Toelichting
Toelichting, Bijlagen
Planregels
Planregels, Bijlagen
 
Plancode (idn) : NL.IMRO.0166.00991024-VB01
Status : Vastgesteld
Status Datum : 30-05-2011
naar de inhoudsoopgave van de planregels
naar de bovenkant van deze pagina
naar de onderkant van deze pagina

Artikel 20 Wonen - Woonwagenstandplaats

 

20.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Woonwagenstandplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. woonwagens,

met daarbij behorende bouwwerken, tuinen en erven.

20.2 Bouwregels

 

20.2.1 Hoofdbebouwing

Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  1. woonwagens mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;

  2. het aantal woonwagens mag niet meer bedragen dan aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden';

  3. per woonwagenstandplaats mag het aantal woonwagens niet meer bedragen dan 1;

  4. de oppervlakte van een woonwagen mag niet meer dan 60% van de oppervlakte van de woonwagenstandplaats bedragen;

  5. de afstand tot de voorste en zijdelingse perceelsgrens mag niet minder dan 1 m bedragen;

  6. de onderlinge afstand (inclusief bijbehorende bouwwerken) mag niet minder dan 5 m bedragen;

  7. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 3,5 m en 4,5 m, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' anders is aangegeven;

  8. In afwijking van het bepaalde onder d tot en met g geldt, dat afwijkingen in de genoemde maten, zoals die bestonden op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, gehandhaafd mogen worden.

20.2.2 Erfbebouwingsregeling

Binnen deze bestemming mogen bijbehorende bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  1. de gezamenlijke oppervlakte, inclusief de oppervlakte van de woonwagen, mag per woonwagenstandplaats niet meer dan 65% van de oppervlakte van de woonwagenstandplaats bedragen;

  2. de bouwhoogte mag niet meer dan 3 m bedragen.

20.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  1. de bouwhoogte van terreinverlichting mag niet meer dan 10 m bedragen;

  2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde voor de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan mag niet meer dan 1 m bedragen;

  3. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde achter de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan mag niet meer dan 2,5 m bedragen.

20.3 Afwijken van de bouwregels

  1. Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde:

    1. onder 20.2.1 onder f en toestaan dat de onderlinge afstand wordt verminderd.

  2. De in sub a genoemde afwijking wordt slechts verleend, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

    1. het straat- en bebouwingsbeeld;

    2. de woonsituatie;

    3. de sociale veiligheid;

    4. de verkeersveiligheid;

    5. de bereikbaarheid voor hulpdiensten;

    6. de fysieke en externe veiligheid;

    7. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.