direct naar inhoud van Artikel 7 Bedrijventerrein
Plan: Wierden-dorp
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0189.BP2009000005-VA02

Artikel 7 Bedrijventerrein

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 1', bedrijven tot en met categorie 1 van Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2', bedrijven tot en met categorie 2 van Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1', bedrijven tot en met categorie 3.1 van Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2', bedrijven tot en met categorie 3.2 van Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf', de bestaande bedrijven die niet behoren tot de ter plaatse toegestane categorieën zoals opgenomen onder a tot en met d, en zoals aangegeven in Bijlage 6 Lijst van bedrijfsactiviteiten;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', tevens detailhandel;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel volumineus', tevens volumineuze detailhandel;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - opslag en verkoop vuurwerk', tevens opslag en verkoop van vuurwerk;

met daarbijbehorende:

  • i. gebouwen;
  • j. bouwwerken, geen gebouwen bedrijven zijnde;
  • k. werken, geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden;

met inachtneming van het volgende:

  • l. opslag is toegestaan;
  • m. detailhandel is niet toegestaan;
  • n. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • o. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • p. vuurwerkbedrijven zijn niet toegestaan;
  • q. inrichtingen die zijn genoemd in bijlage C en D van het besluit M.E.R. 1994 zijn niet toegestaan;
  • r. zelfstandige kantoren zijn niet toegestaan.
7.2 Bouwregels

Op de voor ' Bedrijventerrein ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten

dienste van de bestemming worden gebouwd.

7.2.1 Hoofdgebouwen

Voor hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een hoofdgebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de afstand tot de perceelgrens bedraagt minimaal 3 m;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de aangegeven hoogte;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' geldt dat de goothoogte niet meer mag bedragen dan de aangegeven hoogte.
7.2.2 Bedrijfswoningen

Voor een bedrijfswoning gelden bovendien de volgende regels:

  • a. een bedrijfswoning is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding ‘bedrijfswoning’;
  • b. de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 750 m³.
7.2.3 Bijbehorende bouwwerken

Voor bijbehorende bouwwerken ten behoeve van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte mag niet meer bedragen dan:
    • 1. 75 m²;
    • 2. 100 m² voor percelen met een oppervlakte groter dan 400 m²;
  • b. de goothoogte mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer dan 8 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte 15% lager dient te zijn dan de bedrijfswoning, met een minimum van 1 m;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder c geldt in geval van bedrijfswoningen met één bouwlaag, dat de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk niet meer dan 4 m mag bedragen.
7.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. indien zij vóór de voorgevel of naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan worden opgericht mag de bouwhoogte niet meer dan 2,5 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van reclame- en vlaggenmasten mag ten hoogste 8 m bedragen.
7.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid.
7.4 Afwijken van de bouwregels
7.4.1 Omgevingsvergunning

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde:

  • a. in 7.2.1 onder c en kan worden toegestaan dat de bouwhoogte wordt verhoogd tot 12 m;
  • b. in 7.2.1 onder d en kan worden toegestaan dat de goothoogte wordt verhoogd tot 8 m;
  • c. in 7.2.1 onder d ten behoeve van een afwijkende dakvorm, indien en voor zover het bebouwingsbeeld daardoor niet onevenredig wordt aangetast.
7.4.2 Afwegingskader

Een in 7.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid.
7.5 Specifieke gebruiksregels
7.5.1 Strijdig gebruik

Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend bewoning van bedrijfsruimten, niet zijnde bedrijfswoningen.

7.6 Afwijken van de gebruiksregels
7.6.1 Omgevingsvergunning

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde:

  • a. in 7.1 juncto 1.94 voor de huisvesting van twee huishoudens ten behoeve van inwoning, met dien verstande dat dit niet mag leiden tot twee afzonderlijke woningen;
  • b. in 7.1 en toestaan dat tevens bedrijven worden toegelaten die niet zijn genoemd in Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten of die volgens de Staat van Bedrijfsactiviteiten van een hogere categorie zijn, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de reeds toegelaten categorie, met dien verstande dat:
    • 1. Bevi-inrichting niet zijn toegestaan;
    • 2. Vuurwerkbedrijven niet zijn toegestaan;
    • 3. Wgh-inrichtingen niet zijn toegestaan;
    • 4. inrichtingen die zijn genoemd in bijlage C en D van het besluit M.E.R. 1994 niet zijn toegestaan;
  • c. in 7.1 ten behoeve van de uitoefening van detailhandel, niet zijnde detailhandel in textiel, schoeisel, lederwaarden, huishoudelijke artikelen en voedings- en genotmiddelen in:
    • 1. goederen, welke ter plaatse zijn vervaardigd, bewerkt of hersteld;
    • 2. goederen in een onderneming, waarin een nijverheids- en/of ambachtsbedrijf wordt uitgeoefend, mits de laatstgenoemde uitoefening een wezenlijk bestanddeel uitmaakt en de detailhandel in goederen, gelet op de aard daarvan, geschiedt zowel ter plaatse waar dat bedrijf wordt uitgeoefend als in rechtstreeks verband met de uitoefening van dat bedrijf;
  • d. in 7.1 ten behoeve van de uitoefening van volumineuze detailhandel, met dien verstande dat toepassing van deze bevoegdheid niet mag leiden tot een onevenredige aantasting van de detailhandelsstructuur.
7.6.2 Afwegingskader

Een in 7.6.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid.
7.7 Wijzigingsbevoegdheid
7.7.1 Wijziging

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en ter plaatse van de aanduiding 'wro zone - wijzigingsgebied 2' een nieuwe bedrijfswoning toestaan, met dien verstande dat:

  • a. de bedrijfswoning wordt gerealiseerd in de eerste 20 m van het perceel, gerekend vanaf de straatzijde/wegzijde;
  • b. op het perceel moet een bedrijfshal aanwezig zijn van tenminste 250 m²;
  • c. de bedrijfswoning mag niet worden ingesloten door bedrijfspanden;
  • d. inhoud van de bedrijfswoning.niet meer mag bedragen dan 750 m3.
7.7.2 Afwegingskader

Een in 7.7.1 genoemde wijziging kan slechts worden vastgesteld indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid.