Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Buitengebied, eerste herziening
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0214.BUIBP20100005-vi01

Artikel 28 Algemene afwijkingsregels

28.1 Algemeen

Tot het afwijken van het bepaalde in dit artikel wordt pas overgegaan, indien hierdoor: 
  1. de functies en waarden die in het plan aan de desbetreffende en aan de omliggende gronden zijn toegekend, of de mogelijkheden tot het herstel of de ontwikkeling van deze waarden, niet blijvend onevenredig worden geschaad; 
  2. geen strijdigheid ontstaat met de aan het plan ten grondslag liggende Structuurvisie Buren 2009-2019, vastgesteld op 27 oktober 2009.

28.2 Nutsvoorzieningen en dergelijke

Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan ten behoeve van de bouw van bouwwerken voor nutsvoorzieningen zoals pompgemalen, verdeel-, regel- of transformatorruimten, telefooncentrales, telefooncellen, geldautomaten en abri's, waarvan de inhoud niet meer dan 50 m3 en de hoogte niet meer dan 3 m bedragen, alsmede voor lichtmasten en vlaggenmasten met geen grotere hoogte dan 10 m.

28.3 Kleine uitbouwen woningen

Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan voor de bouw van kleine uitbouwen aan woningen, indien en voor zover: 
  1. de overschrijding van een krachtens het plan aangegeven begrenzing niet meer bedraagt dan 2 m; 
  2. de oppervlakte van de uitbouw niet meer bedraagt dan 6 m2.

28.4 Inwoning ten behoeve van mantelzorg

Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan, voor de verbouw van een woning tot meer dan de toegestane inhoud, indien en voor zover: 
  1. de verbouw noodzakelijk is om te voorzien in de behoefte aan inwoning ten behoeve van mantelzorg; 
  2. de inwoning plaats vindt in het hoofdgebouwen/of de aanbouw; 
  3. de woning mag worden vergroot met maximaal 150 m3 en tot geen grotere inhoud van de woning dan 750 m3
  4. er sprake is van een gemeenschappelijke entree; 
  5. het nieuwe gedeelte voor inwoning technisch/functioneel altijd weer bij de oorspronkelijke woning kan worden betrokken;
  6. minimaal één directe verbinding tussen beide wooneenheden aanwezig is; 
  7. naast of in plaats van inwoning door verbouw van de woning, mag ook inwoning plaats vinden in een bestaand bijgebouw, binnen een afstand van 12 m van de woning waar het bijgebouw bij behoort en waarvan ten hoogste 60 m2 voor deze vorm van inwoning mag worden gebruikt, mits dit gebruik als persoonsgebonden wordt benoemd en de getroffen technische en functionele voorzieningen na afloop van dit persoonsgebonden gebruik worden verwijderd.

28.5 Aan huis gebonden nevenactiviteiten en kantoor- en praktijkruimten

Burgemeester, en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan voor een gebruik ten behoeve van aan huis gebonden nevenactiviteiten en kantoor- en praktijkruimten, indien en voor zover: 
  1. de desbetreffende woning bewoond blijft; 
  2. het vloeroppervlak van de gebouwen ten behoeve van het gebruik voor aan huis gebonden nevenactiviteiten en kantoor- en praktijkruimten niet meer bedraagt dan 50 m2
  3. het onbebouwde gedeelte van het perceel niet wordt gebruikt voor de beoogde activiteit, met uitzondering van parkeervoorzieningen; 
  4. de nevenactiviteit geen detailhandel betreft; 
  5. de beoogde activiteit geen ontwikkeling tot gevolg heeft waarop de bestaande nutsvoorzieningen, wegen en parkeervoorzieningen niet zijn afgestemd;
  6. van tevoren in voldoende mate is verzekerd dat het beoogde gebruik geen ontoelaatbare invloed heeft op het woon- en leefmilieu van de omliggende woningen.

28.6 Bijgebouwen op grotere afstand van woningen

Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan voor de bouw van bijgebouwen ten dienste van woningen, voor zover deze woningen in het plan zijn opgenomen met bestemming Wonen, indien en voor zover: 
  1. de afstand tot de achtergevel van het hoofdgebouw van de bijbehorende woning niet meer bedraagt dan 70 m; 
  2. de gronden waarop het bijgebouw wordt gerealiseerd in eigendom zijn of worden gepacht, waarbij ingeval van pacht sprake moet zijn van een bij de Grondkamer geregistreerd langlopend pachtcontract; 
  3. de gronden deel uitmaken van het bij de desbetreffende woning behorende en direct en ononderbroken aansluitende perceel; 
  4. de regels ten aanzien van bijgebouwen zoals deze zijn opgenomen in de bestemming "Wonen" in acht worden genomen, met inbegrip van de mogelijkheden waarin de afwijkingsregels, met de bijbehorende voorwaarden, in de bestemming "Wonen" voorzien.

28.7 Bed & breakfast

Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan voor de inrichting en het gebruik van woningen ten behoeve van bed & breakfast, indien en voor zover: 
  1. het betreft een woning, die tevens bewoond blijft, met de bestemming "Wonen"; 
  2. niet meer dan 3 slaapkamers met elk 2 slaapplaatsen van de betreffende woning worden ingericht en gebruikt voor bed & breakfast; 
  3. het gebruik van een aangebouwd bijgebouw dat direct door middel van ten hoogste één verbinding vanuit de woning toegankelijk is, is toegestaan, mits geen grotere afstand dan 8 m wordt overbrugd en de verbindingsruimte direct toegang geeft tot de als bed & breakfast voorziening gebruikte ruimte in het bijgebouw; 
  4. de bed & breakfast voorziening niet functioneert als een zelfstandige woning; 
  5. parkeren plaats vindt op eigen terrein; 
  6. van tevoren in voldoende mate is verzekerd dat het beoogde gebruik geen onevenredig nadelige gevolgen heeft voor het woon- en leefklimaat van de omliggende woningen of voor de bedrijfsvoering van omliggende bedrijven.

28.8 Nieuwe bijgebouwen of vergroting woning na sloop voormalige bedrijfsgebouwen en een aanwezig woonbestemming

Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan voor de bouw van een bijgebouw, de vergroting van een bijgebouw of de vergroting van een woning, in geval sprake is van de aanwezigheid van (voormalige) bedrijfsgebouwen en de woning is aangewezen voor de bestemming 'Wonen", met dien verstande dat: 
  1. het geen bebouwing betreft welke als Rijks- of gemeentelijk monument is aangemerkt en gehoord de gemeentelijke monumentencommissie is gebleken dat geen sprake is van een zodanige karakteristieke waarde dat handhaving van de bebouwing vanuit dat oogmerk gewenst is; 
  2. alle aanwezige (voormalige) bedrijfsbebouwing wordt gesloopt; 
  3. van tevoren in voldoende mate is verzekerd dat de aanwezige voormalige bedrijfsbebouwing wordt afgebroken; 
  4. voor elke m2 gesloopte bedrijfsgebouwen 60% van de gesloopte oppervlakte mag worden teruggebouwd in de vorm van een nieuw bijgebouw of de uitbreiding van bestaande bijgebouwen, tot een maximale oppervlakte van 200 m2, met inbegrip van de oppervlakte van de bestaande bijgebouwen;
  5. voor elke m2 gesloopte bedrijfsgebouwen mag de inhoud van de bestaande woning worden vergroot, waarbij de volgende regels worden gehanteerd: 
    1. indien de oppervlakte van de gesloopte bedrijfsgebouwen niet meer bedraagt dan 750 m2 mag, voor elke m2 gesloopte bedrijfsgebouwen, de woning worden uitgebreid met 0,5 m3
    2. indien de oppervlakte van de gesloopte bedrijfsgebouwen meer bedraagt dan 750 m2 mag, voor elke m2 gesloopte bedrijfsgebouwen boven de 750 m2, de woning worden uitgebreid met 0,35 m3
    3. de woning mag hierdoor geen grotere inhoud krijgen dan 1.200 m3
  6. het gestelde onder sub d en sub e mag naast elkaar worden gebruikt, mits iedere gesloopte m2 of voor bijgebouwen of voor de woning wordt gebruikt; 
  7. er geen m2's te slopen bedrijfsgebouwen voor toepassing van dit artikellid mogen worden gebruikt, die meegeteld moe(s)ten worden voor toepassing van artikel 29 lid 10, artikel 29 lid 11, artikel 29 lid 12, artikel 29 lid 13
  8. het gestelde in dit artikellid geldt ook indien sprake is van saldering van mogelijkheden op meerdere percelen, met dien verstande dat: 
    1. per perceel minimaal 250 m2 aan bedrijfsgebouwen moet worden gesloopt; 
    2. voor elk perceel geldt dat alle aanwezige bedrijfsbebouwing moet worden gesloopt; 
    3. de vervangende nieuwbouw dient gebouwd te worden op het perceel waar dat uit ruimtelijk oogpunt het meest wenselijk is.

