste 80 m en 120 m, zodat ook hier ruimschoots aan de richtafstanden wordt voldaan.
Conclusie
Omdat in het voorliggende bestemmingsplan de richtafstanden opnieuw worden gerespecteerd
is in het kader van het voorliggende bestemmingsplan sprake van een milieu-hygiënisch te
verantwoorden situatie en een goede ruimtelijke ordening.
Het uitgangspunt is dat het parkeren op eigen terrein moet worden opgelost. In de gemeentelijke parkeernota word de parkeerbehoefte gerelateerd aan de grootte van de woning. Deze parkeernormen zijn gebaseerd op de parkeerkencijfers van het CROW (zie ook paragraaf 3.3.5).
In de Parkeernota zijn voor de bebouwde kom (overig Putten) de volgende parkeernormen opgenomen:
Parkeerbehoefte
Voor het bepalen van de parkeerbehoefte van de gehele nieuwe woonwijk zijn de gemeentelijke parkeernormen gehanteerd.
functies |
parkeer norm |
aantal woningen |
parkeer- behoefte |
benedenwoning ( gestapeld: 70 m2) | 1,9 | 6 | 11,4 |
bovenwoning (gestapeld: 70 m2) | 1,9 | 6 | 11,4 |
levensloopbestendige woning (niet gestapeld: 102 m2) | 1,9 | 6 | 11,4 |
rijenwoning (niet gestapeld: 94 m2) | 1,9 | 6 | 11,4 |
vrijstaande woningen (niet gestapeld max 150 m2) | 1,9 | 2 | 3,8 |
TOTAAL | 26 | 49,4 |
Op basis van de gemeentelijke parkeerkencijfers wordt voor de voorliggende locatie Matchpoint een parkeerbehoefte geraamd van 50 parkeerplaatsen.
Parkeeraanbod: functioneel parkeren
Ten aanzien van de locatie Matchpoint is in de toelichting van het geldende bestemmingsplan 'Kom West, herziening locatie Matchpoint' uitgelegd dat er woningen komen geschikt voor bijzondere doelgroepen. Dit zijn doelgroepen waar de kans groot is dat de parkeercapaciteit niet volledig benut wordt en er een overschot ontstaat. Om hierop in te spelen wordt er uitgegaan van 'functioneel parkeren'.
Hierbij wordt ruimte gereserveerd voor de parkeernormen op basis van het geldende beleid, maar worden enkele van de parkeerplekken niet direct gerealiseerd. Deze blijven als reservering in het plan. Ze worden pas aangelegd wanneer uit de werkelijke situatie blijkt dat er een overdruk is.
Afbeelding - functionele parkeerplaatsen
Door vooraf aan te geven om welke parkeerplaatsen het gaat kan de beleving van de openbare ruimte maximaal benut worden:
Flexibiliteit in de parkeerbalans
Bij aanvang worden 44 openbare (verharde) parkeerplaatsen aangelegd. Deze zijn in eerste instantie bedoeld voor bewoners en bezoekers. Tegelijkertijd is er ruimte gereserveerd voor nog eens 4 optionele 'groene' parkeerplaatsen. Mocht blijken dat hierdoor een structureel tekort aan parkeerplaatsen ontstaat dan kunnen deze optionele parkeerplaatsen alsnog worden benut. Daarmee is in de verkaveling rekening gehouden met 48 openbare parkeerplaatsen.
Ten behoeve van beide vrijstaande woningen wordt uitgegaan van parkeren op eigen terrein. In de verkaveling wordt voor elk van de vrijstaande woningen ruimte geboden voor een parkeergarage met dubbele oprit. Deze tellen in de parkeerbalans voor 1,8 parkeerplaats per woningen. Daarmee zijn er in de verkaveling 3,6 parkeerplaatsen op eigen terrein.
In totaal zijn er 51,6 parkeerplaatsen gepland binnen het totale gebied.
Conclusie
Op grond van de normen uit de Parkeernota, wordt geconcludeerd dat er voor de twee
vrijstaande woningen voldoende parkeerplaatsen beschikbaar zullen zijn. De toevoeging van
de twee woningen zal niet leiden tot een parkeerdruk op de omgeving.
Sinds 1 november 2003 is voor alle ruimtelijke plannen de watertoets verplicht. Het doel van de watertoets is waterbelangen evenwichtig mee te nemen in het planvormingsproces van Rijk, Provincies en gemeenten. Hiermee wordt een veilig, gezond en duurzaam watersysteem nagestreefd. De toets omvat het gehele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van de in ruimtelijke plannen voorkomende waterhuishoudkundige aspecten.
Het klimaat veranderd en we krijgen steeds meer te maken met stortbuien en piekmomenten in onze neerslag. De inrichting van de openbare ruimte kan bijdragen aan een oplossing voor dit probleem. De inrichting van de openbare ruimte kan bijdragen aan een oplossing voor dit probleem.
De watertoets is uitgevoerd in het kader van het bestemmingsplan Kom West, herziening locatie Matchpoint. In eerste instantie wordt gekeken of er zoveel mogelijk water binnen het plangebied kan worden gebufferd. Mocht dit niet zo zijn wordt er gekeken of het overige water over het maaiveld kan worden afgevoerd.
Bufferen binnen plangebied
In de woonwijk wordt circa 3.000 m2 aan verhard oppervlakte gerealiseerd. Uitgangspunt is om het hemelwater te infiltreren (bufferen) in het plangebied. Deels door opvang in het groene erf en de groene inpassing van de Kraakweg en deels door de aanleg van een infiltratieriolering.
De verwachting is dat met deze combi voldoende opvang gerealiseerd kan worden.
Afbeelding - afwatering (bron: Beeldkwaliteitplan)
Afvoeren over maaiveld
Mocht de capaciteit van beide voorzieningen onvoldoende zijn dan zal een aansluiting worden gemaakt op de groene wadi die ten noorden van het plangebied langs de Mennestraat ligt.
Deze wadi maakt onderdeel uit van het water-netwerksysteem van de wijk Husselerveld. Op basis van ervaringen blijkt dat deze wadi vrijwel nooit water herbergt en dus goed gebruikt kan worden als buffer voor het plangebied. Dit wadi-netwerk sluit uiteindelijk aan op de watergang langs de Bouwmeestergoed en de Huybertsenweg.
Infiltratie bij de woningen
Voor de woningen geldt dat infiltratie plaatsvindt op eigen terrein. Een veel gebruikte vorm hierbij is het plaatsen van infiltratiekratten.
Zoals in paragraaf 4.5 is aangegeven ligt aan de noordzijde van het plangebied een ondergrondse aardgastransportleiding (N-570-26). Aan weerszijden van de aardgastransportleiding dient een bebouwingsvrije zone van 4 m te worden aangehouden.
Op basis van een klic-melding bij het kadaster is de juiste ligging van de betreffende aardgastransportleiding bepaald. De hartlijn van de leiding en de bijbehorende bebouwingsvrije strook is op de verbeelding aangegeven en in de planregels vastgelegd met de dubbelbestemming 'Leiding - Gas'. Binnen deze zone mag zonder toestemming van de leidingbeheerder niet worden gebouwd.
In dit hoofdstuk worden, voor zover dit nodig en wenselijk wordt geacht, de van het bestemmingsplan deel uitmakende regels van een nadere toelichting voorzien. De regels behorende bij dit bestemmingsplan geven inhoud aan de aangegeven bestemming. Ze geven aan waarvoor de gronden en opstallen gebruikt mogen worden en wat en hoe er gebouwd mag worden.
Bij de opzet van het bestemmingsplan is getracht de regeling zo duidelijk en eenvoudig mogelijk te houden. Voor zover relevant zijn de planregels uit het geldende bestemmingsplan 'Kom West, herziening locatie Matchpoint' in het voorliggende bestemmingsplan een op een overgenomen.
De regels uit dit bestemmingsplan voldoen aan de standaardeisen van de gemeente.
In het voorliggende bestemmingsplan wordt de goot- en bouwhoogte in meters op de planverbeelding aangegeven, en worden met een aanduiding 'bijgebouwen' specifieke voorwaarden voor bijgebouwen geregeld.
In dit bestemmingsplan is enkel sprake van drie standaard bestemmingen:
Ter plaatse van de bestemming 'Wonen' zijn de gronden bestemd voor wonen, bijgebouwen en tuinen en erven. De twee vrijstaande woningen mogen alleen binnen het bouwvlak worden gerealiseerd. In de planregels is vastgelegd dat gebouwd moet worden in de gevellijn; deze is op de verbeelding aangeduid. Op de planverbeelding is onder andere aangegeven wat het aantal woningen is en de maximale goot- en bouwhoogte.
Tevens gelden afstandsmaten waaraan bijgebouwen en dergelijke moeten voldoen. Voor de aangeduide 'gevellijn' (c.q. voorgevel) is maximaal één uitbouw toegestaan. Middels de aanduiding 'bijgebouwen' is aangegeven waar bijgebouwen, overkappingen en aan- en uitbouwen mogen worden gebouwd. Ter plaatse van deze aanduiding geldt een maximaal bebouwingsoppervlakte van 50%. In de planregels is vastgelegd dat de beide woningen geen verkeersontsluiting mogen hebben op de Mennestraat.
Beroepen aan huis zijn binnen deze bestemming toegestaan. De oppervlakte hiervoor mag niet meer bedragen dan 45 m² of 30% van de bestaande woning.
Het openbare gebied is bestemd als 'Groen' en 'Verkeer - Verblijfsgebied'. De bestemmingen spreken voor zich. Binnen de beide bestemming zijn ook de openbare parkeerplaatsen opgenomen.
De contractstrook behorende bij de aardgastransportleiding langs de Mennestraat is opnieuw bestemd als 'Leiding - Gas'.
Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient, op grond van artikel 3.1.6 van het Bro, onderzoek plaats te vinden naar de (economische) uitvoerbaarheid van het plan.
In principe dient bij vaststelling van een ruimtelijk besluit tevens een exploitatieplan vastgesteld te worden om verhaal van plankosten zeker te stellen. Op basis van 'afdeling 6.4 grondexploitatie', artikel 6.12, lid 2 van de Wro kan de gemeenteraad bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan echter besluiten geen exploitatieplan vast te stellen als:
Alle gronden zijn in eigendom van de gemeente. De inrichting van de openbare ruimte (aanleg weg, parkeerplaatsen e.d.) vindt plaats door of in opdracht van de gemeente. De gronden ten behoeve van de woningen zijn inmiddels verkocht, welke het plan zullen ontwikkelen binnen de regels van het bestemmingsplan. Voor het gebied is een grondexploitatie vastgesteld. De gemeente heeft op basis van deze exploitatie financiële middelen vrijgemaakt.
De aanpassing van het stedenbouwkundig plan wordt verwerkt in de actualisatie van de grondexploitatie.
Op basis van voorgaande kan geconcludeerd worden dat voldaan wordt aan artikel 3.1.6. van het Besluit ruimtelijke ordening en de economische uitvoerbaarheid van het plan verzekerd is.
Omdat dit bestemmingsplan voortborduurt op het bestemmingsplan 'Kom West, herziening locatie Matchpoint' en er geen grootschalige wijzigingen in het stedenbouwkundig plan zijn aangebracht is niet opnieuw vooroverleg gevoerd met de vaste vooroverlegpartners. In het kader van het bestemmingsplan 'Kom West, herziening locatie Matchpoint' is destijds contact geweest met het waterschap en de Gasunie. In het nieuwe aangepaste plan is rekening gehouden met het belang dan wel de wensen van deze instanties.
Omdat in de voorliggende situatie geen sprake is van een provinciaal belang, is het plan niet voorgelegd aan de provincie.
Overeenkomstig afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht heeft het ontwerp-bestemmingsplan 'Herziening locatie Matchpoint' van 19 juli 2019 tot 30 augustus 2019 ter inzage gelegen.Tijdens deze periode is één zienswijze ontvangen van Gasunie. Naar aanleiding van de zienswijze zijn de planregels op enkele punten aangepast, zodat het belang van de bescherming van de leiding beter in het plan is verwoord (zie bijlage 9).
Bij de vaststelling is een kleine ambtelijke wijziging doorgevoerd. Deze heeft betrekking op de bouwvlakken van de 2 vrijstaande woningen. De bouwgrens langs de Mennestraat is aangepasen gelijk getrokken met voorgevelrooilijn van de andere bebouwing langs deze weg, waardoor een rustiger straatbeeld ontstaat.
Het bestemmingsplan Herziening locatie Matchpoint is op 13 februari 2020 door de gemeenteraad van Putten gewijzigd vastgesteld. Voor de inhoud van het besluit wordt verwezen naar de tekst van het Vaststellingsbesluit.