Artikel 12 Groen
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. groenvoorzieningen;
-
b. water;
-
c. kunstobject ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van waarde - kunstobject';
met daaraan ondergeschikt:
-
d. voet- en fietspaden;
-
e. nutsvoorzieningen en gebouwen ten behoeve daarvan;
-
f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van het verzamelen van huishoudelijke afvalstoffen, hieronder mede verstaan ondergrondse afvalopslag;
met de daarbij behorende:
-
g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, lichtmasten hieronder begrepen;
-
h. andere werken;
met in achtneming van het volgende:
-
i. voor zover sprake is van de gebiedsaanduiding 'Veiligheidszone-bevi' zijn op grond van het bepaalde in artikel 24, lid 24.1 geen nieuwe kwetsbare objecten toegestaan;
-
j. voor zover sprake is van de gebiedsaanduiding 'Veiligheidszone-lpg' zijn op grond van het bepaalde in artikel 24, lid 24.6 geen nieuwe kwetsbare objecten toegestaan;
-
k. voor zover sprake is van de gebiedsaanduiding 'Luchtvaartverkeerzone - risicocontour 10-5' zijn op grond van het bepaalde in artikel 24, lid 24.8 geen nieuwe gebouwen toegestaan;
-
l. voor zover sprake is van de gebiedsaanduiding 'Luchtvaartverkeerzone - risicocontour 10-6' zijn op grond van het bepaalde in artikel 24, lid 24.9 geen nieuwe gebouwen toegestaan;
-
m. voor zover sprake is van de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding - resa' zijn geen bouwwerken toegestaan.
12.2 Bouwregels
12.2.1 Gebouwen
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van;
-
a. de in lid 12.1 sub e genoemde gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen, mits:
-
1. de hoogte niet meer dan 3 meter bedraagt;
-
2. de oppervlakte niet meer dan 25 m2 bedraagt.
12.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
-
a. de hoogte van de in lid 12.1 sub f. genoemde bouwwerken mag, gemeten vanaf het aansluitend terrein, niet meer dan 1,5 meter bedragen;
-
b. de bruto-oppervlakte van de in lid 12.1 sub f. genoemde bouwwerken mag, voor zover het bouwwerk bovengronds wordt geplaatst, niet meer dan 4 m² bedragen;
-
c. de hoogte van lichtmasten mag niet meer dan 12 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte zich verdraagt met de maximaal toegestane bouwhoogte binnen de 'Luchtvaartverkeerzone - hoogtebeperking' zoals bepaald in artikel 24, lid 24.4 en aangegeven op de verbeelding en nader gedetailleerd in Bijlage 1 'Hoogtedetaillering veiligheidszone-luchtvaartverkeer' ;
-
d. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2 meter bedragen.
12.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nader eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
-
a. de verkeersveiligheid;
-
b. de luchtvaartverkeersveiligheid;
-
c. de sociale veiligheid;
-
d. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld.
12.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 12.1 jo artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
-
a. het gebruik van gronden voor parkeren.
12.5 Wijzigingsbevoegdheid
-
a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied - 1' te wijzigen als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening ten behoeve van een verkooppunt motorbrandstoffen met lpg, inclusief aan het brandstofverkooppunt in bedrijfseconomisch opzicht ondergeschikte detailhandel in een weggebonden assortiment mits:
-
1. het betreft een verplaatsing van een vanuit de bebouwde kom van Hoogeveen bestaand verkooppunt motorbrandstoffen met lpg;
-
2. de 10 –6- contour voor het plaatsgebonden risico binnen de perceelsgrens valt of en voor zover de 10 -6 -contour de bestemmingsgrens overschrijdt dit een overschrijding betreft die valt binnen de naastgelegen bestemming Groen, Verkeer en/of Water;
-
3. in de toelichting bij het wijzigingsbesluit een verantwoording wordt gegeven van het groepsrisico en deze aanvaardbaar wordt geacht;
-
4. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
- het straat- en bebouwingsbeeld;
- de woonsituatie;
- de verkeersveiligheid;
- de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- de waarborging van de brand- en externe veiligheid en ter bevordering van zelfredzaamheid van aanwezigen en van beheersbaarheid en bestrijdbaarheid bij incidenten;
- de luchtvaartverkeersveiligheid.
-
b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied - 2' te wijzigen als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening ten behoeve van bedrijventerrein als bedoeld in de bestemming Bedrijventerrein - 5 (Artikel 9), indien bedrijfseconomische redenen dit noodzakelijk maken en er compensatie van de groenvoorzieningen plaatsvindt en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
-
1. het straat- en bebouwingsbeeld;
-
2. de verkeersveiligheid;
-
3. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
4. de waarborging van de brand- en externe veiligheid en ter bevordering van de zelfredzaamheid van aanwezigen en van beheersbaarheid en bestrijdbaarheid bij incidenten;
-
5. de luchtvaartverkeersveiligheid.