direct naar inhoud van Artikel 20 Verkeer
Plan: Bestemmingsplan Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0063.030506-DE01

Artikel 20 Verkeer

 

20. 1.    Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Verkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    (ontsluitings)wegen;

b.    paden;

c.    bruggen, dammen en/of duikers;

d.    sloten, bermen en beplanting;

e.    parkeervoorzieningen;

 

en mede bestemd voor:

f.     een windturbine, ter plaatse van de aanduiding “overig - windturbine”;

g.    het tegengaan van belemmeringen en de bescherming van de functie van de radar, ter plaatse van de aanduiding “vrijwaringszone - radar”;

h.    de bescherming van het doelmatig en veilig functioneren van de waterkering, ter plaatse van de aanduiding “vrijwaringszone - dijk”;

i.      het beschermen van het doelmatig en veilig functioneren van de weg, ter plaatse van de aanduiding “vrijwaringszone - weg”;

 

met de daarbijbehorende;

j.      bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, dam­men en duikers.

20. 2.    Bouwregels

20. 2. 1. Op of in deze gronden zullen geen gebouwen en overkap­pingen worden gebouwd.

20. 2. 2. Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebou­wen zijnde, geldt de volgende regel:

-       de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, an­ders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, bevei­liging en regeling van het verkeer, waaronder bruggen ten be­hoeve van de ontsluiting van erven, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

20. 3.    Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

 

-       het bepaalde in lid 20.2.2. en toestaan dat de hoogte van ove­rige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot 15,00 m, mits:

-       geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de verkeers­­veiligheid, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

20. 4.    Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in ieder geval gerekend:

-       het aanleggen van wegen en paden of anderszins inrichten van het bestemmingsvlak in afwijking van een aangegeven genummerd dwarsprofiel, dan wel, indien geen genummerd dwarsprofiel is aangegeven, in afwij­king van het standaarddwarsprofiel.

20. 5.    Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

 

-       het bepaalde in lid 20.4. en toestaan dat wordt afgeweken van het voorgeschreven dwarsprofiel, mits:

 

1.    hierdoor geen wezenlijke verandering in de geluidssituatie optreedt;

2.    de verkeersveiligheid hierdoor niet onevenredig wordt aan­getast;

3.    tevens getoetst wordt aan de gevolgen voor de afwikkelin­gen van het openbaar vervoer.