direct naar inhoud van 4.7 Overige functies in het buitengebied
Plan: Buitengebied 2009
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0189.BP2009000002-0002

4.7 Overige functies in het buitengebied

Infrastructuur

Bestaande en in ontwikkeling zijnde infrastructuur is opgenomen in het bestemmingsplan. In het bestemmingsplan zijn de wegen in categorieën ingedeeld. In de bestemmingsregel is per wegencategorie met het oog op de verkeersveiligheid aangegeven welke afstandseis geldt voor bebouwing vanuit de as van de weg.

Daarnaast zijn er diverse zandwegen in het bestemmingsplan bestemd. Onverharde wegen worden steeds zeldzamer in het agrarisch gebied. Een aantal zandwegen is de laatste decennia verhard. Daardoor is een deel van de cultuurhistorische waarde van het landschap verloren gegaan. Vanwege deze waarde en het belang voor de openluchtrecreatie is het van belang dat onverharde wegen in het plangebied behouden blijven. Voor zandpaden die niet apart bestemd zijn, maar binnen de gebiedsbestemming vallen, is een aanlegvergunning opgenomen voor het verharden hiervan.

De belangrijkste leidingen die door het buitengebied lopen zijn op de plankaart opgenomen. Hierbij is aangesloten bij de feitelijke situatie.

Windturbines

Er zijn verschillende wijzen om te komen tot een meer duurzame energievoorziening. Eén van de meest voorkomende vormen hiervan is windenergie. De provincie schrijft in haar streekplan dat haar voorkeur uitgaat naar clusteropstellingen van windturbines ten opzichte van solitaire turbines. Om deze reden zijn in dit bestemmingsplan geen mogelijkheden opgenomen voor grootschalige nieuwe windturbines. Wel stimuleert de gemeente Wierden duurzame energiebronnen. Om deze reden zijn kleinschalige windturbines bij bestaande bebouwing via ontheffing wel mogelijk. De maatvoering van deze windturbines moet echter wel passen binnen het landschap. Om deze reden is de hoogte van windturbines gelijkgesteld met de hoogte van bebouwing in het gebied.

Mestvergistingsinstallaties

Momenteel staat mestvergisting volop in de belangstelling. (Co-)vergisting kan een belangrijke bijdrage leveren aan de nationale doelstelling op het gebied van duurzame energie en aan een duurzame ontwikkeling van het platteland. In Nederland is een toenemend aantal initiatieven gestart om met deze techniek mest te verwerken. Het vergisten van mest op een agrarisch bedrijf en het verhandelen van de daarbij vrijkomende energie is in de planregels onder voorwaarden mogelijk gemaakt via een ontheffing.

Zendmasten

Bedrijven en burgers maken in toenemende mate gebruik van mobiele telecommunicatie. De wenselijkheid van het netwerk maakt onderdeel uit van de autonome ontwikkeling van de samenleving. Door de gemeente Wierden is in 2002 een "Nota GSM-Beleid" vastgesteld. Uitgangspunt van het gemeentelijk beleid, zoals verwoord in deze nota, is dat bij de plaatsing van een gsm-installatie de noodzaak hiervoor aangetoond dient te worden. Ten aanzien van het plaatsen van gsm-installaties dienen de verschillende maatschappijen zoveel mogelijk gebruik te maken van elkaars opstelpunten. Uitgangspunt is dat bij de plaatsing van gsm-installaties in het buitengebied gebruik gemaakt dient te worden van bestaande bouwwerken zoals hoogspanningsmasten. Medewerking aan de bouw van een solitaire mast vindt alleen plaats als aangetoond kan worden dat de plaatsing radiografisch noodzakelijk is en de locatie vanuit planologisch oogpunt aanvaardbaar is. Vanuit planologisch oogpunt verdient het de voorkeur dat gebruik gemaakt wordt van in het buitengebied gelegen sport- en recreatieparken en locaties in de buurt van infrastructurele werken. Indien in een gebied waar de radiodekking slecht is, een dergelijke locatie niet aanwezig is, dient van geval tot geval bekeken te worden of de plaatsing van een solitaire mast gerechtvaardigd is. Hierbij dient zoveel mogelijk aangesloten te worden bij bestaande bebouwing, zoals nutsgebouwen.

Ten aanzien van de hoogte dient per aanvraag een afweging plaats te vinden ten aanzien van de maximaal toelaatbare hoogte van de mast; deze mag echter niet meer dan 40 meter bedragen. Hierbij spelen met name de hoogte en schaal van de aanwezige bebouwing en/of de maat en schaal van het landschap en de daarin aanwezige landschapselementen een rol.

In principe wordt geen medewerking verleend aan de bouw van gsm-installaties:

  • in karakteristieke cultuurlandschappen;
  • nabij of in natuurgebieden, beekdallandschappen, stuwwalhellingen.

Indien voor de ontwikkeling van het landelijk dekkende mobiele telefoonnet toch plaatsing in een gebied zoals hiervoor aangegeven noodzakelijk wordt geacht, kan onder voorwaarden toch aan plaatsing van een antennemast meegewerkt worden. Hiervoor is in de regels een algemene ontheffing opgenomen waarmee gsm-installaties kunnen worden gerealiseerd.