Plan: | Bestemmingsplan Buitengebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0063.030506-DE01 |
19. 1. Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Sport - Manege’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. bedrijfsgebouwen, waaronder overkappingen, ten behoeve van een manege;
b. bedrijfswoningen al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep;
c. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning;
met daaraan ondergeschikt:
d. kleinschalige duurzame energiewinning;
e. wegen en paden;
f. water;
met de daarbijbehorende:
g. parkeervoorzieningen;
h. tuinen, erven en terreinen;
i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
19. 2. Bouwregels
19. 2. 1. Voor het bouwen van de in lid 19.1. onder a t/m c bedoelde gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
a. per bestemmingsvlak mogen uitsluitend gebouwen en overkappingen ten behoeve van de ter plaatse gevestigde manege worden gebouwd;
b. de gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfsgebouwen, waaronder overkappingen, zal per bestemmingsvlak niet meer bedragen dan 60% van de oppervlakte van het betreffende bestemmingsvlak;
c. het aantal bedrijfswoningen zal ten hoogste één per manege bedragen;
d. een bedrijfswoning zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
e. vrijstaande bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning zullen volledig binnen een afstand van 25,00 m vanuit het dichtstbijzijnde punt van de bedrijfswoning worden gebouwd;
f. bedrijfsgebouwen, waaronder overkappingen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zullen tenminste 3,00 m achter de naar de weg(en) gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning dan wel het verlengde daarvan worden gebouwd;
g. de maatvoering van een gebouw of een overkapping zal voldoen aan de eisen die in het volgende bouwschema zijn gesteld:
Functie van een gebouw |
Gezamenlijke oppervlakte |
Goothoogte in m |
Dakhelling in ° |
Hoogte in m |
||
|
max. |
max. |
min. |
max. |
max. |
|
Bedrijfsgebouw waaronder
een overkapping |
- |
4,50 |
20 |
60 |
10,00 |
|
Bedrijfswoning |
- |
4,50 |
30 |
60 |
10,00 |
|
Aan- en uitbouwen, bijgebouwen
en overkappingen bij een bedrijfswoning |
60 m² |
3,50 |
- |
60 |
- |
|
19. 2. 2. Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning(en) en het verlengde daarvan ten hoogste 2,00 m zal bedragen;
b. er zullen geen overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd ten behoeve van lichtmasten en de opwekking van windenergie in de vorm van windmolens;
c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 10,00 m bedragen.
19. 3. Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van:
- het bepaalde in lid 19.2.1. onder d en toestaan dat een bedrijfswoning gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd tot ten hoogste 30% van de oppervlakte van het bouwvlak, mits:
1. de uitbreiding niet plaatsvindt in de richting van de weg(en);
2. ten minste 70% van de oppervlakte van de bedrijfswoning gesitueerd blijft binnen het bouwvlak;
3. er geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven, in dié zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
4. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie en het straat- en bebouwingsbeeld.
19. 4. Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in ieder geval gerekend:
a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden, indien de horecavloeroppervlakte in de vorm van een kantine bij de manege groter is dan 50 m²;
c. het gebruik van een bedrijfswoning voor meer dan één woning;
d. het gebruik van bedrijfswoningen in combinatie met een aan-huis-verbonden beroep, zódanig dat de beroepsvloeroppervlakte:
1. het beroep niet wordt uitgeoefend door één van de bewoners van de bedrijfswoning, waarbij twee andere arbeidskrachten ter plekke werkzaam mogen zijn;
2. de beroepsvloeroppervlakte meer bedraagt dan 40% van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning;
3. de bedrijfsvloeroppervlakte meer dan 45 m² bedraagt;
4. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt;
5. horeca en detailhandel plaatsvinden;
e. het gebruik van een bedrijfswoning voor meer dan één woning;
f. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning en de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep;
g. het gebruik van de gronden als erf behorende bij de bedrijfswoningen, buiten een zone van 25,00 m vanaf de zij- en achtergevel(s) van de bedrijfswoningen.
19. 5. Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van:
a. het bepaalde in lid 19.4. onder a en toestaan dat de gronden en gebouwen worden gebruikt voor de uitoefening van productiegebonden detailhandel, mits:
1. de bruto verkoopvloeroppervlakte ten hoogste 10% van de gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen, met een maximum van 50 m², mag bedragen;
2. de functie vanuit de bestaande gebouwen moet worden uitgeoefend;
3. er sprake is van verkoop van ter plaatse bereide, verwerkte en/of toegepaste producten met een lokaal verzorgingsgebied;
4. de functie geen onevenredige invloed heeft op het winkelapparaat in de diverse kernen;
5. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
- het bepaalde in lid 19.4. onder d en toestaan dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt ten behoeve van aan-huis-verbonden bedrijfsactiviteiten die zijn genoemd in bijlage 6, alsmede naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen activiteiten, mits:
- de bedrijfsvloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van de totale gezamenlijke begane vloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel, met dien verstande dat:
- de bedrijfsvloeroppervlakte niet meer dan 50 m² mag bedragen;
- de activiteiten niet mogen plaatsvinden binnen vrijstaande bijgebouwen;
- het parkeren op eigen erf moet plaatsvinden;
- er geen horeca en detailhandel plaats mag vinden.
19. 6. Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in dié zin dat:
- de bestemming ‘Sport - Manege’ wordt gewijzigd in de bestemming ‘Wonen’ ten behoeve van een functieverandering van een bestemmingsvlak, mits:
1. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 23 van overeenkomstige toepassing zijn;
2. er geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven, in dié zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
3. de woonfunctie ondergebracht wordt in de voormalige bedrijfswoning, dan wel een aanwezig voormalig boerderijpand;
4. een aanwezig voormalig boerderijpand of andere beeldbepalende bouwvorm als landschappelijk waardevolle verschijningsvorm wordt gehandhaafd;
5. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.