direct naar inhoud van Artikel 8 Bos
Plan: Wierden-dorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0189.BP2009000005-VA02

Artikel 8 Bos

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bos en/of dichte beplantingsstroken;
  • b. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en landschappelijke waarden;
  • c. infrastructurele voorzieningen zoals deze bestonden op het tijdstip van de
    terinzagelegging van het plan;
  • d. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water;
  • e. voorzieningen ten behoeve van extensief recreatief medegebruik, zoals wandel-, fiets- en ruiterpaden;

met daarbijbehorende:

  • f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • g. werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden;
8.2 Bouwregels

Op de voor ' Bos ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

8.2.1 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer dan 1 m bedragen;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a geldt dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde ten behoeve van informatievoorzieningen niet meer mag bedragen dan 2,50 m.
8.3 Afwijken van de bouwregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 8.2.1 en toestaan dat de bouwhoogte wordt verhoogd tot 2,50 m.

8.3.1 Afwegingskader

Bij het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld in 8.3 vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden:

  • a. de mate waarin de belangen van gebruikers en/of van eigenaren van de aanliggende gronden kunnen worden geschaad;
  • b. de mate waarin de uitvoerbaarheid is aangetoond, waaronder begrepen de toelaatbaarheid op het gebied van milieu, externe veiligheid, waterhuishouding, ecologie en archeologie;
  • c. de mate waarin de landschappelijke inpasbaarheid is aangetoond;
  • d. de mate waarin de verkeerssituatie wordt beïnvloed, waaronder begrepen de gevolgen voor de infrastructuur.
8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
8.4.1 Verbod

Het is verboden zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het egaliseren en ophogen van gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur;
  • b. graafwerkzaamheden;
  • c. het in de grond drijven van voorwerpen;
  • d. diepploegen;
  • e. het aanleggen van gesloten oppervlakteverhardingen met een oppervlakte van meer dan 200 m2;
  • f. het aanleggen van (half)verharde recreatieve paden en voorzieningen met een oppervlakte van meer dan 200 m2;
  • g. het permanent opslaan van goederen, waaronder ook begrepen het opslaan van afvalstoffen;
  • h. het verrichten van grondroeractiviteiten, zoals het aanbrengen van rioleringen, kabels, leidingen en drainage, anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • i. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen.
8.4.2 Uitzonderingen op verbod

Het in 8.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • b. op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn.
8.4.3 Strijd met bestemming

Van strijdig gebruik is geen sprake indien de waarden van deze gronden niet onevenredig worden geschaad, dan wel de mogelijkheid voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden verkleind.