28.9 Ecologische linten

Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan voor de aanleg van ecologische linten, indien en voor zover: 
  1. de aanleg plaatsvindt op gronden met de bestemming "Agrarisch", "Agrarisch met waarden - Komgebied", Agrarisch met waarden - Oeverwalgebied" en de desbetreffende gronden tevens zijn gelegen binnen zones van 10 m (langs de Linge en de Korne 12 m) van gronden die in het plan zijn bestemd als "Water"; 
  2. de aanleg plaatsvindt door, namens of met goedkeuring van de betrokken rivier- of waterbeheerder.

28.10 Minicampings

Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan voor de aanleg en het gebruik van gronden als recreatief nachtverblijf in de vorm van kleinschalig kamperen, indien en voor zover: 
  1. de minicamping een nevenactiviteit bij een woning betreft; 
  2. de minicamping binnen een afstand van 70 m tot de bijbehorende woning en op een afstand van tenminste 50 m van enige andere woning is gelegen; 
  3. van tevoren in voldoende mate is verzekerd dat het beoogde gebruik geen ontoelaatbare invloed heeft op het woon- en leefmilieu van de omliggende woningen en/of agrarische en andere bedrijven; 
  4. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen erf; 
  5. zorg gedragen wordt voor een inpassing in de omgeving met landschappelijke beplanting; 
  6. sanitaire voorzieningen óf binnen de bestaande (bedrijfs)bebouwing dienen te worden gerealiseerd óf, uitsluitend voor zover het gronden betreft die zijn gelegen binnen of direct aansluiten aan de bestemming "Agrarisch" of Agrarisch met waarden - Oeverwalgebied", binnen maximaal één extra gebouw ten behoeve van sanitaire voorzieningen met geen groter oppervlak dan 50 m2, geen grotere goothoogte dan 3 m en geen grotere hoogte dan 7 m.

28.11 Paardenbakken, tennisbanen, vijvers, zwembaden, (midget)golf, theetuinen en buitenexposities voor galeries

Burgemeester en Wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan voor de aanleg van en het gebruik van gronden als paardenbak, tennisbaan, vijver, zwembad geen gebouw zijnde, (midget)golf, theetuin en buitenexpositie voor een galerie, met dien verstande dat: 
  1. het uitsluitend gronden betreft die niet verder dan 70 m uit de gevel van het hoofdgebouw van de bijbehorende woning zijn gelegen, op een afstand van tenminste 5 m tot een perceelgrens zijn gelegen en niet zijn gelegen binnen de aanduiding artikel 27 lid 2 (Vrijwaringszone - Weg); 
  2. uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van het gebruik waarvan afwijking wordt verleend met geen grotere hoogte dan 2,5 m mogen worden gebouwd, met dien verstande dat, voor zover het tennisbanen betreft, bijbehorende hekwerken geen grotere hoogte mogen hebben dan 4 m; 
  3. het bepaalde ten aanzien van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden bij de betreffende bepalingen van het plan waarvan afwijking wordt verleend, tevens in acht wordt genomen; 
  4. ingeval van theetuin en buitenexpositie voor galeries voorzien wordt in parkeergelegenheid op eigen terrein.