direct naar inhoud van 3.5 Archeologie
Plan: De Berghorst
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0189.BP2009000004-VA01

3.5 Archeologie

Voor de bestaande percelen waarop al bebouwing staat geldt dat er geen archeologisch onderzoek vereist is. Voor de percelen waar de nieuwe woningen gebouwd gaan worden is wel een archeologisch onderzoek uitgevoerd.

Inventariserend Veldonderzoek (26 juli 2006, 194978)

Grontmij heeft in opdracht van de gemeente Wierden een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd ten behoeve van de geplande nieuwbouw op de locatie De Berghorst in Enter (zie bijlage Inventariserend archeologisch onderzoek ). Het doel van het onderzoek het opsporen van archeologische waarden en resten en daarbij het bepalen van de inhoudelijke en fysieke kwaliteiten van deze archeologische resten teneinde de waardestelling van het plangebied te kunnen vaststellen. Het onderzoek is uitgevoerd volgens de voorschriften die zijn opgesteld in het Programma van Eisen (PvE) van 16 maart 2006. Op basis van de resultaten kunnen de volgende antwoorden worden gegeven:

  • Er bevinden zich in het plangebied hoogstwaarschijnlijk geen archeologische waarden (meer).
  • Op de in het PvE aangegeven locatie bevinden zich geen resten van de havezathe Berghorst. Door bewoners uit de omgeving werd aangegeven dat de havezate waarschijnlijk meer oostwaarts heeft gelegen. Op deze mogelijke locatie zijn geen archeologische resten aangetroffen.
  • Het bodemprofiel is in grote delen van het plangebied verstoord of er is een zogenaamd AC-profiel waargenomen.
  • Er zijn geen archeologische vondsten of grondsporen aangetroffen.

Tijdens het veldonderzoek zijn geen aanwijzingen voor het voorkomen van archeologische waarden aangetroffen. Hierdoor heeft het veldonderzoek de verwachtingen, zoals deze in het PvE beschreven staan, niet kunnen bevestigen.

Geadviseerd wordt aan het plangebied geen archeologische waarde toe te kennen.

Er wordt geen vervolgonderzoek geadviseerd voor het grootste gedeelte van het plangebied. Ten aanzien voor de locatie havezate Berghorst wordt door mevr. drs. S. Wentink (provinciaal archeoloog van Overijssel) een vervolgonderzoek aanbevolen in de vorm van aanvullende boringen, teneinde de locatie van de havezate toch te kunnen achterhalen.

Aanvullend Inventariseren Veldonderzoek (20 september 2006, ISSN 1573-5710)

Grontmij heeft een aanvullend bodemonderzoek uitgevoerd om de locatie van de voormalige havezate de Berghorst te identificeren (zie bijlage Aanvullend archeologisch onderzoek). Voor dit onderzoek zijn 19 handmatige boringen uitgevoerd. Dit aanvullend onderzoek is uitgevoerd op advies van het bevoegd gezag.

Doel van het aanvullend onderzoek was om eventuele funderingen van de in 1818 gesloopte havezate de Berghorst te lokaliseren. Vragen omtrent de plaats en gesteldheid van de eventuele archeologische resten zijn door het aanvullende booronderzoek niet beantwoord. Drie boringen zijn mogelijk in de voormalige grachten van de havezate verricht. Deze boringen bevatten relatief veel puin.

Gezien het belang van de havezate voor de gemeente in historisch opzicht wordt geadviseerd de graafwerkzaamheden van de onderzoekslocatie en de locatie waar tijdens het eerste onderzoek extra boringen zijn uitgevoerd, onder archeologische bouwbegeleiding te laten plaatsvinden. Hiervoor is een advieskaart opgesteld. Eventuele resten van de havezate de Berghorst die tijdens de bouwwerkzaamheden mogelijk worden aangetroffen kunnen zodoende gedocumenteerd en/of veiliggesteld worden. Dit advies is tot stand gekomen na overleg met de provinciaal archeoloog die in haar advies van 2 oktober 2006 met dat op basis van het uitgevoerde onderzoek geen funderings- of muurresten worden verwacht, maar wel grachten en mogelijk andere sporen (zie bijlage Brieven provinciaal archeoloog).