Plan: | Enspijk 2009 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0236.ENSenspijk2009-VGS3 |
De voor 'Wonen - Dorpsbebouwing beeldbepalend 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met bijbehorende voorzieningen.
Een kamerverhuurbedrijf is uitsluitend toegestaan via wijziging als bedoeld in 15.6.2.
De uitoefening van een aan huis gebonden beroep is toegestaan, mits:
De uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf is niet toegestaan.
Per hoofdgebouw is maximaal één woning toegestaan met dien verstande dat een kangoeroewoning wordt aangemerkt als één woning.
Onder cultuurhistorische waarden als bedoeld in 15.1.1 onder e, wordt in ieder geval het waardevolle ruimtelijk beeld verstaan. Het behoud, beheer en herstel van het bestaande bebouwingsbeeld is de basis voor ontwikkelingsmogelijkheden die sterk gericht zijn op behoud van het kleinschalige karakter en op de inrichting van de onbebouwde ruimten die past in de dorpse sfeer. Belangrijk zijn het behoud van de nog aanwezige open ruimten tussen de bebouwde gedeelten en de ligging van de bebouwing ten opzichte van de straat. Het bebouwde gedeelte aan de oostzijde van de Dorpsstraat heeft ter hoogte van het kruispunt van de wegen een vrij hoge dichtheid en vormt zo een karakterbepalende bebouwingswand in het hart van Enspijk. De hoofdgebouwen staan los van elkaar en dicht aan de straat in een nagenoeg continue rooilijn hetgeen ook voor de westzijde van de Dorpsstraat geldt. De hoofdgebouwen zijn laag tot halfhoog met de kaprichting overwegend evenwijdig aan de weg. De bijgebouwen bestaan uit één bouwlaag en zijn over het algemeen voorzien van een kap.
Voor de overige gebieden geldt dat er een duidelijk onderscheid is tussen de hoofdgebouwen aan de straat en de bijgebouwen op het achtererf. De bebouwing wordt gekenmerkt door vrijstaande (soms voormalige agrarische) bebouwing op doorgaans ruime percelen. De rooilijn is wisselend. Gestreefd wordt de bijgebouwen achter de hoofdgebouwen te situeren mede ten behoeve van het behoud van het open bebouwingsbeeld. De hoofdgebouwen, die bestaan uit één tot anderhalve bouwlaag met kap, worden bij voorkeur niet in een continue rooilijn geplaatst in tegenstelling tot de Dorpsstraat. Ook is hier sprake van afwisseling van kaprichting.
De korrelgrootte van gebouwen dient te worden afgestemd op het bestaande bebouwingsbeeld. Gebouwen dienen zoveel mogelijk te worden voorzien van een kap.
Uitbreiding van de bebouwing dient bij te dragen aan de ruimtelijke karakteristiek, in die zin dat sprake moet zijn van een cultuurhistorisch meer verantwoorde situatie. Dit aspect is mede van belang voor de nieuwe woningen die mogelijk zijn binnen deze bestemming. Dit betreft de locatie aan de Molenkampstraat die voorziet in een nieuwe woning waarbij de belangrijke doorzichten worden gehandhaafd.
Uitsluitend mogen bouwwerken worden opgericht ten dienste van de bestemming.
Gebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak";
Voor hoofdgebouwen geldt het volgende:
Voor bijgebouwen geldt het volgende:
In afwijking van het bepaalde in 15.2.2. zijn buiten het bouwvlak voor de voorgevel van een hoofdgebouw aangebouwde ondergeschikte bouwdelen toegelaten tot maximaal 1,25 m uit de gevel van het hoofdgebouw en/of bijgebouw.
Andere bouwwerken mogen ten dienste van deze bestemming aanwezig zijn tot een hoogte van 2 m, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan:
één en ander ten behoeve van de bescherming van een karakteristiek bebouwingsbeeld, het woon- en leefmilieu en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 15.2.2teneinde het hoofdgebouw buiten de aanduiding "specifieke bouwaanduiding-hoofdgebouw" uit te breiden, mits geen onevenredige aantasting zal plaatsvinden van het woon- en leefmilieu, de waarden genoemd in 15.1 en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de uitbreiding niet meer bedraagt dan 110 % van het bestaande hoofdgebouw.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 15.2.3, teneinde een hogere goot- en/of bouwhoogte van een hoofdgebouw toe te staan, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 15.2.4, teneinde een grotere oppervlakte bijgebouwen toe te staan, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 15.2.6, ten aanzien van de gestelde maximale hoogte en maximale bebouwde oppervlakte voor andere bouwwerken, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 15.1.2 onder c, teneinde de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf toe te staan, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening wijzigen, teneinde niet-woonfuncties in combinatie met een bijbehorende woning toe te staan, welke in de Staat van bedrijfsactiviteiten zoals deze in de bijlage 1 bij deze regels is opgenomen, zijn aangemerkt als categorie 1 dan wel, voor zover het betreft daarmee naar aard en omvang gelijk te stellen niet-woon functies, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening wijzigen, teneinde de vestiging van een kamerverhuurbedrijf mogelijk te maken., mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden: