Plan: | De Berghorst |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0189.BP2009000004-VA01 |
De watertoets - zoals deze in het kader van ruimtelijke plannen dient te worden uitgevoerd - is het gehele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. De watertoets wordt uitgevoerd binnen de bestaande wet- en regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening en water. De watertoets vormt de verbindende schakel tussen het waterbeheer en de ruimtelijke ordening.
De gemeente heeft diverse overleggen gevoerd met het waterschap Regge en Dinkel. Het waterschap is tevens betrokken bij de totstandkoming van het Geohydrologisch onderzoek en het Waterhuishouding- en rioleringsplan. Onderstaand zijn de conclusies van beide onderzoeken weergegeven.
Door Grontmij is op 17 juli 2006 het definitieve geohydrologisch onderzoek opgesteld waarin de relevante waterhuishoudkundige uitgangspunten en randvoorwaarden zijn beschreven (zie bijlage Geohydrologisch onderzoek). Deze zijn algemeen van aard en gebaseerd op de hydrologische verkenning van de huidige situatie en het vigerend beleid. In hoofdstuk 3 worden uitgangspunten en randvoorwaarden genoemd. Deze hebben betrekking op de ontwateringsnormen, drooglegging, aanleghoogte, berging, afvoernorm, zettingen en vergunningen.
Het algemene uitgangspunt ten aanzien van berging (bij nieuwe stedelijke ontwikkelingen) is dat met de ontwikkeling geen afwenteling op de omgeving plaatsvindt. Daarom is voldoende waterberging essentieel. Gezien de bodemopbouw en de optredende grondwaterstanden is infiltratie van afgekoppeld hemelwater, via bijvoorbeeld wadi's, plaatselijk mogelijk. De verwachting is dat volstaan kan worden met de aanleg van wadi's. Indien dit niet het geval is, dient het afstromend water eventueel locaal geborgen te worden in vijvers.
In dit kader is ook de afvoernorm van het Waterschap Regge en Dinkel van belang. Als eis geldt dat het plan niet mag leiden tot vergroting van de afvoer uit het oorspronkelijk landelijk gebied. Voor een T=50 neerslaggebeurtenis (40 mm in 75 min.) geldt dat de landelijke afvoer niet meer dan 2,4 l/s/ha mag bedragen.
Door Grontmij is het stedenbouwkundig model getoetst op bergingscapaciteit langs de Entergraven, beschikbare bergingscapaciteit wadi's en op bovengrondse hemelwaterafvoer. Tevens is er advies gegeven hoe om te gaan met de waterhuishouding in het stedenbouwkundig ontwerp door de wijze van hemelwaterafvoer en -berging in het plan weer te geven. Daarnaast is een rioleringsplan opgesteld (zie de bijlage Waterhuishoudings- en rioleringsplan.
Bovengrondse hemelwaterafvoer
De bestaande maaiveldhoogtes zijn ingemeten. Het huidige maaiveld loopt af richting de Entergraven. Om bovengronds hemelwater af te voeren richting de wadi's moet een voldoende groot wegverhang worden gecreëerd. Naast het te realiseren wegverhang moet de ontwateringsnorm onder de weg (0,7 m-wegpeil) worden gehaald.
Voor de toekomstige weghoogte moet rekening worden gehouden met ophoging van het terrein variërend van 0,0 tot 0,5 meter. Dit resulteert in een minimaal wegpeil van NAP+ 9,30 meter tot maximaal NAP+10,25 meter. De exacte hoogteligging zal tijdens de detailuitwerking worden bepaald.
Ontwerp wadi's
In het plangebied liggen 13 wadi's, waar het hemelwater wordt geborgen en geïnfiltreerd. De wadi's zijn ruim voldoende ontworpen waardoor er geen sprake is van een overbelasting door te veel aangesloten verhard oppervlak (daken, opritten, trottoirs, parkeervakken en wegen). Twee wadi's zitten net boven de maximale belasting. Geadviseerd wordt om de wadi's in te zaaien met een grasmengsel bestand tegen langdurige onderwaterzetting. Daarnaast worden de wadi's met gelijke bodemhoogte met elkaar verbonden, zodat de belasting wordt verdeeld en de bergingscapaciteit beter wordt benut.
Bermpassages
Langs de Entergraven is niet overal voldoende ruimte om het aanliggend verhard oppervlak af te laten voeren naar de gewenste wadi's. In overleg met het waterschap Regge en Dinkel is besloten het aanliggende weg- en dakoppervlak af te voeren naar een bermpassage. De bermpassage wordt geïntegreerd met het nieuw te realiseren profiel van de watergang.