Artikel 11 Gemengd
11.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. onderwijs;
-
b. wooncentrum;
met de daarbijbehorende:
-
c. gebouwen;
-
d. bijgebouwen;
-
e. wegen en paden;
-
f. parkeren op eigen terrein;
-
g. groenvoorzieningen;
-
h. nutsvoorzieningen;
-
i. speelvoorzieningen;
-
j. water;
-
k. erven en terreinen;
-
l. tuinen;
-
m. aan- en uitbouw en bijgebouwen;
-
n. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
met inachtneming van het volgende:
-
o. voor zover sprake is van de gebiedsaanduiding 'Geluidzone - Industrie 50 dB(A)' zijn op grond van het bepaalde in artikel 24, lid 24.2 geen nieuwe geluidgevoelige objecten toegestaan.
11.2 Bouwregels
11.2.1 Bebouwing
-
a. Voor het oprichten van bebouwing is, tenzij uit archeologisch onderzoek of bodemonderzoek anders is gebleken, verkennend archeologisch onderzoek noodzakelijk indien de bebouwing meer bedraagt dan 500 m² en de bodemingreep dieper is dan 30 cm met dien verstande dat:
11.2.2 Gebouwen
voor het bouwen van gebouwen de volgende bepalingen gelden:
-
a. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
-
b. de maximaal toegestane bouwhoogte bedraagt 9 meter met dien verstande dat de bouwhoogte zich verdraagt met de maximaal toegestane bouwhoogte binnen de 'Luchtvaartverkeerzone - hoogtebeperking' zoals bepaald in artikel 24, lid 24.4 en aangegeven op de verbeelding en nader gedetailleerd in Bijlage 1 Hoogtedetaillering veiligheidszone -
luchtvaartverkeer;
-
c. de afstand tot de perceelgrens mag niet minder dan 2,5 meter bedragen.
11.2.3 Bijgebouwen
voor het bouwen van bijgebouwen, de volgende bepalingen gelden:
-
a. bijgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
-
b. de bouwhoogte mag niet meer dan 3 meter bedragen.
11.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de volgende bepalingen gelden:
-
a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen;
-
b. de hoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meter bedragen.
11.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
-
a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
-
b. de waarborging van de brand- en externe veiligheid en ter bevordering van zelfredzaamheid van aanwezigen en van beheersbaarheid en bestrijdbaarheid bij incidenten;
-
c. de verkeersveiligheid;
-
d. de luchtvaartverkeersveiligheid;
-
e. de sociale veiligheid;
-
f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
11.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming zoals bedoeld in lid 11.1 jo artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
-
a. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
-
b. het gebruik of laten gebruiken van gronden als standplaats voor kampeermiddelen.