direct naar inhoud van 2.1 Het plan
Plan: Nijmegen Ruimte voor de Waal
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP21000-OH01

2.1 Het plan

Bij Nijmegen-Lent bevindt zich één van de smalste bochten in het Nederlandse rivierenstelsel. In de Waalbocht bij Nijmegen is het winterbed van de rivier plaatselijk maar 450 m breed. Dit is een zodanige versmalling dat er wordt gesproken over een flessenhals. Bij hoge waterstanden moet het vele water uit de brede overstroomde uiterwaarden door de smalle doorgang worden geperst. Klimatologen verwachten dat in de nabije toekomst vaker extreem hoge waterstanden zoals in 1995 zullen optreden. Om overstromingen te voorkomen heeft de Waal meer ruimte nodig.

In de PKB is door het kabinet voor de flessenhals bij Nijmegen de dijkteruglegging als maatregel opgenomen: "Om een hoogwatergeul van ruim 200 m breed bij Nijmegen aan te leggen wordt de primaire waterkering over een afstand van 350 m in noordwaartse richting verplaatst. Een deel van de huidige primaire waterkering kan worden gespaard en verbreed, dit vormt een eiland tussen de hoogwatergeul en de Waal." Hiermee wordt de beoogde 27 cm waterstandsdaling gerealiseerd. Op 7 juli 2006 heeft de Tweede Kamer ingestemd met deze PKB. De Eerste Kamer volgde op 20 december 2006. Na vaststelling van de PKB heeft de Staatssecretaris de gemeente Nijmegen in 2007 gevraagd de planstudie (voor de uitwerking van de dijkteruglegging) op zich te nemen.

In de PKB Ruimte voor de Rivier wordt, zoals vermeld, uitgegaan van 27 cm waterstandsdaling op de korte termijn. In het Nationaal Waterakkoord van najaar 2009 heeft het kabinet besloten dat ook de lange termijndoelstellingen uit de PKB Ruimte voor de Rivier voor onder andere Lent zoveel mogelijk gehaald moeten worden. Het streven in de planstudie is de realisatie van circa 34 cm waterstandsdaling.

Maatregelen

De twee belangrijkste maatregelen om de Waal meer ruimte te geven zijn het verleggen van de dijk en het aanleggen van een nevengeul.

Zoals hierboven eerder is aangegeven hebben zowel de Tweede Kamer in 2006 als de Eerste Kamer in 2007 ingestemd met het maatregelenpakket dat beschreven is in de PKB Ruimte voor de Rivier deel 3 (Kabinetsstandpunt). Van dit maatregelenpakket is "Ruimte voor de Waal - Nijmegen" een onderdeel.

Alle elementen van het Ruimte voor de Rivier-pakket moeten worden gerealiseerd wil voldaan worden aan het uitgangspunt dat de dijken in het Rijnstroomgebied niet hoeven te worden verhoogd ondanks het verhoogde maatgevend hoog water (MHW). In feite gaat het om de kralen in één snoer waarbij iedere kraal telt en zij alleen samen het gewenste resultaat kunnen bereiken.

Uitwerking

Ten behoeve van de uitwerking van de maatregel Dijkteruglegging Lent heeft het Rijk de gemeente Nijmegen gevraagd om de planstudie nader uit te werken. In de PKB Ruimte voor de Rivier wordt, zoals vermeld, uitgegaan van 27 cm waterstandsdaling op de korte termijn. In het Nationaal Waterakkoord van najaar 2009 heeft het kabinet besloten dat ook de lange termijndoelstellingen uit de PKB Ruimte voor de Rivier voor onder andere Lent zoveel mogelijk gehaald moeten worden. Het streven in de planstudie is de realisatie van circa 34 cm waterstandsdaling, waarmee het betreffende stadsdeel ook na 2050 geen knelpunt wordt in de afvoer van hoogwater door de Waal.

Ter plaatse van de kop van het stadseiland Veur Lent is de inlaat van de nevengeul gesitueerd. Dit gebied dient te worden opgehoogd. Enerzijds is dit benodigd om het systeem van gescheiden stromen door de hoofdgeul en de nevengeul te reguleren. Anderzijds is er een belangrijk natuurelement in de vorm van een kolk vlak achter de inlaat gesitueerd. Het behoud van deze kolk is van belang voor de aanwezige en te ontwikkelen natuurlijke waarden in het plangebied. De in de bestaande situatie aanwezige "witte boerderij" zal moeten wijken vanuit waterstaatkundige redenen. Deze is immers laag gelegen op circa 11 m boven NAP.

Direct ten noorden van de huidige primaire waterkering, de Oosterhoutsedijk, blijven café de Zon (Oosterhoutsedijk 16) en het naastgelegen pand Oosterhoutsedijk 18 behouden. Deze panden hebben een benedenverdieping "in het dijklichaam" en een deel dat boven de bestaande dijk uitsteekt. Door realisering van het plan komen deze binnendijks gelegen panden buitendijks te liggen. Om deze panden te beschermen tegen hoogwater worden er maatregelen getroffen. Het bestemmingsplan maakt hier daarom waterkerende voorzieningen mogelijk. Daarnaast ontstaat er door het aanbrengen van deze waterkerende voorzieningen een klein "poldertje". Om de waterhuishouding in dit poldertje te beheersen zal een bemaling aangebracht worden. De overige opstallen op het erf (onder andere de voormalige rundveestal, melkstal en werktuigenberging) worden gesloopt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BP21000-OH01_0002.jpg"

Afbeelding 2: Oosterhoutsedijk 16 (rechts) en 18 (links)

De overige bebouwing ten noorden van de Oosterhoutsedijk is te laag gelegen om te handhaven. Gelet op de te verwachten gemiddelde waterstanden in de geul ontstaan er te veel veiligheidsrisico's voor deze bebouwing. Deze bebouwing zal daarom verdwijnen.

Naast de korte termijn doelstelling moet ook de lange termijn doelstelling worden gerealiseerd. Met andere woorden, naast de waterstandsverlaging, moeten ook maatregelen worden opgenomen waarmee kan worden verzekerd dat er ook in de toekomst voldoende ruimte voor de rivier beschikbaar blijft.

Het verleggen van de dijk

De dijkteruglegging Lent omvat het plan om de dijk bij Lent met een paar honderd meter landinwaarts te verleggen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BP21000-OH01_0003.jpg"

Afbeelding 3: de teruggelegde dijk en de te graven nevengeul

afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BP21000-OH01_0004.jpg"

Afbeelding 4: de bruggen en het ontstaan van een eiland

Volgens planning wordt eerst de nieuwe waterkering inclusief het waterkerend scherm aangelegd en vervolgens de huidige dijk verwijderd en de geul gegraven. Door deze fasering is ook in de uitvoeringsfase geen grondwateroverlast te verwachten.

De teruggelegde dijk krijgt de vorm van een kade. Het Rijk heeft besloten dat de Waal bij Nijmegen meer ruimte krijgt door de huidige dijk op twee plaatsen door te breken en een nieuwe dijk aan te leggen zo'n 350 m landinwaarts. De dijkteruglegging vergroot de beschikbare ruimte tussen de bandijken ("winterdijken") en zorgt voor een waterstandsdaling over het gehele traject van Nijmegen tot de Pannerdensche Kop. Met deze maatregel wordt voorkomen dat er in de toekomst voor de tweede keer een ingreep nodig is.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu heeft bovendien te kennen gegeven (middels Kamerbrief van 14 juni 2011, naar aanleiding van de 17e Voortgangsrapportage Ruimte voor de Rivier) dat door de extra waterstanddaling bij Lent andere geplande Ruimte voor de Rivier- ingrepen (de kribverlaging Waalbochten en de obstakelverwijdering Suikerdam en Polderkade naar de Zandberg) achterwege kunnen blijven.

Als gevolg van de dijkverlegging komen ten opzichte van de huidige situatie grondenbuitendijks te liggen. Het betreft gronden ten noorden van de Oosterhoutsedijk, waaronder twee te behouden panden (nummers 16 en 18) en de gronden die als Gemengd - 2bestemd worden. Als gevolg van deze gewijzigde ligging zullen de nieuwe buitendijkse gronden een grotere kans op wateroverlast lopen. Dit is een risico dat voor de eigenaars en gebruikers van de gronden blijft. Hiervoor is aangegeven dat voor Oosterhoutsedijk 16 en 18 waterkerende en waterhuishoudkundige maatregelen worden getroffen en via dit bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt.

Voor de gronden die op dit moment buitendijks liggen, en ook buitendijks blijven, verandert er wat dit betreft niets.

Een nevengeul

De dijkteruglegging wordt gecombineerd met een nevengeul. Een nevengeul is een geul die parallel loopt aan de hoofdgeul van de rivier.

De beoogde geul is kleiner en smaller dan de hoofdgeul. De geul is stroomafwaarts direct verbonden met de hoofdgeul. Stroomopwaarts zijn de hoofdgeul en nevengeul verbonden door middel van een soort dam (de 'drempel'), die bij normale waterstanden een klein deel van het water van de hoofdgeul doorlaat tot de nevengeul. Het water in de nevengeul kan hierdoor met de hoofdgeul 'meestromen' en blijft daardoor van voldoende kwaliteit. Bij hogere waterstanden overstroomt deze dam en fungeert de nevengeul als extra afvoercapaciteit voor het water.

De in- en uitstroomopeningen van de nevengeul (de beide uiteinden waar de nevengeul aansluit op de hoofdgeul) zijn zodanig vormgegeven dat er geen dwarsstromingen ontstaan die het vaarverkeer op de Waal hinderen.

De nevengeul heeft een breedte van circa 220 m tussen Spoorbrug en Waalbrug. In het gedeelte ten westen van de Spoorbrug is deze tussen de 120 en 220 m breed. In de Lentse Waard (ten oosten van de Waalbrug) is de geul smaller.

Tussen spoorbrug en de Oversteek voorziet het project in de aanleg van een zandeilandje. Het is opgenomen met als functies het ontwikkelen van recreatiemogelijkheden en natuur en het vergroten van de landschapswaarde. Het vergroot de beleving van de natuurlijke processen, de recreatieve mogelijkheden en de potentiële natuurwaarden. Het past daarmee binnen artikel 14.1 onder b, van de planregels.

Het eilandje zal aan de oostkant beschikken over een oeverbescherming die tegengaat dat het eiland (bij hogere afvoerniveaus) in zijn geheel wegspoelt. Aan de andere kanten van het eilandje is aanzanding en afkalving mogelijk zodat het eilandje geleidelijk van vorm verandert. Dit gaat overigens heel langzaam. Om deze reden is een vaste locatie en omvang van dit eilandje niet geheel te geven. Het zandeilandje is passend binnen de bestemming Water - 2. Vanwege het dynamisch karakter van het eilandje is dit niet gefixeerd op de verbeelding.

Piping

Het verschijnsel piping is een vorm van kwel, waarbij zand door ondergrondse waterstromen wordt meegevoerd. Hierdoor ontstaan gangen onder de waterkering die de stabiliteit van de waterkering in negatieve zin kunnen beïnvloeden.

Door de aanleg van de nevengeul verdwijnt een deel van de moeilijk waterdoorlatende kleilaag en komt het water rechtstreeks in aanraking met de makkelijk waterdoorlatende zandlaag. Het risico op piping wordt hierdoor vergroot.

De effecten van piping kunnen worden tegengegaan door onder de waterkering een scherm te plaatsen. Het bestemmingsplan maakt binnen de bestemming 'Natuur - 1' pipingschermen mogelijk.

afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BP21000-OH01_0005.jpg"

Afbeelding 5: Beoogde locatie van het pipingscherm nabij het Wijnfort

Eiland

Door het aanleggen van de nevengeul ontstaat een eiland, met daarop, op het oostelijk deel, de huidige kern Veur Lent. Veur Lent wordt door middel van een nieuwe brug (de Promenadebrug) verbonden met de noordoever van de nevengeul, vanaf waar er een verbinding met de Prins Mauritssingel mogelijk is. Voor calamiteitenverkeer komt er een opgang naar de Waalbrug. Langzaam verkeer zal vanaf Veur Lent door middel van een kleinere brug zijn weg kunnen vervolgen richting het Wijnfort (fort Boven Lent). Een derde nieuwe brug verbindt het westelijk deel van het eiland met de noordoever van de nevengeul. De brug, de Citadelbrug, is gesitueerd ter hoogte van fort Beneden Lent en is vernoemd naar de woonwijk de Citadel die ten westen van de spoorbrug gepland is.

Natuur, beheer en hoogwatervluchtplaatsen

Om te voldoen aan de tweede doelstelling van Ruimte voor de Rivier, namelijk het toevoegen van ruimtelijke kwaliteit, wordt het eiland grotendeels ingericht als natuur. Deze natuur wordt duurzaam beheerd door middel van grote grazers.

Om deze grazers een veilig heenkomen te bieden bij hoog water, worden aan de noordzijde van de nevengeul nabij de Citadelbrug en op het eiland, nabij de Stadsbrug, hoogwatervluchtplaatsen aangelegd. Bij hoog water zullen deze grote grazers naar de hoogwatervluchtplaats geëvacueerd kunnen worden, en vanaf daar naar een plaats binnendijks.

Eén hoogwatervluchtplaats is gelegen in de oksel tussen de twee wegen die vanaf de dijk naar de Citadelbrug loopt. Deze hoogwatervluchtplaats wordt opgehoogd tot een hoogte van NAP +13,7 m.

Compensatiewoningen

Daarnaast maakt het bestemmingsplan de bouw van twee zogenaamde vrijstaande compensatiewoningen mogelijk aan de Oosterhoutsedijk.

afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BP21000-OH01_0006.jpg"

Afbeelding 6: huidige locatie Oosterhoutsedijk 53 en 55

Het betreft vervangende huisvesting voor gedupeerden van de dijkteruglegging, die hebben aangegeven graag in de directe nabijheid van hun huidige woningen geherhuisvest te worden. De huidige woningen worden gesloopt in verband met de aanleg van de nevengeul.

afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BP21000-OH01_0007.jpg"

Afbeelding 7: toekomstige locatie compensatiekavels aan de Oosterhoutsedijk

De woningen worden mogelijk gemaakt in het huidige buitendijkse gebied. Als gevolg hiervan kunnen de woningen te maken krijgen met hoge waterstanden. Om de woningen hiertegen te beschermen zullen de eigenaren waterkerende voorzieningen moeten aanbrengen. Het bestemmingsplan maakt deze voorzieningen mogelijk in onder andere de bestemmingen Tuinen Wonen.

Evenemententerrein

Op het westelijk deel van het eiland, nabij de nieuwe stadsbrug, wordt een evenemententerrein mogelijk gemaakt. Dit evenemententerrein kan gedurende de periode van mei tot en met september gebruikt worden voor een beperkt aantal evenementen. De hier beoogde evenementen zijn concerten, culturele voorstellingen, sporttoernooien en dergelijke. Het evenemententerrein is niet bedoeld voor grote publiekstrekkers zoals Dance Valley en voor evenementen met een hoog risicoprofiel.

Een deel van het evenemententerrein kan tevens worden gebruikt als kampeerterrein. Dit gebruik dient samen te vallen met evenementen op het terrein. Buiten evenementen om is het niet toegestaan hier te kamperen.

Het evenemententerrein is toegankelijk door middel van paden uit de richting Veur-Lent, een nieuwe brug naar de noordoever van de nevengeul en trappen die aansluiten op de nieuwe stadsbrug. De paden uit de richting Veur-Lent zijn in principe niet bedoeld voor autoverkeer, maar kunnen in voorkomende gevallen wel gebruikt worden voor het vervoer van mindervaliden.

Horeca

Op Veur-Lent blijven café De Zon en Waalzicht gehandhaafd. Daarnaast wordt op het westelijke deel van het eiland een drietal nieuwe horecavoorzieningen mogelijk gemaakt, twee nabij de stadsbrug en één op de uiterste westelijke punt van het eiland. Dit punt biedt uitzicht over de aansluiting van de nevengeul op de Waal. De bebouwing die voor deze horecavoorzieningen mag worden opgericht, kan ook gebruikt worden ten behoeve van culturele, sociaal-recreatieve en milieueducatieve doeleinden. De voorziening op de westelijke punt mag daarnaast ook als vogelkijkhut fungeren.

De bebouwing is seizoensgebonden; deze mag slechts van mei tot en met september aanwezig zijn. De bebouwing dient daarnaast hoogwaterbestendig te zijn, om zo veel mogelijk te voorkomen dat de bebouwing schade ondervindt als gevolg van eventuele hoge waterstanden gedurende de instandhoudingsperiode. Tot een waterstand van 11,5 m zijn de horecapunten te voet en per fiets bereikbaar.

De horeca is bereikbaar via de Citadelbrug en via paden uit de richting Veur Lent. De Citadelbrug is primair bestemd voor langzaam verkeer, maar kan ook gebruikt worden door calamiteitenverkeer en bevoorradingsverkeer.

Watersport en passantenhaven

De nevengeul is geschikt voor waterrecreatie en watersport. Aan de noordoever van de nevengeul, nabij de Waalbrug, wordt een passantenhaven voor maximaal 150 ligplaatsen mogelijk gemaakt. De verschillende bruggen over de nevengeul hebben een voldoende doorvaarhoogte om het vaarverkeer op de nevengeul niet te hinderen.

Beeldkwaliteit

Onder andere voor de horeca op het westelijk deel van het eiland, de 'drempel', de kade en de nieuwe bruggen is tevens een beeldkwaliteitplan opgesteld, dat onderdeel uitmaakt van de gemeentelijke Welstandsnota. Op het beeldkwaliteitplan wordt in paragraaf 2.3 nader ingegaan.