Enter-Dorp

2.4 Functionele structuur

De kern Enter heeft zich, na Wierden, ontwikkeld tot de één na grootste kern van de gemeente, waardoor zij thans in het zuiden van de gemeente een centrumpositie inneemt voor zowel de functies wonen, werken als voorzieningen. In de navolgende paragrafen wordt nader ingegaan op de functionele structuur van de aspecten wonen, werken, voorzieningen, verkeer en vervoer, groen, overgangsgebied en water.

2.4.1 Wonen

De woonfunctie is de meest omvangrijke voorkomende functie in het plangebied en bevindt zich hoofdzakelijk ten oosten en ten westen van het dorpcentrum. Daarnaast zijn in het zuiden van het plangebied enkele voormalige agrarische bedrijfswoningen bestemd als woning. Ook op het bedrijventerrein zijn enkele percelen bestemd als burgerwoning. Bij de woningen aan het oude lint is de hoofdmassa eenvoudig van opzet. De panden zijn opgebouwd uit één of twee bouwlagen met een stevige kap, waarbij de agrarische bebouwing vaak voorzien is van een lage gootlijst. Er komen diverse kapvormen naast elkaar voor. De voor wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor het wonen in woonhuizen en is de combinatie met ruimte voor een aan huis verbonden beroep mogelijk. De woning en/of een aan de woning aangebouwd gebouw mag tevens worden gebruikt voor een bed & breakfast.

De heldere structuur en opzet van de naoorlogse wijken uit de wederopbouw-periode van de jaren '50 en '60 vormen een kwaliteit. Dit komt door de oriëntatie van de woningen in deze wijken, waardoor sprake is van een waardevolle ruimtelijke opzet.

Foto van het oude 'Reggedal'
bron: www.enter-info.nl

De woningen bestaan voor het merendeel uit rijwoningen. De woningen die gerealiseerd zijn in het oosten van de kern zijn ontwikkeld volgens het principe van een woonerf. De structuur is hierdoor wat grilliger en het type woningen divers. In dit deel van Enter staan rijwoningen, tweekappers en vrijstaande woningen afwisselend naast elkaar.

2.4.2 Werken

In de bebouwde kom van Enter zijn nog enkele bedrijven in het woongebied gevestigd. Naast de bedrijfsfuncties bevinden zich in het woongebied nog enkele detailhandelsfuncties en kantoren.

Ten zuiden van de woonkern is het bedrijventerrein van Enter gelegen. Op deze bedrijfslocatie zijn de meeste bedrijven gelegen aan de Vonderweg en de Mettenkampsweg. De bedrijven zijn voor het merendeel gecategoriseerd als klasse 2 en 31. Op het bedrijventerrein komen enkele bedrijven voor die een milieucategorie klasse 4 kwalificatie hebben. De bedrijven aan de Vonderweg 9, Mettenkampsweg 4 en Mettenkampsweg 6 betreffen zogenaamde provinciale inrichtingen.

De agrarische percelen bevinden zich vooral in het noord-westen en zuid-oosten van het plangebied. De agrarische percelen in het noord-westen van het plangebied zijn middels verkaveling beter gestructureerd en ontsloten dan de agrarische percelen in het zuid-oosten van het plangebied. De meeste agrarische percelen zijn in gebruik als grasland.

2.4.3 Voorzieningen

De maatschappelijke voorzieningen zijn in het plangebied globaal op twee locaties geconcentreerd. De meeste maatschappelijke voorzieningen zijn gelegen aan of nabij de Rijssenseweg. De andere concentratie van maatschappelijke voorzieningen is gevestigd in de omgeving van de Reggestraat. Dit betreffen onder andere functies ten behoeve van het onderwijs, de bibliotheek, kerken en de begraafplaats.

De recreatie in Enter is hoofdzakelijk gericht op sport. Accommodaties hiervoor bevinden zich in het noordoosten van de kern op het sportpark 'De Werf' aan de Sportlaan. Op dit sportpark is de voetbalvereniging V.V. Enter Vooruit gevestigd. Ten zuiden van de woonkern is het sportpark 'Krompatte' gelegen. S.V. Enter en Tennisclub Enter zijn op dit sportpark gevestigd.

In de kern is naast recreatie in de vorm van wandel- en fietsroutes tevens sprake van verblijfsrecreatie. Aan de Rondweg 44 is namelijk een camping gevestigd.

2.4.4 Verkeer en vervoer

Autoverkeer

De belangrijkste ontsluitingswegen binnen het plangebied zijn de Wierdenseweg, Goorseweg, Bornerbroekseweg en de Rijssenseweg. De overige wegen vormen verbindingen tussen deze ontsluitingswegen. De Dorpsstraat vormt een scheiding tussen het historische lint en het gebied waar na de wederopbouw grotere uitbreidingswijken zijn gerealiseerd. De wegen in het westelijke- en noordoostelijke deel van het plangebied bestaan grotendeels uit een recht stratenpatroon. Het oostelijk deel van het plangebied heeft een woonerfkarakter. In het stratenpatroon van het gebied ten zuiden en ten westen van de Dorpsstraat is de structuur van het historische dorp nog te herkennen.

Vrachtverkeer

De hoofdontsluiting van het bedrijventerrein vindt plaats op de Rijssenseweg en vervolgens op de N347 en de A1. Het bedrijventerrein is hiermee goed ontsloten op het landelijke wegennet, zonder daarbij overlast te veroorzaken op de woongebieden.

Parkeren

Parkeren vindt in het plangebied over het algemeen plaats in de openbare ruimte en in de woongebieden tevens op eigen terrein. In enkele staten binnen het bestemmingsplan Enter-Dorp is de parkeerdruk aanzienlijk. Enerzijds komt dit vanwege de aaneengesloten bebouwing, anderzijds vanwege de geringe breedte van enkele straten. In combinatie met herinrichtingsplannen wordt de parkeerproblematiek per straat bekeken en worden maatregelen voorgesteld hier verbetering in aan te brengen. Verder zijn er in Enter geen problemen met het parkeren van auto's, omdat men veelal op eigen terrein kan parkeren vanwege de vrijstaande en twee-onder-één-kap bebouwing.

Openbaar vervoer

Het openbaar vervoer in Enter bestaat uit de buslijnen Wierden-Almelo en richting Goor. Dit is de enige vorm van openbaar vervoer die beschikbaar is in het plangebied. Enter beschikt namelijk niet over een aansluiting op het spoor. Het dichtbijgelegen station is aanwezig in Rijssen.

Fiets- en voetpaden

De fiets- en voetpaden lopen parallel aan de ontsluitingswegen voor het gemotoriseerde verkeer. Ten oosten van de Entergraven is een langzaamverkeersroute gelegen. Alleen de groenstroken ter plaatse van de woonerven in het oosten van Enter zijn voorzien van autonome voetpaden.

2.4.5 Groen, overgangsgebied en water

Groenvoorzieningen

De groene (open) ruimtes vormen een meerwaarde en maken het dorp aantrekkelijk en leefbaar. Grootschaliger groengebieden komen hoofdzakelijk voor in het oosten van de woonkern. Het resterende groen in het woongebied bestaat uit smalle groenstroken.

Overgangsgebied

Bij de oostelijke- en noordwestelijke rand van het dorp grenst de woonbebouwing aan het open landschap. In het zuiden van het plangebied is de overgang tussen de agrarische percelen en het bedrijventerrein minder robuust. Dit komt onder andere doordat een groot deel van het bedrijventerrein aan de A1 grenst.

Water

De oostelijke begrenzing van het plangebied bestaat uit de loop van de Entergraven. Het water gelegen tussen de A1 en het bedrijventerrein De Vonder en de Baanakkers is een bergingsvijver. Deze vijver is gerealiseerd in de tijd dat het bedrijventerrein is ontwikkeld.

• 1. Op basis van de milieucategorie van de VNG, 'Brochure Bedrijven en milieuzonering', maart 2009.