Enter-Dorp

2.3 Ruimtelijke structuur

De belangrijkste karakteristiek van Enter is dat het een lintdorp is. Dit brengt de langgestrekte structuur van het dorp met zich mee. Vele oude boerderijen zijn na verloop van tijd opgenomen in de hoofdroute van het dorp (de Dorpsstraat). Daarnaast zijn vele kerken en stukken groen aan de rand van het dorp (met name aan de zuidzijde) aanwezig.

Zicht op de Rijssenseweg in de jaren '60
bron: www.enter-info.nl

Uitvalswegen

Langs de uitvalswegen naar het noorden en het zuiden heeft de lintbebouwing zich voortgezet. Deze lintbebouwing heeft een mindere kwaliteit dan de bebouwing in het centrum. Er staan veel boerderijen en arbeiderswoningen uit de periode 1900-1950. De nieuwe woningen uit de jaren '50-'70 staan verder van de weg. Het noordelijke lint bestaat uit de Dorpsstraat en de Wierdenseweg. Aan de Dorpsstraat komt woningbouw uit de jaren '50 en '60 voor die meestal met de lange kant naar de weg zijn gebouwd. Er bevinden zich ook oudere gebouwen die met de smalle kant naar de weg zijn georiënteerd. Kenmerkend aan de Dorpsstraat is ook het voorkomen van resterende erfbeplanting. Ter hoogte van de splitsing van de Dorpsstraat in de Wierdenseweg en de Ypeloweg vervaagt de lintbebouwing sterk. Uiteindelijk gaat de lintbebouwing over in grootschalige agrarische bebouwing. Langs het zuidelijke lint, gevormd door de Goorseweg, komen veel (nieuwe typen) boerderijen voor. Alle oude boerderijen en arbeiderswoningen zijn in gebruik als woonhuis. Aan en langs de Goorseweg komen veel groepen en rijen bomen voor. Daarnaast zijn er veel stukken groen aanwezig.

Huidige situatie in het plangebied
bron: Google Earth

Uitbreidingswijken

De uitbreidingswijken in Enter zijn in verschillende periodes gebouwd. Aan de bouwstijl is te herkennen van welke periode de bebouwing dateert. In alle uitbreidingswijken is veel groen aanwezig. In de ene wijk vertaald zich dat in groene hofjes, in een andere wijk is veel laanbeplanting aanwezig. In de meeste uitbreidingswijken komen naast de woonfunctie ook andere functies voor. Hierbij moet onder andere gedacht worden aan scholen, kerken en detailhandel.

Overgangsgebieden

Het plangebied bestaat uit drie te onderscheiden gebieden. Dit betreffen de woonkern, de agrarische percelen en het bedrijventerrein. De Entergraven (oostzijde van het plangebied) en de A1 (gelegen ten zuiden van het plangebied) zijn fysiek harde grenzen. Zachtere overgangen van het plangebied naar het buitengebied van de gemeente Wierden vinden plaats in noordelijke en westelijke richting.

Binnen de grenzen van het plangebied zijn in zuidelijke richting twee overgangsgebieden te onderscheiden. Ten zuiden van de kern is enerzijds het bedrijventerrein gelegen en anderzijds gaan de woongebieden over in agrarische percelen. De bebouwing aan de Hambergerweg bestaat uit woonbebouwing en bedrijfsbebouwing, al dan niet op hetzelfde erf. Wanneer beide soorten bebouwing op één erf voorkomen, dan ligt de bedrijfsbebouwing meestal achter het erf. Tevens komen landbouwpercelen voor aan de Hambergerweg, vanwaar vergezichten aanwezig zijn. De bebouwing tussen de Oude Deldenseweg en de Zuiderstraat, aan de andere zijde van de Goorseweg, is meer aaneengesloten en vormt daarmee de rand van het dorp. De dichtheid van de bebouwing neemt geleidelijk af in de richting van het buitengebied. Aan de Zuiderstraat en Brinkstraat bevinden zich oude en monumentale boerderijen. Waar zij vroeger buiten het dorp stonden, staan zij nu in de dorpsrand.

Bedrijventerrein

In Enter is de bedrijvigheid voornamelijk in het zuiden gevestigd. Daar ligt het bedrijventerrein. De grootste bedrijven komen voor aan de Vonderweg en de Mettenkampsweg. Met name het bedrijf Rouweler Beton beslaat een zeer groot oppervlak. Op het bedrijventerrein komen meerdere bedrijfswoningen voor. Aan de Rijssenseweg en de Stationsweg aan de rand van de bedrijventerreinen bevinden zich nog enkele woningen.